EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AR0718

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voorstel voor een verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit

COR 2021/00718

PB C 175 van 7.5.2021, p. 69–88 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/69


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voorstel voor een verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit

(2021/C 175/07)

Algemeen rapporteur:

Loïg CHESNAIS-GIRARD (FR/PSE)

Voorzitter van de regioraad van Bretagne

Referentiedocument:

COM(2020) 854 final

I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

Overweging 1

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (“het Verenigd Koninkrijk”) de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“Euratom”), hierna samen “de Unie” genoemd, verlaten, en is een overgangsperiode ingegaan. Die in de tijd beperkte overgangsperiode is overeengekomen in het kader van het terugtrekkingsakkoord (1) en loopt tot en met 31 december 2020. Tijdens de overgangsperiode zijn de Unie en het Verenigd Koninkrijk formele onderhandelingen over hun toekomstige betrekkingen begonnen.

Op 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (“het Verenigd Koninkrijk”) de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“Euratom”), hierna samen “de Unie” genoemd, verlaten, en is een overgangsperiode ingegaan. Die in de tijd beperkte overgangsperiode is overeengekomen in het kader van het terugtrekkingsakkoord (1) en is geëindigd op 31 december 2020. Tijdens de overgangsperiode zijn de Unie en het Verenigd Koninkrijk formele onderhandelingen over hun toekomstige betrekkingen begonnen.

Wijzigingsvoorstel 2

Een overweging 2 bis invoegen

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Op 24 december 2020 hebben de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk geleid tot de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (hierna “handels- en samenwerkingsovereenkomst” genoemd) (1), waarin hun toekomstige betrekkingen worden vastgelegd en die voorlopig in werking is getreden op 1 januari 2021. De tenuitvoerlegging van de handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet voor de visserijcomponent in een overgangsperiode van vijf en een half jaar, eindigend op 30 juni 2026, waarin de visserijactiviteit in de Britse wateren wordt afgebouwd. Dit zal naar verwachting ingrijpende veranderingen voor de hele waardeketen in de visserij en de structurering van de kusteconomie van sommige regio’s met zich meebrengen.

Wijzigingsvoorstel 3

Overweging 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Unie verbindt zich ertoe de economische gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie te verzachten en solidariteit te betonen met alle lidstaten , met name de lidstaten die in deze uitzonderlijke omstandigheden het zwaarst getroffen zijn.

De Unie verbindt zich ertoe de negatieve economische en sociale gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie te verzachten en solidariteit te betonen met alle lidstaten en alle regio’s en economische sectoren die in deze uitzonderlijke omstandigheden getroffen zijn.

Wijzigingsvoorstel 4

Overweging 5

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Om bij te dragen tot economische, sociale en territoriale samenhang is het passend dat de lidstaten zich bij het opzetten van steunmaatregelen met name richten op de regio’s, gebieden en lokale gemeenschappen, met inbegrip van die welke afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, die naar verwachting het zwaarst door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zullen worden getroffen. Het is mogelijk dat de lidstaten specifieke maatregelen moeten nemen om met name bedrijven en economische sectoren te ondersteunen die nadeel ondervinden van de terugtrekking. Daarom is het passend een niet-uitputtende lijst op te stellen van het soort maatregelen dat met de meeste waarschijnlijkheid deze doelstelling zal verwezenlijken.

Om bij te dragen tot economische, sociale en territoriale samenhang is het passend dat de lidstaten zich bij het opzetten van steunmaatregelen met name richten op de regio’s, gebieden en lokale gemeenschappen, met inbegrip van die welke afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, die naar verwachting het zwaarst door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk zullen worden getroffen , waarbij zorg wordt gedragen voor een evenwichtige verdeling over alle getroffen regio’s . Het is mogelijk dat de lidstaten specifieke maatregelen moeten nemen om met name bedrijven en economische sectoren te ondersteunen die nadeel ondervinden van de terugtrekking. Daarom is het passend een niet-uitputtende lijst op te stellen van het soort maatregelen dat met de meeste waarschijnlijkheid deze doelstelling zal verwezenlijken.

Wijzigingsvoorstel 5

Overweging 5

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Bepaalde economische sectoren verkeren in een bijzonder kwetsbare positie. In sommige gebieden, die sterk afhankelijk zijn van de Britse klandizie, valt een forse afname van de toeristische activiteiten te verwachten. Door de regels inzake het verblijf van burgers kunnen van oudsher bestaande verkeers- en handelsstromen tussen gebieden alsook het demografische evenwicht in bepaalde gebieden worden aangetast. Handelsactiviteiten worden beïnvloed door het vermogen van bedrijven en waardeketens om te voldoen aan de nieuwe eisen die in de overeenkomst zijn vastgelegd. In bepaalde sectoren, zoals sectoren waar dagverse producten in omgaan, zijn de gevolgen van de brexit al zichtbaar. Vaak is dat echter nog niet het geval omdat de gevolgen nog gemaskeerd worden door de gezondheidssituatie in verband met COVID-19 of doordat nog niet alle bepalingen worden toegepast.

Wijzigingsvoorstel 6

Overweging 6

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Tegelijkertijd is het belangrijk om de uitsluitingen van steun uit de reserve duidelijk te vermelden. Belasting over de toegevoegde waarde moet van steun uit de reserve worden uitgesloten, aangezien het gaat om inkomsten van de lidstaten die de daarmee gepaard gaande kosten voor de begroting van de lidstaat compenseren. Om het gebruik van beperkte middelen zo efficiënt mogelijk te concentreren, mag technische bijstand die is geleverd aan de organen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de reserve, niet in aanmerking komen voor steun uit de reserve. Overeenkomstig de algemene aanpak voor het cohesiebeleid mogen uitgaven die verband houden met verplaatsingen of die strijdig zijn met het toepasselijke Unierecht of nationaal recht, niet worden ondersteund.

Tegelijkertijd is het belangrijk om de uitsluitingen van steun uit de reserve duidelijk te vermelden. Belasting over de toegevoegde waarde moet van steun uit de reserve worden uitgesloten, tenzij zij niet terugvorderbaar is volgens de nationale btw-wetgeving, aangezien het bij de btw gaat om inkomsten van de lidstaten die de daarmee gepaard gaande kosten voor de begroting van de lidstaat compenseren. Overeenkomstig de algemene aanpak voor het cohesiebeleid mogen uitgaven die verband houden met verplaatsingen of die strijdig zijn met het toepasselijke Unierecht of nationaal recht, niet worden ondersteund.

Wijzigingsvoorstel 7

Overweging 14

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Uit hoofde van de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 moet de reserve worden geëvalueerd op basis van gegevens die zijn verzameld op grond van specifieke monitoringvoorschriften, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten, moeten worden vermeden. Deze voorschriften moeten in voorkomend geval meetbare indicatoren omvatten als basis voor de evaluatie van de reserve.

Uit hoofde van de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 moet de reserve worden geëvalueerd op basis van gegevens die zijn verzameld op grond van specifieke monitoringvoorschriften, waarbij echter overregulering en administratieve lasten, in het bijzonder voor de lidstaten en voor de lokale en regionale autoriteiten , moeten worden vermeden. Deze voorschriften moeten in voorkomend geval meetbare indicatoren omvatten als basis voor de evaluatie van de reserve.

