EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2018/133/09

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/16/2018 — Erasmus+-programma, Kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming — Europese jongeren samen

PB C 133 van 16.4.2018, p. 25–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 133/25


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/16/2018

Erasmus+-programma, Kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming

Europese jongeren samen

(2018/C 133/09)

1.   INLEIDING — ACHTERGROND  (1)

Jongeren houden zich actief bezig met mobiliteitsactiviteiten van de EU: ze sluiten zich aan bij pan-Europese organisaties of nemen deel aan minder gestructureerde, informele uitwisselingen met jongeren uit andere Europese landen. Ze staan positief tegenover het Europese integratieproces en steunen dit proces (2). Als zodanig kunnen jongeren krachtige ambassadeurs zijn voor het Europese project. Ze zijn in staat bruggen te bouwen over heel het continent, met name van oost naar west, maar ook van noord naar zuid. De manier waarop zij Europa en de Europese identiteit ervaren, kan inspirerend zijn voor anderen.

Erasmus+ Jeugd bevordert de uitwisseling van jongeren en de mobiliteit van jongerenwerkers, en ondersteunt jongerenorganisaties. Uit de ervaringen is gebleken dat er vruchtbaar en actief wordt samengewerkt tussen organisaties en jongeren over landsgrenzen heen. Het Erasmus+-programma slaagt erin om jongeren aan te trekken en te activeren. Er is zo veel interesse in deelname dat momenteel slechts een op de drie mobiliteitsprojecten (jongerenuitwisselingen, mobiliteit van jongerenwerkers) en een op de vijf partnerschappen (transnationale jongereninitiatieven) in aanmerking komt voor ondersteuning.

Zoals voorzitter Juncker in 2017 aangaf in zijn Staat van de Unie (3): „[…] Europa moet een Unie van gelijkheid en een Unie van gelijken zijn. Gelijkheid tussen de leden, groot en klein, oost en west, noord en zuid.” Om dat te bereiken zijn jongeren essentieel. Zij zijn misschien minder betrokken dan oudere mensen bij traditionele vormen van participatie, zoals stemmen of lidmaatschap van een politieke partij, maar een meerderheid van de jongeren geeft aan wel degelijk interesse te hebben in de politiek en heeft sterkere burgerschapsgevoelens jegens de EU dan oudere leeftijdsgroepen. Uit de nieuwe Eurobarometer-enquête (4) over Europese jongeren blijkt dat jongeren inderdaad geïnteresseerd zijn in meer eigentijdse vormen van burgerparticipatie: meer dan de helft (53 %) van de respondenten geeft aan in de afgelopen twaalf maanden te hebben deelgenomen aan minimaal één georganiseerde activiteit (+ 4 procentpunt sinds 2014), terwijl bijna een derde (31 %) van de jongeren in de EU aangeeft in de afgelopen twaalf maanden te hebben deelgenomen aan vrijwilligersactiviteiten (+ 6 procentpunt sinds 2014).

Uit de enquête blijkt dat jongeren de EU vragen om onderwerpen als onderwijs en vaardigheden, milieubescherming, migratieproblemen en EU-burgerschap prioriteit te geven. Deze resultaten sluiten goed aan bij de uitkomsten van „Een nieuw verhaal voor Europa”, een vijfjarig project dat ten doel had om de meningen van jongeren te verzamelen over wat de toekomstige prioriteiten van de EU met betrekking tot jongeren zouden moeten zijn. Bij de afsluiting van het project op 31 januari 2018 overhandigde een groep jongeren de uitkomsten aan de Commissie (5).

2.   DOELSTELLINGEN

Doel van de acties in het kader van „Europese jongeren samen” is voort te bouwen op de ervaring die is opgedaan met het project „Een nieuw verhaal voor Europa” (6) en andere initiatieven op het gebied van jongerenbeleid en -programma’s die erop gericht zijn jongeren te stimuleren deel te nemen aan het Europese openbare leven, grensoverschrijdende uitwisselingen en mobiliteitsactiviteiten.

