Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988R1841

    Verordening (EEG) nr. 1841/88 van de Raad van 21 juni 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3164/76 betreffende het communautaire contingent voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten

    PB L 163 van 30.6.1988, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1993

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1988/1841/oj

    31988R1841

    Verordening (EEG) nr. 1841/88 van de Raad van 21 juni 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3164/76 betreffende het communautaire contingent voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten

    Publicatieblad Nr. L 163 van 30/06/1988 blz. 0001 - 0002


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 1841/88 VAN DE RAAD

    van 21 juni 1988

    tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3164/76 betreffende het communautaire contingent voor het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 75,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    Overwegende dat de Raad zijn voornemen bevestigt om vóór 1 januari 1993 op het gebied van het intracommunautaire goederenvervoer over de weg een vrije markt zonder kwantitatieve beperkingen te verwezenlijken alsmede daartoe noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen te treffen;

    Overwegende dat, naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van 22 mei 1985 in zaak 13/83 (4) en van de door de Europese Raad op 28 en 29 juni 1985 goedgekeurde conclusies met betrekking tot de mededeling van de Commissie over de voltooiing van de interne markt, de Raad in zijn zittingen van 14 november 1985, 30 juni 1986 en 25 juni 1987 er zijn instemming mee heeft betuigd om uiterlijk in 1992 een vrije markt zonder kwantitatieve beperkingen in de sector van het intracommunautaire goederenvervoer over de weg tot stand te brengen, de distorsies van de mededinging op te heffen en een oplossing te vinden voor het probleem van communautair douanevervoer door derde landen ten einde discriminatie tussen vervoersondernemers van de verschillende Lid-Staten te vermijden;

    Overwegende dat het noodzakelijk is de verhoging van het communautaire contingent voor 1988 en 1989 vast te stellen;

    Overwegende dat voor 1989 de methode voor de verdeling over de Lid-Staten van het aantal uit de verhoging van het communautaire contingent resulterende vergunningen dient te worden vereenvoudigd, door deze vergunningen te verdelen op een volkomen lineaire basis, onverminderd de later toe te passen methode;

    Overwegende dat, om de vervoersondernemingen in staat te stellen zich tijdig aan de nieuwe marktordening aan te passen, nu reeds in deze verordening dient te worden besloten dat de definitieve regeling voor de toegang tot de markt van het internationale goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap per 1 januari 1993 wordt ingevoerd;

    Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3164/76 (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1879/87 (6), dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 3164/76 wordt als volgt gewijzigd:

    1. De titel wordt vervangen door:

    »Verordening (EEG) nr. 3164/76 van de Raad van 16 december 1976 inzake de toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg".

    2. Artikel 3 wordt vervangen door:

    »Artikel 3

    1. Voor 1988 wordt het totale aantal communautaire vergunningen dat in het kader van het communautaire contingent aan de Lid-Staten wordt toegekend, vastgesteld op 17 153.

    Het aantal communautaire vergunningen voor elk van de Lid-Staten afzonderlijk wordt als volgt vastgesteld:

    België: 1 488

    Denemarken: 1 444

    Duitsland: 2 374

    Griekenland: 658

    Spanje: 1 543

    Frankrijk: 2 018

    Ierland: 671

    Italië: 2 022

    Luxemburg: 693

    Nederland: 2 104

    Portugal: 873

    Verenigd Koninkrijk: 1 265.

    Onverminderd artikel 3 bis kan een Lid-Staat vanaf 1 juli 1988 verzoeken om gehele of gedeeltelijke omzetting voor 1988 volgens de in de leden 3 en 4 van artikel 3 bis neergelegde regels in communautaire vergunningen van korte duur van de extra communautaire vergunningen die voortvloeien uit bovenstaande alinea's, à raison van zes vergunningen van korte duur voor elke van deze extra vergunningen.

    2. Voor 1989 wordt het totale aantal communautaire vergunningen dat in het kader van het communautaire contingent aan de Lid-Staten wordt toegekend, vastgesteld op 24 021.

