Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R0624

    Verordening (EG) nr. 624/97 van de Commissie van 8 april 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1164/89 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep

    PB L 95 van 10.4.1997, p. 8–12 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2001

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1997/624/oj

    31997R0624

    Verordening (EG) nr. 624/97 van de Commissie van 8 april 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1164/89 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep

    Publicatieblad Nr. L 095 van 10/04/1997 blz. 0008 - 0012


    VERORDENING (EG) Nr. 624/97 VAN DE COMMISSIE van 8 april 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1164/89 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (2), inzonderheid op artikel 4, lid 5,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 619/71 van de Raad van 22 maart 1971 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor het verlenen van steun voor vlas en hennep (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 154/97 (4), inzonderheid op artikel 5, lid 2, en op de artikelen 6, en 6 bis,

    Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1164/89 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 466/96 (6), enkele uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor vezelvlas en hennep zijn vastgesteld;

    Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 619/71 is bepaald dat de steun slechts wordt toegekend op voorwaarde dat, behoudens in bepaalde uitzonderingsgevallen, de eerste verwerker met de teler een contract heeft gesloten, dat er een verbintenis bestaat om het strovlas te verwerken en dat de eerste verwerker is erkend; dat derhalve bepalingen met betrekking tot deze verbintenis dienen te worden vastgesteld en de erkenningsvoorwaarden dienen te worden omschreven; dat bepalingen voor het toezicht op de uitvoering van de contracten en op de inachtneming van de verwerkingsverbintenissen alsmede voor erkenningsvoorwaarden dienen te worden vastgesteld; dat de procedures dienen te worden bepaald voor een samenwerking van de lidstaten; dat, wanneer niet langer aan de erkenningsvoorwaarden wordt voldaan of onregelmatigheden worden vastgesteld, de erkenning dient te worden ingetrokken;

    Overwegende dat om de steun zo spoedig mogelijk te kunnen uitkeren, dient te worden bepaald dat de verwerker een zekerheid stelt als waarborg voor de daadwerkelijke verwerking van het strovlas binnen een redelijke termijn; dat om rekening te houden met de eigen kenmerken van de sector eerste verwerking, kan worden bepaald dat de steun toch zonder zekerheidstelling wordt uitbetaald, wanneer het verwerkingsbewijs vooraf wordt geleverd; dat voor de zekerhedenregeling het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3403/93 (8), geldt;

    Overwegende dat de lidstaat volgens een stelsel van certificaten of van geregistreerde contracten drie vierde van het steunbedrag aan de eerste verwerker kan uitbetalen; dat de betrokken bepalingen dienen te worden aangepast om met de nieuwe toekenningsvoorwaarden voor de steun rekening te houden;

    Overwegende dat de in de laatste jaren met de toepassing van de regeling opgedane ervaring leert dat om mogelijk misbruik te voorkomen, een aantal bepalingen aanpassing behoeven; dat daartoe met name vanaf het verkoopseizoen 1998/1999 niet langer steun mag worden verleend voor vlas dat wordt geteeld uit nog bij de nationale autoriteiten in onderzoek zijnd zaaizaad van rassen die niet in de lijst van voornamelijk voor de vezelproductie bestemde vlasrassen zijn opgenomen, en dat bovendien de in de aangifte van de ingezaaide oppervlakten en in de steunaanvraag te vermelden gegevens dienen te worden aangevuld;

    Overwegende dat op grond van Verordening (EEG) nr. 619/71 voor het eerste verkoopseizoen waarvoor de voorschriften van Verordening (EG) nr. 154/97 gelden, overgangsmaatregelen kunnen worden vastgesteld; dat, omdat de lidstaten enige tijd behoeven om de erkenningsregeling ten uitvoer te leggen, een voorlopige erkenning van verwerkers en telers voor het verkoopseizoen 1997/1998 dient te worden toegestaan; dat voorts rekening dient te worden gehouden met het bijzondere geval waarin telers hun strovlasproductie in een derde land laten verwerken;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor vlas en hennep,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 1164/89 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In artikel 2 komt de eerste alinea als volgt te luiden:

    "De steun wordt toegekend voor vlas dat is geteeld uit zaad van in bijlage A genoemde rassen.".

