EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R0481

Verordening (EG) nr. 481/97 van de Commissie van 14 maart 1997 tot vaststelling, voor het jaar 1997, van de bepalingen voor de toepassing van het tariefcontingent voor rundvlees die bij de Interim-overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Republiek Slovenië zijn vastgesteld

PB L 75 van 15.3.1997, p. 24–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1997

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1997/481/oj

31997R0481

Verordening (EG) nr. 481/97 van de Commissie van 14 maart 1997 tot vaststelling, voor het jaar 1997, van de bepalingen voor de toepassing van het tariefcontingent voor rundvlees die bij de Interim-overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Republiek Slovenië zijn vastgesteld

Publicatieblad Nr. L 075 van 15/03/1997 blz. 0024 - 0027


VERORDENING (EG) Nr. 481/97 VAN DE COMMISSIE van 14 maart 1997 tot vaststelling, voor het jaar 1997, van de bepalingen voor de toepassing van het tariefcontingent voor rundvlees die bij de Interim-overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Republiek Slovenië zijn vastgesteld

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 410/97 van de Raad van 24 februari 1997 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds (1), en met name op artikel 1,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2222/96 (3), en met name op artikel 9, lid 2,

Overwegende dat op 11 november 1996 te Brussel een Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds (4), hierna "de Overeenkomst" genoemd, is ondertekend; dat de Raad en de Commissie, in afwachting van de inwerkingtreding van de Europa-overeenkomst, hebben besloten dat de overeenkomst met ingang van 1 januari 1997 voorlopig zou worden toegepast in de Gemeenschap;

Overwegende dat in de Overeenkomst is bepaald dat voor 1997 een tariefcontingent rundvlees wordt geopend waarvoor een tariefverlaging geldt; dat het derhalve dienstig is bepalingen voor de toepassing van dit contingent vast te stellen;

Overwegende dat om te garanderen dat de invoer van de vastgestelde hoeveelheden gelijkmatig verloopt, deze hoeveelheden over verschillende periodes dienen te worden gespreid;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de regeling wordt beheerd door middel van invoercertificaten; dat daartoe met name dient te worden vastgesteld hoe de aanvragen moeten worden ingediend en welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten, waarbij in voorkomend geval wordt afgeweken van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2402/96 (6), en van Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/80 (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 266/97 (8); dat bovendien moet worden bepaald dat de certificaten pas na afloop van een bedenktijd worden afgegeven en dat op de aangevraagde hoeveelheden eventueel een uniform verlagingspercentage wordt toegepast;

Overwegende dat met het oog op een doeltreffend beheer van de bedoelde regeling moet worden bepaald dat de zekerheid voor in het kader van de regeling afgegeven invoercertificaten op 12 ecu per 100 kg moet worden vastgesteld; dat, vanwege het aan deze regeling inherente gevaar voor speculatie in de sector rundvlees, nauwkeurig de voorwaarden moeten worden vastgesteld waarop de marktdeelnemers van de bedoelde regeling gebruik kunnen maken;

Overwegende dat is gebleken dat de importeurs de bevoegde autoriteiten die de invoercertificaten hebben afgegeven, niet altijd de hoeveelheid en de oorsprong van het in het kader van de betrokken contingenten ingevoerde rundvlees meedelen; dat deze gegevens belangrijk zijn voor de beoordeling van de marktsituatie; dat het derhalve dienstig is een zekerheid in te voeren met betrekking tot de naleving van de desbetreffende verplichting tot kennisgeving;

Overwegende dat het Comité van beheer voor rundvlees geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 1997 mogen in het kader van de bij de Interim-overeenkomst met Slovenië vastgestelde tariefcontingenten de volgende hoeveelheden worden ingevoerd:

7 000 ton vers of gekoeld rundvlees van de GN-codes ex 0201 10 00 (karkassen), 0201 20 20, 0201 20 30, 0201 20 50 en 0201 30, van oorsprong uit Slovenië.

2. Voor het in lid 1 bedoelde vlees worden het ad-valoremrecht en de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde specifieke bedragen van de douanerechten met 80 % verlaagd.

3. De in lid 1 bedoelde hoeveelheid wordt als volgt over het jaar gespreid:

- 3 500 ton voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 1997,

- 3 500 ton voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 1997.

4. Indien in 1997 voor de in het vorige lid vermelde eerste periode certificaten worden aangevraagd voor een hoeveelheid die in totaal minder bedraagt dan de beschikbare hoeveelheid, wordt de resterende hoeveelheid opgeteld bij de beschikbare hoeveelheid voor de volgende periode.