2.1.   Algemene doelstellingen

Projecten in het kader van „Europese jongeren samen” zijn bedoeld om netwerken op te zetten die regionale partnerschappen stimuleren en worden beheerd in nauwe samenwerking met jongeren uit heel Europa (de landen van het Erasmus+-programma). Binnen die netwerken zouden dan uitwisselingen worden georganiseerd, opleidingen (bijvoorbeeld voor jeugdleiders) worden bevorderd en jongeren zelf in staat worden gesteld om gezamenlijke projecten op te zetten.

In het kader van „Europese jongeren samen” zal ondersteuning worden verleend aan initiatieven van minimaal vijf jongerenorganisaties uit vijf verschillende in aanmerking komende landen van het Erasmus+-programma voor de uitwisseling van ideeën over de EU. Daarnaast zal worden ingezet op een grotere burgerbetrokkenheid en op bevordering van een gevoel van Europees burgerschap. Met dit initiatief wordt beoogd Europese jongeren uit alle delen van Europa, het oosten, westen, noorden en zuiden, samen te brengen.

De thematische prioriteiten zijn actief burgerschap, het opbouwen van netwerken, Europese waarden en Europees burgerschap, democratische participatie, democratische weerbaarheid en sociale insluiting met betrekking tot jongeren.

2.2.   Specifieke doelstellingen

Het initiatief dient specifiek ter ondersteuning van:

het bevorderen en ontwikkelen van meer gestructureerde samenwerking tussen verschillende jongerenorganisaties om partnerschappen op te bouwen of te versterken;

jongerenorganisaties die betrokken zijn bij initiatieven om jongeren te stimuleren deel te nemen aan het democratisch proces en de samenleving, door het opzetten van trainingen, door onder de aandacht te brengen wat Europeanen bindt en door een discussie te stimuleren over hoe zij zich verhouden tot de EU en tot de waarden en democratische grondslagen van de Unie. Daaronder valt ook het organiseren van evenementen in de aanloop naar de Europese Parlementsverkiezingen van 2019;

bevorderen van de deelname van ondervertegenwoordigde groepen jongeren in de politiek, jongerenorganisaties en andere maatschappelijke organisaties door kwetsbare en sociaaleconomisch achtergestelde jeugd te activeren.

Het initiatief is gericht op jongeren-ngo’s, overheidsorganen en informele groepen jongeren die projecten zouden voorstellen waarbij minimaal vijf partners betrokken zijn die jongeren kunnen mobiliseren ten behoeve van partnerschappen die verschillende landen en regio’s binnen de landen van het Erasmus+-programma bestrijken.

3.   SUBSIDIABILITEITSCRITERIA

Aanvragen die aan de volgende criteria voldoen, worden aan een grondige beoordeling onderworpen.

Uitsluitend aanvragen van rechtspersonen die zijn gevestigd in een van de volgende programmalanden komen in aanmerking (7).

3.1.   In aanmerking komende aanvragers

Deelnemende organisaties kunnen de volgende zijn:

organisaties zonder winstoogmerk, verenigingen en ngo’s, waaronder Europese jongeren-ngo’s;

maatschappelijke ondernemingen;

overheidsorganen op lokaal, regionaal of nationaal niveau;

verenigingen van regio’s;

Europese groeperingen voor territoriale samenwerking;

organen met winstoogmerk die actief zijn op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen,

indien deze in een van de landen van het Erasmus+-programma zijn gevestigd.

Een partnerschap binnen deze oproep moet bestaan uit minimaal vijf partners uit vijf verschillende landen die in aanmerking komen voor deelname aan het Erasmus+-programma. Aanvragende organisaties dienen aan te tonen dat zij in staat zijn een goede geografische balans te garanderen met betrekking tot partners uit verschillende delen van de landen van het Erasmus+-programma. Dit betekent een verdeling van de partners tussen de landen die in aanmerking komen waarbij de partners uit verschillende regio’s komen, het oosten, westen, noorden en zuiden.

3.2.   In aanmerking komende landen

EU-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden;

de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER): IJsland, Liechtenstein en Noorwegen;

de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie bestaat overeenkomstig de algemene beginselen en voorwaarden zoals bepaald in de kaderovereenkomsten die met deze landen zijn gesloten voor hun deelname aan EU-programma’s: de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije.