    2. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    a) In punt a), komt de alinea die begint met de woorden "De in het derde streepje bedoelde voorwaarde" en die eindigt met de woorden "op maximaal 20 cm boven de grond afgestelde maaibalk." komt als volgt te luiden:

    "Wanneer een oppervlakte door maaien wordt geoogst, moet de maaibalk voor vlas op maximaal 10 en voor hennep op maximaal 20 centimeter boven de grond zijn afgesteld.".

    b) Het volgende punt c) wordt toegevoegd:

    "c) waarvoor, wat vlas betreft, overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 619/71 een contract is gesloten en/of een verwerkingsverbintenis is aangegaan.".

    3. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    a) Lid 2 wordt geschrapt.

    b) Lid 3 komt als volgt te luiden:

    "3. De aangifte bevat ten minste de volgende gegevens:

    - naam, voornamen en adres van de aangever, alsmede in voorkomend geval zijn identificatie in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem,

    - de botanische soort en het ingezaaide ras;

    - de ingezaaide oppervlakte, uitgedrukt in hectare en are;

    - de oppervlakte waarop het gewas is opgekomen, uitgedrukt in hectare en are;

    - de gebruikte hoeveelheid zaaizaad in kilogram per hectare;

    - de aanduiding van de ingezaaide oppervlakten in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem, of, bij gebreke daarvan, de kadastrale omschrijving ervan of een aanduiding die door de met de controle van de oppervlakten belaste instantie als gelijkwaardig is erkend;

    - de inzaaidatum.

    Wanneer teeltcontracten bedoeld in artikel 3 bis, onder b), van Verordening (EEG) nr. 619/71 zijn gesloten wordt daarvan een afschrift bij de aangifte gevoegd.".

    4. De volgende artikelen 5 bis en 5 ter worden ingevoegd:

    "Artikel 5 bis

    1. De eerste verwerker die voornemens is contracten met de telers van vezelvlas te sluiten, dient daartoe bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het vlas zal worden verwerkt, een erkenningsaanvraag in die de volgende gegevens behelst:

    a) naam en adres van de eerste verwerker;

    b) de uit de verwerking van strovlas voortkomende reeks producten met een volledige beschrijving. Deze producten moeten het resultaat zijn van het scheidingsproces van de vezel en van de houtige bestanddelen van de stengel. Indien de stengel een proces ondergaat waarbij dit resultaat eerst na een aanvullende bewerking wordt verkregen, wordt dit proces niet als verwerking in de zin van deze verordening aangemerkt;

    c) het adres van de plaats(en) waar het strovlas wordt verwerkt, wanneer de verwerking niet op het in punt a) aangegeven adres geschiedt;

    d) de maximumoppervlakte waarvan de productie bij een normale opbrengst jaarlijks in zijn installaties kan worden verwerkt;

    e) een beschrijving van het type en de kenmerken van het verwerkingsmaterieel, met vermelding van de maximumhoeveelheid strovlas die kan worden verwerkt (in ton/uur en ton/jaar).

    Wanneer de installaties uit verscheidene machines voor de strovlasverwerking bestaan, wordt de maximumhoeveelheid per machine opgegeven;

    f) voor elk van de onder b) genoemde producten: het aantal kilogram strovlas dat nodig is om daaruit één kilogram van elk van die producten te verkrijgen. Desnoods kan een maximum- en minimumgewicht met een indicatief gemiddelde worden vermeld;

    g) de opslagcapaciteit voor stro en verwerkte producten;

    h) een beschrijvende plattegrond waarop de inrichtingen voor stro-opslag, voor verwerking en voor de opslag van de verwerkte producten zijn aangegeven.

