EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021XC0805(05)

Bekendmaking van een aanvraag tot wijziging op het niveau van de Unie van een productdossier voor een naam in de wijnsector overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 2021/C 313/08

C/2021/5871

PB C 313 van 5.8.2021, p. 25–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 313/25


Bekendmaking van een aanvraag tot wijziging op het niveau van de Unie van een productdossier voor een naam in de wijnsector overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(2021/C 313/08)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen twee maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

AANVRAAG VOOR EEN WIJZIGING OP HET NIVEAU VAN DE UNIE VAN HET PRODUCTDOSSIER

“SOAVE”

PDO-IT-A0472-AM04

Datum van aanvraag: 21 maart 2019

1.   Aanvrager en rechtmatig belang

Consorzio Tutela Vini Soave e Recioto di Soave

Associazione di produttori della DOP Soave

2.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben:

Naam van het product

Categorie wijnbouwproduct

Verband

Beperkingen op het in de handel brengen

3.   Beschrijving van en redenen voor de wijziging

Voorzieningen voor het bottelen binnen het afgebakend geografisch gebied

Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

artikel 5, lid 1

Beschrijving en motivering

De wijziging betreft de bepaling over het bottelen in het afgebakende productiegebied.

Met deze wijziging beogen de producenten van de BOB “Soave” een tekortkoming recht te zetten in de oorspronkelijke tekst van het productdossier dat eind 1968 werd goedgekeurd, een tijd waarin de algemene regels inzake nationale of EU-oorsprongsbenamingen bepaalden dat het bottelen en verpakken in het afgebakende gebied moest plaatsvinden. Deze algemene regel werd ingevoerd naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 16 mei 2000, zaak C-388/95.

De wijziging is ingegeven door de noodzaak de kwaliteit van de wijnen met de BOB “Soave” te behouden, de oorsprong ervan te garanderen en ervoor te zorgen dat de controles doeltreffend en tijdig zijn.

Het blijkt dat het vervoer en het bottelen buiten het productiegebied de kwaliteit van de “Soave”-wijn kunnen aantasten, omdat de wijn blootgesteld kan worden aan redoxreacties, plotselinge temperatuursveranderingen en microbiologische verontreiniging. Met name deze verschijnselen kunnen negatieve gevolgen hebben voor de fysisch-chemische (minimale totale zuurgraad, minimaal suikervrij extract enz.) en organoleptische (kleur, aroma en smaak) kenmerken.

Hoe groter de afgelegde afstand, hoe ernstiger het risico. Het bottelen in het gebied van oorsprong draagt echter bij tot het behoud van de kenmerken en de kwaliteit van het product, aangezien de wijnzendingen helemaal niet of slechts over korte afstanden worden vervoerd.

Deze aspecten, samen met de ervaring en de grondige technisch-wetenschappelijke kennis van de bijzondere kwaliteiten van de wijnen die de producenten van de oorsprongsbenaming “Soave” in de loop der jaren hebben verworven, maken het mogelijk het bottelen in het gebied van oorsprong te verrichten met de beste technologische voorzorgen, zodat alle fysische, chemische en organoleptische kenmerken van de wijnen die onder het productdossier vallen, bewaard blijven.

Een andere doelstelling van het bottelen in het productiegebied is ervoor te zorgen dat het bevoegd orgaan zijn controlerende taken op een zo doeltreffend, doelmatig en kosteneffectief mogelijke manier kan uitvoeren. Deze vereisten kunnen buiten het productiegebied niet in dezelfde mate worden gewaarborgd.

De toezichthoudende instantie die de jaarlijkse controle op de naleving van de bepalingen van het productdossier uitvoert, kan zeer snel de controlebezoeken aan alle bij het productiegebied betrokken bedrijven plannen op het ogenblik dat de “Soave”-wijn wordt gebotteld, overeenkomstig het respectieve inspectieplan.

Hiermee wordt beoogd er systematisch voor te zorgen dat alleen partijen “Soave”-wijn die het fysisch-chemisch en organoleptisch onderzoek van de toezichthoudende instantie hebben doorstaan, gebotteld kunnen worden. Zo kunnen betere resultaten worden bereikt wat de doeltreffendheid van de controles betreft, tegen beperkte kosten voor de producenten, om de consument maximale garanties te bieden wat de echtheid van de wijn betreft.

De wijziging betreft punt 1.9 van het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Soave

2.   Type geografische aanduiding

BOB — Beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën van wijnbouwproducten

1.

Wijn

5.