3.3.   In aanmerking komende activiteiten

EU-financiering in het kader van deze oproep vindt plaats in de vorm van een actiesubsidie ter dekking van een deel van de door de geselecteerde organen gemaakte kosten bij het uitvoeren van een reeks activiteiten. Deze activiteiten moeten rechtstreeks verband houden met de algemene en specifieke doelstellingen uit deze oproep en moeten uitgewerkt worden in een projectbeschrijving die de volledige periode beslaat waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

De volgende soorten activiteiten komen in aanmerking:

mobiliteitsactiviteiten, waaronder grootschalige jongerenuitwisselingen;

activiteiten die toegang tot en deelname aan de EU-beleidsagenda faciliteren voor jongeren;

uitwisseling van ervaring en goede praktijken; het vormen van netwerken en partnerschappen met andere jongerenorganisaties; deelname aan bijeenkomsten of seminars met andere belanghebbenden en/of beleidsmakers, ook met het oog op het vergroten van de invloed van beleid op doelgroepen, sectoren en/of systemen;

initiatieven en evenementen voor de ontwikkeling van netwerken van Europese ngo’s/maatschappelijke organisaties of EU-brede netwerken;

bewustmakings-, voorlichtings-, verspreidings- en promotieactiviteiten (seminars, workshops, campagnes, bijeenkomsten, publieke debatten, raadplegingen enz.) over beleidsprioriteiten van de EU op het gebied van jongeren.

Activiteiten moeten grensoverschrijdend zijn en kunnen uitgevoerd worden op Europees, nationaal, regionaal of lokaal niveau.

Aanvullende subsidiabiliteitscriteria voor mobiliteitsactiviteiten/jongerenuitwisselingen:

duur: 5 tot 21 dagen, exclusief reistijd;

locatie(s) van de activiteiten: de activiteiten moeten plaatsvinden in de landen van de aanvrager/partners;

in aanmerking komende deelnemers: jongeren van 13 tot 30 jaar die inwoner zijn van de landen van de ontvangende en/of uitzendende organisaties;

aantal deelnemers: minimaal 16 en maximaal 180 (exclusief groepsleider(s)). Minimaal vier deelnemers per groep (exclusief groepsleider(s)). Elke nationale groep moet minimaal één groepsleider hebben. Een groepsleider is een volwassene die meegaat met de jongeren die deelnemen aan een mobiliteitsactiviteit/jongerenuitwisseling om te zorgen voor een effectief leerproces en voor hun bescherming en veiligheid.

4.   RESULTATEN EN DUUR VAN PROJECTEN

De gesubsidieerde projecten dienen hun verwachte bijdrage aan de algemene EU-beleidsagenda op het gebied van jongeren aan te tonen door:

voort te bouwen op de resultaten van „Een nieuw verhaal voor Europa” (of andere, vergelijkbare discussieprojecten) en deze te verbinden aan beleidsontwikkeling op lokaal/regionaal/nationaal/Europees niveau;

de betrokkenheid van jongeren bij het democratisch bestel en hun contact met besluitvormers te verbeteren (emancipatie, nieuwe vaardigheden, betrokkenheid van jongeren bij het opzetten van projecten enz.);

bij te dragen aan het verbeteren van het vermogen van de jeugdsector om transnationaal te werken, en door transnationaal leren en samenwerking tussen jongeren en besluitvormers te stimuleren;

bestaande beste praktijken en de reikwijdte voorbij de gebruikelijke netwerken op te schalen;

hun resultaten op effectieve en aantrekkelijke wijze te verspreiden onder jongeren die betrokken zijn bij jongerenorganisaties, om zo de weg vrij te maken voor meer systematische partnerschappen, alsmede onder jongeren die niet betrokken zijn bij jongerenstructuren of die uit kansarme milieus afkomstig zijn;

De duur van het project moet tussen de 9 en 24 maanden liggen. De duur kan niet worden verlengd.