    De aanvraag gaat vergezeld van de verbintenis een voorraadboekhouding overeenkomstig lid 4 te voeren en om zich aan alle in het kader van de steunregeling uit te voeren controles te onderwerpen.

    2. De erkenning wordt eerst na controle ter plaatse verleend en uitsluitend wanneer uit de in lid 1 bedoelde gegevens en uit de vaststellingen bij die controle blijkt dat de aanwezige installaties geschikt zijn om jaarlijks het strovlas dat op de in lid 1, onder d), aangegeven maximumoppervlakte is geoogst, tot de in lid 1, onder b), genoemde producten te verwerken.

    De bevoegde autoriteit kent aan de eerste verwerker een erkenningsnummer toe.

    Wanneer in de gegevens van de erkenningsaanvraag wijzigingen optreden, deelt de eerste verwerker deze onverwijld mee aan de bevoegde nationale autoriteit.

    3. De in de leden 1 en 2 bedoelde erkenningsprocedure is van overeenkomstige toepassing op:

    a) de in artikel 3 bis, onder a) of b), van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoelde telers die zich ertoe verbinden zelf het strovlas te verwerken;

    b) de eerste verwerkers die in het raam van artikel 3, lid 2, onder b) of d), van genoemde verordening het strovlas voor rekening van een teler verwerken.

    4. De erkende eerste verwerkers en de erkende telers voeren een voorraadboekhouding waarin de volgende gegevens worden vermeld:

    a) de hoeveelheden van alle aangekochte grondstoffen, uitgesplitst naar leverancier (of de in de verwerkingsruimten ingeslagen hoeveelheden bij telers die zich ertoe verbinden het strovlas zelf te verwerken), alsmede de voorraden;

    b) de verwerkte hoeveelheden grondstoffen en de verkregen hoeveelheden en soorten eindproduct, gespecificeerd volgens de lijst van producten in de erkenningsaanvraag, de hoeveelheden en soorten bijproduct, alsmede de voorraden;

    c) de verwerkingsverliezen;

    d) de vernietigde hoeveelheden en de reden voor deze vernietiging;

    e) de door de verwerker verkochte of overgedragen hoeveelheden en soorten product, uitgesplitst naar koper, respectievelijk verdere verwerker;

    f) naam en adres van de kopers, respectievelijk verdere verwerkers.

    Artikel 5 ter

    Bij toepassing van artikel 3, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 619/71 voegt de eerste verwerker bij elk contract een door hem opgestelde verwerkingsverbintenis. Daarin neemt de eerste verwerker de verwerking op zich van het van de oppervlakten waarvoor het contract is gesloten, afkomstige strovlas.

    De bevoegde autoriteit kan evenwel bepalen dat voor alle contracten één algemene verwerkingsverbintenis wordt aangegaan, die haar rechtstreeks wordt toegezonden en waarvan iedere teler een afschrift ontvangt.

    Bij toepassing van artikel 3, lid 2, onder a) en c), van genoemde verordening stelt de teler een verwerkingsverbintenis op en vermeldt daarin dat hij het strovlas zal verwerken dat afkomstig is van de oppervlakten waarvoor hij de steun heeft aangevraagd.

    Bij toepassing van artikel 3, lid 2, onder b) en d), van genoemde verordening stelt de teler een verwerkingsverbintenis op en vermeldt daarin dat hij het van de oppervlakten waarvoor bij de steun heeft aangevraagd, afkomstige strovlas voor eigen rekening zal laten verwerken.

    In de verwerkingsverbintenis wordt het erkenningsnummer vermeld.".

    5. In artikel 6 worden na lid 1 de volgende leden ingevoegd:

    "1 bis. De in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoelde controle op de uitvoering van de contracten, de inachtneming van de verwerkingsverbintenissen en de erkenningsvoorwaarden wordt zodanig georganiseerd dat voor een bepaald verkoopseizoen een aantal bedrijven wordt gecontroleerd dat minstens gelijk is aan de helft van het aantal in een lidstaat erkende eerste verwerkers of telers in de zin van artikel 3 bis van die verordening en dat eenzelfde bedrijf met tussenpozen van niet meer dan drie jaar wordt gecontroleerd.

