This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CN0334
Case C-334/20: Request for a preliminary ruling from the Veszprémi Törvényszék (Hungary) lodged on 23 July 2020 — Amper Metal Kft. v Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
Zaak C-334/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Veszprémi Törvényszék (Hongarije) op 23 juli 2020 — Amper Metal Kft / Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
Zaak C-334/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Veszprémi Törvényszék (Hongarije) op 23 juli 2020 — Amper Metal Kft / Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
PB C 423 van 7.12.2020, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.12.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 423/14 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Veszprémi Törvényszék (Hongarije) op 23 juli 2020 — Amper Metal Kft / Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
(Zaak C-334/20)
(2020/C 423/22)
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Veszprémi Törvényszék
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Amper Metal Kft
Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
Prejudiciële vragen
1) |
Moet of kan artikel 168, onder a), van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: “btw-richtlijn”) aldus worden uitgelegd dat op grond van deze bepaling — gelet op de daarin gebezigde uitdrukking “worden gebruikt” — het recht op btw-aftrek over een binnen de werkingssfeer van de btw-richtlijn vallende transactie niet kan worden geweigerd op grond dat de belastingautoriteit heeft geoordeeld dat in een tussen onafhankelijke partijen gesloten transactie de door de opsteller van de factuur verrichte dienst niet “nuttig” is voor de belastbare activiteiten van de ontvanger van de factuur, aangezien
|
2) |
Moet of kan artikel 168, onder a), van de btw-richtlijn aldus worden uitgelegd dat op grond van deze bepaling het recht op btw-aftrek over een binnen de werkingssfeer van de btw-richtlijn vallende transactie kan worden geweigerd op grond dat de belastingautoriteit heeft geoordeeld dat in een tussen onafhankelijke partijen gesloten transactie de waarde van de door de opsteller van de factuur verrichte dienst (reclame) onevenredig hoog is, aangezien deze dienst zeer duur is en de prijs ervan in vergelijking met een andere dienst of andere soortgelijke diensten buitensporig hoog is? |