This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31999D0126
1999/126/EC: Council Decision of 22 December 1998 on the Community statistical programme 1998 to 2002
1999/126/EG: Beschikking van de Raad van 22 december 1998 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 1998-2002
1999/126/EG: Beschikking van de Raad van 22 december 1998 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 1998-2002
PB L 42 van 16.2.1999, p. 1–45
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
1999/126/EG: Beschikking van de Raad van 22 december 1998 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 1998-2002
Publicatieblad Nr. L 042 van 16/02/1999 blz. 0001 - 0045
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 22 december 1998 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 1998-2002 (1999/126/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Gelet op het door de Commissie ingediende voorstel voor een beschikking, Gezien het advies van het Europees Parlement (1), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2), Overwegende dat krachtens artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (3), een communautair statistisch programma moet worden opgesteld; Overwegende dat de Economische en Monetaire Unie hoge eisen stelt wat de verstrekking van monetaire, betalingsbalans- en financiële statistieken voor de Gemeenschap betreft; Overwegende dat de Gemeenschap overeenkomstig Verordening (EG) nr. 322/97 voor het concipiëren, uitvoeren, volgen en evalueren van haar beleid tijdig moet kunnen beschikken over van lidstaat tot lidstaat vergelijkbare, actuele, betrouwbare, relevante en zo efficiënt mogelijk geproduceerde statistische informatie; Overwegende dat de beschikbaarheid van bijgewerkte en vergelijkbare statistieken van goede kwaliteit vaak een noodzakelijke voorwaarde is voor de uitvoering van het communautaire beleid; Overwegende dat het voor de samenhang en vergelijkbaarheid van de statistische informatie in de Gemeenschap noodzakelijk is een communautair statistisch programma voor de middellange termijn op te stellen waarin de methoden, de voornaamste werkterreinen en de doelstellingen van de acties overeenkomstig de prioriteiten zijn vastgelegd; Overwegende dat het van belang is om op bepaalde gebieden die tot meerdere communautaire beleidsterreinen behoren, gegevens uit te splitsen naar sexe; Overwegende dat de specifieke methode voor het opstellen van communautaire statistieken een bijzonder nauwe samenwerking binnen een communautair statistisch systeem in ontwikkeling via het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom (4) opgerichte Comité statistisch programma vereist met betrekking tot de aanpassing van het systeem, met name door de invoering van wettelijke instrumenten voor de opstelling van bovengenoemde communautaire statistieken, en dat daarbij rekening moet worden gehouden met de belasting voor de respondent, ongeacht of deze een onderneming, een huishouden of een individuele persoon is; Overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 322/97 de richtsnoeren voor het programma voorlegt aan het Comité statistisch programma, het Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied en het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, alvorens haar voorstel in te dienen; Overwegende dat bij de uitvoering van dit programma de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 322/97 gedefinieerde beginselen van toepassing zijn, met name de beginselen inzake onpartijdigheid en betrouwbaarheid; Overwegende dat een verwijzing naar een actie op het gebied van de statistiek in het kaderprogramma in bijlage dezes geen afbreuk doet aan de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit zoals die in het Verdrag zijn omschreven, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD: Artikel 1 Het communautair statistisch programma voor de periode 1998-2002 (hierna "het programma" genoemd) wordt hierbij vastgelegd. Het programma is opgenomen in bijlage dezes. Het omschrijft de methoden, de voornaamste terreinen en de doelstellingen van de acties die tijdens die periode worden overwogen. Artikel 2 Rekening houdend met de beschikbare middelen van de nationale autoriteiten en de Commissie, omvat het programma de voornaamste beleidsprioriteiten van de Gemeenschap op de volgende gebieden: - de Economische en Monetaire Unie, - groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid, - de uitbreiding van de Europese Unie, en garandeert het tevens dat de statistische ondersteuning van beslissingen op de huidige beleidsterreinen wordt voortgezet en dat wordt voldaan aan nieuwe behoeften die uit nieuwe communautaire beleidsinitiatieven voortvloeien. Artikel 3 Het programma wordt uitgevoerd in overeenstemming met de regels en beginselen van Verordening (EG) nr. 322/97. Artikel 4 In het derde jaar van de uitvoering van het programma stelt de Commissie een tussentijds verslag over de voortgang van het programma op en legt dit aan het Comité statistisch programma voor. Aan het eind van de looptijd van het programma legt de Commissie na overleg met het Comité statistisch programma een passend evaluatieverslag over de uitvoering van het programma voor, waarin rekening wordt gehouden met de adviezen van onafhankelijke deskundigen. Dit verslag wordt uiterlijk eind 2003 voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad. Artikel 5 Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 22 december 1998. Voor de Raad De Voorzitter C. EINEM (1) PB C 328 van 26.10.1998, blz. 227. (2) PB C 235 van 27.7.1998, blz. 60. (3) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. (4) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47. BIJLAGE I COMMUNAUTAIR STATISTISCH WERKPROGRAMMA 1998-2002): METHODEN INLEIDING i) De behoefte aan statistische informatie voor het EU-beleid Statistische informatie is van het grootste belang, daar zonder deze informatie de instellingen van de Europese Unie en het publiek in het algemeen geen enkele feitelijke basis zouden hebben om te bepalen of Europese beleidsinitiatieven noodzakelijk zijn en in hoeverre deze effect sorteren. Eurostat (het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen) heeft tot voornaamste taak om ten behoeve van het bestaand en toekomstig EU-beleid statistische informatie over een grote verscheidenheid van sociale, economische en milieuaspecten te verschaffen. Structuur van de bijlage In deze bijlage wordt een samenvatting gegeven van de statistische vereisten op Europees niveau, zoals die uit de beleidsbehoeften van de Europese Unie voortvloeien. Deze behoeften zijn ingedeeld overeenkomstig de 17 titels van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en later aangenomen wetgeving. Er is een 18e "titel" toegevoegd voor de behoeften die voortvloeien uit de financiering van de Unie (BTW en BNP, de derde en vierde middelenbron) en uit de activiteiten in verband met de uitbreiding. Voor elk van deze titels zijn opgenomen: - de voornaamste koers van de statistische werkzaamheden gedurende de vijfjarenperiode voor elk van de beleidsgebieden en de specifieke maatregelen die worden gepland; - de specifieke bepalingen van het Verdrag en de voornaamste rechtsbesluiten die vaart geven aan het werk; - eventuele beleidsdocumenten die aan de statistische behoeften ten grondslag liggen; - een aanduiding van de te verwachten regelgevende beleidskaders die verband houden met de statistiek (en die elk jaar in het jaarlijks programma overeenkomstig de verordening van de Raad betreffende de communautaire statistiek definitief worden vastgesteld); - de statistische werkterreinen die het beleid van de titel ondersteunen overeenkomstig de in bijlage II vermelde CSS-classificatie van werkthema's; - de thema's waarvoor niet voldoende middelen beschikbaar zijn om de voltooiing van de werkzaamheden binnen de vereiste termijn te garanderen. Deze bijlage gaat vooral in op de beleidsfactoren die het werkprogramma bepalen. ii) Programmastrategieën Vanuit strategisch oogpunt streeft het programma de volgende doelstellingen na: a) gebruikers: er moet aan de vereisten van het communautair beleid worden voldaan en de statistische informatie moet zijn afgestemd op de behoeften van de gebruiker; b) prioriteiten: prioriteiten moeten duidelijk zijn vastgesteld, zodat kan worden gezien welke werkzaamheden wel en welke niet haalbaar zijn bij de verwachte beschikbare middelen; c) planning van de werkzaamheden: binnen het kader van prioriteiten is een efficiënte organisatie noodzakelijk van de activiteiten die met het oog op de productiedoelstellingen moeten worden uitgevoerd; belangrijke projecten met betrekking tot hetzij infrastructuurvoorzieningen, hetzij bepaalde sectoren, zullen worden uitgewerkt met behulp van technieken voor projectbeheer; d) coördinatie: een regelmatige communicatie is noodzakelijk tussen de diensten van de Commissie die de communautaire statistiek voor het beleid gebruiken en de leveranciers binnen een communautair statistisch systeem in ontwikkeling van wie de verstrekking van gegevens afhangt; e) kwaliteit: er moet voortdurend worden gezocht naar methoden om de kwaliteit te verbeteren (inclusief actualiteit) van de communautaire statistieken en [. . .] te komen tot meer uniforme normen en relevantie; f) efficiëntie: bij de verstrekking van gegevens moet een zo groot mogelijke kosteneffectiviteit worden bereikt; g) belasting voor de respondenten: de belasting voor de respondenten moet tot een minimum worden beperkt; h) internationale normen: de communautaire statistieken zullen vergelijkbaar worden gemaakt met de statistieken voor andere gebieden van de wereld door de hand te houden aan de normen die zijn goedgekeurd door relevante internationale organisaties. Gedurende het programma zal steeds worden nagegaan in hoeverre aan deze doelstellingen wordt voldaan en de bevindingen zullen worden opgenomen in de evaluatie van het programma. iii) Prioriteitenbeheer Bij het beheer van de prioriteiten voor de statistiek wordt uitgegaan van drie verschillende categorieën activiteiten. Deze prioriteiten worden jaarlijks door de Commissie, in overleg met het Comité statistisch programma, voor de volgende jaren van het programma herzien. Nieuwe acties en prioriteiten dienen gebaseerd te zijn op een volledig overzicht van de behoeften aan statistieken en rekening te houden met het vermogen van de lidstaten om aan die behoeften te voldoen. Nieuwe behoeften moeten worden afgewogen tegen de bestaande statistieken. a) Belangrijkste behoeften voor het communautair beleid Door de uitvoering van communautaire beleidsinitiatieven zal een behoefte aan de productie van nieuwe statistieken ontstaan. De van de hoogste prioriteit geachte beleidsbehoeften en daarmee samenhangende statistische behoeften volgen hierna. - Economische en Monetaire Unie, derde fase: de eisen inzake statistiek van het stabiliteits- en groeipact, conjunctuurindicatoren voor de korte termijn zoals vraag, productie, activiteit op de arbeidsmarkt en kosten. - Groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid en het "Vertrouwenspact voor de werkgelegenheid": de structuur van de kosten en de productie van handelsondernemingen, structuur van de arbeidsmarkt. - Uitbreiding van de Europese Unie: aanzienlijke behoeften aan betrouwbare en vergelijkbare statistische informatie voor de kandidaat-lidstaten. b) Statistische ondersteuning van het bestaand beleid Statistische activiteiten die het bestaand communautair beleid op terreinen zoals de landbouw, de economische en sociale samenhang en de buitenlandse handel ondersteunen, zullen behouden blijven, maar de behoeften zullen voortdurend worden geëvalueerd. c) Andere gebieden Hieronder valt de verzameling van gegevens op gebieden die hierboven niet zijn vermeld, maar die toch noodzakelijk zijn voor het beleid. De productie van deze statistieken zal afhangen van de beschikbare middelen. Voor de activiteiten die binnen dit kader van prioriteiten vallen, zullen de precieze aard en omvang van de verzamelde gegevens over het algemeen verder door Eurostat en de lidstaten in het kader van het Comité statistisch programma en het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek worden vastgesteld; dit gebeurt in overeenstemming met de bepalingen van de verordening van de Raad betreffende de communautaire statistieken en de overeengekomen principes voor dergelijke besluiten over het beheer van de werkzaamheden. iv) Subsidiariteit De rechtsgrondslag hiervoor wordt geleverd door het besluit van de Raad tot oprichting van het Comité statistisch programma (89/382/EEG, Euratom) en Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek alsmede door Besluit 97/281/EG van de Commissie inzake de rol van Eurostat bij de productie van communautaire statistiek, dat een gecoördineerde aanpak van de statistische informatie in alle diensten van de Commissie waarborgt. Eurostat kan zijn belangrijke taak alleen uitvoeren in samenwerking met de statistische diensten van de lidstaten en baseert zijn activiteiten derhalve altijd op het subsidiariteitsbeginsel. In dit verband werkt Eurostat samen met een groot aantal nationale autoriteiten, maar hoofdzakelijk met de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten van de Europese Unie. v) Het evenwicht tussen behoeften en middelen Het CSS moet er nauwlettend op toezien dat er een goed evenwicht is tussen de behoefte aan informatie voor het communautair beleid en de middelen die zowel op EU-, nationaal als regionaal niveau voor de gegevensverstrekking zijn vereist. Daarbij speelt de belasting voor de