EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R0343

VERORDENING (EG) Nr. 343/94 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 1994 tot instelling van de in artikel 39 van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad bedoelde verplichte distillatie en houdende afwijking van uitvoeringsbepalingen ter zake voor het wijnoogstjaar 1993/1994

PB L 44 van 17.2.1994, p. 9–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/1994

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/343/oj

31994R0343

VERORDENING (EG) Nr. 343/94 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 1994 tot instelling van de in artikel 39 van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad bedoelde verplichte distillatie en houdende afwijking van uitvoeringsbepalingen ter zake voor het wijnoogstjaar 1993/1994

Publicatieblad Nr. L 044 van 17/02/1994 blz. 0009 - 0011


VERORDENING (EG) Nr. 343/94 VAN DE COMMISSIE van 15 februari 1994 tot instelling van de in artikel 39 van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad bedoelde verplichte distillatie en houdende afwijking van uitvoeringsbepalingen ter zake voor het wijnoogstjaar 1993/1994

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1566/93 (2), en met name op artikel 39, leden 9, 10 en 11,

Overwegende dat uit de gegevens waarover de Commissie thans beschikt en met name die van de produktie- en behoeftenraming voor het wijnoogstjaar 1993/1994 blijkt dat de situatie in het lopende wijnoogstjaar wordt gekenmerkt door een gebrek aan evenwicht op de markt voor tafelwijn en wijn die tot tafelwijn kan worden verwerkt; dat derhalve is voldaan aan de in artikel 39, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde voorwaarden om tot verplichte distillatie over te gaan;

Overwegende dat het, rekening houdend met de prijzen en het wenselijke niveau van de beschikbare hoeveelheden aan het einde van het wijnoogstjaar, noodzakelijk blijkt voor de Gemeenschap 18 200 000 hl tafelwijn te distilleren; dat deze hoeveelheid is bepaald op grond van de produktie- en behoeftenraming, om rekening te houden met het gebrek aan evenwicht dat met name is veroorzaakt doordat voorraden naar het volgende wijnoogstjaar zijn overgedragen die groter waren dan de hoeveelheid waarop bij de opstelling van de financiële gegevens voor het wijnoogstjaar was gerekend;

Overwegende dat uit de in het vorige wijnoogstjaar opgedane ervaring in verband met de mogelijkheid druivemost die bestemd is om na 15 maart te worden verwerkt tot andere produkten dan tafelwijn, af te trekken van het volume dat in aanmerking wordt genomen om de hoeveelheid voor distillatie te leveren wijn te bepalen, ontoereikend is om het effect van deze maatregel te kunnen beoordelen; dat deze maatregel dus opnieuw moet worden ingevoerd om het effect ervan te kunnen beoordelen;

Overwegende dat een groot aantal kleine druiventelers aangesloten is bij wijnbereidingscooeperaties of producentengroeperingen; dat het huishoudelijk reglement van die verenigingen ertoe leidt dat de in artikel 39 van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde verplichte distillatie in bepaalde produktiegebieden voor de vereniging in haar geheel geldt, terwijl de verplichting in andere gebieden voor elk lid afzonderlijk geldt; dat daardoor de vrijstelling voor kleine producenten in de verschillende produktiegebieden een zeer uiteenlopend effect kan hebben; dat met deze toestand rekening moet worden gehouden, alsook met de moeilijkheden die de invoering van twee verschillende vrijstellingsregelingen binnen een zelfde gebied zou meebrengen voor de vaststelling van de minimumhoeveelheid die de producenten moeten leveren;

Overwegende dat de ervaring heeft geleerd dat de vereffening van de verplichting van een producent door het leveren van een wijn die afkomstig is van een ander produktiegebied dan het produktiegebied van de betrokken wijnbouwer, heeft bijgedragen tot de verstoring van het marktevenwicht in bepaalde gebieden; dat de verplichting derhalve slechts mag worden geacht te zijn vervuld wanneer de geleverde wijn en de wijn waarvoor de verplichting geldt uit hetzelfde gebied afkomstig zijn;

Overwegende dat de distillateurs overeenkomstig artikel 39, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 822/87 hetzij steun kunnen krijgen voor het te distilleren produkt, hetzij het door distillatie verkregen produkt aan het interventiebureau moeten kunnen leveren; dat het bedrag van de steun moet worden vastgesteld op grond van de criteria in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 2046/89 van de Raad (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1567/93 (4);

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1566/93 de geldigheidsduur van de in artikel 39, lid 10, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde afwijking met een wijnoogstjaar is verlengd; dat de bepalingen die daarmee verband houden derhalve even lang van toepassing moeten blijven;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor het wijnoogstjaar 1993/1994 wordt besloten tot de in artikel 39, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde distillatie.