Mousserende kwaliteitswijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

“Soave” (met inbegrip van “Soave” classico en “Soave” Colli scaligeri)

kleur: strogeel, soms neigend naar groenig;

geur: kenmerkend intens en delicaat aroma;

smaak: droog, gemiddelde body en harmonieus, licht bitter;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,5 % vol. voor “Soave” en 11,0 % vol. voor “Soave Classico” en voor “Soave Colli Scaligeri”;

minimaal suikervrij extract: 15,0 g/l voor “Soave” en 16,0 g/l voor “Soave Classico” en voor “Soave Colli Scaligeri”;

Wanneer in de onderstaande tabel de waarde niet is ingevuld, betekent dit dat de wijnen voldoen aan de limieten die in nationale en EU-wetgeving zijn vastgelegd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximale vluchtige aciditeit (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Soave spumante” (met inbegrip van “Soave” spumante Classico en “Soave” spumante Colli Scaligeri)

mousse: fijn en bestendig;

kleur: strogeel, soms neigend naar groenig, glanzend;

geur: kenmerkend intens en delicaat aroma;

smaak: gemiddelde body, harmonieus, licht bitter bij de soorten extra brut of brut of extra droog of droog;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 11 % vol;

minimaal suikervrij extract: 15,0 g/l

Wanneer in de onderstaande tabel de waarde niet is ingevuld, betekent dit dat de wijnen voldoen aan de limieten die in nationale en EU-wetgeving zijn vastgelegd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

5,0 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximale vluchtige aciditeit (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Essentiële oenologische procedés

Italiaanse methode (autoclaaf) of klassieke methode voor het bereiden van mousserende wijn

Specifiek oenologisch procedé

Natuurlijke hernieuwde gisting in autoclaven volgens de Charmat- of Martinotti-methode of de klassieke methode (tweede vergisting in de fles) volgens de geldende regels voor de productie van mousserende wijnen.

b.   Maximumopbrengsten

Soave, Soave spumante

15 000 kg druiven per hectare

Soave Classico en spumante “Soave Colli Scaligeri” en spumante

14 000 kg druiven per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

A

- Druiven die worden gebruikt voor de productie van wijnen met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Soave” moeten worden geproduceerd in het gebied dat (delen van) het grondgebied van de gemeenten Soave, Monteforte d’Alpone, San Martino Buon Albergo, Mezzane di Sotto, Roncà, Montecchia di Crosara, San Giovanni Ilarione, San Bonifacio, Cazzano di Tramigna, Colognola ai Colli, Caldiero, Illasi en Lavagno in de provincie Verona omvat.

Het gebied wordt als volgt afgebakend:

In het zuiden, vanaf de westelijke kant, loopt ze vanaf de nederzetting San Martino Buon Albergo langs rijksweg nr. 11 tot aan S. Pietro. Ze buigt vervolgens af in zuidelijke richting over de weg naar Caldiero en volgt vandaar de rand van de heuvels van Rocca en Gazzo op een hoogte van meer dan 40 m en keert dan terug naar rijksweg nr. 11 en volgt de gemeenteweg die via een viaduct de spoorweg Milaan-Venetië kruist; Vandaar valt de afbakening samen met rijksweg nr. 11 tot aan de brug over de rivier Alpone vlakbij de suikerfabriek San Bonifacio, en volgt ze daarna de weg door San Lorenzo tot aan de kruising met de autosnelweg Serenissima, die op zijn beurt het gebied in de gemeente San Bonifacio afbakent tot aan de grens met de provincie Vicenza. De afbakening valt samen met de grens van de provincie Vicenza met de gemeenten Monteforte, Roncà en San Giovanni Ilarione, tot aan de weg die dwars over de provinciegrens loopt, ten zuiden van de Monte Madarosa; ze volgt vervolgens die weg in de richting van San Giovanni Ilarione en passeert Deruti, Lovati, Paludi en Rossetti tot aan de eerdergenoemde nederzetting; vandaar volgt ze de weg door Cereghi, Fornace en Tessari op een hoogte van 250 m, loopt ze langs de Vaio Muni naar Soejo en gaat ze vervolgens verder tot het punt waar de grenzen van de gemeenten Tregnago, San Giovanni Ilarione en Cazzano samenkomen. Vanaf dat punt volgt de afbakening de grens van de gemeente Cazzano tot aan Soraighe; vandaar volgt ze de weg die onder de hellingen van M. Bastia loopt, eerst in noordelijke en vervolgens in oostelijke richting onder C. Andreani. Vanaf daar volgt ze de weg door Montecchia di Crosara en komt ze uit bij de rivier Albo. Daarna volgt ze de weg uit Tolotti, buigt ze af in zuidelijke richting via een hoogte van 300 m, loopt ze onder C. Brustoloni door en voegt ze zich op een hoogte van 326 m bij de weg naar de Dami; vandaar komen de grenzen tussen Soave, Cazzano en Montecchia samen op een hoogte van 418 m, vanwaar ze de grens tussen Cazzano en Montecchia volgt in noordelijke richting tot ze, na 100 meter, een pad kruist waarlangs ze verder gaat in westelijke richting tot aan C. Fontana Fora. Daarna volgt ze het pad in zuidelijke richting tot aan Pissolo di Sopra en dan de weg door Faella, om vervolgens in oostelijke richting af te buigen tot aan Pissolo di Sotto. Ze volgt vervolgens het pad in zuidelijke richting tot aan Pissolo di Sopra en gaat verder in de richting van Pissolo di Sotto tot ze de nederzetting passeert. Ze loopt vervolgens door Chiavica en volgt dan de weg van Cazzano naar Canova. Ze bereikt de nederzetting Canova en gaat vlak daarna in westelijke richting vanaf een hoogte van 84 m naar een hoogte van 73 m, voorbij il Pissolo en tot aan Cantina Sociale (zie detail A1*). Vandaar volgt ze de Via Monti tot in Cazzano.

