This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CN0333
Case C-333/22: Request for a preliminary ruling from the Cour d’appel de Bruxelles (Belgium) lodged on 20 May 2022 — Ligue des droits humains ASBL, BA v L’organe de contrôle de l’information policière
Zaak C-333/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de cour d’appel de Bruxelles (België) op 20 mei 2022 — Ligue des droits humains ASBL, BA / Controleorgaan op de politionele informatie
Zaak C-333/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de cour d’appel de Bruxelles (België) op 20 mei 2022 — Ligue des droits humains ASBL, BA / Controleorgaan op de politionele informatie
PB C 326 van 29.8.2022, p. 7–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.8.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 326/7 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de cour d’appel de Bruxelles (België) op 20 mei 2022 — Ligue des droits humains ASBL, BA / Controleorgaan op de politionele informatie
(Zaak C-333/22)
(2022/C 326/11)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour d’appel de Bruxelles
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Ligue des droits humains ASBL, BA
Verwerende partij: Controleorgaan op de politionele informatie
Prejudiciële vragen
1) |
Vereisen artikel 47 en artikel 8, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dat wordt voorzien in een voorziening in rechte tegen een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit zoals het Controleorgaan op de politionele informatie, wanneer zij de rechten van de betrokkene uitoefent jegens de verwerkingsverantwoordelijke? |
2) |
Is artikel 17 van richtlijn 2016/680 (1) in overeenstemming met artikel 47 en artikel 8, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zoals uitgelegd door het Hof van justitie, voor zover het de toezichthoudende autoriteit — die de rechten van de betrokkene uitoefent jegens de verwerkingsverantwoordelijke — slechts verplicht om de betrokkene ervan in kennis te stellen “dat alle noodzakelijke controles of een evaluatie door de toezichthoudende autoriteit hebben plaatsgevonden” en in kennis te stellen “van zijn recht om beroep in te stellen bij de rechter”, hoewel er aan de hand van dergelijke informatie geen controle a posteriori kan worden uitgeoefend op het optreden en de beoordeling van de toezichthoudende autoriteit met betrekking tot de gegevens van de betrokkene en de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke?” |
(1) Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB 2016, L 119, blz. 89).