Wijzigingsvoorstel 8

Overweging 15

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Om een gelijke behandeling van alle lidstaten en een consistente beoordeling van de aanvragen te waarborgen, moet de Commissie de aanvragen als pakket beoordelen. Daarbij moet zij met name de subsidiabiliteit en de correctheid van de gedeclareerde uitgaven, het rechtstreekse verband tussen de uitgaven en de maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van de terugtrekking aan te pakken en de maatregelen die de betrokken lidstaat heeft genomen om dubbele financiering te voorkomen, verifiëren. Na de beoordeling van de aanvragen van een financiële bijdrage uit de reserve moet de Commissie de betaalde voorfinanciering vereffenen en de ongebruikte bedragen terugvorderen. Om de steun te concentreren op de lidstaten die het zwaarst door de terugtrekking worden getroffen, moet, wanneer de door de Commissie als subsidiabel aanvaarde uitgaven in de betrokken lidstaat het als voorfinanciering betaalde bedrag en 0,06  % van het nominale bruto nationaal inkomen (bni) voor 2021 van de betrokken lidstaat overschrijdt, een verdere toewijzing uit de reserve aan die lidstaat mogelijk zijn binnen de grenzen van de beschikbare financiële middelen. Gezien de omvang van de te verwachten economische schok moet de mogelijkheid worden geboden om de van de voorfinanciering teruggevorderde bedragen te gebruiken voor de terugbetaling van extra uitgaven van de lidstaten.

Om een gelijke behandeling van alle lidstaten en een consistente beoordeling van de aanvragen te waarborgen, moet de Commissie de aanvragen als pakket beoordelen. Daarbij moet zij met name de subsidiabiliteit en de correctheid van de gedeclareerde uitgaven, het rechtstreekse verband tussen de uitgaven en de maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van de terugtrekking aan te pakken en de maatregelen die de betrokken lidstaat heeft genomen om dubbele financiering te voorkomen, verifiëren. Voorts moet worden toegezien op de sectorale en geografische uitsplitsing van de uitgaven op NUTS 2-niveau, waarbij ook moet worden gekeken naar de ultraperifere gebieden. Na de beoordeling van de aanvragen van een financiële bijdrage uit de reserve moet de Commissie de betaalde voorfinanciering vereffenen en de ongebruikte bedragen terugvorderen. Om de steun te concentreren op de lidstaten die het zwaarst door de terugtrekking worden getroffen, moet, wanneer de door de Commissie als subsidiabel aanvaarde uitgaven in de betrokken lidstaat het als voorfinanciering betaalde bedrag en 0,06  % van het nominale bruto nationaal inkomen (bni) voor 2021 van de betrokken lidstaat overschrijdt, een verdere toewijzing uit de reserve aan die lidstaat mogelijk zijn binnen de grenzen van de beschikbare financiële middelen. Gezien de omvang van de te verwachten economische schok moet de mogelijkheid worden geboden om de van de voorfinanciering teruggevorderde bedragen te gebruiken voor de terugbetaling van extra uitgaven van de lidstaten.

Wijzigingsvoorstel 9

Overweging 16

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Om de deugdelijke werking van het gedeeld beheer te waarborgen, moeten de lidstaten een beheers- en controlesysteem opzetten, de organen die voor het beheer van de reserve verantwoordelijk zijn en een afzonderlijk onafhankelijk auditorgaan aanwijzen en de Commissie daarvan in kennis stellen. Om redenen van vereenvoudiging kunnen de lidstaten gebruikmaken van bestaande organen die zijn aangewezen en systemen die zijn opgezet voor het beheer en de controle van financiering in het kader van het cohesiebeleid of het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. Het is noodzakelijk de verantwoordelijkheden van de lidstaten nader te omschrijven en de specifieke vereisten voor de aangewezen organen vast te stellen.

Om de deugdelijke werking van het gedeeld beheer te waarborgen, moeten de lidstaten een beheers- en controlesysteem opzetten, de organen die op nationaal of regionaal niveau voor het beheer van de reserve verantwoordelijk zijn en een afzonderlijk onafhankelijk auditorgaan aanwijzen en de Commissie daarvan in kennis stellen. Om redenen van vereenvoudiging zouden de lidstaten gebruik moeten maken van bestaande organen die zijn aangewezen en systemen die zijn opgezet voor het beheer en de controle van financiering in het kader van het cohesiebeleid of het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. Het is noodzakelijk de verantwoordelijkheden van de lidstaten nader te omschrijven en de specifieke vereisten voor de aangewezen organen vast te stellen. De lidstaten zorgen ervoor dat de relevante lokale en regionale autoriteiten worden betrokken bij de tenuitvoerlegging en monitoring van het fonds, met name via de toezichthoudende instanties als zij daar nog geen lid van zijn.

Wijzigingsvoorstel 10

Overweging 19

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

(19)

Om de transparantie over het gebruik van de bijdrage van de Unie te vergroten, moet de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een eindverslag indienen met betrekking tot de uitvoering van de reserve.

(19)

Om de transparantie over het gebruik van de bijdrage van de Unie te vergroten, moet de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad , het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité een eindverslag indienen met betrekking tot de uitvoering van de reserve.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“referentieperiode”: de in artikel 63, lid 5, punt a), van het Financieel Reglement bedoelde referentieperiode, die loopt van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2022;

1)

“referentieperiode”: de in artikel 63, lid 5, punt a), van het Financieel Reglement bedoelde referentieperiode, die loopt van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2022;

2)

“toepasselijk recht”: het Unierecht en het nationale recht betreffende de toepassing van deze verordening;

2)

“toepasselijk recht”: het Unierecht en het nationale recht betreffende de toepassing van deze verordening;

3)

“onregelmatigheid”: elke inbreuk op het Unierecht of op het nationale recht betreffende de toepassing daarvan, als gevolg van een handeling of nalatigheid van een bij de uitvoering van de reserve betrokken publieke of particuliere entiteit, met inbegrip van de autoriteiten van de lidstaten, waarbij de begroting van de Unie door een onverschuldigde uitgave wordt of zou kunnen worden benadeeld;

3)

“onregelmatigheid”: elke inbreuk op het Unierecht of op het nationale recht betreffende de toepassing daarvan, als gevolg van een handeling of nalatigheid van een bij de uitvoering van de reserve betrokken publieke of particuliere entiteit, met inbegrip van de autoriteiten van de lidstaten, waarbij de begroting van de Unie door een onverschuldigde uitgave wordt of zou kunnen worden benadeeld;

4)

“totaal foutenpercentage”: totale aantal in de steekproef geconstateerde fouten gedeeld door de controlepopulatie;

4)

“totaal foutenpercentage”: totale aantal in de steekproef geconstateerde fouten gedeeld door de controlepopulatie;

5)

“resterend foutenpercentage’: het totale foutenpercentage verminderd met financiële correcties die zijn toegepast door de lidstaat die voornemens is de risico’s te beperken die zijn vastgesteld door het onafhankelijke auditorgaan in het kader van de audits van de gefinancierde maatregelen, gedeeld door de uitgaven die door de financiële bijdrage uit de reserve moeten worden gedekt;

5)

“resterend foutenpercentage’: het totale foutenpercentage verminderd met financiële correcties die zijn toegepast door de lidstaat die voornemens is de risico’s te beperken die zijn vastgesteld door het onafhankelijke auditorgaan in het kader van de audits van de gefinancierde maatregelen, gedeeld door de uitgaven die door de financiële bijdrage uit de reserve moeten worden gedekt.