Op de weg in het centrum van Cazzano (op een hoogte van 100 m) buigt ze in westelijke richting tot aan T. Tramigna en daalt ze vervolgens af in zuidelijke richting tot aan de brug op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg in westelijke richting tot aan het kruispunt van S. Colombano en volgt dan de weg tot aan de kapel (op een hoogte van 135 m). Ze loopt verder in zuidelijke richting (zie detail A2*) tot aan Grisi, en dan in oostzuidoostelijke richting door Case Val dell’Oco en verder tot aan Cereolo di Sopra. Ze volgt eerst de weg naar Cereolo di Sotto en dan de weg in westelijke richting en de weg in zuidwestelijke richting tot aan Bocca Scaluce. Ze volgt daarna eerst het pad in noordelijke richting en vervolgens de weg die voorbij Pistoza uitkomt op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg kort (ongeveer 100 meter) in westelijke richting en volgt dan het pad dat ten noorden langs C. Troni loopt, en volgt dan, nog steeds in westelijke richting, de weg die aansluit op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg in zuidelijke richting over een afstand van ongeveer 250 meter en dan, in westelijke richting, de weg die aan de zuidkant Mormontea passeert tot dichtbij kilometerpaal 16 op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg in zuidwestelijke richting en volgt kort de rivier Illasi. Ze steekt de rivier over en loopt dan door Valnogara heen en vervolgens langs Via Montecurto, eerst in westelijke richting tot aan het kruispunt met Via Cara. Vervolgens loopt ze langs een denkbeeldige lijn in westzuidwestelijke richting (zie detail A3*) en kruist ze de gemeentegrens van Illasi bij Montecurto di Sopra. Daarna volgt ze deze grens in noordelijke richting tot dichtbij een hoogte van 92 m op de weg naar Lione. Ze volgt die weg in noordelijke richting door Lione, langs C. Spiazzi, en bij Leon S. Marco volgt ze de weg die in noordoostelijke richting uitkomt bij C. Santi op een hoogte van 135 m. Vandaar volgt ze ongeveer 300 meter lang de weg naar Fratta in westelijke en vervolgens in noordelijke richting, door Fratta, en in westelijke richting tot aan Mezzane di Sotto. Daarna volgt ze de weg in zuidelijke richting die langs Casoni, Turano en Val di Mezzo loopt, voorbij Boschetto gaat en bij Villa Alberti een hoogte van 73 m bereikt. Ze volgt vervolgens de weg in zuidwestelijke richting tot aan Barco di Sopra en gaat dan eerst in westelijke en dan in noordwestelijke richting verder tot ze de weg naar S. Briccio kruist. Ze volgt deze weg in noordoostelijke richting tot aan Casetta en volgt dan het pad in westelijke richting tot aan de weg die iets ten zuiden van S. Rocco Ca’ Brusà passeert en dan in zuidelijke richting langs de weg die, nadat ze l’Arcandole is gepasseerd, uitkomt bij San Martino Buon Albergo, waar de afbakening begon.

