EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0557

99/557/EG: Beschikking van de Commissie van 22 juli 1999 betreffende het door Italië ingediende verzoek om ontheffing uit hoofde van artikel 8, lid 2, onder c), van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2292)

PB L 211 van 11.8.1999, p. 52–52 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 22/07/1999

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/557/oj

31999D0557

99/557/EG: Beschikking van de Commissie van 22 juli 1999 betreffende het door Italië ingediende verzoek om ontheffing uit hoofde van artikel 8, lid 2, onder c), van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2292)

Publicatieblad Nr. L 211 van 11/08/1999 blz. 0052 - 0052


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 juli 1999

betreffende het door Italië ingediende verzoek om ontheffing uit hoofde van artikel 8, lid 2, onder c), van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2292)

(1999/557/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad(2), inzonderheid artikel 8, lid 2, onder c),

(1) Overwegende dat het van 5 maart 1999 daterende en op 16 maart 1999 door de Commissie ontvangen verzoek van Italië alle krachtens artikel 8, lid 2, onder c), vereiste informatie bevat; dat dit verzoek de aandrijving met gecomprimeerd aardgas (CNG) betreft van twee types motorvoertuig van categorie M1;

(2) Overwegende dat de in het verzoek aangevoerde redenen, namelijk dat dergelijke voertuigen voldoen aan de eisen van bijlage IV van Richtlijn 70/156/EEG, met uitzondering van die betreffende de aandrijving met gecomprimeerd aardgas; dat bij de aandrijving met gecomprimeerd aardgas van de motorvoertuigen waarop deze beschikking betrekking heeft, evenwel een niveau van bescherming wordt gewaarborgd dat gelijkwaardig is aan dat van motorvoertuigen welke met benzine worden aangedreven; dat de proeven die zijn uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 70/220/EEG van de Raad van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de luchtverontreiniging door gassen afkomstig van motoren met elektrische ontsteking in motorvoertuigen(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/77/EG van de Commissie(4), en Richtlijn 80/1268/EEG van de Raad van 16 december 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het brandstofverbruik van motorvoertuigen(5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/116/EG van de Commissie(6), zijn uitgevoerd enerzijds met gecomprimeerd aardgas en anderzijds met zowel benzine als gecomprimeerd aardgas; dat bij beide types brandstof de voorgeschreven grenswaarden voor verontreinigende emissies niet werden overschreden en dat de emissieniveaus lager waren bij gebruik van aardgas als brandstof; dat een gelijkwaardig niveau van bescherming van het milieu derhalve gewaarborgd is;

(3) Overwegende dat de lidstaten, om te zorgen voor de veiligheid van de in het verkeer gestelde voertuigen, op gezette tijden lekdichtheidsproeven mogen uitvoeren bij een druk die minstens gelijk is aan de bedrijfsdruk;

(4) Overwegende dat de communautaire richtlijnen in kwestie nog wijzigingen zullen ondergaan om de productie van voertuigen met gecomprimeerd aardgas als brandstof mogelijk te maken;

(5) Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregel in overeenstemming is met het advies van het bij Richtlijn 70/156/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de vooruitgang van de techniek,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het verzoek tot afwijking van Italië betreffende de productie en het in de handel brengen van twee types motorvoertuig van categorie M1 met gecomprimeerd aardgas (CNG) als brandstof wordt hierbij ingewilligd.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 22 juli 1999.

Voor de Commissie

Karel VAN MIERT

Lid van de Commissie

(1) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.

(2) PB L 11 van 16.1.1999, blz. 25.

(3) PB L 76 van 6.4.1970, blz. 1.

(4) PB L 286 van 23.10.1998, blz. 34.

(5) PB L 375 van 31.12.1980, blz. 36.

(6) PB L 329 van 30.12.1993, blz. 39.

Top