Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R1823

    VERORDENING (EEG) Nr. 1823/92 VAN DE COMMISSIE van 3 juli 1992 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad betreffende de afschaffing van de controles en formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen

    PB L 185 van 4.7.1992, p. 8–12 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1994; opgeheven door 393R2454

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/1823/oj

    31992R1823

    VERORDENING (EEG) Nr. 1823/92 VAN DE COMMISSIE van 3 juli 1992 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad betreffende de afschaffing van de controles en formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen -

    Publicatieblad Nr. L 185 van 04/07/1992 blz. 0008 - 0012


    VERORDENING (EEG) Nr. 1823/92 VAN DE COMMISSIE van 3 juli 1992 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad betreffende de afschaffing van de controles en formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de afschaffing van de controles en formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen (1), inzonderheid op artikel 8,

    Overwegende dat de afschaffing van de controles en formaliteiten welke van toepassing zijn op de handbagage en ruimbagage van personen die een intracommunautaire vlucht maken, geen potentiële bron van fraude mag zijn; dat bijgevolg elke omwisseling tussen goederen in deze bagage en goederen in de te controleren bagage moet worden vermeden;

    Overwegende dat de bagage van personen die een andere dan een intracommunautaire vlucht hebben genomen of moeten nemen, is onderworpen aan de voorschriften die gelden voor de bagage van personen die uit derde landen komen of naar derde landen reizen; dat niettemin bijzondere voorzieningen dienen te worden getroffen indien deze vlucht wordt uitgevoerd met gebruikmaking van verscheidene communautaire luchthavens;

    Overwegende dat bijzondere voorzieningen dienen te worden getroffen aangaande de plaats waar de controles worden uitgeoefend op de hand- en ruimbagage van personen die achtereenvolgens een internationale en een intracommunautaire vlucht uitvoeren met verschillende toestellen;

    Overwegende dat het belangrijk is het bijzondere geval te regelen van de controle van de bagage van personen die van een niet-communautaire luchthaven komen en die op een communautaire luchthaven met een internationaal karakter zijn overgestapt op een toestel dat een luchthaven met een internationaal karakter in diezelfde Lid-Staat als bestemming heeft; dat het eveneens nodig is het bijzondere geval te regelen van de controle op de bagage van personen die van een luchthaven met een internationaal karakter komen en die op een luchthaven met een internationaal karakter in diezelfde Lid-Staat zijn overgestapt op een toestel dat een niet-communautaire luchthaven als bestemming heeft;

    Overwegende dat de wijze dient te worden bepaald volgens welke de bevoegde overheden de bagage waarop de afschaffing van de controles en formaliteiten van toepassing is, als zodanig kunnen kenmerken;

    Overwegende dat de in deze verordening vastgestelde maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité inzake bagagevervoer van reizigers in het lucht- en zeevervoer,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 3925/91, hierna "basisverordening" genoemd, vastgesteld.

    Artikel 2

    1. Voor de toepassing van de basisverordening en de onderhavige verordening wordt onder "bagage" verstaan alle voorwerpen die op welke wijze dan ook door een persoon tijdens zijn reis worden vervoerd.

    2. Wat het luchtvervoer betreft, wordt bagage beschouwd als

    - "ruimbagage", wanneer zij, na in de luchthaven van vertrek geregistreerd te zijn, tijdens de vlucht niet meer voor de betrokken persoon bereikbaar is, noch, in voorkomend geval, tijdens de in artikel 3, punten 1 en 2, en in artikel 5, punten 1 en 2, van de basisverordening bedoelde tussenstop;

    - "handbagage", wanneer de persoon deze aan boord van het luchtvaartuig meeneemt.

    Artikel 3

    De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen

    - dat er bij de aankomst van personen, vóór de controle van de niet in artikel 1 van de basisverordening genoemde handbagage, geen enkele omwisseling van goederen kan plaatshebben;

    - dat er bij het vertrek van personen, na de controle van de niet in artikel 1 van de basisverordening genoemde handbagage, geen enkele omwisseling van goederen kan plaatshebben;

    - dat er bij de aankomst van personen voorzieningen zijn om te verhinderen dat, vóór de controle van de niet in artikel 1 van de basisverordening genoemde ruimbagage, een omwisseling van goederen kan plaatshebben;

    - dat er bij het vertrek van personen voorzieningen zijn om te verhinderen dat, na de controle van de niet in artikel 1 van de basisverordening genoemde ruimbagage, een omwisseling van goederen kan plaatshebben.

    Artikel 4

    De in een communautaire luchthaven geregistreerde ruimbagage wordt als zodanig gekenmerkt door een label dat op die luchthaven wordt aangebracht. Het voorbeeld van dit label alsook de technische kenmerken ervan zijn in de bijlage opgenomen.

