Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R3661

Verordening (EEG) nr. 3661/86 van de Raad van 26 november 1986 houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en definitieve inning van het op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Tsjechoslowakije en de Volksrepubliek China ingestelde voorlopige anti-dumpingrecht

PB L 339 van 2.12.1986, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 04/06/1988; opgeheven door 388R1531

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/3661/oj

31986R3661

Verordening (EEG) nr. 3661/86 van de Raad van 26 november 1986 houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en definitieve inning van het op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Tsjechoslowakije en de Volksrepubliek China ingestelde voorlopige anti-dumpingrecht

Publicatieblad Nr. L 339 van 02/12/1986 blz. 0001 - 0003


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3661/86 VAN DE RAAD

van 26 november 1986

houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en definitieve inning van het op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Tsjechoslowakije en de Volksrepubliek China ingestelde voorlopige anti-dumpingrecht

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2176/84 van de Raad van 23 juli 1984 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 12,

Gezien het voorstel dat de Commissie heeft ingediend na overleg in het kader van het in genoemde verordening bedoelde Raagevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. Voorlopige maatregel

(1) De Commissie heeft bij Verordening (EEG) nr. 2495/86 (2) een voorlopig anti-dumpingrecht ingesteld op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Tsjechoslowakije en de Volksrepubliek China.

B. Verdere procedure

(2) Na de instelling van het voorlopige anti-dumpingrecht zijn de exporteurs uit de Duitse Democratische Republiek en uit Tsjechoslowakije, één Chinese exporteur, te weten Sinochem, en enkele importeurs desgevraagd in de gelegenheid gesteld door de Commissie te worden gehoord. Bovendien hebben enkele exporteurs en importeurs schriftelijk hun standpunt inzake de voorlopige bevindingen en de voorlopige rechten kenbaar gemaakt.

C. Normale waarde

(3) De Raad bevestigt de conclusies van de Commissie weergegeven in de overwegingen (7), (8) en (9) van Verordening (EEG) nr. 2495/86 volgens welke de normale waarde moet worden bepaald op basis van de binnenlandse prijzen in de Verenigde Staten.

D. Prijs bij uitvoer

(4) De prijzen bij uitvoer werden bepaald op basis van de werkelijk betaalde of te betalen prijzen voor de produkten die met het oog op uitvoer naar de Gemeenschap werden verkocht.

E. Vergelijking

(5) Bij het vergelijken van de normale waarde met de prijzen bij uitvoer heeft de Commissie zo nodig rekening gehouden met verschillen die van invloed kunnen zijn op de vergelijkbaarheid van de prijzen en in het bijzonder met verschillen in betalings- en leveringsvoorwaarden. Alle vergelijkingen werden gemaakt in het stadium af fabriek.

F. Dumping

(6) Sedert de instelling van het voorlopige recht is geen nieuw bewijsmateriaal inzake dumping meer ontvangen. De in de overwegingen (12), (13) en (14) van Verordening (EEG) nr. 2495/86 uiteengezette bevindingen inzake dumping worden derhalve bevestigd.

G. Schade

(7) Met betrekking tot de schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap is geen nieuw bewijsmateriaal ingediend. De in de overwegingen (15) tot en met (21) van Verordening (EEG) nr. 2495/86 vervatte gevolgtrekkingen inzake schade worden derhalve bevestigd.

H. Belang van de Gemeenschap

(8) Nadat zij hun standpunten inzake de voorlopige bevindingen en de voorlopige rechten kenbaar hadden gemaakt, hebben de verwerkende industrieën in de Gemeenschap niet verzocht te worden gehoord en hebben zij evenmin schriftelijke

conclusies ingediend. De Commissie heeft derhalve de bevindingen inzake het belang van de Gemeenschap, waartoe zij in Verordening (EEG) nr. 2495/86 (overwegingen (22), (23) en (24)) was gekomen, bevestigd. De Raad is op deze grondslag tot de conclusie gekomen dat in het belang van de Gemeenschap maatregelen dienen te worden getroffen.

