Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31969D0146

69/146/EEG: Besluit van de Commissie van 29 april 1969 betreffende de instelling van een raadgevend comité voor suiker

PB L 122 van 22.5.1969, p. 2–4 (DE, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1987; opgeheven door 31973D0075

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1969/146/oj

31969D0146

69/146/EEG: Besluit van de Commissie van 29 april 1969 betreffende de instelling van een raadgevend comité voor suiker

Publicatieblad Nr. L 122 van 22/05/1969 blz. 0002 - 0004
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 4 blz. 0137
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0097
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0097


++++

( 1 ) PB nr . 308 van 18 . 12 . 1967 , blz . 1 .

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 29 april 1969

betreffende de instelling van een raadgevend comité voor suiker

( 69/146/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Overwegende dat in punt V van de slotresolutie van de Landbouwconferentie der Lid-Staten , welke van 3 tot 12 juli 1958 te Stresa plaatsvond , verklaard wordt dat men met voldoening heeft kennisgenomen " van het door de Commissie tot uiting gebrachte voornemen om nauw en voortdurend samen te werken met de beroepsorganisaties , met name met het oog op de tenuitvoerlegging van de bij deze resolutie voorziene taken " ;

Overwegende dat het Economisch en Sociaal Comité in zijn advies van 6 mei 1960 de Commissie heeft verzocht " op het vlak van de Europese Economische Gemeenschap de belanghebbende organisaties van producenten , handelaars en werknemers , alsmede de consumenten in een raadgevend comité te betrekken bij de werkzaamheden van elk van deze bureaus en fondsen " ;

Overwegende dat het voor de Commissie van belang is adviezen in te winnen van het bedrijfsleven en de consumenten over vraagstukken in verband met de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker ;

Overwegende dat alle beroepen waarvoor de verwezenlijking van deze gemeenschappelijke ordening der markten van rechtstreeks belang is , alsmede de consumenten , in de gelegenheid gesteld moeten worden om deel te nemen aan het opstellen van de door de Commissie gevraagde adviezen ;

Overwegende dat het agrarisch bedrijfsleven en de consumentenverenigingen der Lid-Staten zich in het kader van de Gemeenschap hebben georganiseerd ,

BESLUIT :

Artikel 1

1 . Bij de Commissie wordt een raadgevend comité voor suiker ingesteld , hierna het " Comité " genoemd .

2 . In het Comité zijn vertegenwoordigd de landbouwproducenten , de landbouwcooperaties , de landbouw - en voedingsmiddelenindustrie , de handel landbouwprodukten en voedingsmiddelen , de werknemers in de landbouw - en voedingsmiddelensector , alsmede de consumenten .

Artikel 2

1 . Het Comité bestaat uit achtendertig leden .

2 . De zetels worden als volgt toebedeeld :

_ veertien voor de telers van suikerbieten en suikerriet ,

_ vijf voor de suikerbiet - en suikerrietverwerkende cooperaties ,

_ zes voor de suikerfabrikanten ,

_ twee voor de suikerhandel ,

_ twee voor de suikerverwerkende industrie ,

_ vijf voor de werknemers in de landbouw - en voedingsmiddelensector ,

_ vier voor de consumenten .

Artikel 3

1 . Het Comité kan door de Commissie worden geraadpleegd over alle aangelegenheden betreffende de toepassing van Verordenening nr . 1009/67/EEG van de Raad van 18 december 1967 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker ( 1 ) , inzonderheid over de maatregelen welke de Commissie in het kader van die verordening meent te moeten nemen .

De voorzitter van het Comité kan de aandacht van de Commissie vestigen op de wenselijkheid dat het Comité geraadpleegd wordt over een aangelegenheid ten aanzien waarvan het bevoegd is en waarover aan het Comité geen advies is gevraagd . Hij doet zulks met name op verzoek van een der vertegenwoordigde economische groeperingen .

2 . Voor aangelegenheden betreffende

a ) leveringscontracten voor suikerbieten ,

b ) betaling van suikerbieten en suikerriet ,

c ) afzet van suikeroverschotten ,

d ) vergoeding van de opslagkosten voor suiker , kan de Commissie , volgens een bijzondere procedure , uitsluitend de vertegenwoordigers van de telers van suikerbieten en suikerriet en van de suikerfabrikanten raadplegen .

Artikel 4

1 . De leden van het Comité worden door de Commissie benoemd op voordracht van de beroepsorganisaties of de organisaties van consumenten welke het meest representatief zijn ten aanzien van de activiteiten die verband houden met de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker en welke in het kader van de Gemeenschap zijn opgericht .

Voor elk van de beschikbare zetels stellen de organisaties twee kandidaten van verschillende nationaliteit voor .

2 . De leden van het Comité worden voor een periode van drie jaar benoemd . Zij zijn herbenoembaar . Voor de functies welke de leden van het Comité vervullen wordt geen bezoldiging toegekend .

Na afloop van deze periode van drie jaar blijven de leden van het Comité in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun ambtstermijn wordt voorzien .