5.   TOEKENNINGSCRITERIA

In aanmerking komende aanvragen zullen worden beoordeeld op basis van uitsluitings-, selectie- en toekenningscriteria. De uitsluitings- en selectiecriteria zijn te vinden in de richtsnoeren voor aanvragers op: https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en.

De toekenningscriteria voor de financiering van een aanvraag zijn:

relevantie van het project (25 %);

kwaliteit van het ontwerp en de uitvoering van het project (25 %);

kwaliteit van het partnerschap en de samenwerkingsregelingen (25 %).

Hieronder valt ook de manier waarop jongeren betrokken worden bij alle fasen van de uitvoering van het project en de manier waarop rekening wordt gehouden met de oost-west- en noord-zuidas;

impact, verspreiding en duurzaamheid (25 %).

Alleen voorstellen die:

een minimumdrempel van 60 % van de totaalscore (d.w.z. de samengevoegde score voor de vier toekenningscriteria),

en

een minimumdrempel van 50 % voor elk criterium hebben behaald,

komen in aanmerking voor EU-financiering.

6.   BEGROTING

De totale begroting die beschikbaar is voor de medefinanciering van projecten in het kader van deze oproep, bedraagt 5 000 000 EUR.

De financiële bijdrage van de EU bedraagt minimaal 100 000 EUR en maximaal 500 000 EUR. De bijdrage is beperkt tot een medefinancieringspercentage van maximaal 80 % van de totale subsidiabele kosten van het project.

Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare middelen toe te kennen.

7.   INDIENINGSPROCEDURE EN UITERSTE INDIENINGSDATUM

De aanvraag moet online worden ingediend met gebruikmaking van het juiste elektronische formulier, dat volledig moet zijn ingevuld en alle relevante en van toepassing zijnde bijlagen en ondersteunende documenten moet bevatten.

Dit formulier is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op het volgende internetadres:

http://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en

en moet volledig worden ingevuld in een van de officiële talen van de EU.

Het volledig ingevulde elektronische formulier moet uiterlijk op 25 mei 2018, 12.00 uur ’s middags (Brusselse tijd), online worden ingediend, vergezeld van de relevante bijlagen (8):

Aanvullende verplichte administratieve bijlagen moeten uiterlijk op dezelfde datum per e-mail naar het Agentschap worden gestuurd.

Aanvragers worden verzocht alle informatie over de oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/16/2018 en de indieningsprocedure zorgvuldig te lezen en de documenten te gebruiken die deel uitmaken van het aanvraagpakket. Dit is te vinden op:

https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en

8.   ALLE INFORMATIE BETREFFENDE DE OPROEP

Alle informatie betreffende de oproep EACEA/16/2018, waaronder de richtsnoeren voor aanvragers, is beschikbaar op de volgende website:

https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en

E-mail:

EACEA-YOUTH@ec.europa.eu


(1)  Zie C(2018)774 van 15.2.2018 (WPI 3.18): https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/sites/erasmusplus2/files/c-2018-774-en.pdf

(2)  Zie „Europese jongeren”, Eurobarometer 455 (september 2017), gepubliceerd in januari 2018: http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/survey/getsurveydetail/instruments/flash/surveyky/2163

(3)  http://europa.eu/rapid/press-release_SPEECH-17-3165_nl.htm.

(4)  https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/sites/erasmusplus2/files/c-2018-774-en.pdf

(5)  https://europa.eu/youth/have-your-say/new-narrative-for-europe_nl

(6)  Zie https://europa.eu/youth/have-your-say/new-narrative-for-europe_nl

(7)  http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/sites/erasmusplus2/files/files/resources/erasmus-plus-programme-guide_en.pdf

(8)  Alle andere administratieve documenten die overeenkomstig de richtsnoeren voor aanvragers vereist zijn, moeten uiterlijk op 25 mei 2018, 12.00 uur ’s middags (Brusselse tijd), per e-mail bij het Uitvoerend Agentschap Onderwijs, Audiovisuele Media en Cultuur worden ingediend via het volgende e-mailadres: EACEA-YOUTH@ec.europa.eu


Top