Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AE0702

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2017/825 om de financiële middelen van het steunprogramma voor structurele hervormingen te verhogen en de algemene doelstelling ervan aan te passen (COM(2017) 825 final — 2017/0334 (COD)) en het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat betreft steun voor structurele hervormingen in de lidstaten (COM(2017) 826 final — 2017/0336 (COD))

EESC 2018/00702

PB C 237 van 6.7.2018, p. 53–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 237/53


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2017/825 om de financiële middelen van het steunprogramma voor structurele hervormingen te verhogen en de algemene doelstelling ervan aan te passen

(COM(2017) 825 final — 2017/0334 (COD))

en het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat betreft steun voor structurele hervormingen in de lidstaten

(COM(2017) 826 final — 2017/0336 (COD))

(2018/C 237/09)

Rapporteur:

Mihai IVAŞCU

Corapporteur:

Stefano PALMIERI

Raadpleging

Europees Parlement, 14.12.2017

Raad van de Europese Unie, 21.12.2017 en 31.1.2018

Rechtsgrondslag

Artikelen 175, 177, 197(2) en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang

Goedkeuring door de afdeling

28.2.2018

Goedkeuring door de voltallige vergadering

14.3.2018

Zitting nr.

533

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

183/2/9

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) steunt het voorstel om het budget van het steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) te verhogen en te voorzien in een specifiek hervormingsinstrument in het kader van de „hervormingstoezeggingen”. Prioriteit moet worden gegeven aan de hervormingen die directe overloopeffecten hebben op de andere lidstaten.

1.2.

Aansluitend bij zijn eerdere adviezen pleit het EESC voor structurele hervormingen die gericht zijn op sociale en economische ontwikkeling, met inbegrip van opbouw van institutionele capaciteit om de administratieve kwaliteit te verhogen. Dergelijke hervormingen moeten landgebonden zijn en een democratisch draagvlak hebben; een uniforme aanpak voor alle lidstaten moet dan ook worden vermeden.

1.3.

Het EESC benadrukt dat structurele hervormingen niet alleen een goede zaak zijn als zij de overheidsuitgaven op een sociaal duurzame wijze beperken, maar ook wanneer zij die op de korte termijn verhogen teneinde op de middellange tot lange termijn een beter begrotingsevenwicht in de lidstaten tot stand te brengen.

1.4.

Hoewel een verhoging van de SRSP-begroting wordt toegejuicht, blijft deze ontoereikend gezien het toenemende aantal verzoeken van de lidstaten. Voor 2018 alleen al belopen de verzoeken vijf keer het bedrag van de voorgestelde begroting.

1.5.

Voorts is het volgens het EESC erg belangrijk dat de Europese Commissie op transparante wijze haar intenties met betrekking tot de verdeling van de nieuwe SRSP-begroting bekendmaakt — hetgeen niet het geval is in het voorstel — en duidelijke selectiecriteria ontwikkelt.

1.6.

Het EESC wijst erop dat de verhoging van de financiële middelen van het steunprogramma voor structurele hervormingen niet ten koste mag gaan van de budgetten van andere even belangrijke fondsen.

1.7.

Een heldere strategie op EU-niveau is van essentieel belang. Daarbij moet worden toegezien op de voortgang en het ontwikkelingsniveau in elke lidstaat, maar moet ook worden voorzien in visionaire richtsnoeren voor de toewijzing van middelen, rekening houdend met de convergentiecriteria. Ook moet de uitwisseling van beste praktijken worden opgevoerd, met de nodige technische ondersteuning van de Europese Commissie.

1.8.

Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de lidstaten die geen deel uitmaken van de eurozone maar goed op weg zijn om ertoe te treden. Versnelling van dit proces is cruciaal voor de toekomst van de Europese Unie, zoals ook werd beklemtoond door Jean-Claude Juncker in zijn toespraak over de toekomst van Europa (1).

1.9.

