EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991R2211

Verordening (EEG) nr. 2211/91 van de Commissie van 25 juli 1991 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 598/91 van de Raad met het oog op de levering van verschillende partijen tomatenconcentraat bestemd voor de bevolking van de Sowjetunie

PB L 203 van 26.7.1991, p. 42–46 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1991/2211/oj

31991R2211

Verordening (EEG) nr. 2211/91 van de Commissie van 25 juli 1991 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 598/91 van de Raad met het oog op de levering van verschillende partijen tomatenconcentraat bestemd voor de bevolking van de Sowjetunie

Publicatieblad Nr. L 203 van 26/07/1991 blz. 0042 - 0046


VERORDENING (EEG) Nr. 2211/91 VAN DE COMMISSIE van 25 juli 1991 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 598/91 van de Raad met het oog op de levering van verschillende partijen tomatenconcentraat bestemd voor de bevolking van de Sowjetunie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 598/91 van de Raad van 5 maart 1991 betreffende een noodmaatregel voor de levering van landbouwprodukten, bestemd voor de bevolking van de Sowjetunie (1), en met name op artikel 5, lid 2,

Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 598/91 voorziet in een noodmaatregel voor de levering van landbouwprodukten bestemd voor de bevolking van de Sowjetunie; dat dit land heeft verzocht om levering van tomatenconcentraat in middelgrote verpakkingen;

Overwegende dat, rekening houdend met de bijzondere vereisten van de levering ten aanzien van transport en distributie van de produkten, de kosten voor de vervaardiging van de produkten apart via inschrijving moeten worden bepaald, en in een tweede stadium de verzending van de produkten naar de betrokken instellingen en instanties moet worden georganiseerd;

Overwegende dat in het kader van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 598/91 ook zowel de voorwaarden voor deelneming aan de inschrijving, de voorschriften inzake de toewijzing van de levering en de verplichtingen van de inschrijvers voor de vervaardiging van tomatenconcentraat moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat, om te garanderen dat de levering naar behoren wordt uitgevoerd, moet worden voorzien in voorschriften inzake het stellen van zekerheden en voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwprodukten (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3745/89 (3);

Overwegende dat op de vervaardiging en de verpakking van de produkten permanent controle moet worden uitgeoefend door de interventiebureaus van de Lid-Staten;

Overwegende dat op grond van artikel 2, punt 4, van Verordening (EEG) nr. 598/91 voor de geleverde produkten geen restituties worden toegekend en geen monetaire compenserende bedragen worden toegepast;

Overwegende dat moet worden voorzien in de mededeling van de gegevens die nodig zijn om de verrichtingen zo goed mogelijk te kunnen volgen tot bij de overname door het bureau of de onderneming die belast is met de verzending van de produkten naar de plaats van bestemming;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het comité bedoeld in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 598/91,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Hierbij wordt een inschrijving geopend voor de levering, in het kader van Verordening (EEG) nr. 598/91 en overeenkomstig de hierbij vastgestelde bepalingen, van 3 000 ton tomatenconcentraat bestemd voor de bevolking van de Sowjetunie.

2. De levering omvat:

a) de vervaardiging van tomatenconcentraat met de in bijlage II vermelde kenmerken.

Het eindprodukt moet worden verpakt in dozen met een netto-inhoud van minder dan 3 kg (1 500 ton) en tussen 3 kg en 5 kg (1 500 ton) op hun beurt verpakt in kartons op paletten volgens de voor de uitvoer gebruikelijke normen, overeenkomstig bijlage II.

De vervaardiging en de verpakking van het produkt waarop de offerte betrekking heeft moeten in dezelfde fabriek plaatsvinden en uiterlijk op 20 september 1991 zijn beëindigd;

b) het ter beschikking van de door de Commissie aangewezen instantie houden van het produkt tot en met 2 oktober 1991. De kosten van opslag tijdens deze periode zijn voor rekening van de inschrijver;

c) de verbintenis om op verzoek van de door de Commissie aangewezen instantie het produkt waarvoor is ingeschreven zoveel mogelijk vóór de einddatum van de onder a) en b) vermelde periodes te vervaardigen en ter beschikking van de door de Commissie aangewezen instantie te stellen.

Artikel 2

1. De offertes worden door de inschrijvers ingediend via schriftelijke telecommunicatie (telefax of telex) op het onderstaande adres. Alleen offertes die uiterlijk op 31 juli 1991, vóór 12.00 uur (Brusselse tijd), integraal worden ingediend zijn ontvankelijk.