6)

“verplaatsing”: overbrenging van dezelfde of een vergelijkbare activiteit (of een deel daarvan) in de zin van artikel 2, punt 61 bis, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie.

 

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 4

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.   Alle lidstaten komen in aanmerking voor steun uit de reserve.

1.   Alle lidstaten komen in aanmerking voor steun uit de reserve.

2.   De maximale middelen voor de reserve bedragen 5 370 994 000  EUR in lopende prijzen.

2.   De maximale middelen voor de reserve bedragen 6 370 994 000  EUR in lopende prijzen.

3.   De in lid 2 genoemde middelen worden als volgt toegewezen:

3.   De in lid 2 genoemde middelen worden als volgt toegewezen:

a)

in 2021 wordt overeenkomstig artikel 8 een bedrag van 4 244 832 000  EUR voor voorfinanciering beschikbaar gesteld;

b)

daarnaast wordt overeenkomstig artikel 11 in 2024 1 126 162 000  EUR beschikbaar gesteld.

a)

in 2021 wordt overeenkomstig artikel 8 een bedrag van 4 244 832 000  EUR voor voorfinanciering beschikbaar gesteld;

b)

daarnaast wordt overeenkomstig artikel 11 in 2026  2 126 162 000  EUR beschikbaar gesteld.

De in de eerste alinea, punt a), van dit lid bedoelde bedragen worden beschouwd als voorfinanciering in de zin van artikel 115, lid 2, punt b), i), van het Financieel Reglement.

De in de eerste alinea, punt a), van dit lid bedoelde bedragen worden beschouwd als voorfinanciering in de zin van artikel 115, lid 2, punt b), i), van het Financieel Reglement.

 

4.     De op basis van het visserijcriterium en als voorfinanciering toegewezen middelen (bijlage I, punt 2) worden uitsluitend gebruikt voor maatregelen ter ondersteuning van lokale en regionale ondernemingen en gemeenschappen die afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren die tot de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninkrijk behoren, zoals bepaald in artikel 5, lid 1, onder c).

5.     Bij de vaststelling van de steunmaatregelen die worden gefinancierd met de op grond van het criterium van het handelsverkeer met het Verenigd Koninkrijk toegewezen middelen (bijlage I, punt 2) houden de lidstaten rekening met het relatieve belang van de nettohandel voor elke regio (NUTS 2). Deze handel omvat in ieder geval toeristische diensten.

Wijzigingsvoorstel 13

Een artikel 4 bis invoegen

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Raadplegingsproces

1.     Elke lidstaat brengt overeenkomstig het nationale rechtskader een dialoog op meerdere niveaus tot stand, onder meer ten minste met de lokale en regionale autoriteiten in de zwaarst getroffen gebieden. Dit raadplegingsproces is gebaseerd op het partnerschapsbeginsel in kader van het cohesiebeleid en heeft betrekking op de vaststelling en uitvoering van de door de reserve ondersteunde maatregelen.

2.    De wijze waarop de lokale en regionale autoriteiten geraadpleegd en betrokken worden, zal door de lidstaat worden aangegeven in [nieuwe bijlage IV].

Motivering

Een raadplegingsproces dient een essentieel onderdeel te zijn van de besluitvorming over de toewijzing van de middelen. De lokale en regionale overheden moeten worden betrokken bij het raadplegingsproces, in overeenstemming met de procedures in het kader van het cohesiebeleid.

Wijzigingsvoorstel 14

Artikel 5, lid 1

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Subsidiabiliteit

Subsidiabiliteit

1.   De financiële bijdrage uit de reserve ondersteunt alleen de overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met maatregelen die de lidstaten specifiek hebben genomen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen, en kan met name dienen ter dekking van:

1.   De financiële bijdrage uit de reserve ondersteunt alleen de overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met maatregelen die de lidstaten specifiek hebben genomen om bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen, en kan met name dienen ter dekking van:

a)

maatregelen om bedrijven en lokale gemeenschappen die nadeel ondervinden van de terugtrekking bij te staan;

a)

maatregelen om bedrijven (met name kleine en middelgrote ondernemingen), regio’s en lokale gemeenschappen die nadeel ondervinden van de terugtrekking bij te staan , met inbegrip van compensatiemaatregelen voor ondernemingen die hun omzet als gevolg van de beperking van hun toegang tot de Britse markt door de invoering van niet-tarifaire belemmeringen substantieel hebben zien dalen ;

b)

maatregelen ter ondersteuning van de zwaarst getroffen economische sectoren;

b)

maatregelen ter ondersteuning van de zwaarst getroffen economische sectoren , met inbegrip van investeringen die noodzakelijk zijn voor de reorganisatie van waardeketens ;

c)

maatregelen ter ondersteuning van bedrijven en lokale gemeenschappen die afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren van het Verenigd Koninkrijk;

c)

maatregelen ter ondersteuning van bedrijven en lokale en regionale gemeenschappen die afhankelijk zijn van visserijactiviteiten in de wateren van het Verenigd Koninkrijk , met inbegrip van investeringen die noodzakelijk zijn voor de herstructurering van de sector ;

d)

maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, met name door middel van arbeidstijdverkortingsregelingen, omscholing en opleiding in de getroffen sectoren;

d)

maatregelen ter verzachting van de economische en sociale gevolgen van de brexit voor andere zwaar getroffen sectoren, zoals de toeristische sector, de export van landbouwproducten en onderzoek en innovatie;

e)

maatregelen om het functioneren van de grens-, douane-, sanitaire en fytosanitaire, veiligheids- en visserijcontroles, alsmede de inning van indirecte belastingen en bijkomend personeel en infrastructuur te waarborgen;

e)

maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid, met name door middel van arbeidstijdverkortingsregelingen, omscholing en opleiding voor de getroffen sectoren;

f)

maatregelen om regelingen voor certificering en vergunningen voor producten te faciliteren, om bijstand te verlenen bij het voldoen aan vestigingseisen, om etikettering en merking te vergemakkelijken, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieunormen, en om bijstand te verlenen voor wederzijdse erkenning;

f)

maatregelen ten behoeve van de re-integratie op de arbeidsmarkt van de EU van onderdanen die als gevolg van beperkingen van het vrije verkeer van werknemers het Verenigd Koninkrijk hebben moeten verlaten;

g)

maatregelen voor communicatie, voorlichting en bewustmaking van burgers en bedrijven over veranderingen in hun rechten en plichten als gevolg van de terugtrekking.

g)

maatregelen om het functioneren van de grens-, douane-, sanitaire en fytosanitaire, veiligheids- en visserijcontroles, alsmede de inning van indirecte belastingen en bijkomend gekwalificeerd personeel en fysieke en immateriële infrastructuur te waarborgen;

h)

maatregelen om regelingen voor certificering en vergunningen voor producten te faciliteren, om bijstand te verlenen bij het voldoen aan vestigingseisen, om etikettering en merking te vergemakkelijken, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieunormen, en om bijstand te verlenen voor wederzijdse erkenning;

i)

maatregelen voor communicatie, voorlichting en bewustmaking van burgers en bedrijven , in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, over veranderingen in hun rechten en plichten als gevolg van de terugtrekking;

j)

maatregelen om verstoringen als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit samenwerkings- en uitwisselingsprogramma’s te verzachten;

k)

maatregelen om een dialoog en overleg tussen de zwaarst getroffen gebieden en sectoren te waarborgen, teneinde de onverwachte gevolgen van verstoringen tussen Europese en Britse partners te beperken en een gunstig klimaat te scheppen voor een kalme en concrete tenuitvoerlegging van de handels- en samenwerkingsovereenkomst;

l)

maatregelen ter beoordeling van de gevolgen en ter beoordeling van de in het kader van de reserve uitgevoerde maatregelen.