respondenten een steeds crucialere rol. Tevens moet er genoeg flexibiliteit zijn om de nationale autoriteiten in staat te stellen om op de meest efficiënte wijze in de communautaire behoefte aan statistische informatie te voorzien. Het statistisch systeem heeft de jongste jaren een sterke ontwikkeling doorgemaakt. De recente investeringen moeten worden geconsolideerd en periodiek getoetst zodat financiële en andere middelen voor taken van een hogere prioriteit kunnen worden vrijgemaakt. In deze bijlage worden alle statistische behoeften die uit het communautair beleid voortvloeien op een rij gezet. Vervolgens wordt, in het kader van het algemeen middelenbeheer, van de verschillende componenten van de statistische werkzaamheden vastgesteld in welke mate zij volgens het hierboven beschreven kader prioritair zijn. TITEL I HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN Implicaties voor de statistiek Voor het beheer van en het toezicht op de interne markt is informatie over het goederenverkeer tussen de EU-lidstaten vereist. Gegevens over de handel tussen de lidstaten die ene munt hebben aangenomen en de lidstaten die dat niet hebben gedaan, zijn eveneens noodzakelijk voor EMU-doeleinden. Er is gedetailleerde of samengestelde informatie nodig in verband met de opstelling van de nationale rekeningen en sectorale analyses, concurrentieregels, het beheer en de oriëntatie van landbouw en visserij, regionale ontwikkeling, bescherming op energiegebied, enzovoort. Deze informatie wordt verstrekt door het in 1993 ingevoerde Intrastat-systeem. Nu de interne markt is voltooid, kunnen douanedocumenten en -controles niet meer worden gebruikt als bron voor de statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten. In de desbetreffende Verordening (EEG) nr. 3330/91 is derhalve vastgesteld dat de gegevens voor deze statistieken nu rechtstreeks bij de intracommunautaire handelaren (Intrastat) worden verzameld. Bij de invoering van Intrastat zijn echter bepaalde "kinderziekten" aan het licht gekomen (grote vertragingen bij de publicatie van gegevens, gebrekkige respons en de geringe kwaliteit van sommige individuele inzendingen), die de Commissie ertoe hebben aangezet een versterking van het systeem voor de verzameling van gegevens voor te stellen. De onbevredigende kwaliteit van de resultaten van het systeem en de door een groot deel van het MKB als te zwaar beschouwde administratieve belasting, hebben Eurostat ertoe aangezet verschillende maatregelen te nemen (evaluatie van de nationale Intrastat-systemen, opinieonderzoek onder leveranciers en gebruikers van statistieken, seminar over de toekomst van Intrastat). De werkzaamheden met betrekking tot correcties en vereenvoudigingen (SLIM-initiatief) zullen worden voortgezet, zodat de belasting voor de ondernemingen kan worden verminderd en de werking van het systeem kan worden verbeterd. Een andere prioriteit is de voortdurende bijwerking van de methoden voor de verzameling, verwerking en verspreiding van gegevens (Edicom-project). Het opstellen van statistieken betreffende de interne handel zal sterk beïnvloed worden door de nieuwe EMU-vereiste dat op macroniveau tijdig zeer nauwkeurige cijfergegevens beschikbaar moeten zijn, alsmede, naar alle waarschijnlijkheid, door de mogelijke wijziging van het BTW-systeem. Er zal worden bestudeerd hoe het systeem kan worden herzien. Het Intrastat-systeem en de nodige informatie voor de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Europese Unie (Extrastat) moeten worden uitgewerkt en beheerd in het kader van een samenhangend informatiesysteem (Comext - zie titel VII) naar gelang van de toekomstige behoeften. Samenvatting Gedurende de looptijd van het programma zal de Commissie ernaar streven om: - de werking van het Intrastat-systeem en de nauwkeurigheid en beschikbaarheid van de resultaten van dit systeem te verbeteren, met name om te voldoen aan de eisen inzake de opstelling van nationale rekeningen; - de belasting van het systeem voor de respondenten te verminderen door middel van voorstellen voor alternatieve oplossingen en vereenvoudigingen; - een diepgaande analyse uit te voeren van de statistische implicaties van een eventuele wijziging van de BTW-systemen en de vereiste om tijdig nauwkeurige cijfergegevens op macroniveau te verstrekken; voorts zullen alternatieve statistische ontwikkelingen worden voorgesteld. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel 1, en titel V, hoofdstuk 3. Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad van 7 november 1991 betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten (PB L 316 van 16.11.1991, blz. 1). Gewijzigd bij: Verordening (EEG) nr. 3046/92 van de Commissie van 22 oktober 1992 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten en tot wijziging van die verordening (PB L 307 van 23.10.1992, blz. 27). Verordening (EEG) nr. 2256/92 van de Commissie van 31 juli 1992 betreffende de statistische drempels voor de statistiek van de handel tussen de lidstaten (PB L 219 van 4.8.1992, blz. 40). Gerectificeerd door: Rectificatie op Verordening (EEG) nr. 2256/92 van de Commissie van 31 juli 1992 betreffende de statistische drempels voor de statistiek van de handel tussen de lidstaten (PB L 170 van 13.7.1993, blz. 32). Verordening (EEG) nr. 3046/92 van de Commissie van 22 oktober 1992 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten en tot wijziging van die verordening (PB L 307 van 23.10.1992, blz. 27). Gewijzigd bij: Verordening (EG) nr. 2385/96 van de Commissie van 16 december 1996 met betrekking tot de vereenvoudiging van de vermelding van de nettomassa (PB L 326 van 17.12.1996, blz. 10). Verordening (EG) nr. 860/97 van de Commissie van 14 mei 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3046/92, met betrekking tot de vermelding van de waarde van de goederen (PB L 123 van 15.5.1997, blz. 12). Verordening (EEG) nr. 3590/92 van de Commissie van 11 december 1992 betreffende de gegevensdragers voor de statistiek van de handel tussen de lidstaten (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 32). Verordening (EG) nr. 1125/94 van de Commissie van 17 mei 1994 betreffende de termijnen voor de indiening van de resultaten van de statistiek van de handel tussen de lidstaten (PB L 124 van 18.5.1994, blz. 1). Verordening (EG) nr. 2820/94 van de Commissie van 21 november 1994 tot vaststelling van een drempel per transactie in het kader van de statistiek van de handel tussen de lidstaten (PB L 299 van 22.11.1994, blz. 1). Beschikking 96/715/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de telematicanetwerken tussen administraties voor de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten (Edicom) (PB L 327 van 18.12.1996, blz. 34). Beschikking (E/97/599) van de Commissie van 24 april 1997 betreffende goedkeuring van 29 voorstellen voor maatregelen die voor communautaire financiering in aanmerking komen uit hoofde van Beschikking (96/715/EG betreffende de telematicanetwerken tussen administraties voor de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten (Edicom) (niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Beschikking (E/97/784) van de Commissie van 20 mei 1997 betreffende goedkeuring van 23 voorstellen voor maatregelen die voor communautaire financiering in aanmerking komen uit hoofde van Beschikking 96/715/EG betreffende de telematicanetwerken tussen administraties voor de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten (Edicom) (niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Beleidsdocumenten Een optimale benutting van de interne markt - strategisch programma (COM(93)632). Het SLIM-initiatief - verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het SLIM-proefproject (COM(96)559). Een gemeenschappelijk BTW-stelsel - een programma voor de interne markt (COM(96)328). Wetgeving op het gebied van de statistiek Een gewijzigde of een nieuwe basisverordening kan noodzakelijk zijn om rekening te houden met de resultaten van aan de gang zijnde studies betreffende alternatieve systemen voor gegevensverzameling (SLIM) en de eventuele ontwikkeling op BTW-gebied. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Vertraging bij de toekenning van financiële middelen voor acties van de lidstaten voor een spoedige uitvoering van de nieuwe verordeningen over conjunctuurindicatoren en de structurele bedrijfsstatistieken met betrekking tot: - industrie (thema 44); - handel (thema 47). TITEL II DE LANDBOUW (INCLUSIEF VISSERIJ) Implicaties voor de statistiek Landbouw Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) slorpt bijna de helft van de communautaire begroting op. De Commissie heeft op het gebied van het GLB dan ook een belangrijke taak. Zij is, zoals gebruikelijk, belast met het uitstippelen, volgen, evalueren en aanpassen van het beleid en doet regelmatig voorstellen voor wetgeving van de Raad betreffende prijs- en hoeveelheidsparameters in de landbouw. Zij heeft ook uitgebreide bevoegdheden op het gebied van het lopend beheer. Ter ondersteuning van deze verschillende activiteiten werd een omvangrijke reeks landbouwstatistieken ontwikkeld. Deze statistieken omvatten de landbouwstructuren, -prijzen, -inkomens, -productie (plantaardig, dierlijk, balansen), de agro-industrie en de bosbouw. Evenals in het lopende programma zal er in de komende vijf jaar vooral naar worden gestreefd deze statistieken op te stellen en de nodige bijwerkingen uit te voeren, dat wil zeggen de statistieken aan te passen aan de huidige stand van zaken van het GLB, aan de technische ontwikkelingen (bv. op het gebied van de elektronische verwerking) en aan de rest van de officiële statistiek. Er zal ook verder speciale aandacht worden besteed aan de milieudimensie. Daartoe zullen statistieken worden ontwikkeld voor de analyse van het onderling verband tussen landbouw en milieu, bijvoorbeeld door verbetering van de statistiek inzake meststoffen en bestrijdingsmiddelen, de organische landbouw en de maatregelen voor het behoud van de biodiversiteit en het plattelandshabitat. Voorts zal er ook op worden gelet dat de kwaliteit van de statistiek, vooral op het gebied van de vergelijkbaarheid, niet nadelig wordt beïnvloed door de bezuiningsmaatregelen die zowel op nationaal niveau als door Eurostat op dit gebied worden genomen. Er zal worden getracht de geldigheidsduur van de beschikking van de Raad betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek te verlengen. Dit beheerskader biedt een collectieve en transparante aanpak voor een optimaal gebruik van de nationale en communautaire middelen die voor de productie van landbouwstatistieken beschikbaar zijn door middel van beproefde, op de behoeften van de Gemeenschap afgestemde aanpassingen. Er zal meer gebruik worden gemaakt van de geproduceerde statistieken (bv. opstelling van modellen, directe toegang van de lidstaten en een gestructureerde uitbreiding tot algemene statistieken inzake het bodemgebruik). Naast de bijwerking en verbetering van de bestaande landbouwstatistieken zal men zich met het oog op de toekomst van nog twee taken moeten kwijten. Landbouwstatistieken, inclusief methoden en evaluatiecriteria, zullen worden gedefinieerd. Deze statistieken zullen erop gericht zijn om in de behoeften van het GLB over zeven tot tien jaar te voorzien, waarbij rekening zal moeten worden gehouden met eventuele wijzigingen van het GLB ten gevolge van factoren als de uitbreiding, de internationale handelsverplichtingen, het milieu en de toekomst van het platteland die deel uitmaken van de "Agenda 2000"-voorstellen. Met het oog op deze taak bestaan er plannen voor een gedetailleerde en onafhankelijke studie van het huidige systeem. Ten tweede moet erop worden toegezien dat de regelmatige stroom van vergelijkbare gegevens uit officiële bronnen in Midden- en Oost-Europa intact blijft en groter wordt. Deze gegevens zijn nu al nodig voor de toetredingsonderhandelingen en een passende ontwikkeling hiervan zal een volledige integratie later vergemakkelijken. Visserij De drie hoofdelementen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) zijn het beheer van de visvoorraden, het beheer van de markt voor visserijproducten en herstructurering van de visserijsector in de Europese Unie binnen de budgettaire mogelijkheden. De wetgeving betreffende vangst-, aanvoer- en aquacultuurstatistieken die in het kader van het statistisch programma van Eurostat werd ontwikkeld, voldoet aan de huidige statistische vereisten met betrekking tot de eerste twee elementen van het GVB. Bij de toekomstige ontwikkeling van het GVB zal vooral worden gestreefd naar integratie van de verschillende componenten - van biologische aspecten tot de visbestanden - door middel van een beter beheer van de activiteiten van vissersvaartuigen. Voor deze maatregelen zullen waarschijnlijk geen extra gegevens noodzakelijk zijn en er zal in de komende jaren vooral worden gestreefd naar versterking en verbetering van de gegevensstromen op grond van de huidige wetgeving (ten aanzien van volledigheid, actualiteit, consistentie, vergelijkbaarheid en toegankelijkheid). Nieuwe beleidsmaatregelen die voortvloeien uit de sociale en economische gevolgen van de beperking van de activiteiten van vissersvaartuigen en de verkleining van de EU-vissersvloot zullen leiden tot een grotere vraag naar gegevens over parameters om de sociale en economische situatie te beoordelen. Eurostat zal op passende wijze op dergelijke beleidsontwikkelingen reageren. Samenvatting Gedurende de looptijd van het programma zal de Commissie streven naar: - toepassing van TAPAS voor de stapsgewijze verbetering van de bestaande landbouwstatistieken, voornamelijk wat betreft de kwaliteit, vergelijkbaarheid, besparingen door meer efficiëntie, vereenvoudiging en actualiteit; - planning van de ontwikkeling van landbouwstatistieken met het oog op de toekomstige behoeften van het GLB; - steun voor de ontwikkeling van vergelijkbare gegevens voor de onderhandelingen over de uitbreiding van de Unie; - consolidatie en kwaliteitsverbetering van de visserijstatistiek. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel II. Landbouw Richtlijn 97/77/EG van de Raad van 16 december 1997 tot wijziging van Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de varkens-, rundvee- en schapen- en geitenproductie. Beschikking 96/411/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek (PB L 162 van 1.7.1996). Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad van 29 februari 1988 houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven in het tijdvak van 1988 tot en met 1997 (PB L 56 van 2.3.1988), gewijzigd bij Verordening (EG) 2467/96 van de Raad van 17 december 1996 (PB L 335 van 24.12.1996). Verordening (EG) nr. 3205/93 van de Raad van 16 november 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 357/79 betreffende de statistische enquêtes naar de wijnbouwoppervlakten (PB L 289 van 24.11.1993). Richtlijn 76/625/EEG van de Raad van 20 juli 1976 betreffende de door de lidstaten te houden statistische enquêtes, teneinde het productiepotentieel van bepaalde soorten fruitbomen vast te stellen (PB L 218 van 11.8.1976). Verordening (EEG) nr. 3453/80 van de Raad van 22 december 1980 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 154/75 tot instelling van een olijfoliedossier in de olijfolieproducerende lidstaten (PB L 360 van 31.12.1980). Verordening (EEG) nr. 2392/86 van de Raad van 24 juli 1986 tot instelling van het communautaire wijnbouwkadaster (PB L 208 van 31.7.1986). Verordening (EG) nr. 400/94 van de Raad van 21 februari 1994 houdende verlenging van de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 1615/89 tot instelling van een Europees informatie- en communicatiesysteem voor de bosbouw (EFICS) (PB L 54 van 25.2.1994). Beschikking 96/393/EG van de Commissie van 13 juni 1996 tot wijziging van Beschikking 85/377/EEG inzake invoering van een communautaire typologie van landbouwbedrijven (PB L 163 van 2.7.1996). Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad van 26 maart 1990 inzake door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over de graanproductie (PB L 88 van 3.4.1990). Verordening (EEG) nr. 959/93 van de Raad van 5 april 1993 betreffende door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over andere gewassen dan granen (PB L 98 van 24.4.1993). Besluit 94/753/EG van de Raad van 14 november 1994 inzake de verdere toepassing, in de periode 1994-1998, van teledetectie ten behoeve van de landbouwstatistiek (PB L 299 van 22.11.1994, blz. 27). Richtlijn 93/23/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de varkensproductie (PB L 149 van 21.6.1993). Richtlijn 93/24/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de rundveeproductie (PB L 149 van 21.6.1993). Richtlijn 93/25/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de schapen- en geitenproductie (PB L 149 van 21.6.1993). Richtlijn 96/16/EEG van de Raad van 19 maart 1996 betreffende statistische enquêtes inzake melk en zuivelproducten (PB L 78 van 28.3.1996). Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (PB L 282 van 1.11.1975). Visserij Verordening (EEG) nr. 1382/91 van de Raad van 21 mei 1991 inzake de indiening van gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten (PB L 133 van 28.5.1991). Verordening (EEG) nr. 3880/91 van de Raad van 17 december 1991 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 365 van 31.12.1991). Verordening (EEG) nr. 2018/93 van de Raad van 30 juni 1993 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 186 van 28.7.1993). Verordening (EG) nr. 2597/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 270 van 13.11.1995). Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad van 22 april 1996 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over de aquacultuurproductie (PB L 108 van 1.5.1996). Beleidsdocumenten Strategiestudie: "Studie van de Commissie inzake mogelijke strategieën voor de ontwikkeling van de betrekkingen op landbouwgebied tussen de Europese Unie en de geassocieerde landen met het oog op hun toekomstige toetreding" (CSE(95) 607, december 1995). Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van de geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Enquête naar de landbouwstructuren: vertraging bij de analyse van de enquête (thema 62). TITEL III HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN, DIENSTEN EN KAPITAAL Implicaties voor de statistiek Personen Voor een goede planning van dit EU-beleid moet men kunnen beschikken over betrouwbare en actuele gegevens betreffende alle aspecten van de bewegingen van burgers binnen de Unie en tussen de Unie en andere landen en is het noodzakelijk om van tijd tot tijd met behulp van administratieve bestanden, volkstellingen en prognoses voor toekomstige ontwikkelingen te bepalen hoe groot de bevolking van de Unie feitelijk is. De periode 1998-2000 zal worden gekenmerkt door de consolidatie en het gebruik van de gegevens die resulteren uit de werkzaamheden in de periode 1993-1997. Afgezien van de volkstelling in 2000, waarvan de resultaten bijna zeker niet voor het einde van de looptijd van het programma beschikbaar zullen zijn, is geen verdere verzameling van gegevens gepland. De statistische werkzaamheden zullen worden uitgebreid naar andere geografische gebieden, met name in verband met programma's betreffende de landen van Midden- en Oost-Europa en de Middellandse-Zeelanden. Samenvatting Er zal vooral aandacht worden besteed aan: - harmonisatie van begrippen die op het gebied van de migratie en bij volkstellingen, sociale enquêtes en administratieve bestanden worden gebruikt; - analyse van de beschikbare gegevens. Diensten en kapitaal De bestaande betalingsbalansstatistiek wordt toereikend geacht voor het toezicht op de naleving van de bepalingen betreffende het vrije verkeer van diensten en kapitaal op de interne markt. Alle lidstaten vinden het thans nog essentieel dat een nationale betalingsbalans wordt opgesteld, zelfs na het ingaan van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie. De ontwikkeling van een nieuw systeem voor het meten van de handel blijft evenwel een mogelijkheid, maar hiermee zal niet worden begonnen vóór het einde van de looptijd van het programma in 2002. Jaarlijkse en kortetermijninformatie over de dienstensector is van essentieel belang voor het beheer en het volgen van de interne markt. Bovendien is deze informatie ook noodzakelijk om de impact van internationale onderhandelingen op de nationale economie te beoordelen, om de kwaliteit van de kwartaal- en jaarstatistieken inzake de nationale rekeningen te verbeteren, om het concurrentievermogen van de ondernemingen in de dienstensector en de gevolgen voor de productiviteit van de gebruikers te analyseren, om de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te volgen en tot slot om vast te stellen welke rol de tertiaire sector in de regionale ontwikkeling moet spelen - met name ten aanzien van de activiteiten van ondernemingen in de sectoren vervoer en financiële en zakelijke dienstverlening. Het is noodzakelijk dat een systeem van vergelijkbare gegevens over de audiovisuele industrie en markten en de communicatie-infrastructuur en diensten wordt opgezet voor de beoordeling van nieuw beleid en de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de interne markt en de concurrentie op voornoemde gebieden. Om de economische omstandigheden en de sociale trends in het toerisme te kunnen analyseren moet het statistisch systeem worden versterkt en meer informatie voor de toekomstige planning verschaffen, zodat de verschillende actoren in de Europese toerismesector een ware strategie kunnen uitstippelen. Gedurende de komende vijf jaar zal dus vooral aandacht worden besteed aan de uitvoering van de nieuwe verordeningen van de Raad betreffende bedrijfsstructuurenquêtes en betreffende kortetermijnstatistieken in de dienstensector, de ontwikkeling van nieuwe statistieken ter aanvulling van bestaande informatie over de communicatiesector en audiovisuele diensten, de voortzetting van de werkzaamheden op het gebied van de toerismestatistiek en de ontwikkeling van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden. Samenvatting Gedurende de looptijd van het programma: - zullen de proefenquêtes van start gaan en zullen de bedrijfsstructuurenquêtes stap voor stap worden uitgevoerd; - zullen proefstudies van start gaan en zal de verordening betreffende de kortetermijnstatistieken ten uitvoer worden gelegd met bijzondere aandacht voor de dienstensector; - zullen studies worden uitgevoerd om te bepalen hoeveel behoefte bestaat aan statistieken op het gebied van de communicatie en de informatiemaatschappij; - zullen de behoeften van de gebruikers in de audiovisuele sector worden geanalyseerd, de bronnen worden geëvalueerd en proefstudies worden uitgevoerd om gegevens te verzamelen en methoden te beproeven; - zullen bestaande toerismestatistieken verder worden ontwikkeld door toepassing van de richtlijn die in 1995 werd aangenomen; - zullen de verordeningen betreffende de structurele bedrijfsstatistieken, de kortetermijnstatistieken en de ondernemingsregisters voor statistische doeleinden ten uitvoer worden gelegd. Relevante wetgeving Verdrag betreffende de Europese Unie - titel VI. Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad van 9 februari 1976 betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers. Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (PB L 14 van 17.1.1997), gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 410/98. Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken. Besluit nr. 15/97/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997). Richtlijn 95/57/EG van de Raad van 23 november 1995 betreffende de verzameling van statistische informatie op het gebied van het toerisme. Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de communautaire coördinatie van de inrichting van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden. Beleidsdocumenten Het witboek "Groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid" - Naar de 21e eeuw: wegen en uitdagingen. Aanbeveling 96/280/EG van de Commissie van 3 april 1996 betreffende de definitie van de kleine en middelgrote ondernemingen. Witboek over het Europees sociaal beleid (1994). Groenboek over de handel (COM(96)530). Groenboek "Financiële diensten: voldoen aan de verwachtingen van de consument". Groenboek "Leven en werken in de informatiemaatschappij - De mens voorop". "Europa en de wereldinformatiemaatschappij". Aanbevelingen aan de Europese Raad "Het Bangemann-rapport"), 1994. Verslag van de G-7-conferentie over de informatiemaatschappij, 1995. Besluit 92/421/EEG van de Raad van 13 juli 1992 betreffende een actieprogramma van de Gemeenschap op het gebied van toerisme (1993-1995) (PB L 231 van 13.8.1992). Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende een eerste meerjarenprogramma ter ondersteuning van het Europese toerisme "Philoxenia" (1997-2000) (COM(96) 168 en COM(96) 635). Sociale economie: voorstel voor een beschikking van de Raad inzake het meerjarig werkprogramma (1994-1996) ten behoeve van coöperaties, onderlinge maatschappijen, verenigingen en stichtingen in de Gemeenschap (COM(93) 650). Voorstel voor een besluit van de raad betreffende acties ter ontwikkeling van een infrastructuur voor statistische informatie over de audiovisuele en aanverwante sectoren. Wetgeving op het gebied van de statistiek Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Vertraging bij de toekenning van financiële middelen voor acties van de lidstaten voor een spoedige uitvoering van de nieuwe verordeningen over conjunctuurindicatoren en de structurele bedrijfsstatistieken met betrekking tot: - diensten (thema 51); - handel (thema 47). TITEL IV HET VERVOER Implicaties voor de statistiek Voor de uitvoering van het gemeenschappelijk vervoerbeleid moet men kunnen beschikken over uitgebreide, precieze en snel beschikbare informatie over de werking van het Europees vervoersysteem, zodat het beleid en de initiatieven kunnen worden beoordeeld en de kwaliteit van het vervoer door de ontwikkeling van geïntegreerde, concurrerende systemen kan worden verbeterd. Het huidige informatiesysteem voor het vervoer zal worden aangevuld, zodat de gebruikers over statistieken kunnen beschikken die voldoende gedetailleerd en actueel zijn. Er zijn plannen voor een nieuwe methodologische benadering om bij de verzameling van gegevens voor de vervoerstatistiek rekening te houden met het begrip intermodaliteit (en de verbindingen hiervan met het begrip interoperabiliteit van de trans-Europese netwerken). Met behulp van nieuwe technologieën, met name door de algemene toepassing van elektronische gegevensuitwisselingstechnieken, zou het mogelijk moeten zijn om de benodigde "intermodale" gegevens te verzamelen en tegelijkertijd de belasting voor de ondernemingen te verminderen. De liberalisering van het Europese vervoer zal bepaalde gevolgen meebrengen voor de statistische bronnen; hierdoor zal een wijziging van de toegepaste methoden en een rationalisering van de gegevensverzameling binnen de lidstaten noodzakelijk zijn, waarbij de kosteneffectiviteit op de voorgrond moet staan. De ontwikkeling van de trans-Europese vervoersnetwerken (Ten's) heeft tot gevolg dat het desbetreffende werkprogramma aan verschillende voorwaarden moet voldoen: de levering van precieze en vergelijkbare informatie, de toepassing van verbeterde verzamelingsmethoden en het gebruik van nieuwe begrippen voor de analyse en weergave van de gegevens (bv. geografische informatiesystemen). Bij de verzameling van informatie voor de beoordeling en verdere ontwikkeling van de trans-Europese netwerken moet derhalve worden gestreefd naar een versterking van de concurrentiepositie van de Europese industrie. In het kader van het gemeenschappelijk vervoerbeleid en met het oog op de ontwikkeling van duurzame mobiliteit zal een statistisch systeem moeten worden opgesteld dat de impact van het vervoer op het milieu en op de veiligheid kan meten. Samenvatting De volgende werkzaamheden worden gepland: - verdere uitvoering van de onlangs door de Raad op het gebied van de vervoerstatistiek aangenomen wetgeving; - aanpassing van de thans geldende wetgeving die voortvloeit uit de liberalisering van de verschillende wijzen van vervoer in Europa - ontwikkeling van een statistisch systeem over het intermodaal vervoer gebaseerd op de bestaande, in de lidstaten beschikbare gegevens. