Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020XC0528(01)

Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, lid 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (Zie de lijst van eerdere publicaties aan het eind van deze bijwerking.) 2020/C 178/03

PUB/2020/386

PB C 178 van 28.5.2020, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/3


Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, lid 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (1)

(2020/C 178/03)

De publicatie van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, lid 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (2) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 39 van de Schengengrenscode.

De informatie in de lijst die in het Publicatieblad wordt gepubliceerd, wordt regelmatig bijgewerkt en beschikbaar gesteld op de website van het directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken.

ESTLAND

Vervanging van de informatie die is bekendgemaakt in PB C 153 van 2.5.2018, blz. 8

Krachtens de Estse wetgeving moeten vreemdelingen die zonder uitnodigingsbrief in Estland aankomen, bij aankomst op het grondgebied op verzoek van een grenswachter aantonen dat zij over voldoende geldmiddelen beschikken om te voorzien in de kosten van hun verblijf in en vertrek uit Estland. Onder voldoende geldmiddelen voor elke toegestane verblijfsdag wordt verstaan 0,2 keer het minimummaandsalaris zoals dat is vastgesteld door de regering van de Republiek, meer bepaald 116,80 EUR.

Anders draagt degene die de vreemdeling uitnodigt, de kosten van het verblijf van de vreemdeling in en het vertrek van de vreemdeling uit Estland.

SPANJE

Vervanging van de informatie die is bekendgemaakt in PB C 140 van 16.4.2019, blz. 7

Bij besluit van het Ministerie van Regeringszaken (Orden del Ministerio de la Presidencia) PRE/1282/2007 van 10 mei 2007 betreffende de middelen van bestaan waarover vreemdelingen vóór hun inreis in Spanje moeten kunnen bewijzen te beschikken (sobre medios económicos cuya disposición habrán de acreditar los extranjeros para poder efectuar su entrada en España), worden de middelen van bestaan vastgesteld waarover vreemdelingen moeten beschikken alvorens in Spanje binnen te reizen.

a)

Vanaf 1 januari 2019 moeten vreemdelingen die niet onder het EU-recht vallen, voor hun levensonderhoud tijdens het verblijf in Spanje kunnen bewijzen per dag te beschikken over 10 % van het wettelijke bruto minimumloon, zoals vastgesteld bij Koninklijk Besluit 1462/2018 van 21 december 2018 tot vaststelling van het minimumloon voor 2019, wat neerkomt op 95 EUR per persoon per dag (of een wettelijk gelijkwaardig bedrag in buitenlandse munt). Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen van het voorgenomen verblijf in Spanje en het aantal reizigers dat ten laste van de betrokkene komt. In totaal beloopt het bedrag ten minste 90 % van het wettelijke bruto minimumloon (855 EUR of een wettelijk gelijkwaardig bedrag in buitenlandse munt) per persoon, ongeacht de voorgenomen verblijfsduur.

b)

Voor terugkeer naar het land van herkomst of voor doorreis naar derde landen moeten de vreemdelingen kunnen aantonen te beschikken over een of meer op naam gestelde, onoverdraagbare en niet-verhandelbare reisbiljetten voor het vervoermiddel dat zij voornemens zijn te gebruiken.

De vreemdelingen moeten bewijzen over de bedoelde middelen van bestaan te beschikken door deze te tonen, voor zover zij deze bij zich dragen, of door overlegging van gewaarmerkte cheques, reischeques, betaalkaarten of kredietkaarten, die vergezeld dienen te gaan van een recent bankafschrift (bankbrieven of internetbankafschriften worden niet aanvaard) of enig ander middel waarmee het beschikbare krediet van de genoemde kaart of bankrekening duidelijk kan worden aangetoond.

NEDERLAND

Het bedrag dat door de grensbewakingsambtenaren als uitgangspunt wordt gehanteerd bij de controle ten aanzien van het vereiste te beschikken over voldoende middelen van bestaan, bedraagt thans 55 EUR per persoon per dag.