Commissie van de Europese Gemeenschappen,

Adm. eenheid Fruit en Groenten,

Gebouw "Wet 120", Wetstraat 120, Kamer 9/29,

B-1049 Brussel

[telex: 22037 AGREC B of 25670 AGREC B, telefax: (32-2) 235 21 95].

Ingeval de opdracht overeenkomstig artikel 3, niet wordt toegewezen, moeten eventuele nieuwe offertes worden ingediend uiterlijk op 19 augustus 1991 vóór 12.00 uur (Brusselse tijd).

2. De offertes zijn slechts geldig als:

a) zij een duidelijke verwijzing naar de levering als bedoeld in artikel 1 van deze verordening bevatten;

b) de naam, het adres, het telex- en/of het telefaxnummer van de in de Gemeenschap gevestigde inschrijver erin zijn vermeld;

c) zij betrekking hebben op een of meer partijen van 500 ton (nettogewicht) van de goederen. In de offertes moet nauwkeurig het aantal partijen (nettogewicht) en de netto-inhoud van de doos vermeld zijn waarop zij betrekking hebben;

d) er een bedrag in ecu per ton in is vermeld voor de volledige levering van een partij; dit bedrag omvat de kosten van vervaardiging en verpakking;

e) het juiste adres van de fabriek waar de produkten worden vervaardigd en verpakt en van het pakhuis waar de produkten ter beschikking worden gehouden van de door de Commissie aangewezen instantie erin is vermeld. In elke offerte mag slechts één pakhuis worden vermeld;

f) zij vergezeld gaan van het bewijs dat de inschrijver, overeenkomstig de bepalingen van titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85, een inschrijvingszekerheid van 20 ecu per ton ten gunste van de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft gesteld. Als bewijs mag een door de borg afgegeven document worden bijgevoegd.

Offertes die niet overeenkomstig de bepalingen van dit artikel worden ingediend of die andere dan de voor de inschrijvingsprocedure vastgestelde voorwaarden bevatten, zijn niet geldig.

Een offerte kan niet worden gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 3

1. Op basis van de ontvangen offertes

- wordt de levering toegewezen aan de inschrijver of inschrijvers met de laagste offerte(s). Bij gelijke offertes gebeurt de toewijzing door loting;

- of wordt, indien nodig, de levering niet gegund, met name als de in de offertes vermelde bedragen hoger zijn dan de normale prijzen op de markt.

2. Binnen vijf werkdagen na de uiterste datum voor de indiening van de offertes, stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen alle inschrijvers via schriftelijke telecommunicatie in kennis van het resultaat van hun deelneming aan de inschrijving. Als een levering is toegewezen, wordt de betrokken inschrijver daarvan onverwijld via schriftelijke telecommunicatie in kennis gesteld.

Artikel 4

1. De in artikel 2, lid 2, onder f), bedoelde inschrijvingszekerheid wordt onverwijld vrijgegeven als een offerte niet wordt aanvaard of de opdracht niet wordt toegewezen.

2. Als primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 geldt:

a) voor de inschrijvers: het gestand doen van hun offerte tot het in artikel 3, lid 1, bedoelde besluit is genomen;

b) voor de inschrijver aan wie de opdracht is gegund: het stellen van de leveringszekerheid overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.

Artikel 5

Binnen vijf werkdagen nadat aan de betrokken inschrijver is medegedeeld dat de levering hem is toegewezen, doet deze aan de in artikel 6 bedoelde instantie het bewijs toekomen dat te haren gunste een leveringszekerheid van 10 % van het in zijn offerte vermelde bedrag is gesteld, overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85. Als bewijs mag een door de borg afgegeven document worden overgelegd.

Artikel 6

1. De inschrijver aan wie de opdracht is gegund dient vóór 9 oktober 1991 een verzoek om betaling van de levering in bij het interventiebureau van de Lid-Staat waarin het in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde pakhuis is gevestigd.

Bij dit verzoek moeten worden gevoegd:

- het origineel van het overeenkomstig het model in de bijlage opgestelde overnamecertificaat dat is afgegeven door de door de Commissie aangewezen instantie;

- het na uitvoering van de controles door de in artikel 7 genoemde instantie opgestelde certificaat.

De betaling wordt verricht voor de hoeveelheden (nettogewicht) die in het overnamecertificaat zijn vermeld.