Het EESC stelt voor een regel in te voeren waarbij aan lidstaten alleen financiering wordt toegekend als zij volledig hebben ingestemd met de toepassing van het partnerschapsbeginsel en de sociale partners en de organisaties van het maatschappelijk middenveld daadwerkelijk bij een en ander betrekken wanneer besluiten worden genomen over de meerjarige pakketten hervormingstoezeggingen (2). De toepassing van het partnerschapsbeginsel is van cruciaal belang voor de waarborging van empirisch onderbouwde hervormingen, afgestemd op de reële situatie in de economieën van de lidstaten.

1.10.

Het EESC steunt het voornemen om het nieuwe hervormingsinstrument te voorzien van een specifiek financieringsmechanisme in het meerjarig kader na 2020.

1.11.

Het EESC beveelt aan geval per geval te bekijken en voor bepaalde SRSP-hervormingen te voorzien in financiering, gelinkt aan het nieuwe hervormingsinstrument, met name wanneer het gaat om toetreding tot de eurozone of hervormingen die de Europese integratie verder kunnen bevorderen.

2.   Inleiding en algemene opmerkingen

2.1.

In haar in december 2017 gepubliceerde pakket over de economische en monetaire unie heeft de Europese Commissie twee specifieke voorstellen voor verordeningen geformuleerd die volgens de normale wetgevingsprocedure moeten worden goedgekeurd: een voorstel ter versterking van het steunprogramma voor structurele hervormingen, om de voor alle lidstaten beschikbare technische bijstand uit te breiden en om een specifieke actielijn in het leven te roepen ter ondersteuning van het convergentieproces in lidstaten buiten de eurozone (3), en een tweede voorstel waarbij gerichte wijzigingen worden aangebracht in de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen, teneinde meer mogelijkheden te scheppen om gebruik te maken van de prestatiereserve die is ingebouwd in de huidige Europese structuur- en investeringsfondsen ter ondersteuning van nationale hervormingen (4).

2.2.

Het EESC heeft in totaal vier specifieke adviesaanvragen m.b.t. elk van deze twee voorstellen voor verordeningen ontvangen: twee van het Europees Parlement en twee van de Raad. Doel van dit advies is dan ook om de standpunten van het EESC over deze twee wetgevingsvoorstellen uiteen te zetten, aansluitend bij de specifieke institutionele verzoeken en zonder afbreuk te doen aan de verdere werkzaamheden van het Comité m.b.t. de rest van het EMU-pakket van de Commissie.

2.3.

Het EESC is van mening dat het hervormingsinstrument een belangrijk middel kan zijn om lidstaten die wat besteding van beschikbare structurele financiering betreft geen goede staat van dienst kunnen voorleggen, te helpen deze middelen beter te benutten en aldus economische verschillen op een sociaal duurzame wijze te verminderen.

2.4.

Een nieuw hervormingsinstrument ter ondersteuning van de hervormingstoezeggingen van de lidstaten in het kader van het Europees Semester is van essentieel belang. Prioriteit moet worden gegeven aan hervormingen die directe overloopeffecten hebben op de andere lidstaten. Het EESC pleit evenwel voor actieve en uitvoerige monitoring van de voortgang van de tenuitvoerlegging in het kader van het Europees Semester.

3.   Voorstellen ter ondersteuning van structurele hervormingen in de lidstaten

3.1.

Het EESC herhaalt dat het essentieel is dat lidstaten zorgen voor de toepassing van het partnerschapsbeginsel en reële betrokkenheid van de sociale partners en het maatschappelijk middenveld bij de besluitvorming over de strategie voor structurele hervormingen die zij willen bevorderen, alsook tijdens het monitoringproces in het kader van het Europees Semester. Om daadwerkelijke toepassing van het beginsel in alle lidstaten te waarborgen pleit het EESC voor de invoering van een regel waarbij geen financiële middelen worden toegewezen tenzij het maatschappelijk middenveld ten volle bij een en ander wordt betrokken als besluiten worden genomen over de meerjarige pakketten hervormingstoezeggingen.