De aan voormeld uitgangspunt verbonden soepele toepassing blijft gehandhaafd, aangezien het antwoord op de vraag of de middelen waarover de vreemdeling kan beschikken toereikend zijn, afhankelijk is en blijft van onder meer de duur van het voorgenomen verblijf, het reisdoel en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.

Lijst van eerdere publicaties

PB C 316 van 28.12.2007, blz. 1.

PB C 275 van 24.9.2013, blz. 7.

PB C 134 van 31.5.2008, blz. 16.

PB C 314 van 29.10.2013, blz. 5.

PB C 177 van 12.7.2008, blz. 9.

PB C 324 van 9.11.2013, blz. 6.

PB C 200 van 6.8.2008, blz. 10.

PB C 57 van 28.2.2014, blz. 4.

PB C 331 van 31.12.2008, blz. 13.

PB C 167 van 4.6.2014, blz. 9.

PB C 3 van 8.1.2009, blz. 10.

PB C 244 van 26.7.2014, blz. 22.

PB C 37 van 14.2.2009, blz. 10.

PB C 332 van 24.9.2014, blz. 12.

PB C 64 van 19.3.2009, blz. 20.

PB C 420 van 22.11.2014, blz. 9.

PB C 99 van 30.4.2009, blz. 7.

PB C 72 van 28.2.2015, blz. 17.

PB C 229 van 23.9.2009, blz. 28.

PB C 126 van 18.4.2015, blz. 10.

PB C 263 van 5.11.2009, blz. 22.

PB C 229 van 14.7.2015, blz. 5.

PB C 298 van 8.12.2009, blz. 17.

PB C 341 van 16.10.2015, blz. 19.

PB C 74 van 24.3.2010, blz. 13.

PB C 84 van 4.3.2016, blz. 2.

PB C 326 van 3.12.2010, blz. 17.

PB C 236 van 30.6.2016, blz. 6.

PB C 355 van 29.12.2010, blz. 34.

PB C 278 van 30.7.2016, blz. 47.

PB C 22 van 22.1.2011, blz. 22.

PB C 331 van 9.9.2016, blz. 2.

PB C 37 van 5.2.2011, blz. 12.

PB C 401 van 29.10.2016, blz. 4.

PB C 149 van 20.5.2011, blz. 8.

PB C 484 van 24.12.2016, blz. 30.

PB C 190 van 30.6.2011, blz. 17.

PB C 32 van 1.2.2017, blz. 4.

PB C 203 van 9.7.2011, blz. 14.

PB C 74 van 10.3.2017, blz. 9.

PB C 210 van 16.7.2011, blz. 30.

PB C 120 van 13.4.2017, blz. 17.

PB C 271 van 14.9.2011, blz. 18.

PB C 152 van 16.5.2017, blz. 5.

PB C 356 van 6.12.2011, blz. 12.

PB C 411 van 2.12.2017, blz. 10.

PB C 111 van 18.4.2012, blz. 3.

PB C 31 van 27.1.2018, blz. 12.

PB C 183 van 23.6.2012, blz. 7.

PB C 261 van 25.7.2018, blz. 6.

PB C 313 van 17.10.2012, blz. 11.

PB C 264 van 26.7.2018, blz. 8.

PB C 394 van 20.12.2012, blz. 22.

PB C 368 van 11.10.2018, blz. 4.

PB C 51 van 22.2.2013, blz. 9.

PB C 459 van 20.12.2018, blz. 40.

PB C 167 van 13.6.2013, blz. 9.

PB C 43 van 4.2.2019, blz. 2.

PB C 242 van 23.8.2013, blz. 2.

PB C 140 van 16.4.2019, blz. 7.


(1)  Zie de lijst van eerdere publicaties aan het eind van deze bijwerking.

(2)  PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1.


Top