EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62021CA0299

Zaak C-299/21 P: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 2 juni 2022 — EM / Europees Parlement (Hogere voorziening – Openbare dienst – Europees Parlement – Tijdelijk functionaris in dienst van een politieke fractie – Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie – Artikel 7 – Overplaatsing – Artikel 12 en artikel 12 bis, lid 3 – Begrip “psychisch geweld” – Geen toewijzing van taken – Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie – Verzoek om bijstand – Schade – Vergoeding)

PB C 284 van 25.7.2022, blz. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 284/11


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 2 juni 2022 — EM / Europees Parlement

(Zaak C-299/21 P) (1)

(Hogere voorziening - Openbare dienst - Europees Parlement - Tijdelijk functionaris in dienst van een politieke fractie - Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie - Artikel 7 - Overplaatsing - Artikel 12 en artikel 12 bis, lid 3 - Begrip “psychisch geweld” - Geen toewijzing van taken - Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie - Verzoek om bijstand - Schade - Vergoeding)

(2022/C 284/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirant: EM (vertegenwoordiger: M. Casado García-Hirschfeld, avocate)

Andere partij in de procedure: Europees Parlement (vertegenwoordigers: D. Boytha, L. Darie en C. González Argüelles, gemachtigden)

Dictum

1)

Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 3 maart 2021, EM/Parlement (T-599/19, niet gepubliceerd, EU:T:2021:111), wordt vernietigd, voor zover het Gerecht daarbij de schadevordering heeft afgewezen, voor zover deze strekte tot vergoeding van de schade die verzoeker heeft geleden als gevolg van het feit dat hem gedurende de periode van 8 december 2016 tot 1 juni 2018, de datum van zijn pensionering, geen taken zijn toegewezen.

2)

De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.

3)

Het Europees Parlement wordt veroordeeld tot betaling van een vergoeding van 7 500 EUR aan EM.

4)

Het Europees Parlement draagt zijn eigen kosten van de procedure in eerste aanleg in zaak T-599/19 en van de hogere voorziening alsmede de helft van de kosten die EM voor deze procedures heeft gemaakt.


(1)  PB C 431 van 25.10.2021.


Naar boven