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Richtlijn 78/546/EEG van de Raad van 12 juni 1978 betreffende de statistische registratie van het goederenvervoer over de weg in het kader van een regionale statistiek. Richtlijn 80/1119/EEG van de Raad van 17 november 1980 betreffende de statistische registratie van het goederenvervoer over de binnenwateren. Richtlijn 89/462/EEG van de Raad van 18 juli 1989 tot wijziging van Richtlijn 78/546/EEG betreffende de statistische registratie van het goederenvervoer over de weg in het kader van een regionale statistiek. Richtlijn 95/64/EG van de Raad van 8 december 1995 betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en personen. Ontwerp-verordening (EG) van de Raad van 14 september 1995 betreffende de statistische registratie van het passagiers-, vracht- en postvervoer door de lucht. Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen lidstaten. Beschikking 93/704/EG van de Raad van 30 november 1993 betreffende de oprichting van een communautaire gegevensbank inzake ongevallen in het wegverkeer. Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de statistische registratie van het goederenvervoer over de weg. Beleidsdocumenten Witboek over de toekomstige ontwikkeling van het gemeenschappelijk vervoersbeleid: een brede aanpak voor de totstandbrenging van een communautair kader voor duurzame mobiliteit (COM(92) 494). Mededeling van de Commissie: "Het gemeenschappelijk vervoerbeleid - actieprogramma 1995-2000" (COM(95) 302). Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: "Verbinding van het vervoersinfrastructuurnetwerk van de Unie met de buurlanden - Op weg naar een samenwerkingsbeleid inzake het pan-Europees vervoersnetwerk" (COM(97) 172 def.). Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 228 van 9.9.1996). Verslag van de Commissie: "Stand van zaken en in de toekomst te volgen koers - Care: communautaire gegevensbank inzake ongevallen met lichamelijk letsel in het wegverkeer" - Beschikking 93/704/EG van de Raad van 30 november 1993 (COM(97) 238 def.). Mededeling van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's - Intermodaliteit en intermodaal vrachtvervoer in de Europese Unie - Een systeembenadering van het vrachtvervoer - Strategieën en acties voor het verhogen van efficiëntie, dienstverlening en duurzaamheid (COM(97) 243 def.). Wetgeving op het gebied van de statistiek De lopende werkzaamheden (statistiek van het wegvervoer en luchtvervoer) zullen worden afgerond, maar verder zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Geen. TITEL V GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING, DE BELASTINGEN EN DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN Implicaties voor de statistiek Alleen als zij snel kunnen beschikken over geharmoniseerde, geïntegreerde en voldoende nauwkeurige informatie, kunnen de communautaire instellingen oneerlijke concurrentie voorkomen, kunnen ondernemingen een beeld krijgen van hun concurrentiepositie en kunnen economische analisten de gegevens leveren die voor de beleidvorming van essentieel belang zijn. In het handelsverkeer tussen de lidstaten zal de belasting over de toegevoegde waarde voorlopig nog worden geheven in het land van bestemming. In het kader van een definitief communautair BTW-stelsel zoals de Commissie voor ogen staat, zou op intracommunautaire leveringen niet meer het belastingtarief van het land van bestemming van toepassing zijn, maar het tarief van het land van herkomst. Voor zo'n eventueel in de toekomst in te voeren gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde is volgens de Commissie een regeling nodig om de ontvangsten toe te wijzen tussen de lidstaten onderling op basis van gegevens van hun nationale rekeningen. Mocht de Raad in beginsel besluiten zo'n gemeenschappelijk BTW-stelsel in te voeren, dan moet worden nagegaan of de nationale rekeningen wel geschikt zijn voor dat doel, rekening houdend met het hogere niveau van betrouwbaarheid dat is vereist, het verlies of beschadiging van informatie door de wijziging van het BTW-stelsel en de extra belasting die de vervangingsenquêtes op de ondernemingen als respondenten leggen. Wanneer daaruit blijkt dat in de nationale rekeningen verbeteringen moeten worden aangebracht, zou dat voor de opstellers van de nationale rekeningen een enorme belasting betekenen qua menselijke en financiële middelen. Er zal in het bijzonder op worden toegezien dat de werkzaamheden die uit het programma voortvloeien, voldoende worden gecoördineerd wat betreft het gebruik van de classificatiesystemen (met inbegrip van de behandelde eenheden), de omschrijving van de variabelen en van de begrippen in het algemeen. Die gecoördineerde aanpak zal terug te vinden zijn in de gepubliceerde statistieken, waardoor de tabellen op het stuk van de verschillende themagebieden vergelijkbaarder zullen zijn. Samenvatting Er zal vooral worden gestreefd naar: - verbetering van de kwaliteit en vergelijkbaarheid van macro-economische gegevens uit de nationale rekeningen; - een betere onderlinge aanpassing van de wetgeving dank zij betere statistische coördinatie. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel V. Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken. Beleidsdocumenten Aanbeveling 96/280/EG van de Commissie betreffende de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Vertraging bij de toekenning van financiële middelen voor acties van de lidstaten voor een spoedige tenuitvoerlegging van de nieuwe verordeningen over conjunctuurindicatoren en de structurele bedrijfsstatistieken met betrekking tot: - industrie (thema 44); - diensten (thema 51); - handel (thema 47). TITEL VI ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID Implicaties voor de statistiek Voor de totstandbrenging van de Economische en Monetaire Unie is een zeer nauwkeurige statistische controle vereist om de coördinatie van het macro-economisch beleid en de functies op het stuk van het monetair beleid van het Europees Stelsel van centrale banken te ondersteunen. Het stabiliteits- en groeipact stelt nieuwe statistische eisen. Ondertussen blijft het belangrijk de mate van economische convergentie van de lidstaten te meten. De opdracht zal in hoofdzaak bestaan in de voortzetting en de uitbreiding van de harmonisatie van de statistieken met betrekking tot de convergentiecriteria. Voor de handhaving van prijsstabiliteit (artikel 105) moet de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP's) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2494/95 worden verbeterd en zullen indexcijfers van de consumptieprijzen voor de monetaire unie (MUICP's) moeten worden ontwikkeld. Om toe te zien op de ontwikkeling van de begrotingssituatie en de omvang van de overheidsschuld (artikel 104 C en het in Dublin overeengekomen stabiliteits- en groeipact) zal worden uitgegaan van de rekeningen van de overheid die aan de hand van de in juni 1996 door de Raad aangenomen ESR 95-methodiek (Verordening (EG) nr. 2223/96) worden opgesteld. Hierbij zal worden gelet op de harmonisatie en vergelijkbaarheid, teneinde ervoor te zorgen dat voor de institutionele besluitvorming uitstekende en vergelijkbare statistische instrumenten beschikbaar zijn en dat verstoringen bij de beoordeling van de begrotingssituatie van elke lidstaat worden vermeden. Voorts is bij het toezicht op de economische situatie van de lidstaten overeenkomstig het Verdrag (artikel 103) gebleken dat behoefte bestaat aan verdere harmonisatie van de nationale rekeningen en aan productie van alle tabellen waarin door de verordening van de Raad over ESR 95 wordt voorzien. Deze gegevens vormen steeds vaker de basis voor beleidsbeslissingen, waardoor de Commissie verplicht is om zeer streng toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van ESR 95 door de lidstaten. Bovendien noopt de prioriteit die wordt gegeven aan de werkgelegenheid, die één van de in artikel 2 van het Verdrag genoemde doelstellingen van de EMU is en door artikel 102 A expliciet in verband wordt gebracht met artikel 103, tot verdere inspanningen om de arbeidsstatistiek te verbeteren. De kwartaalrekeningen tegen lopende en constante prijzen op zeer vergelijkbare grondslag zijn nodig voor het toezicht op het stabiliteits- en groeipact. Er zullen samengestelde nationale rekeningen worden opgesteld met betrekking tot de lidstaten die de ene munt hebben aangenomen. Er zal verder worden gewerkt aan de opstelling van hoofdaggregaten van de rekeningen in koopkrachtpariteiten. In dit verband zal de methodiek ingrijpend moeten worden herzien, met name wat betreft de methodiek betreffende de koopkrachtpariteiten, zodat de resultaten betrouwbaarder worden voor vergelijkende analyses. Teneinde statistieken te verschaffen die de nodige omvang, vergelijkbaarheid, actualiteit en frequentie bezitten voor de coördinatie van het macro-economische beleid en de ondersteuning van de functies van het Europees Stelsel van centrale banken op het stuk van het monetaire beleid, zullen de werkzaamheden op het gebied van de conjunctuurindicatoren betreffende de vraag, de productie, de arbeidsmarkt, prijzen en kosten worden voortgezet. Deze werkzaamheden zullen een aanvulling vormen voor een verdere ontwikkeling van monetaire en financiële indicatoren. Samenvatting Gedurende de volgende vijf jaar zullen de activiteiten voornamelijk gericht zijn op: - de verdere ontwikkeling en productie van statistieken voor de coördinatie van het macro-economisch beleid en het voeren van monetair beleid, voor het stabiliteits- en groeipact en de voortgezette toetsing van de economische convergentie; - de uitvoering van de verordening inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 95). Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - artikel 2. Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen. Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 448/98 van de Raad van 16 februari 1998 tot aanvulling en wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 wat betreft de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR). Resolutie van de Europese Raad betreffende het stabiliteits- en groeipact, Amsterdam, 17 juni 1997. Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten. Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid. Beleidsdocumenten Witboek "Groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid", deel B1, Europese Commissie, 1993. De globale richtsnoeren voor het economisch beleid, jaarlijks, uitgegeven door de Raad. Economisch Jaarverslag, jaarlijks, Europese Commissie. Gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, jaarlijks, Raad en Europese Commissie. Groenboek betreffende de wijzen van invoering van één munteenheid. Besluiten van de bijeenkomsten van de Europese Raad in Madrid, Florence en Dublin. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Geen. TITEL VII GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK Implicaties voor de statistiek In artikel 113 van het EG-Verdrag worden de procedures uiteengezet waardoor de Commissie wordt gemachtigd om onderhandelingen te openen op het gebied van de handelspolitiek. Multilaterale onderhandelingen worden gevoerd overeenkomstig de GATT-overeenkomsten en in het kader van de wereldhandelsorganisatie. Bilaterale onderhandelingen vormen een aanvulling hierop. De statistische middelen van de Gemeenschap moeten ten minste van hetzelfde niveau zijn als die van onze partners. De Gemeenschap heeft behoefte aan volledige, snelle en gedetailleerde informatie over de goederenhandel met derde landen (Extrastat). De doeltreffendheid van het bestaande informatiesysteem zal op een hoog niveau worden gehandhaafd. De onderhandelingen over de uitbreiding van de Europese Unie kunnen tot gevolg hebben dat de nodige aanpassingen worden aangebracht in de handelsstatistieken. De toetredende landen moeten worden gesteund bij hun inspanningen om zich aan te passen aan het statistische "acquis". Hoewel het SLIM-initiatief inzake het goederenverkeer tussen EU-lidstaten (zie titel I) thans toegespitst is op de interne handel tussen de lidstaten, zal het wellicht leiden tot verzoeken om een aantal soortgelijke vereenvoudigingen van het statistisch systeem voor de externe handel. Vereenvoudigingen van douanedocumenten en -controles zullen eveneens van invloed zijn op het statistisch systeem. Er zijn studies gepland betreffende de gevolgen van de mondialisering op handelsstatistieken. Een enquête bij de ondernemingen zal worden gevolgd door passende maatregelen, waarschijnlijk rond het jaar 2000. In verband met de algemene overeenkomst betreffende de dienstenhandel (GATS) zullen voorts statistieken van de internationale dienstenhandel, de buitenlandse directe investeringen en de handel met buitenlandse filialen worden ontwikkeld. Dit zal in de komende jaren de hoogste prioriteit hebben. Er zullen studies worden uitgevoerd die gericht zijn op de ontwikkeling van statistieken die het effect van de mondialisering van de economie moeten meten. Deze studies zullen worden verricht in nauwe samenwerking met de bureaus voor de statistiek van de lidstaten en andere internationale organisaties. Daarbij zal speciale aandacht worden besteed aan het effect van onder andere de methodiek en de verzamelingssystemen op andere statistische gebieden. Samenvatting De activiteiten zullen voornamelijk zijn gericht op: - de toepassing van de herziene internationale begrippen en definities voor de handelsstatistiek, met inbegrip van die welke nodig zijn ter uitvoering van ESR 95; - het Comext-systeem dat gegevens betreffende Intra- en Extrastat groepeert, zal verbeterd worden om het gebruikersvriendelijker te maken, en zal uitgebreid worden zodat het ook het handelsvolume en indices van de gemiddelde waarde omvat; - studies om de vergelijkbaarheid te vergroten van gegevens die nodig zijn voor het ondersteunen van multilaterale en bilaterale onderhandelingen; die studies zullen samen met derde landen worden verricht; - de ontwikkeling van indicatoren voor het meten van het effect van de mondialisering van de economie op ondernemingen, de arbeidsmarkt en de handelsstatistiek. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel VI. Verordening (EG) nr. 1172/96 van de Raad van 22 mei 1995 betreffende de statistieken van het goederenverkeer van de Gemeenschap en haar lidstaten met derde landen (PB L 118 van 25.5.1995, blz. 10). Gewijzigd bij: Verordening (EG) nr. 476/97 van de Raad van 13 maart 1997 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1172/95 betreffende de statistieken van het goederenverkeer van de Gemeenschap en haar lidstaten met derde landen met betrekking tot het statistisch registratiegebied (PB L 75 van 15.3.1997, blz. 1). Verordening (EG) nr. 840/96 van de Commissie van 7 mei 1996 tot vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad wat de statistiek van de buitenlandse handel betreft (PB L 114 van 8.5.1996, blz. 7). Verordening (EG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1). Gewijzigd bij: Verordening (EEG) nr. 3528/89 van de Raad van 23 november 1989 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 347 van 28.11.1989, blz. 1). Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 50). Verordening (EG) nr. 1734/96 van de Commissie van 9 september 1996 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 238 van 19.9.1996, blz. 1). Verordening (EG) nr. 2317/97 van de Commissie van 21 november 1997 betreffende de landennomenclatuur voor de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap en van de handel tussen de lidstaten (PB L 321 van 22.11.1997, blz. 19). Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Statistiek van de internationale dienstenhandel en buitenlandse investeringen (thema 54) Technische samenwerking met derde landen (thema 21). TITEL VIII SOCIALE POLITIEK, ONDERWIJS, BEROEPSOPLEIDING EN JEUGD Implicaties voor de statistiek: Er zijn statistieken vereist voor een analyse van de langdurige werkloosheid en voor studies van de overgangsprocessen. Werkgelegenheids- en arbeidsmarktgegevens zijn noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Europese Raad van Amsterdam en het toezicht op de uitvoering van de richtsnoeren inzake werkgelegenheid die tijdens de buitengewone top over werkgelegenheid van de Europese Raad in Luxemburg werden vastgesteld. Afgezien van de instrumenten die op het ogenblik worden ingevoerd om de problemen aan te pakken die door het gebrek aan zwoel kortetermijnstatistieken over de arbeidsmarkt als aan vergelijkbare werkloosheids- en loongegevens worden veroorzaakt, bestaat ook behoefte aan gegevens voor het meten van de werkgelegenheid in het kader van de richtsnoeren. Men zal zich vooral concentreren op de verdere harmonisatie van de werkloosheidscijfers, schattingen van de latente werkloosheid en de ontwikkeling van een doorlopende arbeidskrachtenenquête in de meeste EER-lidstaten en in de kandidaat-lidstaten. Voorts zal een permanent systeem voor loon- en loonkostenstatistieken worden ingevoerd, dat ook conjunctuurindicatoren voor de loonkosten omvat, gebaseerd op gegevens die in de lidstaten beschikbaar zijn. De bestaande statistieken zullen onder de loep worden genomen en zo nodig verder worden ontwikkeld en gecombineerd, zodat overeenkomstig de richtsnoeren inzake werkgelegenheid gemeenschappelijke werkgelegenheidsindicatoren kunnen worden uitgewerkt. Door de tenuitvoerlegging van twee vijfjarenprogramma's voor communautaire actie (1995-1999) - één op het gebied van het onderwijs en het andere op het gebied van de beroepsopleiding - en een resolutie van de Raad waarin expliciet wordt aangedrongen op een bevordering van de onderwijs- en opleidingsstatistiek, is de vraag naar op internationaal vlak vergelijkbare onderwijs- en opleidingsstatistieken aanzienlijk toegenomen. In de periode 1998-2002 zullen de statistische ontwikkelingen op deze gebieden in overeenstemming zijn met a) de richtsnoeren van de top over werkgelegenheid van Luxemburg, b) de doelstellingen van de structuurfondsen [. . .] en c) de doelstellingen van de nieuwe generatie van onderwijs-, opleidings- en jeugdprogramma's. In dit verband staat reeds vast dat er grote vraag zal zijn naar statistieken betreffende i) de overgang van school naar arbeid, ii) de onderwijsduur, iii) permanente vorming en iv) het koppelen van inzetbaarheid en beroepsopleiding. Voor een goede planning van talrijke EU-beleidsmaatregelen bestaat behoefte aan betrouwbare en actuele bevolkings- en migratiegegevens. De periode 1998-2002 zal in het teken staan van een versterking en analyse van de werkzaamheden die in de periode 1993-1997 werden uitgevoerd. Buiten de volkstellingen zullen geen nieuwe gegevens worden verzameld. Daar men zich steeds meer bewust wordt van de rol van de Gemeenschap op het gebied van het sociaal beleid, bestaat behoefte aan geharmoniseerde en onderling vergelijkbare gegevens over de levensomstandigheden. Er zullen onderling gekoppelde indicatoren van inkomensniveaus, levensomstandigheden en sociale uitsluiting worden ontwikkeld. De tijdbestedingsenquête zal aanvullende niet-monetaire informatie over de levensomstandigheden verschaffen en de Commissie in staat stellen om statistieken op te stellen over de volledige bijdrage (betaald en onbetaald werk) van mannen en vrouwen aan de samenleving. De Commissie heeft de plicht erop toe te zien dat de kwaliteit van het leven door middel van toereikende systemen van sociale bescherming wordt gehandhaafd. Daartoe zijn van land tot land vergelijkbare gegevens over de uitgaven en ontvangsten van sociale bescherming noodzakelijk. De verzameling van ESSOBS-gegevens zal worden voortgezet en deze zullen in publicaties worden opgenomen. Er zullen studies worden verricht naar het actief arbeidsmarktbeleid, bijvoorbeeld over maatregelen ter stimulering van de werkgelegenheid, de invloed van belastingsystemen op de sociale bescherming enzovoort. Overeenkomstig de resolutie van de Raad betreffende de omzetting en de toepassing van de communautaire sociale wetgeving, waarin ook wordt aangedrongen op harmonisatie van de statistieken over arbeidsongevallen en beroepsziekten, wordt in het ontwerpactieprogramma op het gebied van veiligheid, hygiëne en gezondheidsbescherming op het werk (1996-2000) voorgesteld om de projecten inzake vergelijkbare statistieken over gezondheid en veiligheid op het werk voort te zetten. Er zullen consistente reeksen van gegevens worden opgesteld om toezicht te houden op de gezondheid en veiligheid op het werk en de doeltreffendheid van de reglementering op dit gebied. Er zal verder worden gewerkt aan de structurering en integratie van huishoudenquêtes en de koppeling van enquêtes en registers met het oog op een verantwoord gebruik van de middelen en een betere vergelijkbaarheid van de output. Samenvatting Gedurende de looptijd van het programma zullen de werkzaamheden voornamelijk gericht zijn op: - consolidatie en analyse van werkzaamheden op het gebied van bevolking en migratie; - verdere uitwerking van geharmoniseerde werkloosheid- en arbeidsmarktstatistieken (bv. arbeidskrachtenenquête, kwartaalstatistieken van de loonkosten); - voldoen aan nieuwe en bestaande vereisten inzake gegevens op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding; - voortzetting van statistische projecten op het gebied van gezondheid en veiligheid; - verbetering van de statistieken over inkomensverdeling, levensomstandigheden en sociale uitsluiting; - coördinatie van de werkzaamheden betreffende een tijdsbestedingsenquête; - versterking van de statistiek van de sociale bescherming. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel I, titel II, titel V, titel VIII, titel XIV. Verdrag betreffende de Europese Unie - titel VI. Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad van 9 maart 1998 over de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap. Loonkostenenquête (Verordening (EG) nr. 23/97 van de Raad van 20 december 1996). Enquête naar de structuur van de lonen (Verordening (EG) nr. 2744/95 van de Raad van 27 november 1995). Resolutie van de Raad van 5 december 1994 betreffende de bevordering van de onderwijs- en opleidingsstatistiek in de Europese Unie (PB C 374 van 30.12.1994). Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad van 9 februari 1976 betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers. Resolutie van de Raad van 27 maart 1995 (95/C 168/01) betreffende de omzetting en de toepassing van de communautaire sociale wetgeving, die betrekking heeft op de harmonisatie van de arbeidsongevallenstatistieken en gegevens over beroepsziekten. Beleidsdocumenten Witboek "Groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid" (1993), Witboek over het Europees sociaal beleid (1994). Conclusies van de buitengewone Europese Raad over de werkgelegenheid, Luxemburg, november 1997. Besluit nr. 819/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 1995 tot instelling van het communautaire actieprogramma (Socrates) (PB L 87 van 20.4.1995). Besluit van de Raad van 6 december 1994 tot vaststelling van een actieprogramma voor de ontwikkeling van een beleid van de Europese Gemeenschap inzake beroepsopleiding (Leonardo) (PB L 340 van 29.12.1994). Besluit nr. 267/90/EEG van de Raad van 29 mei 1990 tot vaststelling van een actieprogramma voor de ontwikkeling van de voortgezette beroepsopleiding in de Europese Gemeenschap (Force) (PB L 156 van 21.6.1990). Mededeling van de Commissie (juli 1996) en resolutie van de Raad (december 1996) over gelijke kansen voor mensen met een handicap. Kaderrichtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (op grond van artikel 118 A). Voorstel voor een besluit van de Raad tot goedkeuring van een programma van niet-wetgevende maatregelen ter verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk (Safe - Safety Actions for Europe). Groenboek over het Europees sociaal beleid. Witboek van de Commissie "Onderwijzen en leren: op weg naar een cognitieve maatschappij" (1995). Gezamenlijk verslag van de Raad Ecofin/Werkgelegenheid - Sociale Zaken en de Commissie aan de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders. Mededeling van de Commissie inzake een actieprogramma van de Gemeenschap op het gebied van veiligheid, hygiëne en gezondheidsbescherming op het werk (1996-2000) (COM(95) 282 def.). "Actieplatform", dat tijdens de Wereldvrouwenconferentie in Peking (1995) werd bekendgemaakt. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Besluiten die uit nieuwe programma's voortvloeien en in 2000 de huidige beleidsdocumenten over onderwijs en opleiding zullen vervangen. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Tijdsbestedingsenquête (thema 36). TITEL IX CULTUUR Implicaties voor de statistiek De cultuur en de media spelen een belangrijke rol bij de totstandbrenging van een eigen identiteit van de Europese Unie. Vanuit zuiver economisch oogpunt bekeken wint de culturele sector aan belang, niet alleen wat het volume en de kwaliteit van de voortgebrachte diensten betreft, maar ook als motor voor nieuwe werkgelegenheid. In de komende periode zal de voornaamste uitdaging zijn om op internationaal vlak vergelijkbare statistieken te produceren op basis van gegevens die reeds binnen de lidstaten bestaan. Samenvatting De werkzaamheden zullen erin bestaan: - een reeks culturele statistieken uit bestaande bronnen te ontwikkelen. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel IX. Beleidsdocumenten Resolutie van de Raad "cultuur/audiovisuele sector" van 20 november 1995 betreffende de bevordering van statistieken op het gebied van cultuur en economische groei. Eerste verslag over de inachtneming van de culturele aspecten bij het optreden van de Europese Gemeenschap, voorgelegd door de Commissie aan de Raad "cultuur/audiovisuele sector" in de eerste helft van 1996. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Geen. TITEL X VOLKSGEZONDHEID Implicaties voor de statistiek In artikel 3 van het Verdrag is bepaald dat het optreden van de Gemeenschap een bijdrage moet omvatten tot het verwezenlijken van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en in artikel 129 wordt de Gemeenschap uitdrukkelijk bevoegdheid verleend om dit te bereiken, met name door de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen en, indien nodig, hun activiteiten te ondersteunen. In juni 1997 namen het Europees Parlement en de Raad een besluit voor een communautair actieprogramma voor gezondheidsmonitoring in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1997-2001) aan. Dit actieprogramma heeft tot doel een communautair systeem voor gezondheidsmonitoring tot stand te brengen teneinde de gezondheidstoestand, -trends en -determinanten binnen de Gemeenschap te meten, de planning, follow-up en evaluatie van de communautaire programma's en acties te vergemakkelijken en de lidstaten de beschikking te geven over passende gezondheidsgegevens, die onderling vergelijkbaar zijn en die de grondslag kunnen vormen voor het nationale volksgezondheidsbeleid. De geplande activiteiten betreffen de vaststelling van een reeks op communautair niveau vergelijkbare gegevens over de gezondheid en gezondheidsdeterminanten, waaronder de gezondheidstoestand (bijv. handicaps, ziekten, ongevallen en doodsoorzaken), de levensstijl en de gezondheid beïnvloedende gewoonten alsmede de voor de gezondheidszorg beschikbare middelen en maatregelen ter bescherming van de gezondheid. Bij de werkzaamheden zal voornamelijk worden uitgegaan van bestaande gegevens. Er zal worden samengewerkt met internationale organisaties met bevoegdheden op het gebied van de volksgezondheid, met name de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Samenvatting In de komende vijf jaar zal men zich vooral concentreren op: - de vaststelling van communautaire gezondheidsindicatoren inclusief de selectie van informatie en gegevens die relevant zijn voor uitwisseling tussen de lidstaten en tussen de Commissie en internationale organisaties alsook inclusief werkzaamheden op het niveau van de begrippen om de gegevens vergelijkbaar te maken; - de ontwikkeling van een communautair netwerk voor het delen en het overdragen van gezondheidsgegevens tussen de lidstaten en tussen de Commissie en internationale organisaties (op basis van het Ida-Care-telematicaproject); - de ontwikkeling van methoden en instrumenten voor de analyse en beschrijving van de gezondheidstoestand, -trends en -determinanten en het effect van het beleid op de gezondheid. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - eerste deel en derde deel en titel X. Besluit nr. 1400/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor gezondheidsmonitoring in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1997-2001) (PB L 193 van 22.7.1997). Beleidsdocumenten Witboek over het Europees sociaal beleid. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Geen. TITEL XI CONSUMENTENBESCHERMING Implicaties voor de statistiek In artikel 3 van het Verdrag is bepaald dat het optreden van de Gemeenschap een bijdrage tot de versterking van de consumentenbescherming moet omvatten. Overeenkomstig artikel 100 A van het Verdrag dient de Commissie bij haar voorstellen op het gebied van de consumentenbescherming, die de instelling en de werking van de interne markt betreffen, uit te gaan van een hoog beschermingsniveau. In artikel 129 A van het Verdrag wordt de Gemeenschap expliciet bevoegdheid verleend om op het gebied van de consumentenbescherming specifieke maatregelen te nemen ter ondersteuning en aanvulling van het beleid van de lidstaten om de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten te beschermen en adequate consumentenvoorlichting te verschaffen. Samenvatting De voornaamste activiteiten tijdens de looptijd van het programma zullen betrekking hebben op: - het verlenen van technische bijstand bij de verzameling en evaluatie van gegevens. Relevante wetgeving EG-Verdrag - titel I, titel V, titel X. Beschikking van de Raad van 22 mei 1995 tot wijziging van Beschikking nr. 3092/94/EG. Beleidsdocument Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een algemeen kader voor de communautaire activiteiten ten behoeve van de consumenten (mededeling van E. Bonino van 28 januari 1998). Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Geen. TITEL XII TRANS-EUROPESE NETWERKEN Energie Implicaties voor de statistiek Het Ten-initiatief heeft de energiestatistiek nieuw leven ingeblazen en een nieuwe dimensie gegeven. Hoofddoel van dit initiatief is de ondersteuning van communautaire maatregelen die voortvloeien uit de energiecomponent van verscheidene beleidsterreinen, bijv. concurrentie (in het bijzonder met betrekking tot overheidsbedrijven), de interne markt, vervoer, onderzoek en ontwikkeling en het milieu. De objectieve basis op grond waarvan voor bepaalde maatregelen wordt gekozen, wordt gevormd door structurele en conjunctuurgegevens over de energieproductie, het energieverbruik en de energieprijzen. De statistieken betreffende de handel in energie zullen worden geconsolideerd en uitgebreid. Er zullen maatstaven voor het milieuaspect van energie worden ontwikkeld. Deze zijn onder andere noodzakelijk om de gevolgen van verontreinigende emissies voor het milieu te bepalen en om methoden ter bestrijding hiervan te beoordelen. Het gaat hierbij met name om de ontwikkeling van duurzame energiebronnen, het rationeel gebruik van energie en vervangende stoffen. Samenvatting De werkzaamheden zullen met name betrekking hebben op: - consolidering en verbetering van de handelsstatistieken op energiegebied teneinde de eenmaking van de energiemarkt te kunnen voortzetten; - ontwikkeling van een reeks statistieken over de gevolgen van energie voor het milieu overeenkomstig de verbintenissen die de lidstaten zijn aangegaan in het kader van de post-Kyotostrategie. Relevante wetgeving EU-, Euratom- en EGKS-Verdrag. Richtlijn 90/377/EEG van de Raad van 29 juni 1990 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers. Beschikking nr. 2390/96/EGKS van de Commissie van 16 december 1996 en Aanbeveling nr. 88/96/EGKS van de Commissie van 16 december 1996 betreffende de statistieken van de vaste brandstoffen. Beleidsdocumenten Witboek "Een energiebeleid voor de Europese Unie" (COM(95) 682). Mededeling van de Commissie van 20 november 1996 betreffende "Energie voor de toekomst: hernieuwbare energiebronnen" - groenboek voor een gemeenschappelijke strategie. Document van de Commissie "European energy to 2020 - a scenario approach" (1996). Voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad betreffende de organisatie van samenwerking rond overeengekomen communautaire energiedoelstellingen (COM(96) 431). Programma Altener van 29 juni 1992 inzake de bevordering van hernieuwbare energiebronnen. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Telematicanetwerken Implicaties voor de statistiek Gedurende de looptijd van het programma zal vooral aandacht worden besteed aan de invoering van nieuwe informatietechnologieën, EDI en telematicanetwerken ter ondersteuning van het Europees statistisch systeem op prioritaire gebieden als de nationale rekeningen, de betalingsbalansen, ECU-statistieken, de statistiek van de buitenlandse handel, industriële indicatoren, Prodcom, prijsindexcijfers, vervoer, verzekeringen, landbouw, volksgezondheid, werkgelegenheid en milieu. In het licht van de beleidsprioriteiten van de Commissie zullen de statistische werkterreinen worden aangepast. Daarbij wordt met name gedacht aan de termijnen voor de invoering van de euro en de statistieken in verband met de convergentiecriteria, het regionaal en sociaal beleid, het industrie- en handelsbeleid, de eventuele gevolgen van de uitbreiding van de Europese Unie en de gevolgen van het jaar 2000 voor de statistische vraag. Samenvatting Er zal prioriteit worden gegeven aan de totstandbrenging van: - een netwerk van organisaties voor de uitwisseling van gegevens, waarbij alle partners van het Europees statistisch systeem zijn aangesloten; - een Europese referentieomgeving voor de gegevensverspreiding. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel XII (telematicanetwerken). Besluit 95/468/EG van de Raad van 6 november 1995 betreffende de communautaire bijdrage aan telematische gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten in de Gemeenschap (Ida). Beschikking 96/715/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de telematicanetwerken tussen administraties voor de statistieken van het goederenverkeer tussen lidstaten (Edicom). Beleidsdocumenten "Europa en de wereldinformatiemaatschappij". Aanbevelingen aan de Europese Raad - Het Bangemann-rapport. Er wordt momenteel gewerkt aan een mededeling aan de Raad over de elektronische handel. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe rechtsgrondslag voor een nieuw "Ida 2"-programma voor de periode 1998-2002. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Vervoersnetwerken Implicaties voor de statistiek Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet is het praktische resultaat van de nieuwe bevoegdheden van de Gemeenschap die haar door het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn toegekend. De tenuitvoerlegging van deze beschikking vergt relevante statistieken die kunnen worden gebruikt voor het volgen en evalueren van de communautaire beleidsmaatregelen en activiteiten inzake de oprichting en ontwikkeling van trans-Europese vervoersnetwerken, die moeten bijdragen tot een goede werking van de interne markt en een versterking van de economische en sociale samenhang. Voorts bestaat behoefte aan statistieken voor de evaluatie van de gevolgen van de trans-Europese netwerken voor het milieu en voor de ontwikkeling van beleid om deze gevolgen zo gering mogelijk te houden. Deze statistieken zullen met een geografische referentie worden gecombineerd om informatie te verschaffen over de verkeersstromen op de trans-Europese netwerken en over de verkeersintensiteit op de punten waar de verschillende vervoerswijzen op elkaar aansluiten. Tevens zal op zowel Europees, nationaal als regionaal niveau informatie worden verzameld over infrastructuurparameters en dienovereenkomstige investeringen (verdeling van middelen uit de structuurfondsen). Samenvatting Er zal vooral worden gewerkt aan: - een analyse van de bronnen en methoden voor de invoering van statistieken betreffende de vervoersinfrastructuur in het kader van het geografisch informatiesysteem. Relevante wetgeving Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 228 van 9.9.1996). Beleidsdocumenten Mededeling van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's over openbare/particuliere partnerschappen bij projecten op het gebied van het trans-Europese vervoersnet (COM(97) 453 def.). Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Geen. TITEL XIII INDUSTRIE Implicaties voor de statistiek In artikel 130 van het EG-Verdrag is bepaald dat de Gemeenschap en de lidstaten er zorg voor dragen dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Gemeenschap aanwezig zijn. Dat betekent dat op communautair niveau behoefte bestaat aan een reeks geharmoniseerde industriestatistieken om niveaus en trends op concurrentiegebied te kunnen beoordelen. Een belangrijke activiteit aan het begin van de looptijd van het programma zal bestaan in de tenuitvoerlegging van de verordening van de Raad van 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken, waarin een aantal nieuwe variabelen zijn opgenomen die bedoeld zijn om de concurrentie in de industrie beter te kunnen volgen. De werkzaamheden betreffende het gebruik van naar regio ingedeelde industriegegevens voor de evaluatie van de besteding van regionale fondsen zullen worden voortgezet. De systematische toepassing van het Prodcom-systeem, waarvan de aanloopfase onlangs is afgerond, zal leiden tot een aanzienlijk betere follow-up van de vorderingen van de interne markt door nieuwe statistieken over de omvang van de markt. Wat het milieuaspect van de industrie betreft, zal vooral worden gestreefd naar verbeteringen op gebieden als gegevens over de uitgaven, gegevens over de in milieugoederen en -diensten gespecialiseerde industrie en het gebruik van productie- en inputgegevens voor materiaal- en hulpbronnenrekeningen. Daar de Commissie en het Europees Monetair Instituut behoefte hebben aan betere industrie-indicatoren om de convergentie en het verloop van de conjunctuurcyclus te volgen, zal een reeks conjunctuurindicatoren worden ontwikkeld. Met het oog op de toekomst van de ijzer- en staalsector zullen voorstellen worden opgesteld tot integratie van de staalstatistieken in het bestaande stelsel voor de industriestatistieken na het aflopen van het EGKS-Verdrag in 2002. Samenvatting Gedurende de looptijd van het programma zal vooral worden gewerkt aan: - de uitvoering van de verordeningen betreffende de structurele bedrijfsstatistieken en conjunctuurindicatoren voor de industrie; - grotere vereenvoudiging en doelmatigheid van het Prodcom-systeem; - de integratie van de toekomstige staalstatistieken in het bestaande stelsel van de industriestatistieken; - de ontwikkeling van indicatoren over immateriële investeringen, onderaanbesteding en globalisering in het kader van de toepassing van de verordening inzake structurele bedrijfsstatistieken. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Verordening (EEG) nr. 3696/93 van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de statistische classificatie van producten, gekoppeld aan de economische activiteiten in de Europese Economische Gemeenschap (CPA). Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de communautaire coördinatie van de inrichting van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden. Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap. Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE), zoals gewijzigd door Verordening (EEG) nr. 761/93 van 24 maart 1993. Verordening (EEG) nr. 3924/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de totstandbrenging van een communautaire enquête naar de industriële productie (Prodcom). Verordening (EEG) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen. Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (PB L 14 van 17.1.1997), zoals gewijzigd door Verordening (EG, Euratom) nr. 410/98. Richtlijn 72/211/EEG van de Raad van 30 mei 1972 betreffende het houden van gecoördineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de industrie en het ambacht. Richtlijn 78/166/EEG van de Raad van 13 februari 1978 betreffende het houden van gecoördineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw. Beschikking nr. 1566/86/EGKS van de Commissie van 24 februari 1986 inzake de ijzer- en staalstatistiek. Beschikking nr. 3731/91/EGKS van de Commissie van 18 oktober 1991 inzake wijziging van de in de bijlage van Beschikking nr. 1566/86/EGKS, Beschikking nr. 4104/88/EGKS en Beschikking nr. 3938/89/EGKS opgenomen vragenlijsten. Beschikking nr. 3641/92/EGKS van de Commissie van 24 november 1992 tot wijziging van Beschikking nr. 1566/86/EGKS inzake de ijzer- en staalstatistiek. Aanbeveling van de Commissie van 16 november 1994 betreffende de statistieken van de ijzer- en staalproducten. Beleidsdocumenten Witboek "Groei, concurrentievermogen, werkgelegenheid" (december 1993). Mededeling van de Commissie - Benchmarking van het concurrentievermogen van de Europese industrie (COM(96) 463). Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) in de Europese Unie (1997-2000). Jaarverslag over de structuurfondsen. Jaarlijks verslag over het concurrentievermogen van de Europese industrie. Wetgeving op het gebied van de statistiek Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Vertraging bij de toekenning van financiële middelen voor acties van de lidstaten voor een spoedige uitvoering van de nieuwe verordeningen over conjunctuurindicatoren en de structurele bedrijfsstatistieken met betrekking tot de industrie (thema 44). TITEL XIV ECONOMISCHE EN SOCIALE SAMENHANG Implicaties voor de statistiek Het rechtzetten van sociale en regionale onevenwichtigheden is één van de drie hoofdcomponenten van de Europese integratie, samen met de totstandbrenging van de EMU en de voltooiing van de interne markt, en het is het hoofddoel van de structuurfondsen. Sinds de hervorming van de structuurfondsen in 1988 voert de Commissie een geïntegreerd beleid om sociale en economische samenhang tot stand te brengen. In dat kader spelen regionale statistieken een essentiële rol bij de tenuitvoerlegging van beslissingen. De communautaire wetgeving met betrekking tot de structuurfondsen zal de statistische activiteit blijven bepalen. Zo wordt op basis van sociaal-economische criteria met betrekking tot vastgestelde drempels bepaald of gebieden in aanmerking komen voor steun krachtens de regionale doelstellingen en wordt objectief op basis van statistische indicatoren vastgesteld hoeveel financiële steun aan lidstaten wordt toegekend. Ook de toegenomen aandacht van het beleid voor stedelijke zones zal waarschijnlijk een behoefte een statistieken doen ontstaan. Er bestaat eveneens behoefte aan een groot aantal regionale statistieken voor de evaluatie van de gevolgen van het communautair beleid op regionaal niveau en voor het kwantificeren van regionale dispariteiten. Voor de regelmatige evaluatieverslagen van de Commissie (de "periodieke verslagen" en het "verslag over de economische en sociale cohesie") over de sociaal-economische ontwikkeling van de regio's is een grote hoeveelheid statistische informatie vereist. Ontwikkelingen op de meest uiteenlopende gebieden - werkgelegenheid en werkloosheid, volksgezondheid, onderwijs, algemene levensstandaard, landbouwproductie, industriële ontwikkeling, vervoer, milieu, energiebronnen en vele andere - moeten op regionaal niveau worden geëvalueerd. Statistische informatie is nodig om de huidige situatie op al deze gebieden alsook de trends in de tijd te volgen. Gezien de steeds grotere relevantie van het milieubeleid en de gevolgen van diverse beleidsmaatregelen voor het milieu, moeten geografisch geïndiceerde gegevensbestanden worden ontwikkeld die de voor het toezicht en de beleidsuitstippeling benodigde gegevens kunnen verschaffen. Regio's De activiteiten tijdens de looptijd van het nieuwe programma zullen worden bepaald door de vaststelling (1998-1999), de invoering en het volgen (vanaf 2000) van de nieuwe richtsnoeren voor het communautair regionaal beleid alsmede door de evaluatie van de maatregelen die tijdens de periode 1994-1999 werden genomen. Geografische informatie De nadruk zal liggen op de coördinatie met de nationale statistische systemen. Er zal worden gestreefd naar de totstandbrenging van een Europees geografisch informatiesysteem (GIS) dat uit een netwerk van nationale en communautaire systemen bestaat. Hiertoe is een intensievere samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek op dit gebied noodzakelijk, teneinde de toepassing van het GIS als statistisch hulpmiddel te bevorderen; voorts moeten de standaardisatiewerkzaamheden worden voortgezet en moet worden getracht om tot een pan-Europese dekking van de geografische informatie te komen. Samenvatting De werkzaamheden zullen voornamelijk zijn gericht op: - de vaststelling, invoering en het volgen van het nieuwe communautaire regionale beleid; - de uitbreiding van de dekking van de regionale statistiek, zowel qua sectoren als geografisch gebied; - de ontwikkeling van een Europees geografisch informatiesysteem in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel XIV, artikel 130 B. Verordening (EEG) nr. 2081/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2052/88 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking en de hiermee verband houdende Verordeningen (EEG) nrs. 2082/93 tot en met 2085/93 van de Raad. Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap. Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (PB L 14 van 17.1.1997), zoals gewijzigd door Verordening (EG, Euratom) nr. 410/98. Verordening (EEG) nr. 3711/91 van de Raad van 16 december 1991 betreffende de organisatie van een jaarlijkse steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap. Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven, zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 2467/96 van de Raad van 24 december 1996. Beleidsdocumenten Concurrentievermogen en cohesie: tendensen in de regio's: Vijfde periodiek verslag over de sociaal-economische situatie en ontwikkeling van de regio's van de Gemeenschap. Europa 2000 + - Samenwerking voor de ruimtelijke ordening van Europa. Eerste verslag over de economische en sociale cohesie. Mededeling van de Commissie - Aanzet tot een actieve benadering van de steden in de Europese Unie (COM(97) 197). Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de structuurfondsen. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Geen. TITEL XV ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING Onderzoek- en innovatiestatistiek Implicaties voor de statistiek Zoals in de artikelen van titel XV van het Verdrag is vastgelegd, heeft de Gemeenschap tot doel de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de industrie van de Gemeenschap te versterken en de ontwikkeling van haar internationale concurrentiepositie te bevorderen door het stimuleren van haar onderzoeksactiviteiten. In titel XIII van het Verdrag is voorts bepaald dat de Gemeenschap en de lidstaten er zorg voor moeten dragen dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Gemeenschap aanwezig zijn. Het vermogen van bedrijven om te innoveren en profijt te trekken van de "kennisindustrie" is zonder twijfel van grote invloed op het concurrentievermogen van de Europese industrie. Voor de uitvoering van dit beleid heeft de Europese Unie behoefte aan statistieken over onderzoek en ontwikkeling, technologische innovatie en wetenschap en technologie in het algemeen, gefinancierd hetzij door de overheid, hetzij door de particuliere sector. Deze statistieken moeten de coördinatie van OTO-ontwikkelingen (artikel 130 H), de vaststelling van meerjarenkaderprogramma's (artikel 130 I) en de opstelling van het in artikel 130 P bedoelde verslag vergemakkelijken. Zij zullen de lidstaten ook van dienst zijn bij de vaststelling, het volgen en de evaluatie van hun nationaal beleid op het gebied van wetenschap en technologie. Er bestaat ook behoefte aan statistieken om in het kader van het beheer van de structuurfondsen de capaciteit van regio's op het gebied van onderzoek en ontwikkeling te beoordelen. Er zal prioriteit worden verleend aan een verbetering van de kwaliteit van de geproduceerde gegevens wat de vergelijkbaarheid, het waarnemingsgebied, de actualiteit en de analyses betreft. Samenvatting Er zal vooral worden gestreefd naar: - nieuwe statistische acties of projecten om de resultaten en de impact van onderzoek en ontwikkeling te meten; - uitbreiding van de innovatie-enquête en een betere coördinatie van de gegevensverzameling. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel XV. Beschikking 94/78/EG, Euratom van de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor de ontwikkeling van een communautaire statistiek inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel XIII. Beleidsdocumenten Tussentijds verslag overeenkomstig artikel 8 van Beschikking 97/78/EG, Euratom van de Raad (COM(96) 42 def.). Groenboek over innovatie (COM(95) 688 def.). Tenuitvoerlegging van het actieplan voor innovatie in Europa (COM(97) 736). Gewijzigd voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (COM(97) 439 def.). Gewijzigd voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs (1998-2002) (COM(97) 439 def.). Mededeling van de Commissie - Benchmarking van het concurrentievermogen van de Europese industrie (COM(96) 463 def.). Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Statistisch onderzoek Implicaties voor de statistiek In het kader van haar O& O-beleid (zie de artikelen van titel XV van het Verdrag) streeft de Gemeenschap naar de bevordering van onderzoekactiviteiten die het communautair beleid ondersteunen. In verschillende kaderprogramma's (en in de voorbereidende documenten voor het vijfde kaderprogramma) wordt de statistiek als prioritair gebied aangewezen voor de ontwikkeling van O& O-activiteiten op communautair niveau. Samenvatting Gedurende de looptijd van vijf jaar zal vooral worden getracht: - toereikende instrumenten te ontwikkelen en uitwisselingen met wetenschappelijke kringen en de gebruikers van technologie te bevorderen; - in het kader van beste praktijken nieuwe methoden te bevorderen. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel XV. Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998). Beleidsdocumenten Gewijzigd voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (COM(97) 439 def.). Gewijzigd voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs (1998-2002) (COM(97) 439 def.). Werkdocument van de Commissie betreffende de specifieke programma's van het 5e kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling: eerste elementen ter discussie (1998-2002(COM)97 553). Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen O& O-statistiek: innovatie-enquête (thema 73). TITEL XVI MILIEU Implicaties voor de statistiek Het voornaamste doel van de milieustatistiek is een doeltreffend instrument te verschaffen voor de uitvoering en evaluatie van het milieubeleid van de Europese Unie. In het vijfde milieuactieprogramma van de Commissie "Op weg naar duurzame ontwikkeling" en bij de herziening van het programma in 1996 werden prioritaire gebieden voor de milieustatistiek vastgesteld. Voor een duurzame ontwikkeling is het van essentieel belang dat het milieubeleid in de andere beleidsterreinen wordt geïntegreerd. De milieucomponent van de communautaire statistiek kan alleen als instrument voor een dergelijk geïntegreerd beleid dienen, als hij volledig geharmoniseerd is met de relevante sociaal-economische statistieken. Voor beleidsterreinen zoals de sociale en regionale ontwikkeling, landbouw, vervoer, energie en industrie zijn belangrijke milieudoelstellingen vastgelegd en de milieucomponent dient dan ook deel uit te maken van de statistieken die voor deze beleidsterreinen worden opgesteld. Er zijn tevens plannen om een geïntegreerd systeem van satellietrekeningen te ontwikkelen, in te voeren en te versterken, die een beeld geven van de wisselwerking tussen de economie en het milieu voor alle lidstaten. Ook aan de sociale statistiek dient een milieucomponent te worden toegevoegd, zodat rekening wordt gehouden met veranderingen in levenswijzen en comsumptiepatronen. Tot slot moet het verband tussen milieu en werkgelegenheid worden belicht. In haar mededeling over milieu-indicatoren en groene boekhouding legt de Commissie er de nadruk op dat de behoefte bestaat aan deugdelijke gegevens die een verband leggen tussen milieudruk en economische en sociale acties. In de afgelopen jaren is in overeenstemming met het vierjarenprogramma voor de ontwikkeling van de milieucomponent van de officiële statistiek (Beschikking 94/808/EG van de Raad) een reeks milieustatistieken ontwikkeld, verzameld en verspreid. Het vierjarenprogramma is bedoeld om, gelet op de informatie van het Europees Milieuagentschap, in de behoefte aan statistieken te voldoen. Het programma omvat gegevens over de druk op het milieu en de maatregelen die in reactie hierop door de samenleving worden genomen alsmede reeds bestaande economische en sociale statistieken die de fundamentele oorzaken van de verslechtering van het milieu blootleggen. Er zijn echter nog grote lacunes die moeten worden aangevuld. Bij de middelen die thans beschikbaar zijn en waarop voor de komende jaren kan worden gerekend, is de op brede schaal gewenste vooruitgang niet haalbaar, zelfs niet als rekening wordt gehouden met een grotere statistische bijdrage van de sectoren die onder de titels II, IV, XII, XIII en XIV vallen. Er zal vooral worden getracht om de rapporterende functie van de milieustatistiek door middel van diverse publicaties en gegevensbanken te verbeteren en om de statistiek overeenkomstig de richtsnoeren van het vierjarenprogramma verder te ontwikkelen. Voorts zal worden bestudeerd of Beschikking 94/808/EG van de Raad moet worden uitgebreid. De werkzaamheden in verband met de productie van drukindexcijfers zullen worden voortgezet en er zullen regelmatig drukindicatoren met betrekking tot alle belangrijke milieuvraagstukken en -sectoren worden gepubliceerd. Daarbij zal grote nadruk liggen op de levering van vergelijkbare statistieken die een verband leggen tussen het milieu en vraagstukken op specifieke beleidsterreinen, teneinde het milieubeleid beter te integreren in het beleid betreffende de verschillende sectoren. Er zal ook verder worden getracht om belangrijke lacunes in de gegevens over afval en recycling, waterverbruik en waterafvoer, het gebruik van gevaarlijke en schaarse materialen en over de milieu-uitgaven aan te vullen. Er zal een reeks statellietrekeningen voor het milieu worden ontwikkeld, die gekoppeld zijn aan de nationale rekeningen en die de voorraden en het gebruik van de belangrijkste natuurlijke hulpbronnen, de materialenstromen, de emissies en de milieu-uitgaven zullen bestrijken. Deze satellietrekeningen zijn nuttig op zich en vormen tevens een essentiële basis voor milieuanalyse en voor de ontwikkeling van meer uitgebreide modellen voor de wisselwerking tussen economie en milieu. Samenvatting In de komende vijf jaar zal vooral worden gestreefd naar: - de verdere ontwikkeling van de milieustatistiek, waarbij de voorkeur uitgaat naar de bestaande en beschikbare basisgegevens, en een betere verspreiding hiervan; - een voortzetting van de productie en verdere ontwikkeling van milieu-indicatoren en statistieken betreffende het verband tussen milieu en verschillende economische sectoren; (. . .) - de ontwikkeling van een reeks satellietrekeningen voor het milieu waarmee ontwikkelingen op milieu- en op economisch gebied gezamenlijk in kaart kunnen worden gebracht; - versterking van de samenwerking met het Europees Milieuagentschap. Een groot gedeelte van de werkzaamheden zal worden verricht via een partnerschap met het Europees Milieuagentschap. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel XVI. Beschikking 94/808/EG van de Raad van 15 december 1994 tot vaststelling van een vierjarenprogramma (1994-1997) met het oog op de ontwikkeling van de milieucomponent van de communautaire statistieken (PB L 328 van 20.12.1994). Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (PB L 14 van 17.1.1997). Beleidsdocumenten Vijfde actieprogramma "Op weg naar duurzame ontwikkeling". Richtsnoeren voor de EU inzake milieu-indicatoren en een groene nationale boekhouding - De integratie van informatiesystemen op het gebied van milieu en economie (COM(94) 670). Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de voltooiing van de lopende werkzaamheden (afvalstatistiek), zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Verschaffing van basisgegevens voor de milieustatistiek (thema 71). TITEL XVII SAMENWERKING MET DERDE LANDEN Samenwerking met (. . .) Midden- en Oost-Europa en de nieuwe onafhankelijke staten Implicaties voor de statistiek Afgezien van de algemene bepaling betreffende statistische samenwerking die in de Europaovereenkomsten is opgenomen, hebben twaalf Phare-landen hun samenwerking met de Commissie en de lidstaten opgevoerd teneinde de internationale en communautaire statistische normen te kunnen toepassen en dezelfde gegevens te kunnen verstrekken als door de EU-landen worden geleverd, met dezelfde mate van vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid. Ook wat de overige Phare- en Tacis-landen betreft, is het duidelijk dat voor het beleid van de Europese Unie de behoefte bestaat aan vergelijkbare en op vergelijkbare basis opgestelde gegevens. (. . .) (. . .) Samenvatting Tijdens de vijf jaar van het programma zullen de werkzaamheden vooral gericht zijn op: - verdere technische bijstand en opleiding voor deze landen; - verbetering van het systeem voor statistische informatie over deze landen. Relevante wetgeving Phare-programma: Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen (PB L 375 van 23.12.1989). (. . .) Tacis-programma: Verordening (EG, Euratom) nr. 1279/96 van de Raad van 25 juni 1996 betreffende bijstand aan de nieuwe onafhankelijke staten en Mongolië bij de sanering en het verstel van de economie (PB L 165 van 4.7.1996, blz. 1). Voorafgaand daaraan: Verordening (EEG, Euratom) nr. 2157/91 van de Raad van 15 juli 1991 betreffende technische bijstand aan de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken bij het streven naar sanering en herstel van haar economie (PB L 201 van 24.7.1991, blz. 2). Verordening (EEG, Euratom) nr. 2053/93 van de Raad van 19 juli 1993 (PB L 187 van 29.7.1993, blz. 1). Beleidsdocumenten Phare-programma: Met de regeringen van tien van de 13 Phare-landen werden Europaovereenkomsten ondertekend. De in deze overeenkomsten nagestreefde toenadering omvat ook de statistiek. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Samenwerking met andere derde landen Implicaties voor de statistiek In alle relevante wetgevende teksten op dit gebied wordt expliciet vermeld dat de behoefte bestaat aan betrouwbare en vergelijkbare statistieken voor de uitstippeling en uitvoering van het betrokken beleid. Dit betekent niet alleen dat statistische gegevens beschikbaar moeten worden gesteld aan de instellingen van de Europese Unie, maar ook dat in het kader van een partnerschapovereenkomst de nationale en regionale statistische systemen van niet-lidstaten moeten worden ondersteun, zodat zij deze gegevens kunnen verschaffen. Samenvatting Tijdens de looptijd van vijf jaar zullen de werkzaamheden vooral bestaan in: - verdere technische bijstand en opleiding voor derde landen overeenkomstig de behoeften van de partnerlanden en de door de Gemeenschap vastgestelde prioriteiten; - (. . .). Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - derde deel - titel XVII. ACS-landen - Vierde Overeenkomst van Lomé - 1990-2000 - protocol 8, 1995-2000. Beleidsdocumenten Mededeling van de Commissie aan de Raad - Horizon 2000. Groenboek over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de ACS-staten - een nieuw partnerschap voor de 21e eeuw. Bilaterale en regionale samenwerkingsovereenkomsten met de meeste niet-lidstaten. Verklaring van Barcelona over de mediterrane landen van 28 november 1995 - werkprogramma I, punten II, III en IV. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze verdragstitel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Technische samenwerking met derde landen (thema 21). "TITEL XVIII" DIVERSEN Eigen middelen van de Gemeenschap Implicaties voor de statistiek Eigen middelen waarvoor specifieke statistische werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, zijn de BTW (derde middelenbron) en het BNP (vierde middelenbron). Wat de BTW betreft, moet vooral de berekening van het gewogen gemiddelde BTW-tarief op basis van BBP-structuurgegevens worden gecontroleerd. Wat het BNP betreft, moeten de BNP-cijfers van de lidstaten op vergelijkbaarheid, representativiteit en volledigheid worden onderzocht en moeten de methoden en statistische grondslagen voor de berekening van het BNP worden geharmoniseerd. Samenvatting In de komende vijf jaar zal er vooral naar worden gestreefd: - de controle van de door de lidstaten verstrekte gegevens door te zetten; - een koppeling te maken tussen ESR 79 en ESR 95; - erop toe te zien dat het stelsel van economische rekeningen ESR 95 juist wordt toegepast; - verder te werken aan de opheffing van de voorbehouden betreffende de berekening van het BNP. Relevante wetgeving Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap - artikel 201. Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994). Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Uitbreiding van de Europese Unie Implicaties voor de statistiek In verband met de toetredingsonderhandelingen moet de Commissie de beschikking hebben over een volledige reeks betrouwbare statistieken, die vanuit methodologisch oogpunt vergelijkbaar zijn met die van de landen van de Europese Unie. Door de technische samenwerking die al verscheidene jaren tussen Eurostat en de landen van Midden- en Oost-Europa bestaat, konden de statistische systemen van de betrokken landen worden ontwikkeld en meer in overeenstemming worden gebracht met die van de Europese Unie. Economische basisstatistieken, zoals de indeling van de BBP-vorming naar sector, bevolking, werkgelegenheid enz. zijn in dit verband natuurlijk onontbeerlijk. Voorts zijn gegevens van belang die de totstandbrenging van de interne markt meten, dat wil zeggen grensoverschrijdende activiteiten op gebieden als de goederenhandel, dienstenhandel, vrijheid van vestiging, betalingsbalans, kapitaalstormen (directe buitenlandse investeringen, handelstransacties door buitenlandse filialen), mobiliteit (migrerende werknemers, migratie, asielzoekers enz.), industriële productie en structuur vanuit het oogpunt van de capaciteit enz. Bovendien bestaat behoefte aan statistieken over de belangrijkste beleidssectoren van de Europese Unie, zoals de landbouw, het vervoer, het regionaal beleid en het milieu, die bij de toetredingsonderhandelingen een grote rol spelen. Samenvatting Gedurende de komende vijf jaar zullen de werkzaamheden vooral gericht zijn op: - de verzameling van geharmoniseerde gegevens voor de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten; - de ondersteuning van kandidaat-lidstaten bij de aanpassing van hun statistische systemen aan de vereisten van de Gemeenschap. Wetgeving op het gebied van de statistiek Afgezien van de aanpassing van geldende verordeningen, zijn er geen plannen voor belangrijke nieuwe statistische besluiten. Relevante wetgeving Verordening (EG) nr. 622/98 van de Raad van 16 maart 1998 betreffende de hulp aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie, en inzonderheid de invoering van partnerschappen voor de toetreding (PB L 85 van 20.3.1998). Behoeften voor het beleid en Eurostat-output >RUIMTE VOOR DE TABEL> Werkzaamheden in verband met deze titel die door een gebrek aan middelen vertraging hebben opgelopen Toezicht op de eigen middelen van de Gemeenschap (thema 43). BIJLAGE II COMMUNAUTAIR STATISTISCH PROGRAMMA (1998-2002): WERKTHEMA'S I. Statistische infrastructuur 11 Classificaties 12 Statistische opleiding 13 Elektronische gegevensverwerking 14 Informatietechnologieën 15 Referentiedatabestanden 16 Informatie 17 Verspreiding 18 Statistische coördinatie 19 Technische samenwerking met landen in een overgangsfase 20 Voorbereiding van de uitbreiding 21 Technische samenwerking met derde landen 22 Statistisch onderzoek 23 Herstructureringsplannen 24 Registers 25 Gegevensbeveiliging en statistische vertrouwelijkheid. II. Bevolkings- en sociale statistiek 31 Bevolking 32 Arbeidsmarkt 33 Onderwijs 34 Cultuur 35 Gezondheid, veiligheid en consumentenbescherming 36 Inkomensverdeling en levensomstandigheden 37 Sociale bescherming 38 Overige sociale statistiek. III. Economische statistiek III.A. Macro-economische statistieken 40 Economische jaarrekeningen 41 Kwartaal- en milieurekeningen 42 Financiële rekeningen 43 Toezicht op de eigen middelen 55 Prijzen. III.B. Bedrijfsstatistieken 44 Industrie 45 Energie en grondstoffen 47 Handel 48 Vervoer 49 Communicatie 50 Toerisme 51 Diensten 57 Overige economische statistiek. III.C. Monetaire, financiële, handels- en betalingsbalansstatistieken 52 Geld en financiën 53 Goederenhandel 54 Dienstenhandel en betalingsbalans. IV. Landbouw, bosbouw en visserij 61 Bodemgebruik en platteland 62 Landbouwstructuren 63 Landbouwinkomens en -prijzen 64 Plantaardige productie 65 Dierlijke productie 66 Statistieken agro-industrie 67 Hervorming landbouwstatistiek 68 Bosbouwstatistiek 69 Visserijstatistiek. V. Meer dan één terrein omvattende statistiek 71 Milieustatistiek 72 Regionale en geografische informatie 73 Wetenschap en technologie. VI. Statistieken van andere directoraten-generaal 81 Economische en financiële statistiek (DG II) 82 Industriële statistiek (DG III) 83 Landbouwstatistiek (DG VI) (uitsluitend ter informatie) 84 Vervoersstatistiek (DG VII) 85 Milieustatistiek (DG XI) 86 O& O-statistiek (DG XII) 87 Visserijstatistiek (DG XIV) 88 Energiestatistiek (DG XVII). VII. Middelen en beheer 91 Internationale betrekkingen 92 Planning en evaluatie van het werk 93 Beheer van personele middelen 94 Beheer van financiële middelen 95 Beheer van rechtsgrondslagen 96 Boekhoudkundige controle 97 Algemeen beheer 99 Gedecentraliseerd beheer.