Wijzigingsvoorstel 15

Artikel 5, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   De uitgaven zijn subsidiabel indien zij tijdens de referentieperiode zijn gedaan en betaald voor maatregelen die in de betrokken lidstaat of ten behoeve van de betrokken lidstaat worden uitgevoerd.

2.   De uitgaven zijn subsidiabel indien zij tijdens de referentieperiode zijn gedaan en betaald voor maatregelen die in de getroffen regio’s en sectoren van de betrokken lidstaat worden uitgevoerd.

Wijzigingsvoorstel 16

Artikel 5, lid 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Bij het ontwerpen van steunmaatregelen houden de lidstaten rekening met de uiteenlopende gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie voor de verschillende regio’s en lokale gemeenschappen en concentreren zij de steun uit de reserve in voorkomend geval op de zwaarst getroffen gebieden.

Bij het ontwerpen van steunmaatregelen houden de lidstaten rekening met de uiteenlopende gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie voor de verschillende regio’s en lokale gemeenschappen en concentreren zij de steun uit de reserve in voorkomend geval op de zwaarst getroffen gebieden , waarbij zorg wordt gedragen voor een evenwichtige verdeling van middelen gebaseerd op de economische impact op elke regio .

Motivering

Dit wijzigingsvoorstel heeft als doel ervoor te zorgen dat bij de toewijzing van de middelen van de reserve rekening wordt gehouden met de economische impact van de brexit op elke getroffen regio en de middelen evenwichtig worden verdeeld op basis van de daadwerkelijke economische schade.

Wijzigingsvoorstel 17

Artikel 5, lid 4

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De in lid 1 genoemde maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht.

De in lid 1 bedoelde maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht , behoudens de in artikel [nieuw artikel 6] bedoelde uitzonderingen .

Wijzigingsvoorstel 18

Artikel 5, lid 5

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Voor op grond van lid 1 subsidiabele maatregelen kan steun uit andere programma’s en instrumenten van de Unie worden ontvangen, voor zover deze steun niet dezelfde kosten dekt.

Voor op grond van lid 1 subsidiabele maatregelen kan steun uit andere programma’s en instrumenten van de Unie worden ontvangen, voor zover deze steun niet dezelfde kosten dekt. De betrokken regionale en lokale autoriteiten die de taken van beheersautoriteit of intermediaire instantie bij de toewijzing van Europese middelen verrichten, worden volledig betrokken en geraadpleegd in het kader van de werkzaamheden om overlappingen bij de financiering te voorkomen. Over de keuze om de structuurfondsen in plaats van de reserve in te zetten wordt overleg gevoerd met de betrokken actoren gezien de gevolgen die dit kan hebben voor de uitvoering van andere Europese en financieringsprogramma’s.

Wijzigingsvoorstel 19

Artikel 5 bis invoegen

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Staatssteun

1.     Voor de visserijsector en de primaire productie van landbouwproducten zijn de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing op betalingen die de lidstaten doen op grond van deze verordening en binnen de werkingssfeer van artikel 42 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voor steun die tijdens de referentieperiode strikt uit hoofde van artikel 5 wordt verleend.

2.     Nationale bepalingen voor overheidsfinanciering die verder reiken dan de bepalingen van deze verordening voor de in lid 1 bedoelde betalingen, worden op basis van de artikelen 107, 108 en 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als één geheel beoordeeld.

Wijzigingsvoorstel 20

Artikel 6

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Uitsluiting van steun

Uitsluiting van steun

Uit de reserve wordt geen steun verleend aan:

Uit de reserve wordt geen steun verleend aan:

a)

belasting over de toegevoegde waarde;

a)

belasting over de toegevoegde waarde , tenzij deze niet terugvorderbaar is volgens de nationale btw-wetgeving ;

b)

technische bijstand voor beheer, monitoring, voorlichting en communicatie, afhandeling van klachten en controle en audit met betrekking tot de reserve;

b)

uitgaven ter ondersteuning van verplaatsingen in de zin van artikel 2, lid 6;

c)

uitgaven ter ondersteuning van verplaatsingen in de zin van artikel 2, lid 6;

c)

uitgaven ter ondersteuning van verplaatsingen overeenkomstig artikel 2, punt 61 bis, en artikel 14, lid 16, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie, als een bijdrage uit de reserve staatssteun vormt;

d)

uitgaven ter ondersteuning van verplaatsingen overeenkomstig artikel 14, lid 16, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie, als een bijdrage uit de reserve staatssteun vormt.

d)

begunstigden die hun hoofdkantoor in een derde land hebben .

Wijzigingsvoorstel 21

Artikel 7, lid 5

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In afwijking van artikel 12 van het Financieel Reglement worden ongebruikte vastleggings- en betalingskredieten uit hoofde van deze verordening automatisch overgedragen en kunnen zij worden gebruikt tot en met 31 december 2025 . De overgedragen kredieten worden als eerste in het volgende begrotingsjaar gebruikt.

In afwijking van artikel 12 van het Financieel Reglement worden ongebruikte vastleggings- en betalingskredieten uit hoofde van deze verordening automatisch overgedragen en kunnen zij worden gebruikt tot en met 31 december 2026 . De overgedragen kredieten worden als eerste in het volgende begrotingsjaar gebruikt.

Wijzigingsvoorstel 22

Artikel 8, lid 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Commissie keert de voorfinanciering binnen 60  dagen na de datum van vaststelling van de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandeling uit. De voorfinanciering wordt vereffend overeenkomstig artikel 11.

De Commissie keert de voorfinanciering binnen 45  dagen na de datum van vaststelling van de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandeling uit. De voorfinanciering wordt vereffend overeenkomstig artikel 11.

Wijzigingsvoorstel 23

Artikel 10, lid 1

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De aanvraag is gebaseerd op het model in bijlage II. Zij bevat informatie over de totale overheidsuitgaven die de lidstaten hebben gedaan en betaald en over de waarden van de outputindicatoren voor de ondersteunde maatregelen. Zij gaat vergezeld van de in artikel 63, leden 5, 6 en 7, van het Financieel Reglement bedoelde documenten en van een uitvoeringsverslag.

