This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0477
Case C-477/18: Request for a preliminary ruling from the College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Netherlands) lodged on 23 July 2018 — Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. B.V. v Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Zaak C-477/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 23 juli 2018 — Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. BV tegen Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Zaak C-477/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 23 juli 2018 — Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. BV tegen Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
PB C 373 van 15.10.2018, p. 8–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 373/8 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 23 juli 2018 — Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. BV tegen Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(Zaak C-477/18)
(2018/C 373/09)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
College van Beroep voor het Bedrijfsleven
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. BV
Verweerder: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Prejudiciële vragen
1) |
Dienen de zinsneden „het personeel dat betrokken is bij de officiële controles” in punt 1 van bijlage VI bij verordening nr. 882/2004 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (hierna: „verordening nr. 882/2004”) en „het personeel dat betrokken is bij de uitvoering van de officiële controles” in punt 2 van bijlage VI bij verordening nr. 882/2004 aldus te worden uitgelegd, dat de (salaris)kosten die in aanmerking mogen worden genomen bij de berekening van de vergoedingen voor officiële controles, uitsluitend (salaris)kosten mogen zijn van officiële dierenartsen en officiële assistenten die de officiële keuringen verrichten, of kunnen daaronder ook (salaris)kosten van ander personeel in dienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) of de besloten vennootschap Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) worden geschaard? |
2) |
Als het antwoord op vraag 1 luidt dat onder de zinsneden „het personeel dat betrokken is bij de officiële controles” in punt 1 van bijlage VI bij verordening nr. 882/2004 en „het personeel dat betrokken is bij de uitvoering van de officiële controles” in punt 2 van bijlage VI bij verordening nr. 882/2004 ook (salaris)kosten van ander personeel in dienst van de NVWA of KDS kunnen worden geschaard, onder welke omstandigheden en binnen welke grenzen is dan nog sprake van een zodanige relatie tussen de gemaakte kosten voor dit andere personeel en de officiële controles dat de vergoeding van die (salaris)kosten kan worden gebaseerd op artikel 27, vierde lid, en bijlage VI, punten 1 en 2, van verordening nr. 882/2004? |
3) |
|
4) |
Dient het bepaalde in artikel 27, vierde lid, aanhef en onder a, en bijlage VI, punten 1 en 2, van verordening nr. 882/2004 aldus te worden uitgelegd, dat genoemd artikel 27, vierde lid, er aan in de weg staat dat bij slachthuizen een gemiddeld tarief in rekening wordt gebracht voor de werkzaamheden ten behoeve van officiële controles door dierenartsen in dienst van de NVWA en door (lager gesalarieerde) ingeleende dierenartsen, zodat aan slachthuizen een hoger tarief in rekening wordt gebracht dan aan de ingeleende dierenartsen wordt uitbetaald? |
5) |
Dient het bepaalde in artikel 26 en in artikel 27, vierde lid, aanhef en onder a, en bijlage VI, punten 1 en 2, van verordening nr. 882/2004 aldus te worden uitgelegd dat bij de berekening van de vergoedingen voor officiële controles kosten in aanmerking kunnen worden genomen voor de opbouw van een weerstandsvermogen ten behoeve van een besloten vennootschap (KDS) waarvan door de bevoegde autoriteit officiële assistenten worden ingeleend, welk weerstandsvermogen bij een crisis kan worden aangewend voor de betaling van salaris en opleidingskosten voor personeel dat de officiële controles feitelijk uitvoert alsmede voor personeel dat de uitvoering van officiële controles mogelijk maakt? |
6) |
Indien het antwoord op de onder [5] geformuleerde vraag bevestigend luidt: tot welk bedrag mag een dergelijk weerstandsvermogen worden opgebouwd en hoe lang mag de periode zijn die door dat weerstandsvermogen wordt afgedekt? |