This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CN0467
Case C-467/22 P: Appeal brought on 12 July 2022 by Airoldi Metalli SpA against the order of the General Court (Fourth Chamber) delivered on 2 May 2022 in Case T-328/21, Airoldi Metalli v Commission
Zaak C-467/22 P: Hogere voorziening ingesteld op 12 juli 2022 door Airoldi Metalli SpA tegen de beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 2 mei 2022 in zaak T-328/21, Airoldi Metalli/Commissie
Zaak C-467/22 P: Hogere voorziening ingesteld op 12 juli 2022 door Airoldi Metalli SpA tegen de beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 2 mei 2022 in zaak T-328/21, Airoldi Metalli/Commissie
PB C 326 van 29.8.2022, p. 17–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
29.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 326/17 |
Hogere voorziening ingesteld op 12 juli 2022 door Airoldi Metalli SpA tegen de beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 2 mei 2022 in zaak T-328/21, Airoldi Metalli/Commissie
(Zaak C-467/22 P)
(2022/C 326/25)
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: Airoldi Metalli SpA (vertegenwoordigers: M. Campa, M. Pirovano, V. Villante, D. Rovetta, avvocati, en P. Gjørtler, advokat)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie
Conclusies
|
— |
de bestreden beschikking vernietigen en het door Airoldi Metalli SpA ingestelde beroep ontvankelijk verklaren; |
|
— |
de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een inhoudelijke beoordeling van het beroep van Airoldi Metalli SpA; |
|
— |
de Commissie verwijzen in de kosten van de onderhavige hogere voorziening en van de procedure bij het Gerecht. |
Middelen en voornaamste argumenten
Rekwirante beroept zich op twee primaire middelen.
Eerste middel: Onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van het laatste zinsdeel van artikel 263, vierde alinea, VWEU en het vereiste van, alsmede het begrip, “regelgevingshandeling die geen uitvoeringsmaatregel met zich meebrengt”. Onjuiste kwalificatie van de feiten en onjuiste opvatting van het bewijs.
Tweede middel: Onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 263, vierde alinea, VWEU en in het bijzonder van het vereiste dat de betrokkene “rechtstreeks en individueel wordt geraakt”. Onjuiste kwalificatie van de feiten.