I. Verbintenissen

(9) De exporteurs die zich in de loop van het onderzoek bekend hebben gemaakt, werden op de hoogte gesteld van de voornaamste bevindingen uit het onderzoek en hebben daarop hun zienswijze gegeven. In aansluiting daarop werden door Chemie Export/Import, Duitse Democratische Republiek, Chemapol Foreign Trade Co. Ltd, Tsjechoslowakije, en China National Chemicals Import and Export Corporation (Sinochem), Volksrepubliek China, verbintenissen aangeboden betreffende hun uitvoer van kaliumpermanganaat naar de Gemeenschap.

(10) De aangeboden verbintenissen werden door de Commissie aanvaardbaar geacht. Met betrekking tot deze exporteurs heeft de Commissie het onderzoek afgesloten.

J. Definitief recht

(11) In het licht van de bovengenoemde vaststelling zou op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China en verzonden door andere exporteurs dan China National Chemicals Import and Export Corporation (Sinochem), een definitief anti-dumpingrecht dienen te worden ingesteld van dezelfde omvang als het bedrag van het voorlopige anti-dumpingrecht.

Het recht is niet van toepassing op de uitvoer van China National Chemicals Import and Export Corporation (Sinochem), waarvan de verbintenis door de Commissie aanvaardbaar is geacht.

K. Inning van het voorlopige recht

(12) Gelet op het bepaalde in de overwegingen (15) tot en met (21) van Verordening (EEG) nr. 2495/86 is definitief vastgesteld dat de invoer met dumping van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Tsjechoslowakije en de Volksrepubliek China aan de betrokken bedrijfstak van de Gemeenschap wezenlijke schade heeft berokkend.

Volgens artikel 12, lid 2, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2176/84 bepaalt de Raad, los van de vraag of er een definitief anti-dumpingrecht of een definitief compenserend recht moet worden ingesteld, welk gedeelte van het voorlopige recht definitief moet worden geïnd.

Een voorlopig recht moet leiden tot een verhoging van de prijzen van de goederen die worden berekend aan de eerste onafhankelijke koper in de Gemeenschap. Een importeur die ervoor heeft gekozen zijn prijzen niet te verhogen, loopt dan ook het risico het recht te moeten betalen, en het is redelijk stappen te ondernemen om ervoor te zorgen dat hij zijn prijzen wel verhoogt, omdat zijn keuze ertoe heeft geleid dat de schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap voortduurt.

De voor het voorlopige anti-dumpingrecht als waarborg gestorte bedragen zouden derhalve in hun geheel definitief dienen te worden geïnd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Op de invoer van kaliumpermanganaat, vallende onder post ex 28.47 C van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomende met NIMEXE-code 28.47-60, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, wordt een definitief anti-dumpingrecht ingesteld.

2. Het recht is niet van toepassing op door China National Chemicals Import and Export Corporation (Sinochem) uitgevoerd kaliumpermanganaat.

3. Het recht bedraagt of wel het verschil tussen de prijs per kilogram netto, franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard, en 2,30 Ecu, of wel, indien dit hoger is, 28 % van die prijs.

De genoemde prijs franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard, is netto indien de verkoopvoorwaarden betaling binnen 30 dagen vanaf de datum van verzending inhouden; deze prijs wordt met 1 % verlaagd voor elke feitelijke verlenging van de betalingstermijn met een maand.

4. De voor douanerechten van kracht zijnde bepalingen zijn van toepassing.

Artikel 2

De ingevolge Verordening (EEG) nr. 2495/86 voor het voorlopige anti-dumpingrecht op de invoer van kaliumpermanganaat van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Tsjechoslowakije en de Volksrepubliek China tot zekerheid gestorte bedragen worden definitief geïnd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 26 november 1986.

Voor de Raad

De Voorzitter

P. WALKER

(1) PB nr. L 201 van 30. 7. 1984, blz. 1.

(2) PB nr. L 217 van 5. 8. 1986, blz. 12.

Top