B

- Druiven die worden gebruikt voor de productie van “Soave” Classico-wijnen moeten worden geproduceerd in het gebied zoals goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 oktober 1931 (Staatsblad nr. 289 van 16 december 1931), dat een deel van het grondgebied van de gemeenten Soave en Monteforte d’Alpone omvat, en dat als volgt wordt gedefinieerd: Vanaf de Porta Verona van Soave volgt ze de weg Soave-Monteforte tot aan het dorp San Lorenzo, district Soave. Van daaruit loopt ze in noordelijke richting langs de hellingen van Monte Tondo tot aan de grens tussen het grondgebied van de gemeenten Soave en Monteforte. Daarna volgt ze de hellingen van Monte Zoppega, omvat daarbij de nederzetting Monteforte d’Alpone, en volgt in volgorde: Via Zoppega, Via Novella, Via San Carlo, Via 27 Aprile. Daarna steekt ze de rivier Alpone over en volgt ze weer Via Alpone. Ze gaat verder in noordelijke richting en volgt tenslotte Via Roma om het gebied van Monticello te omvatten (zie detail B1*). Ze kruist Via Santa Croce en gaat dan in noordwestelijke richting om Cantina Sociale di Monteforte te omvatten. Ze volgt Via XX Settembre in zuidelijke richting en loopt dan verder tot voorbij de rivier Alpone. Ze volgt Via della Fontana, die eerst in westelijke, dan in zuidelijke, vervolgens in westelijke en tenslotte in noordelijke richting loopt, en volgt daarna de hellingen van Monte Riondo (zie detail B2*). Ze volgt Via Monte Riondo ongeveer 530 meter en buigt dan af in noordelijke richting om het alluviale gedeelte van Torrente Ponsara uit te sluiten. Ze volgt de weg dan in oostelijke richting en komt uit op de grens van het kadastrale perceel nr. 13 van de gemeente Monte Forte d’Alpone, die over een afstand van ongeveer 110 meter Via Cervia volgt. Ze omvat het dorp Casotti (zie detail B3*) en komt dan uit op de weg Monteforte-Brognoligo. Ze volgt die weg in noordelijke richting tot aan het kruispunt met de rivier Torrente Carbonare en loopt (zie detail B4*) in westelijke richting langs de hellingen van Monte Grande. Daarna daalt ze af in oostelijke richting, aan de linkerkant van de Carbonare-vallei, om de nederzetting Brognoligo, de dorpen Valle en Mezzavilla en de nederzetting Costalunga te omvatten. (zie detail B5*) Vanaf dit punt buigt ze in noordelijke richting af en volgt ze de gemeenteweg van Sorte tot aan de kruising van Roggia Viennega met de rivier Alpone. Daarna volgt ze de noordgrens van het grondgebied van Monteforte tot aan de grens met de gemeente Soave bij Moscatello. Ze volgt deze grens tot aan Valle Crivellara op het punt waar de grens van Soave een hoek vormt. Vanaf daar splitst de afbakening zich af van de grens, loopt ze in westelijke richting tot op een hoogte van 331 m bij Villa Visco. Daarna volgt ze een deel van het pad dat van Monte Campano afdaalt, een hoogte van 250 m passeert en kort daarna, bij Casa Nui, de secundaire tak van de Anguane (zie detail B6*) bereikt; vandaar loopt ze door tot aan de provinciale weg Soave-Cazzano. Ze volgt de provinciale weg in zuidelijke richting tot aan de laatste huizen van Battocchi. Vandaar loopt ze in oostelijke richting, langs het gemeentepad dat door La Carcera loopt, totdat ze even voorbij een hoogte van 54 m de provinciale weg Soave-Castelcerino kruist. Ze daalt vervolgens in zuidelijke richting af via het gemeentepad van Monte Foscarino en Monte Cèrcene tot aan het kruispunt met de provinciale weg Soave-Castelcerino. Ze draait schuin in zuidwestelijke richting en passeert de nederzetting Borgata Bassano tot aan de gekanaliseerde rivier Tramigna. Ze volgt de rivier in zuidelijke richting tot aan de provinciale weg Soave-Borgo San Matteo, draait in westelijke richting langs de zuidelijke muren van Soave tot Porta di Verona, waar het gebied van de Classica begint.