3.2.

Sinds de invoering van het SRSP in 2017 hebben 16 lidstaten het voornemen geuit om gebruik te maken van deze financiering. Terwijl het toegekende budget 22,5 miljoen EUR bedroeg, liepen de 271 aanvragen op tot meer dan 80 miljoen EUR. Voor 2018 stelde de Commissie een begroting van 30,5 miljoen EUR voor. 24 lidstaten hebben echter 444 verzoeken ingediend, die in totaal 150 miljoen EUR belopen.

3.3.

Het EESC is ingenomen met de uitbreiding van de middelen voor het steunprogramma voor structurele hervormingen, maar plaatst vraagtekens bij de doeltreffendheid van de maatregel, gezien de omvang van de verzoeken van de lidstaten.

3.4.

Het EESC zou graag zien dat de financiële middelen van het steunprogramma voor structurele hervormingen worden opgetrokken zonder de budgetten van andere even belangrijke fondsen in het gedrang te brengen.

3.5.

Het EESC vindt het erg belangrijk dat de Commissie haar intenties m.b.t. de verdeling van de nieuwe SRSP-begroting transparant uiteenzet, zodat iedere lidstaat een billijk aandeel van de beschikbare steun kan ontvangen, in overeenstemming met de hervormingen die zijn doorgevoerd.

3.6.

De Europese Commissie moet duidelijke en objectieve regels vaststellen voor het selecteren van de hervormingen die uit de EU-begroting kunnen worden gefinancierd, en er tegelijk voor zorgen dat alle lidstaten in dezelfde mate toegang hebben tot de fondsen. Bovendien moeten de hervormingen die voor financiering worden voorgelegd, stroken met de EU-strategie en strikt worden gemonitord in het kader van het Europees Semester.

3.7.

Aangezien lidstaten al eigen hervormingsinitiatieven ontwikkelen zou het EESC graag zien dat het SRSP wordt toegespitst op maatregelen die de landenspecifieke aanbevelingen het best ondersteunen.

3.8.

Er zij aan herinnerd dat lidstaten de hervormingen zelf kunnen financieren; de stimulus via het SRSP-budget van de Europese Commissie mag er niet toe leiden dat zij uitsluitend op EU-financiering een beroep te doen. De werking van de hele economische en monetaire unie is gebaseerd op subsidiariteit en verantwoorde maatregelen van elke lidstaat.

3.9.

Gelet op de beperkte middelen moet de Europese Commissie volgens het EESC steun verlenen voor hervormingen en maatregelen die een multiplicatoreffect kunnen hebben voor de maatregelen die door de lidstaten afzonderlijk worden genomen.

3.10.

Aansluitend bij zijn eerdere adviezen pleit het EESC voor structurele hervormingen die gericht zijn op sociaaleconomische ontwikkeling: meer en betere banen, concurrentievermogen van en concurrentie in de maakindustrie en diensten, administratieve en institutionele kwaliteit, goede en doeltreffende overheidsdiensten, en duurzaamheid van het milieu (5). Dergelijke hervormingen moeten landgebonden zijn, aansluiten bij de nationale hervormingsprogramma’s (NHP’s) en een democratisch draagvlak hebben, zonder dat voor alle lidstaten een standaardaanpak wordt gehanteerd.

3.11.

Aangezien de verplichting om tot de euro toe te treden krachtens het Verdrag voor bijna alle lidstaten geldt, beveelt het EESC aan bijzondere aandacht te besteden aan hervormingen die gericht zijn op uitbreiding van de eurozone; zo mogelijk moeten aanvullende middelen worden toegewezen om deze doelstellingen te verwezenlijken.

3.12.

De Europese Unie is beter geschikt dan de lidstaten zelf om toe te zien op de vorderingen die de landen buiten de eurozone maken. Tijdens het hele proces moeten goede praktijken worden uitgewisseld en het EESC zou graag zien dat hiervoor een specifiek communicatieplatform wordt opgericht.

