Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980R3546

Verordening (EEG) nr. 3546/80 van de Raad van 22 december 1980 betreffende de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

PB L 371 van 31.12.1980, p. 50–50 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1984

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1980/3546/oj

Related international agreement

31980R3546

Verordening (EEG) nr. 3546/80 van de Raad van 22 december 1980 betreffende de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

Publicatieblad Nr. L 371 van 31/12/1980 blz. 0050 - 0050
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 24 blz. 0115


VERORDENING (EEG) Nr. 3546/80 VAN DE RAAD van 22 december 1980 betreffende de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende dat het aanbeveling verdient af te wijken van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (1) ten einde de in dat Protocol bedoelde methoden van administratieve samenwerking toe te passen op de produkten van de aan genoemd Protocol gehechte lijst C en dat daartoe een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling dient te worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de Overeenkomst is als bijlage aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad is bevoegd de persoon aan te wijzen die gemachtigd is de Overeenkomst te ondertekenen om de Gemeenschap te binden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 december 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. SANTER

(1) PB nr. L 171 van 27.6.1973, blz. 2.

OVEREENKOMST in de vorm van een briefwisseling houdende nadere afwijking van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

Brief nr. 1

Brussel, ...

Excellentie,

De laatste zin van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de op 14 mei 1973 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen bepaalt dat de in de aan dit Protocol gehechte lijst C vermelde aardolieprodukten niet binnen de werkingssfeer van dit Protocol vallen.

Om te voorkomen dat deze juridische situatie ertoe voert dat uiteenlopende methoden van administratieve samenwerking worden toegepast, stel ik U voor overeen te komen dat in afwijking van de genoemde zin de in Protocol nr. 3 bedoelde methoden van administratieve samenwerking met ingang van 1 mei 1981 op deze produkten van toepassing zullen zijn.

Ik zou het op prijs stellen indien U mij meedeelt dat Uw Regering met dit voorstel instemt.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

Namens de Raad van de

Europese Gemeenschappen

Brief nr. 2

Brussel, ...

Mijnheer,

Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, die als volgt luidt:

"De laatste zin van artikel 1 van Protocol nr. 3 van de op 14 mei 1973 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen bepaalt dat de in de aan dit Protocol gehechte lijst C vermelde aardolieprodukten niet binnen de werkingssfeer van dit Protocol vallen.

Om te voorkomen dat deze juridische situatie ertoe voert dat uiteenlopende methoden van administratieve samenwerking worden toegepast, stel ik U voor overeen te komen dat in afwijking van de genoemde zin de in Protocol nr. 3 bedoelde methoden van administratieve samenwerking met ingang van 1 mei 1981 op deze produkten van toepassing zullen zijn.

Ik zou het op prijs stellen indien U mij meedeelt dat Uw Regering met dit voorstel instemt.".

Ik heb de eer U mede te delen dat mijn Regering met het in deze brief vervatte voorstel in- stemt.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

Namens de Regering van het

Koninkrijk Noorwegen

Top