C

- De druiven die worden gebruikt voor de productie van de “Soave”-wijnen met de aanvullende specificatie van het deelgebied “Colli Scaligeri” moeten worden geproduceerd in het gebied dat als volgt is afgebakend: Vanaf het westelijke deel (San Martino Buon Albergo), vanaf Marcellise in San Rocco, daalt de grens af naar Bosco della Fratta tot aan Fenilon. Vandaar, langs de weg die de vlakte van de heuvel scheidt, loopt ze tot aan Palù en vervolgens naar Casette in de richting van San Giacomo. Ze loopt van daar, langs de heuvel die erboven ligt, naar de provinciale weg in de richting van Monticelli in de gemeente Lavagno. Ze loopt door Fontana tot aan San Pietro (Lavagno). Vervolgens loopt ze verder langs de weg die de grens tussen de vlakte en de heuvel vormt, door Villa Alberti, langs Boschetto, Turano, tot ze op een hoogte van 92 m de Progno di Mezzane kruist, die ze in noordelijke richting volgt tot ze de Via Leon kruist, die eerst in oostelijke en dan in zuidelijke richting loopt, in de richting van C. Spiazzi, en dan door Squarzego, Montecurto di Sopra, Canova en Casotti. Vandaar loopt ze verder in oostelijke richting tot aan Calle in de gemeente Illasi, in zuidelijke richting via de provinciale weg tot aan de kerk in San Zeno en vervolgens in oostelijke richting tot aan Ceriani. Daarna gaat ze verder naar Villa en volgt ze de weg die de heuvel scheidt van de vlakte naast Naronchi. Vervolgens loopt ze in zuidelijke richting door San Pietro heen, langs de weg tot aan Pontesello en Caneva in noordelijke richting tot aan Orgnano. Vanaf Orgnano loopt ze in noordoostelijke richting, waarbij ze het profiel van de heuvel volgt, tot aan San Vittore. Vandaar loopt ze in noordelijke richting door Molini tot in de gemeente Cazzano di Tramigna in Cantina Sociale, waarbij ze Fenil del Monte passeert. Ze loopt door tot via Molini (door Cazzano di Tramigna) en vóór de kruising met de Via Siro Conti draait ze in zuidzuidoostelijke richting door Chiavica, voorbij Canova tot ze bij Costeggiola de gemeente Soave bereikt. Ze loopt omhoog in noordoostelijke richting en volgt de grens van Soave Classico door Casa Nui, Villa Visco en Valle Crivellara, en gaat dan verder in oostelijke richting, waarbij ze steeds het classic-gebied flankeert door Meggiano en Ca’ Vecchie. De afbakening loopt vervolgens in noordelijke richting door i Motti in de gemeente Montecchia di Crosara, door Castello, door het centrum van Montecchia, langs Biondari tot aan Lauri. Vandaar loopt de weg over de provinciale weg naar de basaltgroeve en dan in zuidelijke richting naar Danesi di Sotto, Casarotti en Dal Cero. Vervolgens bereikt ze de gemeente Roncà aan de oostelijke kant, loopt ze door Prandi en bereikt ze de nederzetting Roncà (zie details C1 en C2). Vandaar loopt ze in de richting van Vittori en, in het zuiden, Momello en Binello, tot aan Calderina op de grens met de gemeente Gambellara. De afbakening volgt de grens van de provincie Vicenza met de gemeenten Monteforte, Roncà en San Giovanni Ilarione, tot aan de weg die dwars over de provinciegrens loopt, ten zuiden van Monte Madarosa; ze volgt vervolgens die weg in de richting van San Giovanni Ilarione en passeert Deruti, Lovati, Paludi en Rossetti tot aan de eerdergenoemde nederzetting; vandaar volgt ze de weg door Cereghi, Fornace en Tessari op een hoogte van 250 m, loopt ze langs de Vaio Muni naar Soejo en gaat ze vervolgens verder tot het punt waar de grenzen van de gemeenten Tregnago, San Giovanni Ilarione en Cazzano samenkomen. Vanaf dat punt volgt de afbakening de grens van de gemeente Cazzano tot aan Soraighe; vandaar volgt ze de weg die onder de hellingen van M. Bastia loopt, eerst in noordelijke en vervolgens in oostelijke richting onder C. Andreani. Vanaf daar volgt ze de weg door Montecchia di Crosara en komt ze uit bij de rivier Albo. Daarna volgt ze de weg uit Tolotti, buigt ze af in zuidelijke richting via een hoogte van 300 m, loopt ze onder C. Brustoloni door en voegt ze zich op een hoogte van 326 m bij de weg naar de Dami; vandaar komen de grenzen tussen Soave, Cazzano en Montecchia samen op een hoogte van 418 m, vanwaar de afbakening de grens tussen Cazzano en Montecchia volgt in noordelijke richting tot ze, na 100 meter, een pad kruist waarlangs ze verder gaat in westelijke richting tot aan C. Fontana Fora. Ze volgt vervolgens het pad in zuidelijke richting tot aan Pissolo di Sopra en gaat verder in de richting van Pissolo di Sotto tot ze de nederzetting passeert. Ze loopt vervolgens door Chiavica en volgt dan de weg van Canova naar Cazano di Tramigna. Ze bereikt het centrum van Cazzano (op een hoogte van 100 m), buigt af in westelijke richting tot aan T. Tramigna en daalt dan af in zuidelijke richting tot aan de brug op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg in westelijke richting tot aan het kruispunt van S. Colombano en volgt dan de weg tot aan de kapel (op een hoogte van 135 m). Ze loopt verder in zuidelijke richting (zie detail A2*) tot aan Grisi, en dan in oostzuidoostelijke richting door Case Val dell’Oco en verder tot aan Cereolo di Sopra. Ze volgt eerst de weg naar Cereolo di Sotto en dan de weg in westelijke richting tot aan Bocca Scaluce en volgt dan eerst het pad in noordelijke richting en vervolgens de weg die voorbij Pistoza uitkomt op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg kort (ongeveer 100 meter) in westelijke richting en daarna het pad dat ten noorden langs C. Troni loopt, en volgt dan, nog steeds in westelijke richting, de weg die aansluit op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg in zuidelijke richting over een afstand van ongeveer 250 meter en dan, in westelijke richting, de weg die aan de zuidkant Mormontea passeert tot dichtbij kilometerpaal 16 op de weg naar Illasi. Ze volgt die weg in zuidwestelijke richting en volgt kort de rivier Illasi. Ze steekt de rivier over en volgt de weg naar i Guerri, vanwaar ze in westelijke richting een denkbeeldige lijn volgt van Montecurto di Sopra naar i Guerri (zie detail A3*), om vervolgens bij Montecurto di Sopra de gemeentegrens van Illasi te kruisen. Daarna volgt ze deze grens in noordelijke richting tot dichtbij een hoogte van 92 m op de weg naar Lione. Ze volgt die weg in noordelijke richting door Lione, langs C. Spiazzi, en bij Leon S. Marco volgt ze de weg die in noordoostelijke richting uitkomt bij C. Santi op een hoogte van 135 m. Vandaar volgt ze ongeveer 300 meter lang de weg naar Fratta in westelijke en vervolgens in noordelijke richting, door Fratta, en in westelijke richting tot aan Mezzane di Sotto. Daarna volgt ze de weg in zuidelijke richting die langs Casoni, Turano en Val di Mezzo loopt, voorbij Boschetto gaat en bij Villa Alberti een hoogte van 73 m bereikt. Ze volgt vervolgens de weg in zuidwestelijke richting tot aan Barco di Sopra en gaat dan eerst in westelijke en dan in noordwestelijke richting verder tot ze de weg naar S. Briccio kruist. Ze volgt deze weg in noordoostelijke richting tot aan Casetta en volgt dan het pad in westelijke richting tot aan de weg die naar S. Rocco leidt.