4.   Voorstel voor een nieuw hervormingsinstrument ter ondersteuning van structurele hervormingen in de lidstaten

4.1.

Het EESC erkent dat de term „structurele hervorming” zeer ruim is geworden en is dan ook ingenomen met de definitie die in het voorstel voor een verordening is opgenomen.

4.2.

Het EESC beveelt aan dat de Europese Commissie samenwerkt met de lidstaten om verschillende mogelijkheden voor fiscale en budgettaire duurzaamheid te beproeven. Sommige hervormingen zouden kunnen leiden tot meer overheidsuitgaven op korte termijn, met het oog op de uitvoering van nieuwe processen en activiteiten die alleen op middellange tot lange termijn zullen bijdragen tot een besparing van middelen of het verwerven van meer inkomsten. Het is daarom raadzaam niet alleen te kijken naar besparingsmaatregelen op korte termijn, maar ook naar mogelijkheden om de begrotingsmiddelen te doen stijgen.

4.3.

Het EESC is ingenomen met het nieuwe hervormingsinstrument dat wordt voorgesteld in het kader van het meerjarig financieel kader na 2020; het is immers van mening dat de Europese instellingen nauw met de lidstaten moeten samenwerken om de integratie en convergentie in de Unie te versterken. Het EESC pleit voor actieve en uitvoerige monitoring van de voortgang van de tenuitvoerlegging in het kader van het Europees Semester.

4.4.

Hoewel het Europees Semester en de landenspecifieke verslagen die als onderdeel daarvan worden opgesteld, een sleutelinstrument bij uitstek vormen om de steunprogramma’s voor hervormingen te evalueren, is het EESC van mening dat nieuwe instrumenten moeten worden ontwikkeld om de vooruitgang correct te beoordelen. Deze instrumenten moeten op maat van de specifieke economische behoeften van iedere lidstaat zijn gesneden.

4.5.

Het EESC stemt in met de tijdelijke oplossing om de proeffase van het nieuwe hervormingsinstrument via de prestatiereserve te financieren. Dit voorstel mag niet van invloed zijn op de bestaande Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI) maar moet in een specifieke afzonderlijke begroting voorzien.

4.6.

De voortgang van de afzonderlijke lidstaten moet vlot kunnen worden gemonitord in het kader van het Europees Semester. Dit rapportageproces moet een duidelijk beeld geven van de geboekte vooruitgang en de bijkomende begrotingsbehoeften.

4.7.

Aangezien het nieuwe hervormingsinstrument een aanvulling zou vormen op de via SRSP verstrekte vrijwillige technische bijstand, beveelt het EESC aan beveelt aan om geval per geval te bekijken en voor bepaalde SRSP-hervormingen te voorzien in financiering, gelinkt aan het nieuwe hervormingsinstrument, met name wanneer het gaat om toetreding tot de eurozone of hervormingen die de Europese integratie verder kunnen bevorderen.

Brussel, 14 maart 2018.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Georges DASSIS


(1)  Staat van de Unie 2017.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen.

(3)  COM(2017) 825 final.

(4)  COM(2017) 826 final.

(5)  Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan verbetering van het bedrijfsklimaat, financiering van bedrijven en O & O-uitgaven, verhoging van de productiviteit van ondernemingen, sectoren en economieën; bevordering van hoogwaardige banen met hogere lonen, en gelijktijdige vermindering van tijdelijke en onzekere banen met lage lonen; versterking van de collectieve onderhandelingen en de onafhankelijkheid van de sociale partners daarbij, en sociale dialoog op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau; hervorming van overheidsdiensten voor meer doeltreffendheid voor de economische en sociale ontwikkeling, en meer transparantie voor het publiek; bevordering van de kwaliteit van onderwijs- en opleidingsstelsels voor werknemers ter bevordering van gelijke kansen en resultaten voor alle sociale groepen.


Top