Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995D0329

    95/329/EG: Beschikking van de Commissie van 25 juli 1995 tot vaststelling van de categorieën mannelijke paardachtigen waarvoor de in artikel 15, onder b), ii), van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad vastgestelde eis ten aanzien van virale arteritis van toepassing is

    PB L 191 van 12.8.1995, p. 36–36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2018; opgeheven door 32018R0659

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1995/329/oj

    31995D0329

    95/329/EG: Beschikking van de Commissie van 25 juli 1995 tot vaststelling van de categorieën mannelijke paardachtigen waarvoor de in artikel 15, onder b), ii), van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad vastgestelde eis ten aanzien van virale arteritis van toepassing is

    Publicatieblad Nr. L 191 van 12/08/1995 blz. 0036 - 0036


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 25 juli 1995 tot vaststelling van de categorieën mannelijke paardachtigen waarvoor de in artikel 15, onder b), ii), van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad vastgestelde eis ten aanzien van virale arteritis van toepassing is (Voor de EER relevante tekst) (95/329/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, en met name op artikel 15, onder b), ii),

    Na raadpleging van het Wetenschappelijk Veterinair Comité,

    Overwegende dat bepaalde categorieën mannelijke paardachtigen virale arteritis bij paarden niet kunnen overdragen; dat daarom de in artikel 15, onder b), ii), vastgestelde eis slechts van toepassing is voor de andere categorieën mannelijke paardachtigen;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De in artikel 15, onder b), ii), van Richtlijn 90/426/EEG vastgestelde eis ten aanzien van virale arteritis bij paarden is van toepassing voor mannelijke paardachtigen, met uitzondering van:

    - paardachtigen die negatief hebben gereageerd op een serumneutralisatietest op virale arteritis bij paarden bij een verdunning van ¼ en die onder officiële controle met een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd vaccin tegen virale arteritis bij paarden zijn gevaccineerd. De paardachtigen moeten zijn gevaccineerd hetzij op de dag van de bloedafneming, hetzij binnen 15 dagen na de dag van de bloedafneming op voorwaarde dat zij in die periode onder officiële controle zijn geïsoleerd. De test en de vaccinatie moeten worden verricht en, evenals de testresultaten, worden gecertificeerd onder officieel veterinair toezicht. De vaccinatie moet met regelmatige tussenpozen worden herhaald. Voor geregistreerde paardachtigen moeten de vaccinatie en de resultaten van de serologische tests op het identificatiedocument worden vermeld;

    - paardachtigen waarbij, wanneer zij tussen 180 en 270 dagen oud waren, met een tussenpoos van ten minste tien dagen twee serumneutralisatietests op virale arteritis bij paarden zijn verricht zonder dat een toename van antilichamen is vastgesteld, en die onder officiële controle met een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd vaccin tegen virale arteritis bij paarden zijn gevaccineerd. In de periode tussen de eerste bloedafneming en de vaccinatie moeten de paardachtigen onder officiële controle worden geïsoleerd. De tests en de vaccinatie moeten worden verricht en, evenals de testresultaten, worden gecertificeerd onder officieel veterinair toezicht. Voor geregistreerde paardachtigen moeten de vaccinatie en de resultaten van de serologische tests worden vermeld op het identificatiedocument;

    - paardachtigen die minder dan 180 dagen oud zijn;

    - voor de slacht bestemde paardachtigen die rechtstreeks naar een slachthuis worden vervoerd en vergezeld gaan van het certificaat volgens het model in bijlage I bij Beschikking 93/196/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen (2).

    Artikel 2

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 oktober 1995.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 25 juli 1995.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 42.

    (2) PB nr. L 86 van 6. 4. 1993, blz. 7.

    Top