Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0478

    Zaak T-478/18: Beroep ingesteld op 6 augustus 2018 — Bezouaoui en HB Consultant/Commissie

    PB C 373 van 15.10.2018, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.10.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 373/13


    Beroep ingesteld op 6 augustus 2018 — Bezouaoui en HB Consultant/Commissie

    (Zaak T-478/18)

    (2018/C 373/14)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partijen: Hacène Bezouaoui (Avanne, Frankrijk), HB Consultant (Beure, Frankrijk) (vertegenwoordigers: J.-F. Henrotte en N. Neyrinck, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond verklaren; en bijgevolg:

    besluit C(2018) 2075 final van de Commissie van 10 april 2018 in zaak SA.46897 (2018/NN) — Frankrijk Aide présumée — CACES nietig verklaren;

    de Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekende partijen drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel: het begrip „toerekenbaarheid” als bedoeld in artikel 107 VWEU wordt onjuist toegepast doordat met de terugbetaling door de paritaire organen die door de staat zijn belast met de inning van bijdragen [organismes paritaires collecteur agréés par l’État (OPCA)], van de kosten van de opleiding voor het veilig besturen van bouwmachines het gebruik van staatsmiddelen is gemoeid dat voortvloeit uit een aan de staat toerekenbare maatregel. Verzoekende partijen voeren dan ook aan dat het besluit waarvan zij nietigverklaring vorderen, voorbijgaat aan de rechtspraak in de zaak Pearle (arrest van 15 juli 2004, Pearle e.a., C-345/02, EU:C:2004:448).

    2.

    Tweede middel: het begrip „voordeel” als bedoeld in artikel 107 VWEU wordt onjuist toegepast aangezien de door de Franse Staat in dit geval genomen maatregelen de ondernemingen die de zogenaamde „CACES®”-opleidingen (Certificat d’Aptitude à la Conduite En Sécurité, bewijs van de vaardigheid in het veilig besturen) aanbieden, een voordeel verschaffen ten opzichte van de ondernemingen die de zogenaamde „PCE®”-opleidingen (Permis à la Conduite d’Engins, rijbewijs voor het besturen van machines) aanbieden.

    3.

    Derde middel: het begrip „selectiviteit” als bedoeld in artikel 107 VWEU wordt onjuist toegepast aangezien de genomen maatregelen selectief zijn. Dit middel bestaat uit drie onderdelen:

    eerste onderdeel: de OPCA’s zijn niet bevoegd om een onderscheid te maken tussen de verschillende opleidingen die voorzien in eenzelfde behoefte en die alle door de Franse Staat zijn erkend;

    tweede onderdeel: de maatregelen van de Franse Staat hebben tot gevolg dat de OPCA’s worden misleid omtrent de opleidingen die voldoen aan de wettelijke vereisten en die voor terugbetaling in aanmerking komen;

    derde onderdeel: het verschil in behandeling tussen de twee opleidingsstelsels (CACES® en PCE®) wordt niet gerechtvaardigd door de aard of de algemene opzet van een referentiestelsel.


    Top