Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990R0891

VERORDENING (EEG) Nr. 891/90 VAN DE COMMISSIE van 6 april 1990 tot vaststelling van de referentieprijzen voor tafeldruiven voor het verkoopseizoen 1990

PB L 92 van 7.4.1990, p. 33–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/11/1990

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1990/891/oj

31990R0891

VERORDENING (EEG) Nr. 891/90 VAN DE COMMISSIE van 6 april 1990 tot vaststelling van de referentieprijzen voor tafeldruiven voor het verkoopseizoen 1990

Publicatieblad Nr. L 092 van 07/04/1990 blz. 0033 - 0034


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 891/90 VAN DE COMMISSIE

van 6 april 1990

tot vaststelling van de referentieprijzen voor tafeldruiven voor het verkoopseizoen 1990

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1119/89 (2), en met name op artikel 27, lid 1,

Overwegende dat luidens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die voor de gehele Gemeenschap gelden;

Overwegende dat, in verband met de betekenis van de tafeldruivenproduktie in de Gemeenschap, voor dit produkt een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat de in een bepaald produktieseizoen geoogste tafeldruiven worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van mei tot en met april van het daaropvolgende jaar; dat de kleine hoeveelheden die in de maanden mei en juni, de eerste twintig dagen van de maand juli, alsmede tijdens de maanden januari tot en met april van het daaropvolgende jaar worden geoogst, de vaststelling van referentieprijzen voor deze periodes niet rechtvaardigen; dat er gedurende de laatste tien dagen van de maand november en de maand december een relatief belangrijke ontwikkeling van de handel in communautaire produkten kan worden geconstateerd, hoofdzakelijk ten gevolge van betere produktietechnieken; dat de momenteel beschikbare gegevens echter niet voldoende overtuigend zijn om van nu af aan de vaststelling van een referentieprijs voor deze periode te rechtvaardigen; dat thans bijgevolg slechts voor het tijdvak van 21 juli tot en met 20 november referentieprijzen moeten worden vastgesteld;

Overwegende dat krachtens artikel 23, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op een peil dat gelijk is aan dat van het voorafgaande verkoopseizoen, verhoogd, na aftrek van het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het voorafgaande verkoopseizoen die op de communautaire produkten drukken vanaf de produktiegebieden tot de verbruikscentra van de Gemeenschap,

- met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit, verminderd met de stijging van de produktiviteit,

- met het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen;

dat het aldus verkregen peil evenwel niet hoger mag zijn dan het rekenkundig gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, verhoogd met de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen, waarbij het aldus verkregen bedrag wordt verhoogd met de ontwikkeling van de produktiekosten, verminderd met de stijging van de produktiviteit; dat de referentieprijs voorts niet lager mag zijn dan de voor het voorafgaande verkoopseizoen geldende referentieprijs;

Overwegende dat, om rekening te houden met de seizoenverschillen in de prijzen, het verkoopseizoen in verscheidene periodes dient te worden verdeeld en voor elke periode een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die in de drie jaren voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan bepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht, buiten beschouwing moeten worden gelaten;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 272, lid 3, van de Toetredingsakte, in de eerste etappe van de Toetredingsakte voor de berekening van de referentieprijzen geen rekening wordt gehouden met de prijzen van Portugese produkten;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1990 worden de referentieprijzen voor tafeldruiven (GN-codes 0806 10 15 en 0806 10 19), uitgedrukt in ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, als volgt vastgesteld:

- van 21 juli t/m 31 augustus: 52,01

- september en oktober: 49,28

- november (van 1 t/m 20): 44,95.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 1990.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 6 april 1990.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

(2) PB nr. L 118 van 29. 4. 1989, blz. 12.

Top