    Deze controle omvat fysieke verificaties, alsmede een onderzoek van de voorraad- en financiële boekhouding en van alle voor de controle dienstige handelsdocumenten (facturen, afleveringsbewijzen, enzovoort).

    1 ter. De door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat bij een eerste verwerker op grond van lid 1 bis uitgevoerde controles hebben betrekking op de verwerking van in de gehele Gemeenschap geproduceerde strovlas.

    Wanneer de bevoegde autoriteiten van een lidstaat anomalieën constateren die gevolgen kunnen hebben voor de door een andere lidstaat uitbetaalde of nog te betalen steunbedragen, stellen zij de bevoegde autoriteiten van die lidstaat daarvan onverwijld in kennis.

    De bevoegde autoriteiten van een lidstaat kunnen die van een andere lidstaat verzoeken controles uit te voeren op de verwerking van in de eerstgenoemde lidstaat geproduceerd strovlas, maar dat in de laatstgenoemde lidstaat is verwerkt. In dat geval moet de aangezochte lidstaat de controle binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek uitvoeren en de resultaten daarvan onverwijld aan de bevoegde autoriteiten van de aanvragende Lidstaat mededelen.".

    6. Artikel 7 komt als volgt te luiden:

    "Artikel 7

    1. Wanneer uit de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoelde controle blijkt dat de aangegeven oppervlakte:

    a) kleiner is dan de oppervlakte die bij de controle wordt geconstateerd, wordt te steun voor de geconstateerde oppervlakte toegekend,

    b) groter is dan de oppervlakte die bij de controle wordt geconstateerd, wordt, onverminderd eventuele, in de nationale wetgeving voorziene sancties, steun toegekend voor de oppervlakte die is geconstateerd, nadat daarvan het verschil is afgetrokken tussen de oorspronkelijke aangegeven en de geconstateerde oppervlakte, tenzij de lidstaat het verschil aanvaardbaar acht; in dat geval wordt voor de geconstateerde oppervlakte steun toegekend.

    2. Wanneer uit de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoelde controle blijkt dat de in artikel 5 bis van de onderhavige verordening bepaalde erkenningsvoorwaarden niet langer in acht worden genomen, wordt de erkenning ingetrokken met ingang van het begin van het op de controledatum volgende verkoopseizoen. De eerste verwerker of teler wiens erkenning wordt ingetrokken, kan geen nieuwe erkenning krijgen vóór de aanvang van het tweede verkoopseizoen dat op de controledatum volgt.

    Wanneer de in artikel 12 bis van de onderhavige verordening bedoelde bewijzen van verwerking niet aan de werkelijke verrichtingen beantwoorden, wordt de erkenning naar gelang van de ernst van de onregelmatigheid gedurende een of twee verkoopseizoenen geschorst met ingang van het op de controledatum volgende verkoopseizoen.

    De lidstaat kan besluiten die schorsing niet toe te passen wanneer vaststaat dat de onregelmatigheid niet opzettelijk is begaan of niet het gevolg is van grove nalatigheid en in verhouding tot de totale omvang van de werkzaamheden van de eerste verwerker of van de teler van zeer geringe betekenis is.

    3. De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van de op grond van dit artikel genomen maatregelen.".

    7. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

    a) In lid 2 worden na het tweede streepje de volgende drie streepjes ingevoegd:

    "- datum van de oogst;

    - datum waarop het strovlas is ingehaald;

    - geoogste/ingehaalde hoeveelheid strovlas.".

    b) Lid 3 komt als volgt te luiden:

    "3. Bij de steunaanvraag dient een kopie van de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoelde contracten en/of verwerkingsverbintenissen te worden gevoegd.".