2. De totale hoeveelheid te distilleren tafelwijn bedraagt 18 200 000 hl.

3. De hoeveelheden die in de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 441/88 van de Commissie (5) bedoelde gebieden moeten worden gedistilleerd zijn:

- gebied 1: -

- gebied 2: -

- gebied 3: 2 550 000 hl

- gebied 4: 12 150 000 hl

- gebied 5: 500 000 hl

- gebied 6: 3 000 000 hl

- gebied 7: -

4. Het in lid 3 bedoelde gebied 6 wordt in twee delen verdeeld, die de volgende grondgebieden omvatten:

- deel A: de gewesten Asturias, Balearen, Cantabria, Galicia alsook de provincies Guipúzcoa en Vizcaya;

- deel B: de andere delen van gebied 6 dan die welke deel uitmaken van deel A.

De hoeveelheden die in de bedoelde delen van gebied 6 moeten worden gedistilleerd zijn:

- deel A: 0 hl,

- deel B: 3 000 000 hl.

Artikel 2

In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 441/88 kan de producent de hoeveelheden druivemost die voor verwerking tot andere produkten dan tafelwijn zijn bestemd en die op 15 maart nog niet zijn verwerkt, van het in de eerste alinea van dat artikel bedoelde volume aftrekken, mits hij zich ertoe verbindt deze uiterlijk op 31 augustus te verwerken. Indien de verwerking op laatstgenoemde datum niet heeft plaatsgevonden, moet de producent een hoeveelheid die wordt berekend door toepassing van het in artikel 8 bedoelde percentage op de nog niet verwerkte hoeveelheid most, vermeerderd met 20 % in de vorm van wijn voor verplichte distillatie leveren. Deze hoeveelheid wordt geleverd tot en met de datum die door de bevoegde nationale autoriteiten ter uitvoering van artikel 12, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 441/88 wordt vastgesteld.

Artikel 3

In afwijking van artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 441/88 bedraagt de hoeveelheid tafelwijn, beneden welke de producenten zijn vrijgesteld van verplichting tot leveren, 5 hl, behalve voor de producenten van de in artikel 7, tweede alinea, eerste streepje, van die verordening bedoelde gebieden; daar bedraagt die hoeveelheid 25 hl.

Artikel 4

Onverminderd de toepassing van artikel 44 van Verordening (EEG) nr. 822/87 wordt de aankoopprijs van voor verplichte distillatie te leveren tafelwijn vastgesteld op 0,83 ecu per % vol alcohol en per hectoliter voor tafelwijn van de soort A I, R I en R II.

Artikel 5

De steun waarvoor de distillateur in aanmerking kan komen wordt ten aanzien van de in artikel 4 bedoelde prijzen als volgt vastgesteld:

a) wanneer het distillatieprodukt beantwoordt aan de omschrijving van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2046/89: 0,31 ecu per % vol alcohol en per hectoliter;

b) wanneer het distillatieprodukt brandewijn is die beantwoordt aan de in de geldende voorschriften vastgestelde kwaliteitskenmerken: 0,20 ecu per % vol alcohol en per hectoliter;

c) wanneer het distillatieprodukt ruwe alcohol is met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol: 0,20 ecu per % vol alcohol en per hectoliter.

Artikel 6

1. De door het interventiebureau aan de distillateur te betalen prijs voor het overeenkomstig artikel 39, lid 7, eerste alinea, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 822/87 geleverde produkt wordt ten aanzien van de in artikel 4 bedoelde prijzen vastgesteld op 1,27 ecu per % vol alcohol en per hectoliter.

Deze prijzen gelden voor neutrale alcohol die voldoet aan de omschrijving in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2046/89.

2. Voor de andere alcoholsoorten wordt op de bij lid 1 vastgestelde prijzen 0,11 ecu per % vol alcohol en per hectoliter in mindering gebracht.

Artikel 7

De steun waarvoor de producent van distillatiewijn in aanmerking komt, wordt ten aanzien van de in artikel 4 bedoelde prijzen vastgesteld op 0,19 ecu per % vol alcohol en per hectoliter.

Artikel 8

Ter uitvoering van artikel 12, leden 1 en 2 van Verordening (EEG) nr. 441/88, wordt de verplichting slechts geacht te zijn vervuld indien de geleverde wijn afkomstig is uit hetzelfde gebied als dat waaruit de produktie van de producent afkomstig is.

Artikel 9

In artikel 21 van Verordening (EEG) nr. 441/88 wordt "1987/1988 tot 1992/1993" vervangen door "1987/1988 tot 1993/1994".

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 15 februari 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.

(2) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 39.

(3) PB nr. L 202 van 14. 7. 1989, blz. 14.

(4) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 41.

(5) PB nr. L 45 van 18. 2. 1988, blz. 15.

Top