Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0896

    Zaak C-896/19: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 20 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Qorti Ċivili Prim’Awla — Ġurisdizzjoni Kostituzzjonali — Malta) — Repubblika / Il-Prim Ministru (Prejudiciële verwijzing – Artikel 2 VEU – Waarden van de Europese Unie – Rechtsstaat – Artikel 49 VEU – Toetreding tot de Unie – Instandhouding van het beschermingsniveau van de waarden van de Unie – Daadwerkelijke rechtsbescherming – Artikel 19 VEU – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Werkingssfeer – Onafhankelijkheid van de rechters van een lidstaat – Benoemingsprocedure – Bevoegdheid van de minister-president – Betrokkenheid van een commissie voor rechterlijke benoemingen)

    PB C 228 van 14.6.2021, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.6.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 228/7


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 20 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Qorti Ċivili Prim’Awla — Ġurisdizzjoni Kostituzzjonali — Malta) — Repubblika / Il-Prim Ministru

    (Zaak C-896/19) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Artikel 2 VEU - Waarden van de Europese Unie - Rechtsstaat - Artikel 49 VEU - Toetreding tot de Unie - Instandhouding van het beschermingsniveau van de waarden van de Unie - Daadwerkelijke rechtsbescherming - Artikel 19 VEU - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Werkingssfeer - Onafhankelijkheid van de rechters van een lidstaat - Benoemingsprocedure - Bevoegdheid van de minister-president - Betrokkenheid van een commissie voor rechterlijke benoemingen)

    (2021/C 228/08)

    Procestaal: Maltees

    Verwijzende rechter

    Prim’Awla tal-Qorti Ċivili — Ġurisdizzjoni Kostituzzjonali

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Repubblika

    Verwerende partij: Il-Prim Ministru

    in tegenwoordigheid van: WY

    Dictum

    1)

    Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU moet aldus worden uitgelegd dat het kan worden toegepast in een zaak waarin bij een nationale rechterlijke instantie een krachtens het nationale recht ingesteld beroep aanhangig is dat ertoe strekt dat die rechterlijke instantie zich uitspreekt over de verenigbaarheid met het Unierecht van nationale bepalingen inzake de procedure voor de benoeming van rechters in de lidstaat waartoe die rechterlijke instantie behoort. Bij de uitlegging van die bepaling dient artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie naar behoren in aanmerking te worden genomen.

    2)

    Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen nationale bepalingen die de minister-president van de betrokken lidstaat een doorslaggevende bevoegdheid verlenen in de procedure voor de benoeming van rechters, maar tevens bepalen dat bij deze procedure een onafhankelijk orgaan betrokken is dat met name belast is met de beoordeling van de kandidaat-rechters en met het uitbrengen van een advies aan die minister-president.


    (1)  PB C 77 van 9.3.2020.


    Top