Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018XC0726(01)

    Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, punt 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)

    PB C 264 van 26.7.2018, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.7.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 264/6


    Bijwerking van de lijst van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, punt 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (1)

    (2018/C 264/06)

    De publicatie van de richtbedragen voor het overschrijden van de buitengrenzen bedoeld in artikel 6, punt 4, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (codificatie) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 39 van de Schengengrenscode.

    Naast de bekendmaking in het Publicatieblad wordt de lijst regelmatig bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

    POLEN

    Vervanging van de informatie die is bekendgemaakt in PB C 157 van 27.5.2011

    De voor overschrijding van de buitengrens vereiste bedragen zijn vastgesteld bij de verordening van de minister van Binnenlandse Zaken van 23 februari 2015 betreffende de middelen van bestaan waarover vreemdelingen die het grondgebied van de Republiek Polen betreden, moeten beschikken en betreffende de documenten die bevestigen dat zij over dergelijke middelen kunnen beschikken en het doel en de duur van het geplande verblijf bevestigen (Dziennik Ustaw (Staatsblad) 2017, punt 2122).

    Bovengenoemde verordening bepaalt dat een vreemdeling die het grondgebied van de Republiek Polen betreedt over bestaansmiddelen moet beschikken ten bedrage van ten minste

    1)

    300 PLN wanneer het geplande verblijf niet langer dan 4 dagen duurt,

    2)

    75 PLN voor elke dag van het geplande verblijf wanneer het geplande verblijf langer dan 4 dagen duurt

    of de tegenwaarde van dit bedrag in buitenlandse valuta.

    Vreemdelingen die het grondgebied van de Republiek Polen betreden en:

    1)

    die deelnemen aan een toeristisch evenement, een jeugdkamp of een sportwedstrijd, of

    2)

    van wie de kosten van het verblijf in Polen zijn gedekt, of

    3)

    die komen voor een behandeling in een sanatorium, of

    4)

    deelnemen aan een programma dat onder een internationale overeenkomst valt waarbij Polen partij is en in het kader waarvan op het grondgebied van de Republiek Polen vakantiewerk kan worden verricht dat niet het hoofddoel van het verblijf is,

    moeten beschikken over ten minste 20 PLN voor elke dag van het geplande verblijf, met een minimumbedrag van 100 PLN, of de tegenwaarde daarvan in buitenlandse valuta.

    Vreemdelingen die het grondgebied van de Republiek Polen betreden voor studie-, onderzoeks- of opleidingsdoeleinden, het verrichten van ontwikkelingswerk of onderwijsdoeleinden, moeten beschikken over ten minste 1 270 PLN, of de tegenwaarde daarvan in buitenlandse valuta, voor de eerste twee maanden van het geplande verblijf.

    Vreemdelingen moeten bovendien over extra financiële middelen beschikken om de kosten te dekken van de terugreis naar het land van herkomst of verblijf alsook de kosten van de doorreis naar een derde land dat hun toegang verschaft, ten bedrage van minimaal (voor elke vreemdeling afzonderlijk en voor elk van diens gezinsleden afzonderlijk):

    1)

    200 PLN wanneer zij afkomstig zijn uit een buurland van de Republiek Polen,

    2)

    500 PLN wanneer zij afkomstig zijn uit een lidstaat van de Europese Unie die geen buurland van de Republiek Polen is,

    3)

    2 500 PLN wanneer zij afkomstig zijn uit een land dat geen lidstaat van de Europese Unie is,

    of de tegenwaarde van dit bedrag in buitenlandse valuta.

    Lijst van eerdere publicaties

     

    PB C 247 van 13.10.2006, blz. 19.

     

    PB C 153 van 6.7.2007, blz. 22.

     

    PB C 182 van 4.8.2007, blz. 18.

     

    PB C 57 van 1.3.2008, blz. 38.

     

    PB C 134 van 31.5.2008, blz. 19.

     

    PB C 37 van 14.2.2009, blz. 8.

     

    PB C 35 van 12.2.2010, blz. 7.

     

    PB C 304 van 10.11.2010, blz. 5.

     

    PB C 24 van 26.1.2011, blz. 6.

     

    PB C 157 van 27.5.2011, blz. 8.

     

    PB C 203 van 9.7.2011, blz. 16.

     

    PB C 11 van 13.1.2012, blz. 13.

     

    PB C 72 van 10.3.2012, blz. 44.

     

    PB C 199 van 7.7.2012, blz. 8.

     

    PB C 298 van 4.10.2012, blz. 3.

     

    PB C 56 van 26.2.2013, blz. 13.

     

    PB C 98 van 5.4.2013, blz. 3.

     

    PB C 269 van 18.9.2013, blz. 2.

     

    PB C 57 van 28.2.2014, blz. 1.

     

    PB C 152 van 20.5.2014, blz. 25.

     

    PB C 224 van 15.7.2014, blz. 31.

     

    PB C 434 van 4.12.2014, blz. 3.

     

    PB C 447 van 13.12.2014, blz. 32.

     

    PB C 38 van 4.2.2015, blz. 20.

     

    PB C 96 van 11.3.2016, blz. 7.

     

    PB C 146 van 26.4.2016, blz. 12.

     

    PB C 248 van 8.7.2016, blz. 12.

     

    PB C 111 van 8.4.2017, blz.11.

     

    PB C 21 van 20.1.2018, blz.3.

     

    PB C 93 van 12.3.2018, blz.4.

     

    PB C 153 van 2.5.2018, blz.8.

     

    PB C 186 van 31.5.2018, blz.10.


    (1)  Zie de lijst van eerdere publicaties aan het eind van deze bijwerking.


    Top