De aanvraag is gebaseerd op het model in bijlage II. Zij bevat informatie over de totale overheidsuitgaven die de lidstaten hebben gedaan en betaald , met inbegrip van de territoriale uitsplitsing van de uitgaven op NUTS 2-niveau, en over de waarden van de outputindicatoren voor de ondersteunde maatregelen. Zij gaat vergezeld van de in artikel 63, leden 5, 6 en 7, van het Financieel Reglement bedoelde documenten en van een uitvoeringsverslag.

Wijzigingsvoorstel 24

Artikel 10, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   Het verslag over de uitvoering van de reserve omvat:

2.   Het verslag over de uitvoering van de reserve omvat:

a)

een beschrijving van de economische en sociale gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, met vermelding van de meest getroffen regio’s, gebieden en sectoren;

a)

een beschrijving van de economische en sociale gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, met vermelding van de meest getroffen regio’s, gebieden en sectoren; de financiële evaluatie wordt verricht in constante euro’s;

 

(a bis)

overeenkomstig [het nieuwe artikel 5] een beschrijving van het overleg dat is gevoerd met de zwaarst getroffen regio’s en sectoren, zowel bij het uitwerken als bij het uitvoeren van de maatregelen;

b)

een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om de negatieve gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie tegen te gaan, van de mate waarin die maatregelen de in punt a) bedoelde regionale en sectorale gevolgen hebben verzacht, en van de wijze waarop zij zijn uitgevoerd;

b)

een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om de negatieve gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie tegen te gaan, van de mate waarin die maatregelen de in punt a) bedoelde regionale en sectorale gevolgen hebben verzacht, en van de wijze waarop zij zijn uitgevoerd;

c)

een rechtvaardiging van de subsidiabiliteit van de gedane en betaalde uitgaven en het rechtstreekse verband tussen deze uitgaven en de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie;

c)

een rechtvaardiging van de subsidiabiliteit van de gedane en betaalde uitgaven en het rechtstreekse verband tussen deze uitgaven en de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie;

d)

een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om dubbele financiering te voorkomen en te zorgen voor complementariteit met andere instrumenten van de Unie en nationale financiering;

d)

een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om dubbele financiering te voorkomen en te zorgen voor complementariteit met andere instrumenten van de Unie en nationale financiering;

e)

een beschrijving van de bijdrage van de maatregelen aan de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering.

e)

een beschrijving van de bijdrage van de maatregelen aan de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering.

Wijzigingsvoorstel 25

Artikel 13, lid 1

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Beheer en controle

Beheer en controle

1.   De lidstaten nemen, wanneer zij taken met betrekking tot de uitvoering van de reserve uitoefenen, alle nodige maatregelen, met inbegrip van wetgevende, regelgevende, en administratieve maatregelen, ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, met name door:

1.   De lidstaten nemen, wanneer zij taken met betrekking tot de uitvoering van de reserve uitoefenen, alle nodige maatregelen, met inbegrip van wetgevende, regelgevende, en administratieve maatregelen, ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, met name door:

(a)

een orgaan aan te wijzen dat verantwoordelijk is voor het beheer van de financiële bijdrage uit de reserve, alsmede een onafhankelijk auditorgaan overeenkomstig artikel 63, lid 3, van het Financieel Reglement, en toezicht te houden op deze organen;

(a)

op het passende bestuursniveau een of meerdere organen aan te wijzen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de financiële bijdrage uit de reserve, alsmede een onafhankelijk auditorgaan overeenkomstig artikel 63, lid 3, van het Financieel Reglement, en toezicht te houden op deze organen;

(b)

beheers- en controlesystemen voor de reserve op te zetten overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer en een doeltreffende werking van deze systemen te waarborgen;

(b)

beheers- en controlesystemen voor de reserve op te zetten overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer en een doeltreffende werking van deze systemen te waarborgen;

(c)

een beschrijving van het beheers- en controlesysteem op te stellen overeenkomstig het model in bijlage III, de beschrijving actueel te houden en deze op verzoek ter beschikking te stellen van de Commissie;

(c)

een beschrijving van het beheers- en controlesysteem op te stellen overeenkomstig het model in bijlage III, de beschrijving actueel te houden en deze op verzoek ter beschikking te stellen van de Commissie;

(d)

de Commissie binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis te stellen van de identiteit van de aangewezen organen en van het orgaan waaraan de voorfinanciering zal worden betaald, en te bevestigen dat de systeembeschrijvingen zijn opgesteld;

(d)

de Commissie binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening in kennis te stellen van de identiteit van de aangewezen organen en van het orgaan waaraan de voorfinanciering zal worden betaald, en te bevestigen dat de systeembeschrijvingen zijn opgesteld;

(e)

ervoor te zorgen dat uitgaven waarvoor in het kader van andere programma’s en instrumenten van de Unie steun wordt verleend, niet in aanmerking komen voor steun uit de reserve;

(e)

ervoor te zorgen dat uitgaven waarvoor in het kader van andere programma’s en instrumenten van de Unie steun wordt verleend, niet in aanmerking komen voor steun uit de reserve;

(f)

onregelmatigheden en fraude te voorkomen, op te sporen en te corrigeren en belangenconflicten te vermijden , onder meer door gebruik te maken van één enkel datamininginstrument dat door de Commissie ter beschikking wordt gesteld ;

[…]

(f)

onregelmatigheden en fraude te voorkomen, op te sporen en te corrigeren en belangenconflicten te vermijden;

[…]

Wijzigingsvoorstel 26

Artikel 13, lid 3

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Het orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van de financiële bijdrage uit de reserve:

Het orgaan of de organen dat /die verantwoordelijk is /zijn voor het beheer van de financiële bijdrage uit de reserve:

a)

ziet toe op de werking van een doeltreffend en efficiënt interne-auditsysteem;

a)

ziet /zien toe op de werking van een doeltreffend en efficiënt interne-auditsysteem;

b)

stelt criteria en procedures vast voor de selectie van de te financieren maatregelen en bepaalt de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit de reserve;

b)

stelt /stellen criteria en procedures vast voor de selectie van de te financieren maatregelen en bepaalt de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit de reserve;

c)

controleert of de uit de reserve gefinancierde maatregelen worden uitgevoerd overeenkomstig het toepasselijke recht en de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit de reserve, en of de uitgaven zijn onderbouwd met verifieerbare bewijsstukken;

c)

controleert /controleren of de uit de reserve gefinancierde maatregelen worden uitgevoerd overeenkomstig het toepasselijke recht en de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit de reserve, en of de uitgaven zijn onderbouwd met verifieerbare bewijsstukken;

d)

stelt doeltreffende maatregelen vast om dubbele financiering van dezelfde kosten door de reserve en andere bronnen van financiering door de Unie te voorkomen;

d)

stelt /stellen doeltreffende maatregelen vast om dubbele financiering van dezelfde kosten door de reserve en andere bronnen van financiering door de Unie te voorkomen;

e)

zorgt voor bekendmaking achteraf overeenkomstig artikel 38, leden 2 tot en met 6, van het Financieel Reglement;

e)

zorgt /zorgen voor bekendmaking achteraf overeenkomstig artikel 38, leden 2 tot en met 6, van het Financieel Reglement;

f)