2. Als de goederen niet uiterlijk op de in artikel 1, lid 2, vermelde datum worden overgenomen, moet de inschrijver aan wie de opdracht is gegund de met de controles belaste instantie laten constateren dat de goederen overeenkomstig het bepaalde in voornoemd artikel beschikbaar zijn gesteld.

Voor de hoeveelheden waarvoor de controle-instantie verklaart dat aan de verplichtingen is voldaan, vindt betaling plaats.

De met de betaling belaste instantie neemt, na overleg met de Commissie, de nodige maatregelen ten aanzien van de bestemming van de goederen.

Artikel 7

De vervaardiging en de verpakking van het produkt moeten worden gecontroleerd door de instantie die is aangewezen door de Lid-Staat waarin de betrokken fabriek is gevestigd.

De inschrijver aan wie de opdracht is gegund moet aanvaarden dat de betrokken instantie controles verricht. Hij deelt deze instantie met het oog daarop mee waar en wanneer het te leveren produkt zal worden vervaardigd en verpakt en vermeldt daarbij ook de naam en het adres van het in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde pakhuis.

De betrokken instantie geeft na afloop van de controles een certificaat af waarin wordt bevestigd dat het tomatenconcentraat is verkregen uit verse tomaten van de oogst 1990 of 1991.

Artikel 8

1. De primaire eis voor de levering in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 is de levering van het produkt volgens de vastgestelde voorwaarden. Als ten minste 99 % van de in de offerte vermelde hoeveelheid produkt met inachtneming van alle andere voorwaarden is geleverd, wordt aangenomen dat aan deze eis is voldaan.

2. De leveringszekerheid wordt vrijgegeven als de in artikel 6, lid 1, bedoelde documenten bij het betrokken interventiebureau zijn ingediend.

De leveringszekerheid wordt ook in geval van overmacht onverwijld vrijgegeven.

Artikel 9

Het bedrag dat moet worden betaald voor de levering en het bedrag van de inschrijvings- en van de leveringszekerheid moeten worden omgerekend aan de hand van de landbouwomrekeningskoers die geldt op de uiterste datum voor de indiening van de offertes.

Artikel 10

1. De Commissie stelt de in de artikelen 6 en 7 bedoelde instanties in kennis van de naam van de inschrijvers aan wie een opdracht is gegund en van alle andere nodige informatie betreffende de uitvoering van de levering.

2. De in lid 1 bedoelde instanties delen aan de Commissie alle inlichtingen over de uitvoering van de levering mede, en met name de resultaten van de controles en de gegevens over de overname.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 25 juli 1991. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 67 van 14. 3. 1991, blz. 19. (2) PB nr. L 205 van 3. 8. 1985, blz. 5. (3) PB nr. L 364 van 14. 12. 1989, blz. 54.

BIJLAGE I

OVERNAMECERTIFICAAT

Ondergetekende:

(naam, voornaam, firmanaam)

handelend namens voor rekening van

verklaart dat de hierin genoemde goederen,

geleverd overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2211/91 van de Commissie, zijn overgenomen:

- Plaats en datum van overname:

- Aard van het produkt:

- Tonnage, overgenomen gewicht (netto):

- Opmaak en verpakking:

Opmerkingen:

Handtekening:

BIJLAGE II

1. Kenmerken en kwaliteit van het produkt

Totaal vaste stoffen 29-31 %, oplosbare stoffen (tomaat) 26-28 %, zoutgehalte (in NaCl) 1,3 %, zuurgraad (in citroenzuur) 2-3 %. Het produkt moet van de oogst 1990 of 1991 afkomstig zijn. Het tomatenconcentraat moet tevens beantwoorden aan de minimale kwaliteitseisen voorzien in artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 1764/86 van de Commissie (PB nr. L 153 van 7. 6. 1986, blz. 1)

2. Verpakking en opschriften

In blikken met elk een netto-inhoud van minder dan 3 kg (3 partijen van 500 ton elk) en tussen 3 kg en 5 kg (3 partijen van 500 ton elk), hermetisch gesloten, zonder corrosie op de naden of de binnenkant, voorzien van lithografie of een etiket. Op het etiket moet worden vermeld:

i) de bestanddelen;

ii) netto-inhoud van het blik in gram;

iii) naam en adres van de fabrikant (code);

iv) land van oorsprong;

v) datum van produktie (code).

De blikken moeten worden verpakt in nieuwe kartonnen dozen voor vervoer over de weg, 6 blikken per kartonnen doos; om de gesloten kartonnen dozen moet een kleefband worden aangebracht.

Top