Dat gebied omvat ook de heuvels van Monte Rocca en Monte Gazzo in de gemeente Caldiero en van Monte Bisson in de gemeente Soave, en is als volgt afgebakend:

Afbakening “Monte Gazzo”- “Monte Rocca” - gemeente Caldiero.

Vanaf de Padana rijksweg nr. 11 bij de thermen van Giunone volgt ze de weg die naar de thermen leidt, waarbij ze de hellingen van Monte Gazzo tot op een hoogte van 53 m volgt. Vandaar gaat ze naar links en volgt ze het profiel van de heuvel die de grens van Monte Rocca vormt, tot ze bij de gemeenteweg uitkomt. Ze buigt naar links naar het centrum van Caldiero, tot aan het plein. Ze gaat dan verder naar rechts tot ze links aansluit op de gemeenteweg van Zecconelli, die ze bijna onmiddellijk verlaat om in noordelijke richting de hoogte te volgen tot ze bij de spoorweg uitkomt. Vanaf hier volgt ze de spoorweg en gaat ze verder in oostelijke richting tot aan het begin van de afbakening.

Afbakening “Monte Bisson” - gemeente Soave.

Vanaf de hoofdstad in Fornello draait ze rechtsom in noordelijke richting, langs de gemeenteweg van Bisson, tot aan de kruising met de weg die naar de nederzetting San Vittore leidt. Ze volgt, rechts aanhoudend, het profiel van de heuvel in zuidelijke richting, tot op een hoogte van 42 m tot aan de hoeve Bisson, en vandaar, nog steeds op een hoogte van 42 m, in westelijke richting naar de gemeenteweg die naar Fornello in de gemeente Colognola ai Colli leidt.

7.   Wijndruivenras(sen)

Chardonnay B.

Garganega B.

Trebbiano di Soave B. - Trebbiano

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

BOB Soave - voor alle categorieën (wijn en mousserende kwaliteitswijn)

bijzonderheden over het geografische gebied;

Natuurlijke factoren die van belang zijn voor het verband

Het productiegebied van Soave DOC-wijnen ligt in het westelijk-centrale deel van de streek Monti Lessini, dicht bij de Povlakte. De tufstenen basaltbodem van vulkanische oorsprong bestaat hoofdzakelijk uit substraat van ontbonden basaltgesteente, waaruit een lichte klei-leemgrond is ontstaan met een typisch donkere kleur, die weinig alkalisch is, rijk aan minerale stoffen, met een goede afwatering, maar toch een goede wateropslagcapaciteit gedurende het hele jaar. De minerale bodems beïnvloeden de gistingsprocessen van most afkomstig van garganega- en trebbiano di Soave-druiven.

Wat het klimaat betreft, profiteert de streek Soave van een mild en gematigd klimaat met een jaarlijkse neerslag tussen 700 en 1 000 mm, die zich vooral in het voorjaar en het najaar concentreert. Het klimaat is over het algemeen gematigd en vochtig met hete zomers.

De hoogte van de wijngaarden varieert van 35 m boven de zeespiegel in het gebied van de uitlopers van de heuvels tot 380 m boven de zeespiegel in de hoogste heuvels, met variërende hellingen en blootstelling overwegend naar het oosten, zuiden en westen;

Historische en menselijke factoren die van belang zijn voor het verband

Reeds in de Romeinse tijd was het gebied van Soave een “pagus”, d.w.z. een begrensd landbouwgebied met wijnbouw, dat bekend stond om zijn goede ligging en intensieve teelt. De druiven werden gebruikt om speciale wijnen te maken, “acinatici” genaamd, waarbij een traditionele methode werd gebruikt om de druiven licht te laten drogen. Dit werd vermeld in enkele epistels uit de tijd van de Gotische koning Theodorik (503 na Chr.), die de Veronese producenten aanraadden om deze “zeer zachte en volle” wijnen te selecteren voor de koninklijke tafel, en om de wijn van de witte druif niet te vergeten, die “glinstert als een melkdrank en duidelijk zuiver, joviaal oprecht en ongelooflijk zacht van smaak is”. In documenten uit 680 na Christus wordt melding gemaakt van het gebruik van het Veronees latwerk, een traditionele leivorm die tot op de dag van vandaag in dit gebied wordt gebruikt.