    Artikel 5

    De Lid-Staten zenden de Commissie de lijst toe van de luchthavens die aan de definitie "communautaire luchthaven met een internationaal karakter" in de zin van artikel 2, punt 2, van de basisverordening beantwoorden. De Commissie maakt deze lijst bekend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C.

    Artikel 6

    In de in artikel 3, punt 1, van de basisverordening bedoelde gevallen wordt de bagage onderworpen aan de voorschriften die gelden voor de bagage van personen die uit derde landen aankomen, wanneer de betrokken persoon niet in staat is om, tot voldoening van de bevoegde autoriteiten, het communautaire karakter van de goederen die hij vervoert, aan te tonen.

    Artikel 7

    In de in artikel 3, punt 2, van de basisverordening bedoelde gevallen kan een controle van de handbagage worden uitgevoerd op de communautaire luchthaven waar de tussenstop wordt gemaakt, ten einde vast te kunnen stellen dat de goederen die deze handbagage bevat voldoen aan de voorwaarden die verbonden zijn aan het vrije verkeer binnen de Gemeenschap.

    Artikel 8

    Wanneer de bagage die op een communautaire luchthaven aankomt aan boord van een luchtvaartuig dat van een niet-communautaire luchthaven komt, op deze communautaire luchthaven wordt overgeladen in een andere luchtvaartuig dat een intra communautaire vlucht uitvoert,

    a) wordt iedere controle van de handbagage op de eerste communautaire luchthaven met een internationaal karakter verricht; een extra controle van deze bagage kan alleen bij wijze van uitzondering op de luchthaven van aankomst van de intracommunautaire vlucht worden uitgevoerd, wanneer een dergelijke extra controle na controle van de ruimbagage nodig blijkt te zijn;

    b) kan een controle van de ruimbagage alleen bij wijze van uitzondering op de eerste communautaire luchthaven worden uitgevoerd, wanneer een dergelijke extra controle na controle van de handbagage nodig blijkt te zijn.

    Artikel 9

    Wanneer de bagage die op een communautaire luchthaven aan boord wordt gebracht van een luchtvaartuig dat een intracommunautaire vlucht uitvoert, waarbij deze bagage op een andere communautaire luchthaven wordt overgeladen in een luchtvaartuig dat een niet-communautaire luchthaven als bestemming heeft,

    a) wordt iedere controle van de handbagage op de laatste communautaire luchthaven met een internationaal karakter verricht; een eerdere controle van deze bagage kan alleen bij wijze van uitzondering worden uitgevoerd op de luchthaven van vertrek van de intracommunautaire vlucht, wanneer een dergelijke controle na de controle van de ruimbagage nodig blijkt te zijn;

    b) kan een controle van de ruimbagage alleen bij wijze van uitzondering op de laatste communautaire luchthaven worden uitgevoerd, wanneer een dergelijke extra controle na controle van de handbagage nodig blijkt te zijn.

    Artikel 10

    In de in artikel 5 van de basisverordening bedoelde gevallen kunnen de Lid-Staten op de communautaire luchthaven met een internationaal karakter waar de ruimbagage wordt overgeladen, de bagage controleren

    - die van een niet-communautaire luchthaven komt en op een communautaire luchthaven met een internationaal karakter wordt overgeladen in een luchtvaartuig dat een luchthaven met een internationaal karakter die op hetzelfde nationale grondgebied is gelegen, tot bestemming heeft;

    - die op een luchthaven met een internationaal karakter aan boord van een luchtvaartuig wordt gebracht om, op een andere luchthaven met een internationaal karakter die op hetzelfde nationale grondgebied is gelegen, te worden overgeladen op een luchtvaartuig dat een niet-communautaire luchthaven tot bestemming heeft.

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing vanaf de dag dat de basisverordening van toepassing is. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 3 juli 1992. Voor de Commissie

    Christiane SCRIVENER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 374 van 31. 12. 1991, blz. 4.

    BIJLAGE

    Label dat moet worden aangebracht op de in een communautaire luchthaven geregistreerde ruimbagage (artikel 4)

    1. KENMERKEN

    Het in artikel 4 bedoelde label dient te worden ontworpen op een dusdanige wijze dat hergebruik wordt uitgesloten:

    a) Op het label moet ten minste 1 groene streep van minimaal 5 mm breedte worden aangebracht aan beide lange zijden ervan, ter hoogte van de gedeelten die betrekking hebben op de bestemming en de inhoud van de verpakking.

    Deze groene strepen kunnen bovendien doorlopen naar andere gedeelten van het label, met uitzondering van de gedeelten voor de streepjescodes die een witte ondergrond moeten hebben. (Zie voorbeelden onder 2 a)).

    b) In geval van niet-begeleide bagage wordt er een label aangebracht waarvan het voorbeeld in IATA-Resolutie nr. 743a is opgenomen, waarin de langs de randen aangebrachte rode stippellijnen worden vervangen door groene stippellijnen. (Zie voorbeeld onder 2 b)).

    2. VOORBEELDEN

    a)

    b)

    Top