Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31983R3747

Verordening (EEG) nr. 3747/83 van de Raad van 20 december 1983 houdende verdeling van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen

PB L 371 van 31.12.1983, p. 11–13 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1984

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1983/3747/oj

31983R3747

Verordening (EEG) nr. 3747/83 van de Raad van 20 december 1983 houdende verdeling van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen

Publicatieblad Nr. L 371 van 31/12/1983 blz. 0011 - 0013


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 3747/83 VAN DE RAAD

van 20 december 1983

houdende verdeling van bepaalde vangstquota over de Lid-Staten voor vaartuigen die vissen in de economische zone van Noorwegen en in de visserijzone rond Jan Mayen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden ( 1 ) , inzonderheid op de artikelen 3 , 4 en 11 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de Gemeenschap en Noorwegen overleg hebben gepleegd betreffende hun wederzijdse visserijrechten in 1984 , waarin onder meer bepaalde vangstquota zijn vastgesteld voor vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Noorwegen ;

Overwegende dat de Gemeenschap deze vangstquota over de vissers uit de Gemeenschap dient te verdelen ;

Overwegende dat , om een billijke verdeling van de beschikbare vangstmogelijkheden te garanderen , deze quota over de Lid-Staten van de Gemeenschap moeten worden verdeeld ;

Overwegende dat om na te gaan of de hand wordt gehouden aan deze verdeling , gegevens over de werkelijke vangsten dienen te worden verstrekt ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . In 1984 mogen vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren , in de wateren die behoren tot de economische zone van Noorwegen benoorden 62 * 00' noorderbreedte , en in de visserijzone rond Jan Mayen , in het kader van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Noorwegen inzake wederzijdse visserijrechten in 1984 ten hoogste de in bijlage I vermelde hoeveelheden vangen .

2 . In 1984 mogen vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren , in de wateren die behoren tot de economische zone van Noorwegen bezuiden 62 * 00' noorderbreedte in het kader van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Noorwegen inzake wederzijdse visserijrechten in 1984 van de in bijlage II vermelde soorten ten hoogste de in genoemde bijlage vermelde hoeveelheden vangen .

Artikel 2

Die Lid-Staten en de kapiteins van de vissersvaartuigen die de vlag van een Lid-Staat voeren en vissen in de in artikel 1 bedoelde wateren , dienen zich te houden aan de artikelen 3 tot en met 9 van Verordening ( EEG ) nr . 2057/82 van de Raad van 29 juni 1982 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Lid-Staten ( 2 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1729/83 ( 3 ) .

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing van 1 januari tot en met 31 december 1984 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 20 december 1983 .

Voor de Raad

De Voorzitter

N . AKRITIDIS

( 1 ) PB nr . L 24 van 27 . 1 . 1983 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 220 van 29 . 7 . 1982 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . L 169 van 28 . 6 . 1983 , blz . 14 .

BIJLAGE I

In artikel 1 , lid 1 , bedoelde hoeveelheden

( Noorse wateren benoorden 62 * 00' noorderbreedte )

* * ( in ton levend gewicht ) *

Soort * ICES-afdeling * Quota * Verdeling *

Kabeljauw * I , II a en II b * 7 500 * Frankrijk : 1 185 *

* * * Duitsland : 1 295 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 5 020 *

Schelvis * I , II a en II b * 2 200 * Frankrijk : 280 *

* * * Duitsland : 470 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 1 450 *

Koolvis * I , II a en II b * 6 000 * Frankrijk : 770 *

* * * Duitsland : 4 800 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 430 *

Roodbaars Sebastes mentella * I , II a en II b * 2 000 * Duitsland : 1 380 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 400 *

* * * Frankrijk : 220 *

Sebastes marinus * I , II a en II b * 3 000 * Duitsland : 2 060 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 600 *

* * * Frankrijk : 340 *

Zwarte heilbot * I , II a en II b * 250 * Duitsland : 125 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 125 *

Blauwe wijting * II * 2 000 * Frankrijk : 2 000 *

* * * Duitsland : p.m . ( 1 ) *

Andere soorten ( bijvangsten ) * I , II a en II b * 500 * Frankrijk : 65 *

* * * Duitsland : 170 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 265 *

Makreel * II a * 7 000 * Denemarken : 7 000 *

( 1 ) Ad hoc-oplossing voor 1984 .

BIJLAGE II

In artikel 1 , lid 2 , bedoelde hoeveelheden

* * ( in ton levend gewicht ) *

Soort * ICES-afdeling * Quota * Verdeling *

Kever ( 1 ) * IV * 50 000 * Denemarken : 47 500 ( 2 ) *

* * * Verenigd Koninkrijk : 2 500 ( 3 ) *

Zandspiering * IV * 150 000 * Denemarken : 142 500 ( 2 ) *

* * * Verenigd Koninkrijk : 7 500 ( 3 ) *

Garnaal * IV * 1 250 * Denemarken : 1 250 *

Andere soorten * IV * 4 000 * Denemarken : 2 000 *

* * * Verenigd Koninkrijk : 1 500 *

* * * Duitsland : 500 *

* * * België : 500 *

* * * Frankrijk : 500 *

* * Nederland : 500 *

( 1 ) Inclusief blauwe wijting .

( 2 ) Binnen een totaal quotum voor kever en zandspiering mag tot 19 000 ton worden verwisseld .

( 3 ) Binnen een totaal quotum voor kever en zandspiering mag tot 1 000 ton worden verwisseld .

Top