Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R1947

    Verordening (EEG) nr. 1947/86 van de Raad van 24 juni 1986 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong, van post ex 22.05 C van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Marokko (1986/1987)

    PB L 169 van 26.6.1986, p. 2–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/1987

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/1947/oj

    31986R1947

    Verordening (EEG) nr. 1947/86 van de Raad van 24 juni 1986 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong, van post ex 22.05 C van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Marokko (1986/1987)

    Publicatieblad Nr. L 169 van 26/06/1986 blz. 0002 - 0006


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 1947/86 VAN DE RAAD

    van 24 juni 1986

    betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong, van post ex 22.05 C van het gemenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Marokko (1986/1987)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat in artikel 21 van de Samenwerkings- overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (1) is bepaald dat sommige wijnen met een benaming van oorsprong, van post ex 22.05 C van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Marokko, die in de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling van 12 maart 1977 (2) nader zijn omschreven, bij invoer in de Gemeenschap van douanerechten zijn vrijgesteld, binnen de grenzen van een jaarlijks communautair tariefcontingent van 50 000 hectoliter; dat deze wijnen moeten worden aangeboden in verpakkingen inhoudende 2 liter of minder; dat het desbetreffende tariefcontingent derhalve dient te worden geopend voor de periode van 1 juli 1986 tot en met 30 juni 1987;

    Overwegende dat krachtens artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 449/86 van de Raad van 24 februari 1986 tot vaststelling van de regeling die het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek op het handelsverkeer met bepaalde derde landen moeten toepassen (3) voor de bepalingen die het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek op het handelsverkeer met Marokko toepassen, de tariefbepalingen en andere handelsregels gelden die van toepassing zijn op de landen waarvoor de meestbegunstigingsclausule geldt; dat de onderhavige verordening derhalve geldt voor de Gemeenschap van de Tien;

    Overwegende dat voor de betrokken wijn de referentieprijzen franco grens van toepassing zijn; dat deze wijn alleen voor dit tariefcontingent in aanmerking kan komen onder de voorwaarde dat artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 337/79 (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/85 (5), in acht wordt genomen;

    Overwegende dat met name gewaarborgd moet worden dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van genoemd contingent en voorts dat in de Lid-Staten de op het genoemde contingent toe te passen rechten ononderbroken worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten tot op het moment dat het contingent is uitgeput; dat een systeem voor de benutting van het communautaire tariefcontingent, gebaseerd op een verdeling over de Lid-Staten, in overeenstemming schijnt te zijn met het communautaire karakter van het genoemde contingent in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen; dat deze verdeling, om zo goed mogelijk de werkelijke ontwikkeling van de markt van de betrokken produkten weer te geven, toegepast moet worden naar verhouding van de behoeften der Lid-Staten, berekend enerzijds op grond van de statistische gegevens betreffende de invoer van de genoemde produkten uit Marokko over een representatieve referentieperiode en anderzijds op grond van de economische vooruitzichten voor de betrokken contingentsperiode;

    Overwegende dat evenwel in het onderhavige geval zowel communautaire als nationale statistische gegevens, onderverdeeld naar de kwaliteit van de betrokken wijnen, ontbreken, en dat geen enkele deugdelijke prognose betreffende de invoer kan worden gemaakt; dat het onder deze omstandigheden wenselijk lijkt het contingent zodanig in aanvankelijke quota te verdelen dat rekening wordt gehouden met de afnamemogelijkheden voor de genoemde wijnen op de markten van de verschillende Lid-Staten;

    Overwegende dat, ten einde rekening te houden met de ontwikkeling van de invoer van de betrokken produkten in de verschillende Lid-Staten het contingent in twee gedeelten moet worden gesplitst, waarvan het eerste gedeelte over de Lid-Staten wordt verdeeld, terwijl het tweede gedeelte een reserve vormt ter voorziening in de verdere behoeften van de Lid-Staten die hun aanvankelijke quotum hebben opgebruikt; dat, ten einde aan de importeurs van elke Lid-Staat een zekere waarborg te geven, het eerste gedeelte van het communautaire contingent zou moeten worden vastgesteld op een niveau dat in het onderhavige geval 40 % van het volume van het contingent zou kunnen bedragen;

    Overwegende dat de aanvankelijke quota van de Lid-Staten meer of minder spoedig kunnen zijn opgebruikt; dat het, ten einde daarmee rekening te houden en elke onderbreking te voorkomen, van belang is dat iedere Lid-Staat die zijn aanvankelijke quotum nagenoeg geheel heeft benut een extra quotum uit de reserve opneemt; dat deze opneming door elke Lid-Staat moet worden verricht wanneer elk van zijn extra quota vrijwel geheel is benut, en wel zo vaak als de reserve dat toelaat; dat de aanvankelijke en de extra quota moeten gelden tot aan het einde van de contingentsperiode; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van het contingent moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

    Overwegende dat het noodzakelijk is dat een Lid-Staat, die op een bepaald tijdstip van de contingentsperiode een belangrijk overschot van het aanvankelijke quotum heeft, daarvan een aanmerkelijk percentage in de reserve terugstort, ten einde te voorkomen dat een gedeelte van het communautaire contingent in een Lid-Staat onbenut blijft, terwijl andere Lid-Staten er gebruik van zouden kunnen maken;

    Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Voor de periode van 1 juli 1986 tot en met 30 juni 1987 wordt een communautair tariefcontingent van 50 000 hectoliter geopend voor de volgende produkten van oorsprong uit Marokko:

    1.2 // // // Nr. van het gemeen- schappelijk douanetarief // Omschrijving // // // 22.05 // Wijn van verse druiven; druivemost, waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit (mistella daaronder begrepen): // // C. andere: // // - Wijnen met een benaming van oorsprong die de volgende namen dragen: // // Berkane, Saïs, Beni M'Tir, Guerrouane, Zemmour, Zennata, met een effectief alcohol-volumegehalte van 15 % vol of minder, in verpakkingen inhoudende twee liter of minder // //

    2. Binnen de grenzen van dit tariefcontingent worden de voor deze wijnen geldende rechten van het gemeenschappelijk douanetarief geheel geschorst.

