Agħżel il-karatteristiċi sperimentali li tixtieq tipprova

Dan id-dokument hu mislut mis-sit web tal-EUR-Lex

Dokument 31995R2737

    Verordening (EG) nr. 2737/95 van de Commissie van 27 november 1995 betreffende het beëindigen van de visserij op kabeljauw, schelvis, wijting, schol, tong, zeeduivel, sprot en zwarte koolvis door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Nederland

    PB L 285 van 29.11.1995, p. 3–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Status legali tad-dokument M’għadux fis-seħħ, Data tat-tmiem tal-validitàà: 31/12/1995

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/2737/oj

    31995R2737

    Verordening (EG) nr. 2737/95 van de Commissie van 27 november 1995 betreffende het beëindigen van de visserij op kabeljauw, schelvis, wijting, schol, tong, zeeduivel, sprot en zwarte koolvis door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Nederland

    Publicatieblad Nr. L 285 van 29/11/1995 blz. 0003 - 0004


    VERORDENING (EG) Nr. 2737/95 VAN DE COMMISSIE van 27 november 1995 betreffende het beëindigen van de visserij op kabeljauw, schelvis, wijting, schol, tong, zeeduivel, sprot en zwarte koolvis door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Nederland

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), inzonderheid op artikel 21, lid 3,

    Overwegende dat Verordening (EG) nr. 3362/94 van de Raad van 20 december 1994 inzake de vaststelling van de voor 1995 geldende totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden, alsmede de bij de visserij in het kader van de totaal toegestane vangsten in acht te nemen voorschriften (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 746/95 (3), quota vastlegt voor kabeljauw, schelvis, wijting, schol, tong, zeeduivel, sprot en zwarte koolvis voor 1995;

    Overwegende dat het, om de naleving te waarborgen van de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten uit bepaalde bestanden, waarvoor een quotum is vastgesteld, noodzakelijk is dat de Commissie de datum vastlegt waarop het toegewezen quotum wordt geacht volledig te zijn gebruikt ten gevolge van de vangsten verricht door de vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat;

    Overwegende dat de quota toegewezen aan Nederland voor 1995 voor kabeljauw in de wateren van ICES-gebieden III a Skagerrak, VII a, VII b, c, d, e, f, g, h, j, k en VIII, IX, X; Cecaf 34.1.1 (EG-zone), voor schelvis in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone), voor wijting in de wateren van ICES-gebieden III a, VII a en VII b, c, d, e, f, g, h, j, k, voor schol in de wateren van ICES-gebieden III a Skagerrak, VII a en VII h, j, k, voor tong in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d, (EG-Zone), VII a, VII h, j, k en VIII a, b, voor zeeduivel in de wateren van ICES-gebieden V b (EG-zone), VI, XII, XIV en VII, voor sprot in de wateren van ICES-gebied VII d, e en voor zwarte koolvis in de Faeroeer, geacht worden te zijn gebruikt op grond van uitwisselingen; dat Nederland de visserij op deze bestanden verboden heeft met ingang van 1 januari 1995; dat het daarom noodzakelijk is deze datum aan te houden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De quota voor kabeljauw in de wateren van ICES-gebieden III a Skagerrak, VII a, VII b, c, d, e, f, g, h, j, k en VIII, IX, X; Cecaf 34.1.1 (EG-zone), voor schelvis in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone), voor wijting in de wateren van ICES-gebieden III a, VII a en VII b, c, d, e, f, g, h, j, k, voor schol in de wateren van ICES-gebieden III a Skagerrak, VII a en VII h, j, k, voor tong in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d, (EG-zone), VII a, VII h, j, k en VIII a, b, voor zeeduivel in de wateren van ICES-gebied V b (EG-zone), VI, XII, XIV en VII, voor sprot in de wateren van ICES-gebied VII d, e en voor zwarte koolvis in de Faeroeer, die aan Nederland voor 1995 zijn toegewezen, worden geacht volledig te zijn gebruikt.

    De visserij op kabeljauw in de wateren van ICES-gebieden III a Skagerrak, VII a, VII b, c, d, e, f, g, h, j, k en VIII, IX, X; Cecaf 34.1.1 (EG-zone), op schelvis in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone), op wijting in de wateren van ICES-gebieden III a, VII a en VII b, c, d, e, f, g, h, j, k, op schol in de wateren van ICES-gebieden III a Skagerrak, VII a en VII h, j, k, op tong in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone), VII a, VII h, j, k en VIII a, b, op zeeduivel in de wateren van ICES-gebieden V b (EG-zone), VI, XII, XIV en VII, op sprot in de wateren van ICES-gebied VII d, e en op zwarte koolvis in de Faeroeer, door vaartuigen die de vlag voeren van Nederland of die in Nederland zijn geregistreerd, is verboden alsmede het aan boord houden, de overlading en het lossen van deze bestanden welke door vermelde vaartuigen gevangen zijn in deze wateren na de datum van toepassing van deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing vanaf 1 januari 1995.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 27 november 1995.

    Voor de Commissie Emma BONINO Lid van de Commissie

    Fuq