EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991R3407

VERORDENING (EEG) Nr. 3407/91 VAN DE COMMISSIE van 22 november 1991 tot vaststelling van een regeling voor de terugbetaling van het basisbedrag van de medeverantwoordelijkheidsheffing voor het verkoopseizoen 1991/1992 aan producenten die aan de regeling voor het uit produktie nemen van bouwland deelnemen

PB L 321 van 23.11.1991, p. 13–14 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/1992

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1991/3407/oj

31991R3407

VERORDENING (EEG) Nr. 3407/91 VAN DE COMMISSIE van 22 november 1991 tot vaststelling van een regeling voor de terugbetaling van het basisbedrag van de medeverantwoordelijkheidsheffing voor het verkoopseizoen 1991/1992 aan producenten die aan de regeling voor het uit produktie nemen van bouwland deelnemen -

Publicatieblad Nr. L 321 van 23/11/1991 blz. 0013 - 0014


VERORDENING (EEG) Nr. 3407/91 VAN DE COMMISSIE van 22 november 1991 tot vaststelling van een regeling voor de terugbetaling van het basisbedrag van de medeverantwoordelijkheidsheffing voor het verkoopseizoen 1991/1992 aan producenten die aan de regeling voor het uit produktie nemen van bouwland deelnemen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1703/91 van de Raad van 13 juni 1991 tot invoering van een regeling voor het tijdelijk uit produktie nemen van bouwland voor het verkoopseizoen 1991/1992 en tot vaststelling van bijzondere maatregelen voor dat verkoopseizoen in het kader van de in Verordening (EEG) nr. 797/85 bedoelde regeling voor het uit produktie nemen van bouwland (1), en met name op artikel 8,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 2328/91 van de Raad van 15 juli 1991 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur (2) Verordening (EEG) nr. 795/85 heeft vervangen;

Overwegende dat een van de in Verordening (EEG) nr. 1703/91 vastgestelde maatregelen om de producenten tot deelneming aan de regeling voor het tijdelijk uit produktie nemen van bouwland aan te zetten, in de volledige terugbetaling van de voor het verkoopseizoen 1991/1992 geïnde medeverantwoordelijkheidsheffing bestaat; dat de medeverantwoordelijkheidsheffing voor het verkoopseizoen 1991/1992 is verhoogd van 3 % tot 5 % van de interventieprijs voor dat verkoopseizoen;

Overwegende dat, ten einde te voorkomen dat de belangen van de producenten die aan de meerjarige regeling inzake braaklegging van bouwland deelnemen, worden geschaad, Verordening (EEG) nr. 1703/91 tevens voor de hoeveelheden graan die in het verkoopseizoen 1991/1992 door die producenten worden verkocht, in de terugbetaling van het gedeelte van het basisbedrag van de medeverantwoordelijkheidsheffing boven het in het verkoopseizoen 1990/1991 toegepaste percentage voorziet; dat het terug te betalen bedrag en de voorschriften voor de uitvoering van de terugbetaling dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan producenten die gedurende de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1703/91 bedoelde periode aan de bij Verordening (EEG) nr. 2328/91 ingestelde regeling voor het uit produktie nemen van bouwland deelnemen, wordt de door hen verschuldigde medeverantwoordelijkheidsheffing onder de bij deze verordening gestelde voorwaarden gedeeltelijk terugbetaald.

Artikel 2

1. De terugbetaling bedraagt 3,37 ecu per ton.

2. De terugbetaling is verschuldigd over de hoeveelheden graan die in het verkoopseizoen 1991/1992 op de markt worden gebracht, verminderd met de op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad (3) van de heffing vrijgestelde hoeveelheden.

3. De Lid-Staten kunnen per producent een minimumbedrag waaronder geen terugbetaling geschiedt, vaststellen. Dit bedrag mag niet hoger zijn dan 25 ecu per producent.

Artikel 3

1. De terugbetaling gebeurt op verzoek van de belanghebbenden, tussen 16 oktober en 31 december 1992.

2. Bij de terugbetalingsaanvraag worden de bewijsstukken gevoegd waaruit blijkt dat de aanvrager de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 bedoelde medeverantwoordelijkheidsheffing heeft betaald. De Lid-Staten kunnen overlegging van andere bewijsstukken verlangen.

Artikel 4

In de zin van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad (4) wordt het ontstaansfeit van het recht op de steun geacht op 1 juli 1991 te hebben plaatsgevonden.

Artikel 5

1. De Lid-Staten nemen de nodige aanvullende maatregelen om de terugbetaling overeenkomstig deze verordening te waarborgen, in het bijzondere die ter controle van de bewijsstukken aan de hand van de beschikbare inlichtingen bij de organen die de medeverantwoordelijkheidsheffing innen. Zij kunnen de betrokkenen vragen alle door de Lid-Staten nuttig geachte nadere inlichtingen te verschaffen.

2. Ingeval de medeverantwoordelijkheidsheffing ten onrechte werd terugbetaald, worden de betrokken bedragen teruggevorderd, verhoogd met een rente over de tijd tussen de betaling van die bedragen en de terugbetaling ervan door de begunstigde. De Lid-Staten stellen het bij die berekening toe te passen rentepercentage vast aan de hand van de voor verrichtingen tussen de banken toegepaste rentevoet die gold op de laatste werkdag van de maand waarin de heffing aan de aanvrager is terugbetaald, verhoogd met 2 %.

3. De in lid 2 bedoelde bedragen worden overgemaakt aan de betaalorganen of -diensten, die deze op de door het EOGFL, afdeling "Garantie" te financieren uitgaven in mindering brengen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 november 1991. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 162 van 26. 6. 1991, blz. 1. (2) PB nr. L 218 van 6. 8. 1991, blz. 1. (3) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1. (4) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 1.

Top