Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex
Dokument 62019CA0485
Case C-485/19: Judgment of the Court (First Chamber) of 22 April 2021 (request for a preliminary ruling from the Krajský súd v Prešove — Slovakia) — LH v Profi Credit Slovakia s.r.o. (Reference for a preliminary ruling — Consumer protection — Directive 2008/48/EC — Credit agreements for consumers — Directive 93/13/EEC — Unfair contract terms — Payment made under an unlawful term — Unjust enrichment of the lender — Right to restitution time-barred — Principles of Union law — Principle of effectiveness — Article 10(2) of Directive 2008/48 — Information to be included in a credit agreement — Elimination of certain national requirements on the basis of the case-law of the Court — Interpretation of the old version of the national legislation in accordance with that case-law — Temporal effects)
Zaak C-485/19: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Prešove — Slowakije) — LH / Profi Credit Slovakia s.r.o. (Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Richtlijn 2008/48/EG – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 93/13/EEG – Oneerlijke bedingen – Betaling krachtens een onrechtmatig beding – Ongerechtvaardigde verrijking van de kredietgever – Verjaring van het recht op terugbetaling – Unierechtelijke beginselen – Doeltreffendheidsbeginsel – Artikel 10, lid 2, van richtlijn 2008/48 – In kredietovereenkomst te vermelden informatie – Afschaffing van bepaalde nationale vereisten op basis van de rechtspraak van het Hof – Uitlegging van de oude versie van de nationale regeling in overeenstemming met die rechtspraak – Werking in de tijd)
Zaak C-485/19: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Prešove — Slowakije) — LH / Profi Credit Slovakia s.r.o. (Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Richtlijn 2008/48/EG – Kredietovereenkomsten voor consumenten – Richtlijn 93/13/EEG – Oneerlijke bedingen – Betaling krachtens een onrechtmatig beding – Ongerechtvaardigde verrijking van de kredietgever – Verjaring van het recht op terugbetaling – Unierechtelijke beginselen – Doeltreffendheidsbeginsel – Artikel 10, lid 2, van richtlijn 2008/48 – In kredietovereenkomst te vermelden informatie – Afschaffing van bepaalde nationale vereisten op basis van de rechtspraak van het Hof – Uitlegging van de oude versie van de nationale regeling in overeenstemming met die rechtspraak – Werking in de tijd)
PB C 228 van 14.6.2021, str. 3—4
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.6.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 228/3 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Prešove — Slowakije) — LH / Profi Credit Slovakia s.r.o.
(Zaak C-485/19) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Bescherming van de consument - Richtlijn 2008/48/EG - Kredietovereenkomsten voor consumenten - Richtlijn 93/13/EEG - Oneerlijke bedingen - Betaling krachtens een onrechtmatig beding - Ongerechtvaardigde verrijking van de kredietgever - Verjaring van het recht op terugbetaling - Unierechtelijke beginselen - Doeltreffendheidsbeginsel - Artikel 10, lid 2, van richtlijn 2008/48 - In kredietovereenkomst te vermelden informatie - Afschaffing van bepaalde nationale vereisten op basis van de rechtspraak van het Hof - Uitlegging van de oude versie van de nationale regeling in overeenstemming met die rechtspraak - Werking in de tijd)
(2021/C 228/04)
Procestaal: Slowaaks
Verwijzende rechter
Krajský súd v Prešove
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: LH
Verwerende partij: Profi Credit Slovakia s.r.o.
Dictum
1) |
Het doeltreffendheidsbeginsel moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling die bepaalt dat voor een vordering van een consument tot terugbetaling van bedragen die in het kader van de uitvoering van een kredietovereenkomst onverschuldigd zijn betaald op grond van oneerlijke bedingen in de zin van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, of van bedingen die in strijd zijn met de vereisten van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad, een verjaringstermijn van drie jaar geldt die aanvangt op de dag waarop de ongerechtvaardigde verrijking is ontstaan. |
2) |
Artikel 10, lid 2, en artikel 22, lid 1, van richtlijn 2008/48, zoals uitgelegd in het arrest van 9 november 2016, Home Credit Slovakia (C-42/15, EU:C:2016:842), zijn van toepassing op een kredietovereenkomst als aan de orde in het hoofdgeding die is gesloten vóór de uitspraak van dat arrest en vóór een wijziging die is doorgevoerd om de nationale wettelijke regeling in overeenstemming te brengen met de in dat arrest gegeven uitlegging. |