    3. Voor de betrokken wijn zijn de referentieprijzen franco grens van toepassing.

    Deze wijn kan alleen voor dit tariefcontingent in aanmerking komen onder de voorwaarde dat artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 337/79 in acht wordt genomen.

    4. Bij de invoer moet elk van deze wijnen vergezeld gaan van een certificaat van benaming van oorsprong, afgegeven door de bevoegde Marokkaanse overheidsinstantie, conform het aan deze verordening gehechte model. Het oude model mag tot en met 30 juni 1987 worden gebruikt.

    Artikel 2

    1. Het in artikel 1 genoemde tariefcontingent wordt in twee gedeelten gesplitst.

    2. Een eerste gedeelte van het contingent wordt over de Lid-Staten verdeeld; de quota die, onder voorbehoud van artikel 5, tot en met 30 juni 1987 gelden, bedragen:

    1.2 // // (in hectoliter) // Benelux // 3 200 // Denemarken // 1 880 // Duitsland // 4 000 // Griekenland // 760 // Frankrijk // 3 720 // Ierland // 1 360 // Italië // 1 880 // Verenigd Koninkrijk // 3 200.

    3. Het tweede gedeelte van het contingent, ter grootte van 30 000 hectoliter, vormt de overeenkomstige reserve.

    Artikel 3

    1. Indien het aanvankelijke quotum van een Lid-Staat, zoals vastgesteld in artikel 2, lid 2, dan wel dat zelfde quotum, verminderd met het bij toepassing van artikel 5 in de reserve teruggestorte gedeelte, voor 90 % of meer is benut, gaat deze Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, onverwijld over tot opneming, voor zover in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is, van een tweede quotum gelijk aan 15 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel afgerond op de volgende eenheid naar boven.

    2. Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van zijn aanvankelijke quotum, het door hem opgenomen tweede quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming van een derde quotum, gelijk aan 7,5 % van zijn aanvankelijke quotum.

    3. Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van zijn tweede quotum, het door hem opgenomen derde quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming van een vierde quotum dat gelijk is aan het derde.

    Deze procedure wordt toegepast totdat de reserve is uitgeput.

    4. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 kunnen de Lid-Staten overgaan tot opneming van geringere hoeveelheden dan de in die leden vastgestelde quota, wanneer er gronden zijn om aan te nemen dat deze quota wellicht niet geheel zullen worden benut. Zij delen aan de Commissie de redenen mede die tot toepassing van het onderhavige lid hebben geleid.

    Artikel 4

    De overeenkomstig artikel 3 opgenomen extra quota gelden tot 30 juni 1987. Artikel 5

    De Lid-Staten storten uiterlijk op 1 april 1987 het niet-benutte gedeelte van hun aanvankelijke quotum in de reserve terug, dat op 15 maart 1987 20 % van het aanvankelijke quotum te boven gaat. Zij kunnen een grotere hoeveelheid terugstorten indien er gronden zijn om aan te nemen dat deze wellicht onbenut zal blijven.

    De Lid-Staten geven de Commissie uiterlijk op 1 april 1987 kennis van de totale invoer van de betrokken produkten, die tot 15 maart 1987 heeft plaatsgevonden en op het communautaire contingent is afgeboekt, alsmede eventueel van het gedeelte van hun aanvankelijke quotum dat zij in de reserve terugstorten.

    Artikel 6

    De Commissie houdt boek van de hoeveelheden van de door de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 2 en 3 geopende quota, en brengt, onmiddellijk na ontvangst van de opgaven, elke Lid-Staat op de hoogte van de uitputtingsgraad van de reserve.

    Zij stelt de Lid-Staten uiterlijk op 5 april 1987 in kennis van de stand van de reserve na de overeenkomstig artikel 5 verrichte terugstortingen.

    Zij ziet erop toe dat de opneming waardoor de reserve volledig wordt uitgeput tot het nog beschikbare overschot beperkt blijft en deelt te dien einde aan de Lid-Staat die deze laatste opneming verricht mede hoeveel dit overschot bedraagt.

    Artikel 7

    1. De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen opdat bij opening van de met toepassing van artikel 3 door hen opgenomen extra quota, de door hen ingevoerde hoeveelheden zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerd aandeel in het communautaire tariefcontingent.

    2. Die Lid-Staten waarborgen de importeurs van de betrokken produkten vrije toegang tot de hun toegekende quota.

    3. De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden van de betrokken produkten op hun quota af naar gelang de produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven.

    4. De uitputtingsgraad van de quota van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden die onder de in lid 3 bepaalde voorwaarden worden afgeboekt.

    Artikel 8

    Op verzoek van de Commissie stellen de Lid-Staten haar op de hoogte van de invoer die daadwerkelijk op hun quota is afgeboekt.

    Artikel 9

    De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

    Artikel 10

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1986.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Luxemburg, 24 juni 1986.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G. BRAKS

    (1) PB nr. L 264 van 27. 9. 1978, blz. 2.

    (2) PB nr. L 65 van 11. 3. 1977, blz. 2.

    (3) PB nr. L 50 van 28. 2. 1986, blz. 40.

    (4) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

    (5) PB nr. L 367 van 31. 12. 1985, blz. 39.

    Top