De toename van de productie en de bekendheid van de “Soave”-wijnen gaf in 1924 aanleiding tot de eerste maatregel ter bescherming en verdediging van de typische wijnen. Vervolgens werd het Consorzio per la difesa del Vino Tipico Soave (Consortium voor de verdediging van de typische “Soave”-wijn) opgericht. De Italiaanse minister erkende in 1931 het eerste afgebakende gebied voor de productie van “Vino Típico Soave” (typische “Soave”-wijn). De BOB werd in 1968 erkend.

Wijnbouwers beschouwen het Veronees latwerk al eeuwenlang als de meest ideale leivorm voor wijnstokken. Deze teeltwijze is niet alleen een kenmerk van het landschap, maar is ook van cruciaal belang voor de kwaliteit van de wijn en de continuïteit van de productie ervan.

De laatste jaren hebben de ontwikkelingen op het gebied van deze leivorm geleid tot wijzigingen in enkele parameters met het oog op de oenologische doelstellingen die worden nagestreefd: wijnbouwers zijn van latwerk met 4,5 à 5 m afstand tussen de rijen en een inplanting van 0,8 tot 1,5 m op de rijen (waarbij de ruimte tussen de rijen gewoonlijk volledig met vegetatie was bedekt) overgestapt op latwerk met een kleinere inplantingsafstand en wijnstokken die veel korter gesnoeid worden met een veel lager aantal knoppen per plant.

De Veronese leivormen zorgen er dus voor dat de druiven een optimale rijpheid en gezondheid bereiken.

Naast deze traditionele leivormen van latwerk bestaan er ook wand- of leiboommethoden, vooral in vlakke gebieden waar het gemakkelijker is om mechanische middelen op de wijnstokken te gebruiken bij het snoeien en bij de oogst.

Aangezien het in heuvelachtig terrein moeilijk is om de werkzaamheden op steile hellingen te mechaniseren, wordt de over het algemeen late oogst voornamelijk met de hand gedaan.

De streek Soave produceert momenteel een aanzienlijk aantal uitstekende wijnen, die elk jaar door de belangrijkste internationale wijngidsen worden bekroond. De wijn valt ook regelmatig in de prijzen bij de belangrijkste wijnconcoursen in de wereld.

BOB Soave – wijncategorie of -categorieën

Oorzakelijk verband tussen de kwaliteit, de kenmerken van het product en de geografische omgeving met de door natuur en mens bepaalde factoren

Wijnen met de BOB “Soave”, met inbegrip van de varianten met de aanduidingen “Classico” en “Colli Scaligeri”, zijn strogeel van kleur, soms neigend naar groenachtig, met een intens, aangenaam aroma en een rijke smaak met een evenwichtige zuurgraad; meer bepaald zijn er duidelijke toetsen van amandel en witte bloemen, exotisch fruit, citrusvruchten en specerijen.

De heuvels van de streek Verona vormen een ideale omgeving voor de producten van de BOB Soave, evenals voor die met de aanduidingen “Classico” en “Colli Scaligeri”. De kalkhoudende en vulkanische bodem is rijk aan voedingsstoffen en de koele beekjes die van de Monti Lessini naar beneden stromen, zorgen voor een optimale rijping met behoud van de zuurgraad van de druiven die nodig is voor witte wijn. De traditionele leivormen, de technische deskundigheid van de wijnbouwers, de eeuwenlange traditie en de investeringen in moderne technologie zorgen samen voor wijnen met een grote complexiteit van aroma en een rijke smaak, met een middelhoog suikergehalte en een evenwichtige zuurgraad.

Meer bepaald is de wijn met de BOB “Soave” met de aanduiding “Classico” de wijn met de oudste traditie in de streek, en heeft hij minerale organoleptische kenmerken, een volle, goed afgeronde smaak met lage plantaardige, olfactorische en retro-olfactorische toetsen.

BOB Soave - Categorie mousserende kwaliteitswijn

Oorzakelijk verband tussen de kwaliteit, de kenmerken van het product en de geografische omgeving met de door natuur en mens bepaalde factoren

De mousserende wijnen met de BOB “Soave”, en die met de aanduidingen “Classico” en “Colli Scaligeri”, hebben fijn, aanhoudend schuim. Ze zijn strogeel, soms neigend naar helder groenig, met een delicaat aroma en een aangenaam evenwicht tussen extracten en suikers wat de smaak betreft. Het suikergehalte varieert van extra brut tot droog.

Het gematigde klimaat en de temperatuurschommelingen tussen dag en nacht die typisch zijn voor de streek Soave, dragen bij tot de vorming van een groot aantal aromatische precursors die bevorderlijk zijn voor de organoleptische kenmerken en de typische noten van de verschillende wijnstokken waaruit de druivensoorten voor de BOB “Soave” bestaan.

