EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992S0523

Beschikking Nr. 523/92/EGKS van de Commissie van 28 februari 1992 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interimovereenkomst betreffende het handelsverkeer en begeleidende maatregelen tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal enerzijds en Hongarije anderzijds

PB L 56 van 29.2.1992, p. 38–40 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1992/523(1)/oj

31992S0523

Beschikking Nr. 523/92/EGKS van de Commissie van 28 februari 1992 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interimovereenkomst betreffende het handelsverkeer en begeleidende maatregelen tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal enerzijds en Hongarije anderzijds

Publicatieblad Nr. L 056 van 29/02/1992 blz. 0038 - 0040


BESCHIKKING Nr . 523/92/EGKS VAN DE COMMISSIE van 28 februari 1992 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interimovereenkomst betreffende het handelsverkeer en begeleidende maatregelen tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal enerzijds en Hongarije anderzijds

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op de artikelen 74 en 95, eerste alinea,

Overwegende dat er op 16 december 1991 te Brussel een Interimovereenkomst inzake het handelsverkeer en aanverwante zaken tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal enerzijds en de Republiek Hongarije anderzijds is ondertekend, hierna "de overeenkomst" genoemd;

Overwegende dat het nodig is de voorwaarden vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van verschillende bepalingen van de overeenkomst, inzonderheid die van Protocol nr . 2 betreffende de EGKS-produkten;

Overwegende dat dergelijke voorwaarden voor de Europese Economische Gemeenschap zijn vastgesteld bij Verordening ( EEG ) nr . 519/92 van de Raad van 27 februari 1992 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interimovereenkomst betreffende het handelsverkeer en begeleidende maatregelen tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal enerzijds en Hongarije anderzijds ( 1 );

Overwegende dat het ten aanzien van handelsbeschermende maatregelen wenselijk is bijzondere bepalingen vast te stellen met betrekking tot de algemene voorschriften die met name zijn vastgelegd in Beschikking nr . 2424/88/EGKS van de Commissie van 29 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ( 2 ), voor zover zulks op grond van de bepalingen van de overeenkomst noodzakelijk is geworden;

Overwegende dat bij het beraad om vast te stellen of er een vrijwaringsmaatregel moet worden genomen, rekening dient te worden gehouden met de verbintenissen welke in deze overeenkomst zijn omschreven;

Overwegende dat het wenselijk is voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en voor de Europese Economische Gemeenschap zoveel mogelijk overeenkomstige bepalingen ter uitvoering van de overeenkomst vast te stellen;

Overwegende dat een aantal in de overeenkomst opgenomen acties buiten de bevoegdheden vallen waarin het Verdrag voorziet, en dat in zulke gevallen moet worden uitgegaan van het bepaalde in artikel 95, na raadpleging van het Raadgevend Comité en met bij eenstemmigheid bereikte instemming van de Raad,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

Artikel 1

De Commissie kan, met instemming van de Raad, besluiten zich tot het bij de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité te wenden met betrekking tot de maatregelen bedoeld in de artikelen 22 en 44, lid 2, van de overeenkomst . In voorkomend geval stelt de Commissie die maatregelen vast volgens dezelfde procedure .

De Commissie kan de daartoe strekkende beslissingen eigener beweging of op verzoek van een Lid-Staat nemen .

Artikel 2

1 . In geval van gedragingen die toepassing door de Gemeenschap van de in artikel 8 van Protocol nr . 2 bij de overeenkomst bedoelde maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen, spreekt de Commissie, na behandeling van het dossier, uit eigen beweging of op verzoek van een Lid-Staat, zich uit over de verenigbaarheid van deze gedragingen met de overeenkomst . In voorkomend geval neemt zij met instemming van de Raad de vrijwaringsmaatregelen . Indien het evenwel gaat om subsidies waarop Beschikking nr . 2424/88/EGKS van toepassing is, worden genoemde vrijwaringsmaatregelen genomen overeenkomstig de in die beschikking vastgestelde procedures .

Deze maatregelen worden slechts genomen onder de in artikel 8 van Protocol nr . 2 bij de overeenkomst omschreven voorwaarden .

2 . In geval van gedragingen die de Gemeenschap zouden kunnen blootstellen aan door Hongarije overeenkomstig artikel 8 van Protocol nr . 2 bij de overeenkomst genomen maatregelen, spreekt de Commissie, na behandeling van het dossier, zich uit over de verenigbaarheid van deze gedragingen met de beginselen neergelegd in de overeenkomst . Zij neemt in voorkomend geval de passende besluiten, uitgaande van de criteria van de artikelen 65 en 66 van het Verdrag, artikel 85 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en de regels inzake staatssteun, met inbegrip van het afgeleide recht .

Artikel 3

In geval van gedragingen op grond waarvan door de Gemeenschap de in artikel 23 van de overeenkomst bedoelde maatregelen kunnen worden toegepast, wordt volgens de in Beschikking nr . 2424/88/EGKS vastgestelde voorschriften en met inachtneming van de procedure van artikel 27, lid 2 en lid 3, onder b ) of d ), besloten tot de instelling van anti-dumpingmaatregelen .

