This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CN0723
Case C-723/20: Request for a preliminary ruling from the Bundesgerichtshof (Germany) lodged on 29 December 2020 — Insolvency proceedings concerning the assets of Galapagos S.A.; other parties: DE, as insolvency administrator of Galapagos S.A., Galapagos BidCo. S.a.r.l, Hauck Aufhäuser Fund Services S.A. and Prime Capital S.A.
Zaak C-723/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 29 december 2020 — Insolventieprocedure ten aanzien van Galapagos S.A., waarbij DE als curator, Galapagos BidCo. S.a.r.l., Hauck Aufhäuser Fund Services S.A. en Prime Capital S.A. betrokken zijn
Zaak C-723/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 29 december 2020 — Insolventieprocedure ten aanzien van Galapagos S.A., waarbij DE als curator, Galapagos BidCo. S.a.r.l., Hauck Aufhäuser Fund Services S.A. en Prime Capital S.A. betrokken zijn
PB C 128 van 12.4.2021, p. 12–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.4.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 128/12 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 29 december 2020 — Insolventieprocedure ten aanzien van Galapagos S.A., waarbij DE als curator, Galapagos BidCo. S.a.r.l., Hauck Aufhäuser Fund Services S.A. en Prime Capital S.A. betrokken zijn
(Zaak C-723/20)
(2021/C 128/17)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Schuldenaar: Galapagos S.A.
Andere partijen in de procedure: DE als curator van Galapagos S.A., alsmede Galapagos BidCo. S.a.r.l., Hauck Aufhäuser Fund Services S.A. en Prime Capital S.A.
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 3, lid 1, van verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (1) aldus worden uitgelegd dat het centrum van de voornaamste belangen van een schuldplichtige vennootschap waarvan de statutaire zetel zich in een lidstaat bevindt, niet gelegen is in een tweede lidstaat waar zich de plaats van haar hoofdkantoor bevindt, zoals die plaats kan worden bepaald aan de hand van objectieve en door derden vaststelbare factoren, wanneer de schuldplichtige vennootschap in omstandigheden als die van het hoofdgeding de plaats van haar hoofdkantoor heeft overgebracht van een derde lidstaat naar de tweede lidstaat, terwijl in de derde lidstaat nog moet worden beslist op een verzoek tot opening van de hoofdinsolventieprocedure ten aanzien van die onderneming? |
2) |
Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, moet artikel 3, lid 1, van verordening (EU) 2015/848 dan aldus worden uitgelegd
|