    8. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    a) Lid 2 komt als volgt te luiden:

    "2. Wanneer de teler het strovlas voor eigen rekening verwerkt of laat verwerken, wordt het certificaat door de teler bewaard.

    Wanneer de teler het in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoelde contract met een eerste verwerker heeft gesloten, wordt dit certificaat aan de eerste verwerker gegeven.

    Onverminderd de toepassing van de artikelen 6, 7 en 12 bis wordt na overlegging van het naar behoren ingevulde certificaat driekwart van de steun aan de rechthebbende uitgekeerd. Het certificaat wordt uiterlijk op de laatste dag van het verkoopseizoen overgelegd.".

    b) In lid 3 wordt:

    - het eerste streepje als volgt aangevuld:

    "alsmede, in voorkomend geval, zijn identificatie in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem of, bij gebreke daarvan, een ander door de bevoegde autoriteit toegekend nummer,",

    - het vierde streepje met de volgende woorden aangevuld: "alsmede zijn erkenningsnummer;".

    9. De artikelen 11 en 12 komen als volgt te luiden:

    "Artikel 11

    Wanneer de lidstaat het in artikel 9 bedoelde stelsel van geregistreerde contracten toepast, wordt driekwart van de steun aan de eerste verwerker uitgekeerd.

    Het bepaalde in dit artikel geldt onverminderd de toepassing van de artikelen 6, 7 en 12 bis.

    Artikel 12

    De lidstaat betaalt het steunbedrag voor vlas en hennep vóór 16 oktober volgende op het einde van het verkoopseizoen.

    Bij toepassing van artikel 12 bis, lid 4, geldt deze uiterste datum echter slechts voor een vierde van de aan de teler die een in artikel 3, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 619/71 bedoeld contract heeft gesloten, uit te keren steun.".

    10. Het volgende artikel 12 bis wordt ingevoegd:

    "Artikel 12 bis

    1. Voordat de steun wordt uitgekeerd, stelt de eerste verwerker van vezelvlas, behalve in het in lid 4 genoemde geval, bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvoor de steunaanvraag is bestemd, een zekerheid ten bedrage van driekwart van de steun, vermeerderd met 10 %.

    2. Voordat de steun wordt uitgekeerd, stelt de teler in de zin van artikel 3 bis, onder a) of b), van Verordening (EEG) nr. 619/71 die zich ertoe verbindt het strovlas voor eigen rekening te verwerken of te laten verwerken, behalve in het in lid 4 genoemde geval, bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvoor de steunaanvraag is bestemd, een zekerheid ten bedrage van het totale steunbedrag, vermeerderd met 10 %.

    3. Verordening (EEG) nr. 2220/85 is voor de in dit artikel bedoelde zekerheden van toepassing.

    De primaire eis in de zin van die verordening is de daadwerkelijke verwerking van alle hoeveelheden strovlas die afkomstig zijn van de oppervlakten waarvoor contracten of verwerkingsverbintenissen lopen (of van een equivalente hoeveelheid).

    Als secundaire eis in de zin van die verordening geldt dat binnen twaalf maanden na het einde van het verkoopseizoen aan de primaire eis moet worden voldaan.

    Aan de primaire eis wordt geacht te zijn voldaan voor de hoeveelheden strovlas waarvoor de bewijzen van verwerking binnen achttien maanden na het einde van het verkoopseizoen worden geleverd, gerelateerd aan de totale hoeveelheden strovlas die afkomstig zijn van de oppervlakten waarvoor contracten of verwerkingsverbintenissen lopen.

    De lidstaten stellen de lijst van stukken vast waarmee genoemd bewijs wordt geleverd. De lijst omvat ten minste, voor de gehele betrokken periode, de maandelijkse overzichten van de voorraadboekhouding en de kopieën van de verkoopfacturen van de door de eerste verwerking verkregen producten.