Artikel 4

1 . Wanneer een Lid-Staat de Commissie verzoekt om toepassing van vrijwaringsmaatregelen overeenkomstig artikel 24 of 25 van de overeenkomst en de Commissie besluit geen vrijwaringsmaatregelen toe te passen, stelt zij de Raad en de Lid-Staten binnen een termijn van vijf werkdagen na de datum van ontvangst van het verzoek van de Lid-Staat daarvan in kennis .

De Lid-Staten verstrekken de Commissie alle benodigde inlichtingen ter rechtvaardiging van hun aanvragen voor toepassing van vrijwaringsmaatregelen .

Iedere Lid-Staat kan de door de Commissie genomen beslissing binnen een termijn van tien werkdagen na de mededeling van die beslissing aan de Raad voorleggen .

Indien de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen bedoeld in artikel 28, vierde alinea, van het Verdrag, zijn voornemen te kennen geeft om een andere beslissing te verzoeken, licht de Commissie Hongarije onverwijld hierover in en stelt zij dat land in kennis van de opening van het in artikel 27, leden 2 en 3, van de overeenkomst bedoelde overleg in het kader van het Gemengd Comité .

De Raad kan, binnen een maand na de beëindiging van het overleg met Hongarije in het kader van dat comité, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de Commissie verzoeken vrijwaringsmaatregelen te nemen .

2 . Wanneer de Commissie op verzoek van een Lid -Staat of uit eigen beweging constateert dat er vrijwaringsmaatregelen overeenkomstig artikel 24 of 25 van de overeenkomst dienen te worden toegepast

- stelt zij de Lid-Staten daarvan onverwijld in kennis of, indien zij handelt op verzoek van een Lid -Staat, binnen een termijn van vijf werkdagen na de datum van ontvangst van dit verzoek,

- raadpleegt zij het comité bedoeld in artikel 5, lid 2, van Verordening ( EEG ) nr . 519/92 ( hierna "het comité" genoemd ),

- stelt zij daarvan tegelijkertijd Hongarije in kennis en deelt zij het Gemengd Comité mede dat het in artikel 27, leden 2 en 3, van de overeenkomst bedoelde overleg is geopend,

- verstrekt zij het Gemengd Comité tegelijkertijd alle voor dit overleg nodige inlichtingen .

3 . Het overleg binnen het Gemengd Comité wordt in ieder geval als beëindigd beschouwd bij het verstrijken van een termijn van dertig dagen vanaf de in lid 1, vierde alinea, of in lid 2 bedoelde mededeling.

Na het overleg of, in voorkomend geval, bij het verstrijken van deze termijn van dertig dagen, kan de Commissie, indien er geen andere regeling kon worden getroffen, na raadpleging van het comité, de passende maatregelen voor de tenuitvoerlegging van artikel 24 of 25 van de overeenkomst nemen .

4 . De in lid 3 bedoelde beslissing wordt onmiddellijk medegedeeld aan de Raad, aan de Lid-Staten en aan Hongarije; er wordt eveneens kennisgeving van gedaan aan het Gemengd Comité .

Zij is onmiddellijk van toepassing .

5 . Iedere Lid-Staat kan de in lid 3 bedoelde beslissing van de Commissie aan de Raad voorleggen binnen een termijn van tien werkdagen na de mededeling van die beslissing .

6 . Indien de Commissie in de zin van lid 3, tweede alinea, binnen een termijn van tien werkdagen na het einde van het overleg binnen het Gemengd Comité of, in voorkomend geval, het verstrijken van de termijn van dertig dagen, geen beslissing neemt, dan kan iedere Lid-Staat die een verzoek overeenkomstig lid 2 bij de Commissie heeft ingediend, de kwestie aan de Raad voorleggen .

7 . De Raad kan in de in lid 5 genoemde gevallen binnen een termijn van een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de Commissie verzoeken andere vrijwaringsmaatregelen te nemen en in de in lid 6 genoemde gevallen de Commissie verzoeken maatregelen te nemen .

Artikel 5

1 . In geval van uitzonderlijke omstandigheden in de zin van artikel 27, lid 3, onder d ), van de overeenkomst, kan de Commissie zelf onmiddellijke vrijwaringsmaatregelen treffen in de in artikel 24 of 25 van de overeenkomst bedoelde gevallen .

2 . Indien een Lid-Staat een verzoek voorlegt aan de Commissie, beslist deze hierover binnen vijf werkdagen volgende op de ontvangst van het verzoek .

De Raad en de Lid-Staten worden in kennis gesteld van de beslissing van de Commissie .

3 . Iedere Lid-Staat kan de beslissing van de Commissie volgens de in artikel 4, lid 5, omschreven procedure voorleggen aan de Raad .

De in artikel 4, leden 5 tot en met 7, omschreven procedure is van toepassing .

Indien de Commissie binnen de in lid 2 vermelde termijn geen besluit heeft genomen, kan elke Lid-Staat die een verzoek aan de Commissie heeft voorgelegd, de kwestie overeenkomstig de in de voorgaande alinea's omschreven procedure aan de Raad voorleggen .

Artikel 6

De Commissie verricht de in de overeenkomst bedoelde kennisgevingen van de Gemeenschap aan het Gemengd Comité .

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking op 1 maart 1992 . Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 28 februari 1992 . Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

( 1) Zie bladzijde 6 van dit Publikatieblad . ( 2 ) PB nr . L 209 van 2 . 8 . 1988, blz . 18 .

Top