Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022AT40127(02)

    Samenvatting van het besluit van de Commissie van 19 november 2021 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-overeenkomst (Zaak AT.40127 — Groenteconserven) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 8259 final) (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek) (Voor de EER relevante tekst) 2022/C 412/05

    C/2021/8259

    PB C 412 van 27.10.2022, p. 6–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.10.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 412/6


    Samenvatting van het besluit van de Commissie

    van 19 november 2021

    inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-overeenkomst

    (Zaak AT.40127 — Groenteconserven)

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 8259 final)

    (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2022/C 412/05)

    Op 19 november 2021 heeft de Commissie een besluit vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) maakt de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, bekend, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen wat betreft de bescherming van hun bedrijfsgevoelige informatie.

    1.   INLEIDING

    (1)

    Het besluit heeft betrekking op één enkele en voortdurende inbreuk op artikel 101, lid 1, van het Verdrag en artikel 53, lid 1, van de EER-Overeenkomst.

    (2)

    Het besluit is gericht tot de volgende rechtspersonen (hierna tezamen “de adressaten” genoemd): Conserve Italia Soc. coop. agricola (“Conserve Italia SCA”) en Conserves France S.A. (“Conserves France”) (samen “Conserve Italia”). De adressaten maken deel uit van de Conserve Italia-groep.

    2.   BESCHRIJVING VAN DE ZAAK

    2.1.   Procedure

    (3)

    Naar aanleiding van een in juni 2013 ingediend immuniteitsverzoek van een producent van groenteconserven tot wie het besluit niet is gericht, heeft de Commissie van 1 oktober tot en met 4 oktober 2013 onaangekondigde inspecties gehouden bij Conserve Italia en andere producenten van groenteconserven. Op 17 oktober 2013 verzocht Conserve Italia om immuniteit tegen geldboeten op grond van punt 14 van de clementieregeling of, subsidiair, om boetevermindering op grond van punt 27 van de clementieregeling (2).

    (4)

    Op 17 februari 2017 heeft de Commissie de procedure van artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1/2003 en artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 773/2004 (3) ingeleid tegen Conserve Italia en andere producenten van groenteconserven (“de partijen”), teneinde schikkingsgesprekken met hen te voeren op grond van de mededeling betreffende schikkingsprocedures (4). De schikkingsgesprekken met de partijen vonden plaats tussen maart 2017 en juni 2019. Vervolgens heeft elk van de partijen, behalve Conserve Italia, een formeel verzoek tot schikking ingediend overeenkomstig artikel 10 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 773/2004.

    (5)

    Aangezien Conserve Italia ervoor heeft gekozen geen formeel schikkingsverzoek in te dienen, heeft de Commissie het onderzoek naar het gedrag van Conserve Italia voortgezet in het kader van de standaardprocedure.

    (6)

    Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities heeft op 17 november 2021 een gunstig advies uitgebracht en de Commissie heeft het besluit ten aanzien van Conserve Italia op 19 november 2021 vastgesteld.

    2.2.   Samenvatting van de inbreuk

    (7)

    Het besluit betreft een inbreuk met betrekking tot de verkoop van bepaalde soorten groenteconserven aan detailhandelaren en/of de cateringsector.

    (8)

    De enkele en voortdurende inbreuk betrof drie onderling nauw verweven horizontale overeenkomsten waarmee Conserve Italia en de andere betrokken producenten van groenteconserven hun commerciële gedragingen op de markt coördineerden: i) een overeenkomst betreffende private labelverkoop (onder het eigen merk van de detailhandelaar) van groenten in blik zoals sperziebonen, doperwten, doperwten met wortelen en groentemacedoine (5) aan detailhandelaren in de EER, met name in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland; ii) een overeenkomst betreffende private labelverkoop (onder het eigen merk van de detailhandelaar, zoals hierboven) van maïs in blik aan detailhandelaren in de EER, met name in België, Duitsland, Denemarken, Ierland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Noorwegen, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk; en iii) een overeenkomst betreffende zowel verkoop onder het eigen merk als private labelverkoop van alle soorten groenteconserven (6), met inbegrip van groentemixen en groentebereidingen en -gerechten in blik (doch met uitsluiting van mixen, salades en bereidingen waarin groenten niet het hoofdingrediënt zijn) aan detailhandelaren (7) en de cateringsector in Frankrijk. Conserve Italia was alleen bij de eerste twee overeenkomsten betrokken.