    Het aantal communautaire vergunningen voor elk van de Lid-Staten afzonderlijk wordt als volgt vastgesteld:

    België: 2 084

    Denemarken: 2 022

    Duitsland: 3 324

    Griekenland: 922

    Spanje: 2 161

    Frankrijk: 2 826

    Ierland: 940

    Italië: 2 831

    Luxemburg: 971

    Nederland: 2 946

    Portugal: 1 223

    Verenigd Koninkrijk: 1 771.

    3. De Raad neemt uiterlijk op 31 maart 1990, op de grondslag van een vóór 31 december 1989 in te dienen voorstel van de Commissie, een besluit over de verhoging van het communautaire contingent vanaf 1990 en over de in crisissituaties te nemen maatregelen. Het voorstel dient vergezeld te gaan van een verslag over de gevolgen van de tot dusver aangenomen verhogingen, met inbegrip van de verdeling van het communautaire contingent.

    4. Voorts zal de Raad uiterlijk op 31 maart 1990, op de grondslag van een voorstel van de Commissie dat vóór 31 december 1989 moet worden ingediend, de regeling vaststellen die van toepassing zal zijn op het vervoer tussen Lid-Staten via derde landen, zonder dat gediscrimineerd wordt tussen de vervoersondernemers van de verschillende Lid-Staten.

    5. Indien de ontwikkeling van de capaciteit van het goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten waarvoor een communautair of bilateraal contingent bestaat, achterblijft bij de ontwikkeling van de vraag naar vervoer, besluit de Commissie in aanvulling op de jaarlijkse verhoging tot een passende verhoging van het communautaire contingent.

    Het besluit van de Commissie wordt van kracht na een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de kennisgeving aan de Lid-Staten, tenzij de zaak binnen die termijn door een Lid-Staat aan de Raad wordt voorgelegd. In dat geval neemt de Raad binnen een termijn van drie maanden met gekwalificeerde meerderheid een besluit. Indien de Raad binnen die termijn geen besluit heeft genomen, wordt het besluit van de Commissie van kracht.".

    3. In artikel 3 bis, lid 1, wordt het cijfer 15 (%) vervangen door 20 (%).

    4. De volgende artikelen worden ingevoegd:

    »Artikel 4 bis

    1. De communautaire en bilaterale contingenten tussen Lid-Staten alsmede de contingenten inzake doorvoer naar of uit derde landen worden op 1 januari 1993 afgeschaft voor communautaire vervoersondernemers.

    2. Met ingang van de in lid 1 bedoelde datum geldt voor de toegang tot de markt van grensoverschrijdend goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap een stelsel van communautaire vergunningen die worden verleend op de grondslag van kwalitatieve criteria.

    Artikel 4 ter

    Uiterlijk 30 juni 1991 stelt de Raad, op de grondslag van voorstellen van de Commissie, krachtens artikel 75 van het Verdrag maatregelen vast die nodig zijn voor de toepassing van artikel 4 bis.

    Artikel 4 quater

    Vanaf 1 juli 1988 moet de omvang van de bilaterale contingenten die gedurende de overgangsperiode van toepassing blijven tot het ogenblik waarop zij volgens schema worden afgeschaft, worden aangepast aan de behoeften van het handelsverkeer en van het vervoer, doorvoer inbegrepen.".

    5. Bijlage IV wordt geschrapt.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1988.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Luxemburg, 21 juni 1988.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J. WARNKE

    (1) PB nr. C 65 van 12. 3. 1987, blz. 4.

    (2) PB nr. C 281 van 19. 10. 1987, blz. 77.

    (3) PB nr. C 232 van 31. 8. 1987, blz. 34.

    (4) PB nr. C 144 van 13. 6. 1985, blz. 4.

    (5) PB nr. L 357 van 29. 12. 1976, blz. 1.

    (6) PB nr. L 179 van 3. 7. 1987, blz. 3.

    Top