EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0631

Zaak T-631/20: Beroep ingesteld op 19 oktober 2020 — MZ / Commissie

PB C 423 van 7.12.2020, p. 39–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 423/39


Beroep ingesteld op 19 oktober 2020 — MZ / Commissie

(Zaak T-631/20)

(2020/C 423/57)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: MZ (vertegenwoordiger: M. Velardo, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht de volgende handelingen nietig te verklaren:

het besluit van 17 juli 2019 tot uitsluiting van de reservelijst van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/363/18 (AD 7) — 2, administrateurs op het gebied van belastingen;

het besluit van 10 december 2019 tot bevestiging van het besluit tot uitsluiting van de reservelijst van vergelijkend onderzoek EPSO/AD/363/18 (AD 7) — 2, administrateurs op het gebied van belastingen;

het besluit van het TABG van 8 juli 2020, dat dezelfde dag nog per e-mail aan verzoekster is meegedeeld, met een verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van de wettelijke bepalingen betreffende de regeling van het taalgebruik van de Europese instellingen, het verbod van discriminatie op grond van taal, het evenredigheidsbeginsel, artikel 27 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, het beginsel van gelijke behandeling van de kandidaten en artikel 22 van het Handvest van de grondrechten.

2.

Tweede middel: schending van het beginsel van gelijkheid van de kandidaten en gebrek aan objectiviteit van de beoordelingen wegens het gebrek aan stabiliteit van de jury, schending van artikel 27 van het Statuut, kennelijk gebrek aan logische samenhang, tegenstrijdigheid van het oordeel en kennelijke beoordelingsfout van de jury.

3.

Derde middel: schending van de aankondiging van het vergelijkend onderzoek en de daaruit voortvloeiende schending van artikel 27 van het Statuut van ambtenaren, aangezien de jury de bepalingen van de aankondiging betreffende de algemene beoordeling en de op elk gebied vereiste vaardigheden niet in acht heeft genomen.

4.

Vierde middel: schending van artikel 5 van bijlage III bij het Statuut van de ambtenaren en kennelijk onjuiste beoordeling.

5.

Vijfde middel: schending van de motiveringsplicht door de jury bij het heronderzoek, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte, alsmede van het beginsel van behoorlijk bestuur en van de rechten van de verdediging, aangezien de jury een standaardmotivering heeft geformuleerd waaruit niet blijkt of verzoeksters bekwaamheden al dan niet beoordeeld en welke criteria in dit verband daadwerkelijk zijn gehanteerd.


Top