De mousserende wijn is ook aangenaam bruisend, met een frisse zuurgraad en een aangenaam smaakevenwicht van extracten en suikers. De druiven worden vroeger geoogst dan de druiven die bestemd zijn voor de productie van de niet-mousserende versie van de wijn met de BOB “Soave”, om te zorgen voor een voldoende hoge zuurgraad. De zuurgraad wordt ook gegarandeerd door de lage pH van de bodem en de temperatuurschommelingen die typisch zijn voor het gebied.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Soave (BOB)

Rechtskader:

EU-wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

In de zin van artikel 5, lid 1, punt b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie mag de wijn worden gemaakt op het grondgebied van de provincie Verona en op het grondgebied van de gemeenten Gambellara en Montebello in de provincie Vicenza.

Soave (BOB)

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

botteling in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

De reden voor het bottelen binnen het afgebakende productiegebied is de noodzaak om de kwaliteit van de wijnen met de BOB “Soave” te behouden, de oorsprong ervan te garanderen en ervoor te zorgen dat de controles tijdig en op doeltreffende en kosteneffectieve wijze kunnen worden uitgevoerd.

Het blijkt dat het vervoer en het bottelen buiten het productiegebied de kwaliteit van de “Soave”-wijn kunnen aantasten, omdat de wijn blootgesteld kan worden aan redoxreacties, plotselinge temperatuursveranderingen en microbiologische besmetting, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de fysisch-chemische (minimale totale zuurgraad, minimale suikervrije extract enz.) en organoleptische (kleur, aroma en smaak) kenmerken.

Hoe groter de afgelegde afstand, hoe ernstiger het risico.

Het bottelen in het gebied van oorsprong draagt echter bij tot het behoud van de kenmerken en de kwaliteit van het product, aangezien de wijnzendingen helemaal niet of slechts over korte afstanden worden vervoerd.

Deze aspecten, samen met de ervaring en de grondige technisch-wetenschappelijke kennis van de bijzondere kwaliteiten van de wijnen die de producenten van de oorsprongsbenaming “Soave” in de loop der jaren hebben verworven, maken het mogelijk het bottelen in het gebied van oorsprong te verrichten met de beste technologische voorzorgen, zodat alle fysische, chemische en organoleptische kenmerken van de wijnen die onder het productdossier vallen, bewaard blijven.

Een andere doelstelling van het bottelen in het productiegebied is ervoor te zorgen dat het bevoegd orgaan zijn controlerende taken op een zo doeltreffend, doelmatig en kosteneffectief mogelijke manier kan uitvoeren. Deze vereisten kunnen buiten het productiegebied niet in dezelfde mate worden gewaarborgd.

De toezichthoudende instantie kan zeer snel de controlebezoeken aan alle bij het productiegebied betrokken bedrijven plannen op het ogenblik dat de “Soave”-wijn wordt gebotteld, overeenkomstig het respectieve inspectieplan.

Hiermee wordt beoogd er systematisch voor te zorgen dat alleen partijen wijn met de BOB “Soave” kunnen worden gebotteld. Zo kunnen betere resultaten worden behaald, wat de doeltreffendheid van de controles betreft, tegen beperkte kosten voor de producenten, om de consument maximale garanties te bieden wat de echtheid van de wijn betreft.

Voorts kunnen de bottelbedrijven, overeenkomstig de geldende nationale wetgeving en ter bescherming van reeds bestaande rechten, een aanvraag tot afwijking indienen om in hun buiten het afgebakende gebied gelegen installaties te mogen blijven bottelen, op voorwaarde dat zij de desbetreffende aanvraag bij het Ministerie van Landbouw-, Levensmiddelen- en Bosbouwbeleid indienen en documenten overleggen waaruit blijkt dat zij in ten minste twee van de vijf jaar vóór de inwerkingtreding van de wijziging waarbij het bottelen in het gebied verplicht wordt gesteld, wijnen met de BOB “Soave” hebben gebotteld (dit hoeft geen ononderbroken periode van twee jaar te zijn).

Soave BOB – Verwijzingen naar aanvullende geografische vermeldingen

Rechtskader:

EU-wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

In de benaming en presentatie van de wijnen “Soave”, “Soave” classico en “Soave” Colli Scaligeri mag worden verwezen naar de volgende aanvullende geografische vermeldingen:

1.

Brognoligo

2.

Broia

3.

Ca’ del vento

4.

Campagnola

5.

Carbonare

6.

Casarsa

7.

Castelcerino

8.

Castellaro

9.

Colombara

10.

Corte del Durlo

11.

Costalta

12.

Costalunga

13.

Coste

14.

Costeggiola

15.

Croce

16.

Duello

17.

Fittà

18.

Froscà

19.

Foscarino

20.

Menini

21.

Monte di Colognola

22.

Monte Grande

23.

Paradiso

24.

Pigno

25.

Ponsara

26.

Pressoni

27.

Roncà - Monte Calvarina

28.

Rugate

29.

Sengialta

30.

Tenda

31.

Tremenalto

32.

Volpare

33.

Zoppega

Link naar het productdossier

https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/16389


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.


Top