31993R1658

VERORDENING (EEG) Nr. 1658/93 VAN DE RAAD van 24 juni 1993 tot instelling van een specifieke maatregel ten voordele van op de Canarische eilanden gevestigde producenten van koppotigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden (4) bepaalt dat het gemeenschappelijk visserijbeleid op de Canarische eilanden van toepassing is en dat deze toepassing gepaard gaat met specifieke maatregelen ten einde, in voorkomend geval, rekening te houden met de specifieke kenmerken van de produktie aldaar;

Overwegende dat bij Besluit 91/314/EEG van de Raad van 26 juni 1991 tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de Canarische eilanden afgestemde maatregelen (Poseican) (5) de hoofdlijnen zijn vastgesteld van de maatregelen die ten uitvoer moeten worden gelegd om rekening te houden met de specifieke omstandigheden en problemen in deze archipel;

Overwegende dat moet worden voorzien in een specifieke maatregel voor het behoud van het mededingingsvermogen en de verbetering van de produktieketen in de sector van de vangst van koppotigen op de Canarische eilanden;

Overwegende dat het dienstig is om te voorzien in steun voor op de Canarische eilanden gevestigde producenten van koppotigen; dat deze maatregel beperkt dient te blijven tot welbepaalde hoeveelheden en bedragen; dat, gelet op de onzekere mededingingsvoorwaarden waarmee deze producenten te kampen hebben, moet worden voorzien in de mogelijkheid om de duur en het bedrag van deze steun te herzien, ofschoon de looptijd van de specifieke maatregel wel moet worden beperkt;

Overwegende dat de toepassingsvoorwaarden van de onderhavige verordening vastgesteld moeten worden volgens de procedure van artikel 32 van Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur (6),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt voor een overgangsperiode voorzien in een jaarlijkse steun voor op de Canarische eilanden gevestigde producenten van koppotigen.

2. De in lid 1 bedoelde steun wordt vastgesteld op 108 ecu per ton voor een hoeveelheid van ten hoogste 30 000 ton per jaar en mag niet hoger zijn dan een bedrag gelijk aan 2,5 % van de waarde van de jaarlijkse produktie.

3. De overgangsperiode die in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van de in lid 1 bedoelde steun loopt van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1995.

De duur en het bedrag van deze steun kunnen volgens de procedure van artikel 2 worden verminderd in geval van een wijziging van de elementen waarop de toekenning van de in lid 1 bedoelde steun is gebaseerd.

Artikel 2

De toepassingsvoorwaarden van artikel 1 worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van Verordening (EEG) nr. 3759/92.

Artikel 3

De in deze verordening vervatte maatregel wordt beschouwd als een interventie ter regulering van de landbouwmarkten in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (7). Zij wordt gefinancierd door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1993.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 24 juni 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

B. WESTH

(1) PB nr. C 17 van 22. 1. 1993, blz. 11.

(2) PB nr. C 150 van 31. 5. 1993.

(3) PB nr. C 219 van 10. 5. 1993, blz. 9.

(4) PB nr. L 171 van 29. 6. 1991, blz. 1.

(5) PB nr. L 171 van 29. 6. 1991, blz. 5.

(6) PB nr. L 388 van 31. 1. 1992, blz. 1.

(7) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 1).