Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CN0069

    Zaak C-69/18: Beroep ingesteld op 1 februari 2018 — Europese Commissie / Republiek Slovenië

    PB C 152 van 30.4.2018, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.4.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 152/13


    Beroep ingesteld op 1 februari 2018 — Europese Commissie / Republiek Slovenië

    (Zaak C-69/18)

    (2018/C 152/14)

    Procestaal: Sloveens

    Partijen

    Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: H. Støvlbæk, G. von Rintelen, M. Žebre)

    Verwerende partij: Republiek Slovenië

    Conclusies

    vaststellen dat de Republiek Slovenië de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 2 van richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen (PB 2014, L 158, blz. 196), doordat zij de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan die richtlijn te voldoen niet op uiterlijk 17 juni 2016 heeft vastgesteld of, althans, dergelijke bepalingen niet aan de Commissie heeft meegedeeld;

    de Republiek Slovenië overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU veroordelen tot betaling van een dwangsom van 7 986,60 EUR per dag vanaf de datum van uitspraak van het arrest in deze zaak;

    de Republiek Slovenië verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ingevolge artikel 2 van richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen diende de Republiek Slovenië de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn ter uitvoering van die richtlijn uiterlijk op 17 juni 2016 vast te stellen en mee te delen. Aangezien de Republiek Slovenië de Commissie niet vóór het verstrijken van die termijn heeft meegedeeld dat alle bepalingen van die richtlijn in nationaal recht waren omgezet, heeft de Commissie besloten zich tot het Hof te wenden.

    De Commissie verzoekt het Hof de Republiek Slovenië te veroordelen tot betaling van een dwangsom van 7 986,60 EUR per dag. Bij de berekening van dat bedrag heeft de Commissie rekening gehouden met de ernst en de duur van de inbreuk op het Unierecht alsook met de afschrikkende werking van de dwangsom in verhouding tot de financiële draagkracht van de Republiek Slovenië.

    De termijn voor omzetting van de richtlijn is verstreken op 17 juni 2016.


    Top