gebruikt een boekhoudsysteem om gegevens over de gedane uitgaven die door de financiële bijdrage uit de reserve moeten worden gedekt, in elektronische vorm vast te leggen en op te slaan, dat tijdig nauwkeurige, volledige en betrouwbare informatie verstrekt;

f)

gebruikt /gebruiken een boekhoudsysteem om gegevens over de gedane uitgaven die door de financiële bijdrage uit de reserve moeten worden gedekt, in elektronische vorm vast te leggen en op te slaan, dat tijdig nauwkeurige, volledige en betrouwbare informatie verstrekt;

g)

bewaart alle bewijsstukken met betrekking tot de door de financiële bijdrage uit de reserve te dekken uitgaven gedurende een periode van vijf jaar na de uiterste datum voor indiening van de aanvraag van een financiële bijdrage en zet deze verplichting om in overeenkomsten met andere entiteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van de reserve;

g)

bewaart /bewaren alle bewijsstukken met betrekking tot de door de financiële bijdrage uit de reserve te dekken uitgaven gedurende een periode van vijf jaar na de uiterste datum voor indiening van de aanvraag van een financiële bijdrage en zet /zetten deze verplichting om in overeenkomsten met andere entiteiten die betrokken zijn bij de uitvoering van de reserve;

h)

verzamelt voor de toepassing van lid 1, punt f), informatie in een gestandaardiseerd elektronisch formaat aan de hand waarvan de ontvangers van een financiële bijdrage uit de reserve en hun uiteindelijk begunstigden kunnen worden geïdentificeerd overeenkomstig bijlage III.

h)

verzamelt /verzamelen voor de toepassing van lid 1, punt f), informatie in een gestandaardiseerd elektronisch formaat aan de hand waarvan de ontvangers van een financiële bijdrage uit de reserve en hun uiteindelijk begunstigden kunnen worden geïdentificeerd overeenkomstig bijlage III.

Wijzigingsvoorstel 27

Artikel 16, lid 2

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   De Commissie dient uiterlijk op 30 juni 2027 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van de reserve.

2.   De Commissie dient uiterlijk op 30 juni 2027 bij het Europees Parlement, de Raad , het Europees Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de uitvoering van de reserve.

Wijzigingsvoorstel 28

Bijlage I (3)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

3.

De factor die gekoppeld is aan de visserij wordt bepaald aan de hand van het volgende criterium en door de volgende stappen te volgen:

3.

De factor die gekoppeld is aan de visserij wordt bepaald aan de hand van het volgende criterium en door de volgende stappen te volgen:

a)

aandeel van elke lidstaat in de totale waarde van de in de EEZ van het Verenigd Koninkrijk gevangen vis;

a)

aandeel van elke lidstaat in de totale waarde van de tussen 2015 en 2018 in de EEZ van het Verenigd Koninkrijk gevangen vis;

b)

dit aandeel wordt verhoogd voor lidstaten waar de visserij meer dan gemiddeld afhankelijk is van de vis die in de EEZ van het Verenigd Koninkrijk wordt gevangen, en verlaagd voor lidstaten die daarvan minder afhankelijk zijn, en wel als volgt:

i)

voor elke lidstaat wordt de waarde van de in de EEZ van het Verenigd Koninkrijk gevangen vis als percentage van de totale waarde van de door die lidstaat gevangen vis uitgedrukt als een index van het EU-gemiddelde (afhankelijkheidsindex);

ii)

het oorspronkelijke aandeel van de waarde van de in de EEZ van het Verenigd Koninkrijk gevangen vis wordt aangepast door het te vermenigvuldigen met de afhankelijkheidsindex van de lidstaat;

iii)

de schaal van dit aangepaste aandeel wordt herzien om ervoor te zorgen dat de som van de aandelen van alle lidstaten gelijk is aan 100 %.

b)

de schaal van het resulterende aandeel wordt herzien om ervoor te zorgen dat de som van de aandelen van alle lidstaten gelijk is aan 100 %.

4.

De factor die gekoppeld is aan de handel wordt verkregen door de volgende stappen te volgen:

4.

De factor die gekoppeld is aan de handel wordt verkregen door de volgende stappen te volgen:

a)

de handel van elke lidstaat met het Verenigd Koninkrijk wordt uitgedrukt als het aandeel in de handel van de EU met het Verenigd Koninkrijk (de handel is de som van de invoer en de uitvoer van goederen en diensten);

a)

de handel van elke lidstaat met het Verenigd Koninkrijk wordt uitgedrukt als het aandeel in de handel van de EU met het Verenigd Koninkrijk (de handel is de som van de invoer en de uitvoer van goederen en diensten , met inbegrip van de toeristische sector, met uitzondering van financiële diensten );

Wijzigingsvoorstel 29

Toevoeging van bijlage III bis

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

 

1.

Identificatie van de zwaarst getroffen economische sectoren:

 

2.

Identificatie van de zwaarst getroffen regio’s op NUTS 2-niveau:

Voor elke regio (met inbegrip van regio’s zoals bedoeld in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie):

NUTS 2-classificatie

Naam van de regio

Regionale bevolking (datum)

Regionaal bbp

Volume van de handel met het Verenigd Koninkrijk in 2019

 

3.

Beschrijving van de toegepaste partnerschapsbenadering:

 

4.

Vaststelling van strategieën:

(gelieve de opgestelde strategische documenten te vermelden)

Algemene strategie:

Regionale strategieën:

Sectorale strategieën:

 

5.

Beschrijving van de ingevoerde instrumenten voor monitoring en evaluatie:

 

6.

Uitsplitsing van de uitgaven

Betaald bedrag

Visserijsector

Handelsgerelateerde sectoren

 

7.

Geografische uitsplitsing van de uitgaven

i.

Zwaarst getroffen NUTS 2-regio’s:

NUTS 2-classificatie Bedrag €/inwoner

ii.

Bedrag zonder geografische toespitsing:

 

8.

Bijdrage aan de klimaatdoelen

Percentage van de uitgaven:

 

9.

Bijdrage aan de doelstellingen van de digitale transitie

Percentage van de uitgaven:

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

1.

is ingenomen met de instelling van een reserve voor aanpassing aan de brexit (“de reserve”), die bedoeld is om de territoriale gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te verzachten. Met de reserve wordt concreet uiting gegeven aan de solidariteit binnen de EU en wordt beoogd bij te dragen tot economische, sociale en territoriale samenhang, zoals blijkt uit de rechtsgrondslag (artikel 175 VWEU) van het Commissievoorstel.

2.

Met de sluiting van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK hebben de brexitonderhandelingen een positief resultaat opgeleverd. Dit neemt echter niet weg dat het nieuwe kader voor de betrekkingen met het VK ingrijpende territoriale gevolgen heeft. Omdat de handels- en samenwerkingsovereenkomst niet volledig neerkomt op een vrijhandelsovereenkomst zullen veel Europese regio’s de economische en sociale gevolgen van de brexit nog altijd aan den lijve ondervinden. De weerslag is vooral groot voor regio’s die nabij het VK zijn gelegen of zeer nauwe betrekkingen met Britse partners onderhouden. Lokale en regionale overheden, economische actoren, zoals de toeristische sector, onderwijs- en onderzoekssectoren, maar ook burgers en het maatschappelijk middenveld worden geconfronteerd met de consequenties van nieuwe grenzen, nieuwe administratieve procedures, complexere waardeketens en stopzetting van samenwerkingsprogramma’s.

