Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0180

Gevoegde zaken C-180/20: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 september 2021 — Europese Commissie / Raad van de Europese Unie (Beroep tot nietigverklaring – Besluiten (EU) 2020/245 en 2020/246 – Standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is ingesteld bij de brede en versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds – Overeenkomst waarvan sommige bepalingen in verband kunnen worden gebracht met het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) – Vaststelling van de reglementen van orde van de Partnerschapsraad, het Partnerschapscomité, de subcomités en andere organen – Vaststelling van twee afzonderlijke besluiten – Keuze van de rechtsgrondslag – Artikel 37 VEU – Artikel 218, lid 9, VWEU – Stemregel)

PB C 462 van 15.11.2021, p. 19–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 462/19


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 september 2021 — Europese Commissie / Raad van de Europese Unie

(Gevoegde zaken C-180/20) (1)

(Beroep tot nietigverklaring - Besluiten (EU) 2020/245 en 2020/246 - Standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is ingesteld bij de brede en versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds - Overeenkomst waarvan sommige bepalingen in verband kunnen worden gebracht met het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) - Vaststelling van de reglementen van orde van de Partnerschapsraad, het Partnerschapscomité, de subcomités en andere organen - Vaststelling van twee afzonderlijke besluiten - Keuze van de rechtsgrondslag - Artikel 37 VEU - Artikel 218, lid 9, VWEU - Stemregel)

(2021/C 462/19)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Kellerbauer en T. Ramopoulos, gemachtigden))

Interveniënt aan de zijde van verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: K. Najmanová, M. Švarc, J. Vláčil en M. Smolek, gemachtigden)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: P. Mahnič, M. Balta en M. Bishop, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: T. Stehelin, J.-L. Carré en A.-L. Desjonquères, gemachtigden)

Dictum

1)

Besluit (EU) 2020/245 van de Raad van 17 februari 2020 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de door de brede en versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, ingestelde Partnerschapsraad, over de vaststelling van het reglement van orde van de Partnerschapsraad, en van de reglementen van orde van het Partnerschapscomité, van de subcomités en andere door de Partnerschapsraad ingestelde organen, en over de vaststelling van de lijst van subcomités, met het oog op de toepassing van die overeenkomst met uitzondering van titel II ervan, en besluit (EU) 2020/246 van de Raad van 17 februari 2020 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de door de brede en versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, ingestelde Partnerschapsraad, over de vaststelling van het reglement van orde van de Partnerschapsraad, en van de reglementen van orde van het Partnerschapscomité, van de subcomités en andere door de Partnerschapsraad ingestelde organen, en over de vaststelling van de lijst van subcomités, met het oog op de toepassing van titel II van die overeenkomst, worden nietig verklaard.

2)

De gevolgen van de besluiten 2020/245 en 2020/246 worden gehandhaafd.

3)

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten.

4)

De Franse Republiek en de Tsjechische Republiek dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 209 van 22.06.2020.


Top