Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0371

Zaak C-371/20: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Peek & Cloppenburg KG, wettelijk vertegenwoordigd door Peek & Cloppenburg Düsseldorf Komplementär B.V. / Peek & Cloppenburg KG, wettelijk vertegenwoordigd door Van Graaf Management GmbH (Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Richtlijn 2005/29/EG – Oneerlijke handelspraktijken – Handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd – Misleidende handelspraktijken – Punt 11 van bijlage I – Reclameactie – Gebruik van redactionele inhoud in de media om reclame te maken voor een product – Reclame waarvoor de handelaar heeft betaald – Begrip “betaling” – Bevordering van de verkoop van de producten van de adverteerder en van het mediabedrijf – “Advertorial”)

PB C 462 van 15.11.2021, p. 22–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 462/22


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Peek & Cloppenburg KG, wettelijk vertegenwoordigd door Peek & Cloppenburg Düsseldorf Komplementär B.V. / Peek & Cloppenburg KG, wettelijk vertegenwoordigd door Van Graaf Management GmbH

(Zaak C-371/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Bescherming van de consument - Richtlijn 2005/29/EG - Oneerlijke handelspraktijken - Handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd - Misleidende handelspraktijken - Punt 11 van bijlage I - Reclameactie - Gebruik van redactionele inhoud in de media om reclame te maken voor een product - Reclame waarvoor de handelaar heeft betaald - Begrip “betaling” - Bevordering van de verkoop van de producten van de adverteerder en van het mediabedrijf - “Advertorial”)

(2021/C 462/22)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Peek & Cloppenburg KG, wettelijk vertegenwoordigd door Peek & Cloppenburg Düsseldorf Komplementär B.V.

Verwerende partij: Peek & Cloppenburg KG, wettelijk vertegenwoordigd door Van Graaf Management GmbH

Dictum

Punt 11 van bijlage I bij richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad moet aldus worden uitgelegd dat een handelaar “betaalt” — in de zin van deze bepaling — voor reclame voor een product door de publicatie van redactionele inhoud, wanneer hij voor deze publicatie een tegenprestatie met een vermogenswaarde verricht, ongeacht of het gaat om de voldoening van een geldsom dan wel om een andere prestatie, voor zover er onmiskenbaar een verband bestaat tussen de door de betrokken handelaar verrichte betaling en die publicatie. Dat is onder meer het geval wanneer die handelaar kosteloos foto’s ter beschikking stelt waarop gebruiksrechten rusten en waarop zijn bedrijfsruimten alsook de door hem verkochte producten te zien zijn.


(1)  PB C 348 van 19.10.2020.


Top