Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988H0285

    88/285/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 29 maart 1988 betreffende ,,Third Party Financing"

    PB L 122 van 12.5.1988, p. 75–76 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/11/1995; opgeheven door 395D0504

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1988/285/oj

    31988H0285

    88/285/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 29 maart 1988 betreffende ,,Third Party Financing"

    Publicatieblad Nr. L 122 van 12/05/1988 blz. 0075 - 0076


    *****

    AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

    van 29 maart 1988

    betreffende »Third Party Financing"

    (88/285/EEG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 155,

    Overwegende dat de Commissie op 29 maart 1988 een mededeling onder de titel »Het bevorderen van investeringen ten behoeve van energie-efficiëntie door middel van »Third Party Financing"" heeft ingediend;

    Overwegende dat de Raad »Energie" op 2 juni 1987 de mededeling van de Commissie »op weg naar een permanent energiebesparingsbeleid in de Europese Gemeenschap" heeft besproken en zijn instemming heeft betuigd met de algemene benadering van de Commissie met betrekking tot de verwezenlijking van de doelstelling van de Raad voor 1995 inzake energie-efficiëntie;

    Overwegende dat in de conclusies van de Raad »Energie" van 26 november 1986 wordt aangedrongen op de schepping van nieuwe financiële instrumenten voor investeringen ten behoeve van energie-efficiëntie, zodat geen beroep op financiering door de overheid behoeft te worden gedaan;

    Overwegende dat in de resoluties van de Raad van 9 juni 1980 (1), en van 15 januari 1985 (2), erop wordt aangedrongen de energiebesparingsinspanningen in de Gemeenschap te stimuleren, het verbruik en de invoer van aardolie te beperken en tevens de Lid-Staten richtlijnen voor een basisprogramma inzake energiebesparing wordt aanbevolen;

    Overwegende dat in Aanbeveling 82/604/EEG van de Raad (3) investeringen op het gebied van het rationeel energiegebruik worden aangemoedigd;

    Overwegende dat de aanzienlijke verbetering ten aanzien van doeltreffend gebruik van energie in de Gemeenschap, welke in de periode 1973 tot en met 1985 werd vastgesteld, zich in de periode 1985 tot en met 1987 niet heeft voortgezet;

    Overwegende dat de aanzienlijke daling van de energieprijzen investeerders ervan weerhoudt ten behoeve van een doeltreffend energiegebruik specifieke investeringen te doen;

    Overwegende dat er voor rendabele investeringen op dit gebied nog een groot aantal mogelijkheden bestaan;

    Overwegende dat de doelstelling van de Raad voor 1995 inzake energie-efficiëntie een aanzienlijke opvoering van dergelijke investeringen vereist;

    Overwegende dat voor het aantrekken van de aanzienlijke hoeveelheid particulier kapitaal die voor specifieke investeringen op het gebied van energie-efficiëntie noodzakelijk is, »Third Party Financing" voor de Gemeenschap een nuttig instrument kan vormen;

    Overwegende dat de door de Commissie uitgewerkte methoden voor het scheppen van financiële instrumenten bijzonder nuttig zijn om voor prioritaire doelstellingen van de Gemeenschap particulier kapitaal te mobiliseren;

    Overwegende dat de Europese Investeringsbank reeds een belangrijk deel van haar middelen voor de ontwikkeling van rationeel energiegebruik bestemt en dat zulks aanmoediging verdient,

    BEVEELT AAN:

    Artikel 1

    De Lid-Staten nemen de volgende maatregelen ter bevordering van de toepassing van »Third Party Financing" voor investeringen ten behoeve van de energie-efficiëntie:

    a) opheffing van alle wettelijke en administratieve bepalingen die de toepassing van »Third Party Financing" voor investeringen ten behoeve van de energie-efficiëntie belemmeren, met name de bepalingen die voor de plaatselijke overheden een verbod inhouden om van diensten op het gebied van »Third Party Financing" gebruik te maken;

    b) actieve stimulering van de toepassing van deze techniek in de overheidssector;

    c) opstelling, op nationaal niveau, van modelcontracten inzake »Third Party Financing" naar het voorbeeld van de door de Commissie ontworpen contracten;

    d) aanmoediging van bedrijven in de openbare of particuliere sector, en met name energievoorzieningsbedrijven, om hun activiteiten uit te breiden met dienstverlening op het gebied van »Third Party Financing";

    e) maatregelen om het verlenen van diensten op het gebied van »Third Party Financing" door gas- en elektriciteitsbedrijven aan te moedigen en te propageren, met name voor de tertiaire en voor de woningbouwsector, in het bijzonder voor woongebouwen en meergezinswoningen, alsmede voor de kleine en middelgrote ondernemingen;

    f) verstrekking van leningen voor woongebouwen en meergezinswoningen en voor kleine handels- of industriële ondernemingen voor de kosten van audits die door erkende energie-servicebedrijven en door in »Third Party Financing" gespecialiseerde bedrijven worden uitgevoerd;

    g) maatregelen die het ontstaan van een aparte, in »Third Party Financing" gespecialiseerde bedrijfstak op het gebied van energie-efficiëntie bevorderen door middel van financiële stimulansen zoals de mogelijkheid om kapitaal te lenen tegen uitgestelde rente, rechtstreekse deelneming van de Staat in het kapitaal of financiële garanties;

    h) organisatie van uitgebreide voorlichtingscampagnes ten einde in alle sectoren van de economie de toepassing van »Third Party Financing" voor investeringen ten behoeve van de energie-efficiëntie te bevorderen;

    i) samenwerking met de Commissie en andere Lid-Staten in de vorm van geregelde besprekingen over de gemaakte vorderingen en over de eventuele noodzaak voor aanvullende maatregelen.

    Artikel 2

    De Lid-Staten werken samen met de Commissie om gedurende de komende acht jaar om de twee jaar de op grond van deze aanbeveling getroffen maatregelen aan een beoordeling te onderwerpen.

    Artikel 3

    Deze aanbeveling is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 29 maart 1988.

    Voor de Commissie

    Nicolas MOSAR

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. C 149 van 18. 6. 1980, blz. 3.

    (2) PB nr. C 20 van 22. 1. 1985, blz. 1.

    (3) PB nr. L 247 van 23. 8. 1982, blz. 9.

    Top