Artikel 2

1. Voor de toepassing van de invoerregelingen gelden de onderstaande voorwaarden:

a) degene die een invoercertificaat aanvraagt, moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn en moet bij de indiening van de aanvraag ten genoegen van de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat aantonen dat hij in de laatste twaalf maanden een commerciële activiteit heeft uitgeoefend in de rundvleeshandel met derde landen; de aanvrager moet ingeschreven zijn in een nationaal BTW-register;

b) de certificaataanvraag mag slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager is ingeschreven;

c) de certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste 15 ton product, maar op niet meer dan de beschikbare hoeveelheid;

d) op de certificaataanvraag en het certificaat moet in vak 8 het land van oorsprong worden vermeld; het certificaat brengt de verplichting met zich om uit het aangegeven land in te voeren;

e) op de certificaataanvraag en het certificaat moet in vak 20 ten minste één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

- Reglamento (CE) n° 481/97

- Forordning (EF) nr. 481/97

- Verordnung (EG) Nr. 481/97

- Êáíïíéóìüò (ÅÊ) áñéè. 481/97

- Regulation (EC) No 481/97

- Règlement (CE) n° 481/97

- Regolamento (CE) n. 481/97

- Verordening (EG) nr. 481/97

- Regulamento (CE) nº 481/97

- Asetuksen (EY) N:o 481/97

- Förordning (EG) nr 481/97.

2. In afwijking van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1445/95 worden op de certificaataanvraag en op het certificaat in vak 16 een of meer in artikel 1, lid 1, bedoelde GN-codes vermeld.

Artikel 3

1. Certificaataanvragen kunnen alleen worden ingediend:

- tijdens de eerste tien dagen na de dag van inwerkingtreding van deze verordening, voor de hoeveelheid als bedoeld in artikel 1, lid 3, eerste streepje;

- van 1 tot en met 10 juli 1997, voor de hoeveelheid als bedoeld in artikel 1, lid 3, tweede streepje.

2. Wanneer een belanghebbende meer dan één aanvraag heeft ingediend, worden al zijn aanvragen afgewezen.

3. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op de vijfde werkdag na het einde van de periode voor de indiening van de aanvragen gegevens mee over de in artikel 1, lid 1, bedoelde hoeveelheid. Deze mededeling bevat de lijst van de aanvragers en van de aangevraagde hoeveelheden.

Alle mededelingen, ook die waarin wordt gemeld dat geen aanvragen zijn ingediend, worden per telexbericht of per fax toegezonden, waarbij, wanneer aanvragen zijn ingediend, gebruik wordt gemaakt van het formulier naar het model in de bijlage bij deze verordening.

4. De Commissie beslist in welke mate gevolg kan worden gegeven aan de certificaataanvragen.

Indien de totale hoeveelheid waarvoor certificaten zijn aangevraagd, de beschikbare hoeveelheid overtreft, stelt de Commissie een uniform verlagingspercentage vast dat op de aangevraagde hoeveelheden wordt toegepast.

5. De certificaten worden zo spoedig mogelijk afgegeven, onder voorbehoud van aanvaarding van de aanvragen door de Commissie.

Artikel 4

1. Onverminderd het bepaalde in deze verordening zijn de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 3719/88 en (EG) nr. 1445/95 van toepassing.

2. Artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 is niet van toepassing.

3. In afwijking van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1445/95 zijn invoercertificaten die op grond van deze verordening worden afgegeven gedurende 180 dagen na de dag van afgifte geldig. Geen enkel certificaat is evenwel nog geldig na 31 december 1997.

4. De afgegeven certificaten zijn in de gehele Gemeenschap geldig.

Artikel 5

Voor de producten gelden de in artikel 1 genoemde rechten voor zover een door het land van uitvoer overeenkomstig Protocol nr. 4 bij de Interim-overeenkomst afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt overgelegd.

Artikel 6

Uiterlijk drie weken na de invoer van de in deze verordening bedoelde producten stelt de importeur de bevoegde instantie die het invoercertificaat heeft afgegeven, in kennis van de hoeveelheid en de oorsprong van de ingevoerde producten. Deze instantie deelt deze gegevens aan het begin van elke maand aan de Commissie mee.

Artikel 7

1. Bij het aanvragen van het invoercertificaat moet de importeur in afwijking van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1445/95 voor het invoercertificaat een zekerheid van 12 ecu per 100 kilogram product stellen en voor de in artikel 6 bedoelde kennisgeving een zekerheid van 1 ecu per 100 kg product.

2. De zekerheid voor de kennisgeving wordt vrijgegeven wanneer de bevoegde instantie binnen de in artikel 6 bedoelde termijn in kennis is gesteld van de hoeveelheid waarop de kennisgeving betrekking heeft. Over het vrijgeven van deze zekerheid wordt op hetzelfde ogenblik beslist als over de vrijgave van de zekerheid voor het certificaat.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1997.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 maart 1997.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 62 van 4. 3. 1997, blz. 5.

(2) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24.

(3) PB nr. L 296 van 21. 11. 1996, blz. 50.

(4) PB nr. L 344 van 31. 12. 1996, blz. 3.

(5) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.

(6) PB nr. L 327 van 18. 12. 1996, blz. 14.

(7) PB nr. L 143 van 27. 6. 1995, blz. 35.

(8) PB nr. L 45 van 15. 2. 1997, blz. 1.

BIJLAGE

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

fax (32-2) 296 60 27

Toepassing van Verordening (EG) nr. 481/97

COMMISSIEVANDEEUROPESEGEMEENSCHAPPEN,

DGVI/D.2-SECTORRUNDVLEES

AANVRAAG VOOR INVOERCERTIFICATEN

Datum: .............................................

Periode: .............................................

Lidstaat: ...................................................................................................

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Top