3.

De handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft ook concrete geopolitieke gevolgen voor lokale en regionale overheden langs de nieuwe buitengrenzen van de EU. Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) is dan ook zeer te spreken over het feit dat maatregelen om de controles en het personen- en goederenverkeer vlotter te laten verlopen voor steun in aanmerking komen. De lokale en regionale investeringen in controles die in deze nieuwe grensregio’s worden gedaan, zijn in het belang van de bescherming van alle Europese burgers binnen die nieuwe buitengrenzen van de EU. Het CvdR verzoekt het Europees Parlement en de Raad om een billijke minimumsteundrempel voor deze regio’s vast te stellen.

4.

In samenhang met zijn verzoek om de in de reserve voorziene subsidiabiliteitsperiode te verlengen dringt het CvdR erop aan dat de aanvullende bedragen die in overeenstemming met artikel 11 in de tweede fase ter beschikking worden gesteld, met 1 miljard EUR worden verhoogd om beter tegemoet te kunnen komen aan de behoeften op middellange termijn.

5.

De sector visserij en visserijproducten, waarvoor een overgangsperiode van vijf en een half jaar geldt, verkeert in een zeer kwetsbare positie. Niet alleen moet de visserijsector het hoofd bieden aan de nieuwe beperkingen die voor alle Europese sectoren gelden, maar ook dreigt een hele tak van activiteiten direct in gevaar te komen. Indexering op lidstaatniveau is hier uit den boze: de beoordeling van de gevolgen dient zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de werkelijke situatie op regionaal niveau. Het is zaak te komen tot een eerlijkere verdeling van de financiële middelen tussen de getroffen Europese regio’s, ongeacht de grootte van de lidstaat.

6.

De lokale en regionale overheden moeten centraal komen te staan bij de invoering van dit nieuwe financieringsinstrument. Het CvdR pleit voor invoering van criteria op basis waarvan rekening gehouden wordt met de mate waarin regio’s getroffen worden, en voor een eerlijke verdeling van de middelen op basis van de omvang van de economische impact op elke regio. Zoals uit onderzoek van het CvdR naar de gevolgen van de brexit is gebleken, is niet te zien hoe groot de impact op zeer lokale schaal is als alleen naar de effecten op nationaal niveau wordt gekeken. De lokale overheden moeten worden betrokken bij het beoordelen van de gevolgen en het uitwerken van maatregelen. Dit is des te belangrijker omdat het, afhankelijk van hun bevoegdheden, aan de lokale en regionale overheden is om zelf bepaalde maatregelen voor te financieren, territoriale strategieën te ontwikkelen om de gevolgen van de brexit te verlichten en een deel van de EU-middelen die zij in beheer hebben, in te zetten. Door de lokale en regionale overheden bij de reserve te betrekken kunnen de maatregelen beter worden afgestemd op de behoeften en kunnen de middelen efficiënter worden ingezet.

7.

Het CvdR wijst erop dat regio’s in een kwetsbare situatie terecht zijn gekomen doordat er minder mogelijkheden zijn om handel te drijven met het VK en doordat de handels- en samenwerkingsovereenkomst niet volledig neerkomt op een vrijhandelsovereenkomst. De impact hiervan treft een breed scala aan sectoren en doorkruist hele waardeketens, bijvoorbeeld in het toerisme, de horeca en de agrovoedingssector, met als gevolg dat er banen verloren gaan. Het CvdR acht het waarschijnlijk dat gemeenschappen in de verschillende regio’s nog lang gebukt zullen gaan onder de sociaal-economische gevolgen. Hier moet dan ook onmiddellijk iets aan worden gedaan. Het CvdR wijst er voorts op dat de reserve het enige financieringsinstrument van de EU is dat is gericht op lidstaten, regio’s en sectoren die te lijden hebben onder de negatieve gevolgen van de brexit.

8.

Bovendien moet de subsidiabiliteitsperiode verlengd worden tot juni 2026; er zijn geen middelen voorzien om de gevolgen van de brexit vanaf 2023 te verzachten, en de Europese solidariteit mag niet beperkt blijven tot 2021 en 2022.

Het CvdR wijst erop dat de in de reserve voorziene subsidiabiliteitsperiode helemaal niet is afgestemd op de duur van de overgangsperiode voor de visserijsector. Van een passende ondersteuning van de visserij kan alleen sprake zijn als de subsidiabiliteitsperiode wordt verlengd tot juni 2026. Complementariteit met het EFMZVA is weliswaar onontbeerlijk, maar het EFMZVA is en blijft het structuurinstrument om het gemeenschappelijk visserijbeleid ten uitvoer te leggen, waarin geen rekening kan worden gehouden met de asymmetrische territoriale gevolgen van de brexit.

Wat betreft de uitrol van een permanente controle-infrastructuur merkt het CvdR op dat het vanwege de huidige gezondheidssituatie in verband met COVID-19 niet mogelijk is om de werkelijke stromen te meten en de investeringen onmiddellijk te doen.

Bepaalde maatregelen of investeringen kunnen een dusdanige voorbereidings- of uitvoeringstermijn vergen dat vastleggingen en betalingen vóór 31 december 2022 niet haalbaar zijn. In dit verband moet niet alleen worden gedacht aan openbare aanbestedingsprocedures maar ook aan procedures die moeten waarborgen dat de maatregelen of investeringen in overeenstemming zijn met de vigerende nationale of EU-regels (milieueffectbeoordelingen, stedenbouwkundige vergunningen, inspraakprocedures, procedures voor het melden van staatssteun enz.).

Het CvdR benadrukt dat de gevolgen van de brexit in de EU van regio tot regio verschillen en is dan ook zeer verheugd dat de lidstaten speelruimte krijgen om maatregelen uit te werken die zo veel mogelijk aansluiten bij de behoeften. Voor zowel de industrie, het toerisme, het vervoer, onderzoek en innovatie als de landbouw- en agrovoedingssector moeten, afhankelijk van de lokale en regionale behoeften, maatregelen ontwikkeld kunnen worden. Ter wille van een goed begrip en een correcte uitvoering moet in de verordening expliciet worden aangegeven dat de reserve op allerlei verschillende terreinen kan worden ingezet.

9.

De reserve zal een belangrijke ondersteunende rol spelen bij de uitvoering van het nieuwe rechtskader voor de betrekkingen tussen de EU en het VK, waarvan de consequenties nog niet helemaal in kaart kunnen worden gebracht, met name omdat de brexit en de COVID-19-pandemie gecombineerde gevolgen hebben. Dit geldt ook voor de specifieke kwesties waarover nog onderhandeld moet worden, zoals financiële diensten of de deelname van het VK aan Horizon Europa. Zowel positieve als negatieve ontwikkelingen moeten in aanmerking worden genomen.

10.