    4. Op verzoek van de eerste verwerker of van de in lid 2 bedoelde teler en met instemming van de bevoegde autoriteit kan de steun zonder het stellen van zekerheid worden uitgekeerd, voorzover de bewijzen dat aan de in lid 3 bedoelde primaire eis binnen twaalf maanden na het einde van het verkoopseizoen is voldaan, vooraf worden geleverd.

    De steun wordt uitgekeerd voor de hoeveelheden strovlas waarvoor het bewijs van verwerking binnen 18 maanden na het einde van het verkoopseizoen wordt geleverd, gerelateerd aan de totale hoeveelheden die afkomstig zijn van de oppervlakten waarvoor contracten of verwerkingsverbintenissen lopen. De bevoegde autoriteit kan echter een minimumbedrag van uitbetalingen vaststellen.

    Wanneer de termijn voor het vervullen van de primaire eis niet in acht genomen wordt of wanneer de bewijzen dat aan de primaire eis is voldaan, niet binnen de vastgestelde termijn worden geleverd, wordt het steunbedrag dat zou zijn uitgekeerd, verminderd met een percentage dat gelijk is aan het gedeelte van de zekerheid dat bij toepassing van lid 3 zou zijn verbeurd.

    5. Wanneer uitzonderlijke weersomstandigheden tot gevolg hebben gehad dat een gedeelte van de hoeveelheden strovlas dat afkomstig is van de oppervlakten waarvoor contracten of verwerkingsverbintenissen lopen, ongeschikt voor verwerking is geworden, geeft de bevoegde autoriteit, na controle ter plaatse, de zekerheid vrij of betaalt zij, bij toepassing van lid 4, toch het steunbedrag voor de betrokken hoeveelheden, behalve wanneer het kwaliteitsverlies van het strovlas aan de teler of de eerste verwerker is toe te rekenen.".

    11. Het volgende artikel 17 bis wordt ingevoegd:

    "Artikel 17 bis

    1. De in dit artikel vastgestelde overgangsmaatregelen gelden voor het verkoopseizoen 1997/1998.

    2. Eerste verwerkers worden geacht te zijn erkend in de zin van de bepalingen van artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 619/71, wanneer zij overeenkomstig de genoemde bepalingen contracten hebben gesloten en/of verwerkingsverbintenissen hebben aangegaan.

    Telers worden geacht te zijn erkend, wanneer zij de verwerkingsverbintenissen overeenkomstig de betrokken bepalingen hebben aangegaan.

    Lid 4 van artikel 5 bis is evenwel reeds vanaf het verkoopseizoen 1997/1998 op de eerste verwerkers en telers van toepassing.

    3. Wanneer het al minstens vanaf het verkoopseizoen 1996/1997 plaatselijk gebruikelijk is dat telers het strovlas voor eigen rekening in inrichtingen op het grondgebied van een derde land laten verwerken, zijn de voorschriften in verband met de erkenning voor hen niet van toepassing. De bevoegde autoriteit vergewist zich dan echter door een controle ter plaatse ervan dat de in de lidstaat opnieuw binnengebrachte verwerkte hoeveelheden, wat omvang betreft, overeenkomen met de geoogste en geleverde hoeveelheden strovlas. Na uitvoering van deze controle wordt in dit geval aan de teler het volledige steunbedrag betaald.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1997/1998. Artikel 1, punt 1, is echter eerst van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1998/1999.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 8 april 1997.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 146 van 4. 7. 1970, blz. 1.

    (2) PB nr. L 349 van 31. 12. 1994, blz. 105.

    (3) PB nr. L 72 van 26. 3. 1971, blz. 2.

    (4) PB nr. L 27 van 30. 1. 1997, blz. 1.

    (5) PB nr. L 121 van 29. 4. 1989, blz. 4.

    (6) PB nr. L 65 van 15. 3. 1996, blz. 6.

    (7) PB nr. L 205 van 3. 8. 1985, blz. 5.

    (8) PB nr. L 310 van 14. 12. 1993, blz. 4.

    Top