Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0431

    Zaak C-431/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Bremen (Duitsland) op 15 juli 2021 — X GmbH & Co. KG / Finanzamt Bremen

    PB C 401 van 4.10.2021, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.10.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 401/5


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Bremen (Duitsland) op 15 juli 2021 — X GmbH & Co. KG / Finanzamt Bremen

    (Zaak C-431/21)

    (2021/C 401/06)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Finanzgericht Bremen

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: X GmbH & Co. KG

    Verwerende partij: Finanzamt Bremen

    Prejudiciële vraag

    Moeten artikel 43 VEG en artikel 49 VWEU, waarin de vrijheid van vestiging wordt gewaarborgd (of artikel 49 VEG en artikel 56 VWEU, waarin de vrijheid van dienstverrichting wordt gewaarborgd), aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling volgens welke de belastingplichtige in situaties die verband houden met grensoverschrijdende transacties verplicht is om gegevens betreffende de aard en inhoud van zijn commerciële relaties met nauw verbonden personen te registreren, met inbegrip van de economische en juridische gronden voor een met de nauw verbonden personen in overeenstemming met het arm’s-length-beginsel gesloten overeenkomst over prijzen en andere commerciële voorwaarden, en die erin voorziet dat, wanneer de belastingplichtige bedoelde geregistreerde gegevens niet overlegt wanneer de belastingadministratie daarom verzoekt of wanneer de overgelegde geregistreerde gegevens in wezen onbruikbaar zijn, niet alleen het weerlegbare vermoeden bestaat dat zijn in Duitsland belastbare inkomen, dat aan de hand van deze geregistreerde gegevens moet worden vastgesteld, hoger is dan het door hem aangegeven inkomen en, indien de belastingdienst in dergelijke gevallen een raming moet maken en dit inkomen slechts binnen een bepaald kader en met name alleen aan de hand van prijsklassen kan worden vastgesteld, dit kader ten nadele van de belastingplichtige kan worden benut, maar bovendien een toeslag moet worden vastgesteld die ten minste 5 percent en ten hoogste 10 percent van het vastgestelde extra bedrag aan inkomen doch ten minste 5 000 EUR en in het geval van te late overlegging van bruikbare geregistreerde gegevens maximaal 1 000 000 EUR en ten minste 100 EUR voor elke volledige dag vertraging bedraagt, waarbij van de vaststelling van een toeslag alleen kan worden afgezien wanneer de niet-nakoming van de registratieverplichtingen verschoonbaar is of wanneer de fout slechts gering is?


    Top