Het CvdR vraagt zich af of de openbare raadpleging over de reserve (1), die door de Europese Commissie op 24 februari 2021 is gepubliceerd en acht weken zal lopen, uit het oogpunt van goed bestuur wel een meerwaarde biedt. Het wetgevingsvoorstel is immers twee maanden daarvoor al ingediend en de interinstitutionele onderhandelingen die in de eerste helft van 2021 in een akkoord moeten uitmonden, verkeren inmiddels in een vergevorderd stadium.

11.

Het CvdR is van mening dat de brexit een unieke situatie is en dat er slechts in beperkte mate parallellen getrokken kunnen worden met bestaande regelingen zoals het Europees Solidariteitsfonds. Het valt te betreuren dat het partnerschapsbeginsel dat van toepassing is op het cohesiebeleid niet tot uiting komt in het voorstel van de Commissie, want er worden geen garanties gegeven ten aanzien van de rol van lokale en regionale overheden bij de governance. De manier waarop de maatregelen ontworpen en beheerd worden, moet beter aansluiten bij de gewenste focus op territoriale effecten.

12.

De lidstaten moeten een zekere flexibiliteit krijgen bij de inrichting van hun beheerssystemen, voor wat betreft aantal organen en bestuursniveaus (nationaal, regionaal of interregionaal). Daar staat tegenover dat de lidstaten hun keuze moeten onderbouwen uit oogpunt van het subsidiariteitsbeginsel en vooral ook van hun capaciteit om tegemoet te komen aan de in sommige zwaarder getroffen gebieden en/of economische sectoren geconcentreerde behoeften. In ieder geval moet de deelname van het regionale niveau aan de beheersprocedure worden gewaarborgd.

13.

De brexit is van groot belang voor de meest uiteenlopende gebieden, zoals visserij en visserijproducten, mobiliteit van burgers, opleiding, samenwerkingsprojecten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, kennisoverdracht, bestrijding van klimaatverandering, behoud van ecosystemen en publiek-private partnerschappen. Gezien de verschillende mate van decentralisatie in de lidstaten kan samenwerking tussen de diverse bestuurlijke niveaus nuttig of noodzakelijk zijn om regio’s te helpen de negatieve externe effecten van de brexit te boven te komen. Het CvdR dringt erop aan dat het partnerschapsbeginsel daadwerkelijk wordt toegepast en dat de reserve wordt beheerd volgens de algemene criteria die gelden voor de programma’s die onder gedeeld beheer van de Europese Commissie, de lidstaten en de regionale en lokale overheden worden uitgevoerd.

14.

Het CvdR stelt voor dat de lidstaten de invoering bevorderen van regionale strategieën om te anticiperen op het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen en op veranderingen op middellange termijn. Dat moet gebeuren op een manier die in overeenstemming is met alle relevante lokale en regionale beleidsmaatregelen. Op het moment dat de voorfinanciering wordt uitbetaald zouden de lidstaten de Europese Commissie moeten aangeven hoe zij zorg zullen dragen voor de participatie van en het overleg met regionale en lokale overheden in het kader van een “partnerschapsverplichting”.

15.

Het CvdR stelt voor dat alle bepalingen die voorzien in de participatie van de lokale en regionale overheden worden afgedekt met een mechanisme waarbij de Europese Commissie informatie moet worden verstrekt. Concreet zouden de lidstaten, wanneer de uitgaven stijgen, de Europese Commissie hiervan in kennis moeten stellen en een nieuwe bijlage moeten verstrekken met een sectorale en geografische uitsplitsing van de uitgaven op NUTS 2-niveau, waarbij ook wordt aangegeven in hoeverre aan de klimaatdoelen en de doelstellingen van de digitale transitie wordt bijgedragen. Deze kwantitatieve en kwalitatieve gegevens zijn ook nuttig bij de evaluatie van de reserve en maken het mogelijk om voorafgaand aan de uitbetaling van de aanvullende bedragen die in de tweede fase in overeenstemming met artikel 11 ter beschikking worden gesteld het gebruik van de reserve in elke lidstaat te beoordelen en vast te stellen of de aanbevolen partnerschapsbenadering ook echt is gevolgd.

16.

Er moet voor worden gezorgd dat de lokale en regionale overheden die verantwoordelijk zijn voor beheersautoriteiten of intermediaire instanties die Europese middelen beheren, worden betrokken bij de inspanningen om overlappingen bij de financiering te voorkomen. Omgekeerd moet over de keuze om de structuurfondsen in plaats van de reserve in te zetten overleg worden gevoerd met de betrokken actoren gezien de gevolgen die dit kan hebben voor de verwezenlijking van andere Europese doelstellingen.

17.

Het CvdR dringt erop aan dat een percentage van de middelen na goedkeuring van de verdeelsleutel voor de voorfinanciering naar de lidstaten en de regio’s kan worden overgeheveld zodat deze de desbetreffende steunmaatregelen kunnen financieren zonder dat zij eerst hun eigen middelen hoeven aan te spreken.

18.

Wat staatssteun betreft, moet flexibiliteit worden geboden om ervoor te zorgen dat de maatregelen snel uitgevoerd kunnen worden en de nodige capaciteit voorhanden is om de zwaarst getroffen economische actoren snel te helpen. Gedurende de gehele subsidiabiliteitsperiode van de reserve moeten de tijdelijke COVID-regelingen ook voor de rechtstreekse gevolgen van de brexit gelden. In de visserij- en landbouwsector moeten de bepalingen die van toepassing zijn op het EFMZVA en het Elfpo ook gelden voor de reserve.

19.

Voor kleine en middelgrote ondernemingen die handel drijven met het VK wegen kosten van nieuwe administratieve procedures in verband met de uitvoer naar het VK onevenredig zwaar in verhouding tot hun omzet. Bij de verdeling van de reserve dient dan ook te worden gekeken naar de relatieve kosten voor bedrijven.

20.

Het CvdR zou graag zien dat niet-terugvorderbare btw subsidiabel is, net als bij het Europees Solidariteitsfonds, omdat anders veel maatregelen die door lokale en regionale overheden worden gefinancierd, niet voor 100 % zouden kunnen profiteren van de Europese solidariteit.

21.

De uitbetaling van aanvullende steun in 2023 zou gedeeltelijk moeten worden gekoppeld aan een Europese beoordeling van de werkelijke effecten van de brexit in de periode 2021-2022. Dan kan niet alleen de steunverlening nog beter worden gericht op de regio’s en sectoren die het zwaarst getroffen zijn, maar ook worden nagegaan welke regio’s en sectoren veerkrachtiger zijn geweest of van de veranderingen hebben geprofiteerd.

22.

Het CvdR wijst er nogmaals op hoe belangrijk het is dat de samenwerking tussen Britse en Europese actoren wordt voortgezet en dringt erop aan dat de Europese partners ondersteuning uit de reserve krijgen voor de dialoog met hun Britse tegenhangers, die in stand gehouden moet worden om geschillen als gevolg van de uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst te voorkomen en om te bouwen aan samenwerking in de toekomst.

Brussel, 19 maart 2021.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Apostolos TZITZIKOSTAS


(1)  Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “terugtrekkingsakkoord” genoemd) (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).

(1)  Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “terugtrekkingsakkoord” genoemd) (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).

(1)   Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds ( PB L 444 van 31.12.2020, blz. 14 ).

(1)  https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12917-Proposal-for-a-Regulation-Regional-and-urban-Policy


Top