    (9)

    De inbreuk bestond in het vaststellen van verkoopprijzen (prijsverhogingen, minimumprijzen, streefprijzen) en de coördinatie van het prijsbeleid en de prijsstructuur; de toewijzing van volumequota’s en marktaandelen; de toewijzing van klanten en markten; de coördinatie van tenders en prijsoffertes voor detailhandelaren en/of de cateringindustrie; de coördinatie van andere verkoopvoorwaarden en kortingen, met inbegrip van de marketingstrategie en het aanbiedingenbeleid; en de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie.

    (10)

    De inbreuk bestreek de hele EER en liep van 19 januari 2000 tot en met 1 oktober 2013.

    2.3.   Adressaten en duur

    (11)

    De beschikking is gericht tot Conserve Italia Soc. coop. agricola en Conserves France S.A. Zij worden voor de inbreuk aansprakelijk gehouden gedurende de volgende periode: van 15 maart 2000 (en van 20 oktober 2000 uitsluitend met betrekking tot de overeenkomst over maïs in blik) tot en met 1 oktober 2013.

    2.4.   Sancties

    (12)

    In het besluit worden de richtsnoeren inzake geldboeten van 2006 (8) toegepast en worden aan de adressaten geldboeten opgelegd.

    2.4.1.   Basisbedrag van de geldboete

    (13)

    Bij het bepalen van de geldboeten heeft de Commissie voor Conserve Italia rekening gehouden met haar gemiddelde verkopen in de EER in de periode 2000-2013 voor groenteconserven die onder het kartel vielen, het feit dat prijscoördinatie en de verdeling van markten tot de meest schadelijke beperkingen van de mededinging behoren, de duur van de inbreuk, het feit dat de inbreuk de hele EER bestreek en het feit dat de inbreuk grondig werd geïmplementeerd, en een aanvullend bedrag om ondernemingen ervan af te schrikken om zich met dit soort praktijken in te laten.

    2.4.2.   Aanpassingen van het basisbedrag

    (14)

    De Commissie heeft voor Conserve Italia verzachtende omstandigheden in aanmerking genomen, aangezien zij bij de inbreuk een beperktere rol speelde en niet op dezelfde wijze als de andere partijen bij de inbreuk betrokken was.

    2.4.3.   Toepassing van het 10 %-omzetplafond

    (15)

    Het basisbedrag van de geldboete (vóór de toepassing van de clementiekorting) overschreed 10 % van de totale wereldwijde omzet van de Conserve Italia-groep in het boekjaar voorafgaand aan de datum van het besluit. Het basisbedrag van de geldboete werd dus op deze bovengrens begrensd.

    2.4.4.   Toepassing van de clementieregeling van 2006

    (16)

    De Commissie heeft aan Conserve Italia een vermindering van 50 % van haar geldboete toegekend.

    2.4.5.   Onvermogen om te betalen

    (17)

    Conserve Italia heeft een verzoek ingediend om haar geldboete te verlagen op grond van haar onvermogen om te betalen. De Commissie heeft dit verzoek onderzocht en is tot de bevinding gekomen dat dit gedeeltelijk moest worden aanvaard.

    3.   CONCLUSIE

    (18)

    Overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 is de volgende geldboete opgelegd aan Conserve Italia Soc. coop. agricola en Conserves France S.A., hoofdelijk aansprakelijk: 20 000 000 EUR.

    (1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

    (2)  PB C 298 van 8.12.2006, blz. 17.

    (3)  Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 622/2008 van de Commissie (PB L 171 van 1.7.2008, blz. 3) en bij Verordening (EU) 2015/1348 van de Commissie (PB L 208 van 5.8.2015, blz. 3).

    (4)  Mededeling van de Commissie betreffende schikkingsprocedures met het oog op de vaststelling van beschikkingen op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in kartelzaken (PB C 167 van 2.7.2008, blz. 1).

    (5)  Conserve Italia produceerde alleen conserven van sperziebonen, doperwten en doperwten/wortelen.

    (6)  Met uitzondering van conserven van tomaten, champignons, condimenten of olijven en conserven waarin deze groenten het hoofdingrediënt zijn.

    (7)  De verkoop van private labelproducten aan detailhandelaren betrof alleen de producten die niet onder de twee overige overeenkomsten vielen.

    (8)  Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, punt a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd (PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2).


    Top