Indien een lid van het Comité overlijdt of vrijwillig ontslag neemt of ophoudt te behoren tot de organisatie die het vertegenwoordigt , wordt het voor de overblijvende periode van zijn ambtstermijn vervangen .

3 . De lijst van de leden wordt door de Commissie bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 5

1 . Er wordt binnen het Comité een paritaire groep ingesteld , bestaande uit zes vertegenwoordigers van de telers van suikerbieten en suikerriet alsmede zes vertegenwoordigers van de suikerfabrikanten , die door de Commissie op voorstel van de belanghebbende beroepsorganisaties worden benoemd op dezelfde wijze als bepaald in artikel 4 van dit besluit .

2 . In geval van verhindering kan elk lid van de paritaire groep zich in de vergadering door een plaatsvervanger laten vertegenwoordigen . De plaatsvervangende leden , die geen lid van het Comité behoeven te zijn , worden door de Commissie op voorstel van de belanghebbende beroepsorganisaties benoemd op dezelfde wijze als bepaald in artikel 4 van dit besluit .

3 . De voorzitter van de paritaire groep kan de aandacht van de Commissie vestigen op de wenselijkheid dat de paritaire groep wordt geraadpleegd over een aangelegenheid als bedoeld in artikel 3 , lid 2 , waarover zij niet geraadpleegd is .

Hij doet zulks met name op verzoek van een van de in de paritaire groep vertegenwoordigde economische groeperingen .

Artikel 6

1 . Het Comité kiest voor een periode van drie jaar een voorzitter en twee vice-voorzitters . De verkiezing geschiedt met een meerderheid van twee derde der aanwezige leden .

2 . De paritaire groep kiest onder zijn leden voor de duur van één jaar een voorzitter en een vice-voorzitter . De verkiezing geschiedt met een meerderheid van twee derde der aanwezige leden . De voorzitter en vice-voorzitter mogen niet tot dezelfde vertegenwoordigde economische groepering behoren . Zij worden elk uit de twee vertegenwoordigde economische groeperingen gekozen .

Artikel 7

1 . Op verzoek van een der vertegenwoordigde economische groeperingen kan de voorzitter een afgevaardigde van de centrale organisatie waaronder deze groepering ressorteert , uitnodingen tot het bijwonen van de vergaderingen . Bovendien kan ieder persoon die speciaal bevoegd is met betrekking tot een bepaald agendapunt , door de voorzitter worden verzocht de vergaderingen als deskundige bij te wonen .

2 . De voorzitter van de paritaire groep kan ieder persoon die speciaal bevoegd is met betrekking tot een bepaald agendapunt , uitnodigen als deskundige aan de werkzaamheden van de paritaire groep deel te nemen .

3 . De deelneming van deskundigen aan de besprekingen van het Comité en van de paritaire groep beperkt zich tot de aangelegenheid waarvoor zij zijn uitgenodigd .

Artikel 8

1 . Het Comité en de paritaire groep worden door de Commissie bijeengeroepen en vergaderen in de plaats waar de Commissie haar zetel heeft .

2 . De vertegenwoordigers van de belanghebbende diensten der Commissie nemen aan de vergaderingen van het Comité en van de paritaire groep deel .

3 . De diensten van de Commissie belasten zich met het secretariaat van het Comité en van de paritaire groep .

Artikel 9

De besprekingen in het Comité hebben betrekking op de door de Commissie gevraagde adviezen of aan de orde gestelde vraagstukken . Er wordt niet over gestemd .

De Commissie kan , wanneer zij het Comité om advies verzoekt , de termijn bepalen waarbinnen dit advies moet worden uitgebracht .

De standpunten van de vertegenwoordigde economische groeperingen worden vermeld in een verslag van de besprekingen dat aan de Commissie wordt toegezonden .

Indien er met betrekking tot het gevraagde advies eenstemmigheid bestaat in het Comité , stelt het Comité gemeenschappelijke conclusies op , welke bij het verslag van de besprekingen worden gevoegd .

De resultaten van de besprekingen van het Comité worden door de Commissie ter kennis gebracht van de Raad of het Comité van beheer , indien deze organen daarom verzoeken .

Artikel 10

De voorzitter van de paritaire groep stelt het Comité op de hoogte van de werkzaamheden van deze groep .

Artikel 11

Onverminderd het bepaalde in artikel 214 van het Verdrag zijn de leden en de plaatsvervangende leden bedoeld in artikel 5 , lid 2 , gehouden de inlichtingen , welke in verband met de werkzaamheden van het Comité of van de paritaire groep aan hen zijn verstrekt , niet openbaar te maken , indien de Commissie het Comité of de paritaire groep mededeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een aangelegenheid welke een vertrouwelijk karakter draagt . In dat geval nemen alleen de leden van het Comité de genoemde plaatsvervangende leden en de vertegenwoordigers van de diensten der Comissie aan de vergaderingen deel .

Artikel 12

Dit besluit kan door de Commissie worden herzien op grond van de verkregen ervaring .

Brussel , 29 april 1969 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

Jean REY

Top