EUR-Lex Baza aktów prawnych Unii Europejskiej

Powrót na stronę główną portalu EUR-Lex

Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex

Dokument 52015IP0319

Resolutie van het Europees Parlement van 10 september 2015 over de situatie in Belarus (2015/2834(RSP))

PB C 316 van 22.9.2017, str. 221—223 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 316/221


P8_TA(2015)0319

De situatie in Belarus

Resolutie van het Europees Parlement van 10 september 2015 over de situatie in Belarus (2015/2834(RSP))

(2017/C 316/25)

Het Europees Parlement,

gezien zijn eerdere resoluties en aanbevelingen over Belarus,

gezien de top van het Oostelijk partnerschap, die in mei 2015 te Riga plaatsvond, en de verklaring van die top,

gezien de mensenrechtendialoog van 28 juli 2015 tussen de Europese Unie en de Republiek Belarus,

gezien het feit dat de Belarussische autoriteiten op 22 augustus 2015 zes politieke gevangenen hebben vrijgelaten, en de daaropvolgende verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie, Federica Mogherini, en de EU-commissaris voor nabuurschapsbeleid en uitbreidingsonderhandelingen, Johannes Hahn, over de vrijlating van politieke gevangenen in Belarus op 22 augustus 2015,

gezien het feit dat er op 11 oktober 2015 presidentsverkiezingen zullen worden gehouden,

gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat, ondanks een merkbare intensivering van de contacten tussen Belarus en de EU en de Verenigde Staten, mensenrechtenschendingen in het land doorgaan, met intimidatie van mensenrechtenactivisten, politie-invallen bij mensenrechtenorganisaties en inbeslagname van hun apparatuur, en krachtdadige verwijderingen uit Belarus, zoals bevestigd is in het verslag van de speciale rapporteur van de VN over de mensenrechtensituatie in Belarus;

B.

overwegende dat de Delegatie van het Parlement voor de betrekkingen met Belarus op 18 en 19 juni 2015 voor het eerst sinds 2002 een officieel bezoek aan Minsk heeft gebracht; overwegende dat het Europees Parlement momenteel geen officiële betrekkingen met het Belarussische parlement onderhoudt;

C.

overwegende dat een aanzienlijke verbetering van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media, de eerbiediging van de politieke rechten van gewone burgers en oppositie-activisten en de volledige eerbiediging van de rechtsstaat en de grondrechten de randvoorwaarden zijn voor betere betrekkingen tussen de EU en Belarus; overwegende dat de Europese Unie zich onverminderd inzet voor de verdediging van de mensenrechten in Belarus, waaronder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media;

D.

overwegende dat er vooruitgang is geboekt in de samenwerking op enkele sectorale beleidsterreinen, zoals hoger onderwijs, beroepsopleiding, voedselveiligheid en cultuur, en dit een positief effect heeft met het oog op het starten van een constructief debat in de Belarussische samenleving over de noodzakelijke hervormingen in het land en het informeren van de bevolking over de EU; overwegende dat de EU er echter op moet toezien dat haar middelen niet worden gebruikt om maatschappelijke organisaties, mensenrechtenactivisten, freelance journalisten en oppositieleiders te onderdrukken;

E.

overwegende dat er sinds 1994 in Belarus geen vrije en eerlijke verkiezingen zijn gehouden overeenkomstig een kieswet die aan de internationale normen voldoet, en dat de huidige wet de zittende president enorm bevoordeelt; overwegende dat de OVSE/ODIHR zijn langetermijnverkiezingswaarnemingsmissie in heel Belarus heeft ingezet en de werkzaamheden van kortetermijnwaarnemers zal coördineren;

F.

overwegende dat president Loekasjenko op 2 april 2015 Decreet nr. 3 heeft ondertekend over de preventie van sociale afhankelijkheid, waarin wordt bepaald dat werklozen verplichte arbeid moeten verrichten, onder bedreiging van een bijzondere betaling aan de staatsbegroting of van administratieve aansprakelijkheid in de vorm van een boete of administratieve aanhouding;

G.

overwegende dat op 1 januari 2015 een wet werd ingevoerd die alle soorten media reguleert; overwegende dat de regering met deze wet elk massamediakanaal, ook onlinemedia, dat volgens haar „ongepaste” inhoud publiceert, kan sluiten;

H.

overwegende dat de Belarussische autoriteiten eindelijk alle zes politieke gevangenen, waaronder voormalige presidentskandidaten, hebben vrijgelaten van wie zij het bestaan jarenlang hebben ontkend;

I.

overwegende dat op 13 juli en 31 juli 2015 de Raad de beperkende maatregelen tegen Belarus heeft herzien en de lijst van visaverboden en van bevroren tegoeden heeft gewijzigd door enkele functionarissen en bedrijven daarvan af te voeren; overwegende dat 175 personen, waaronder Aleksandr Loekasjenko, momenteel een visumverbod hebben en van al deze personen en 18 economische entiteiten de tegoeden binnen de EU bevroren zijn; overwegende dat een evaluatie van de beperkende EU-maatregelen naar verwachting in de komende maanden zal plaatsvinden, waarbij rekening gehouden zal worden met de laatste ontwikkelingen en alle andere factoren naar aanleiding waarvan de beperkende maatregelen getroffen zijn;

J.

overwegende dat in Brussel op 28 juli 2015 de EU-Belarus-mensenrechtendialoog heeft plaatsgevonden, waarbij een reeks kwesties aan bod kwam, waaronder de oprichting van een nationale mensenrechteninstantie, de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging, de doodstraf en de bestrijding van foltering en mishandeling, en kinderrechten;

K.

overwegende dat Belarus een constructieve rol heeft gespeeld bij de totstandbrenging van de wapenstilstand in Oekraïne;

L.

overwegende dat het conflict in Oekraïne in de Belarussische maatschappij de vrees heeft aangewakkerd voor destabilisering van de interne situatie in geval van een machtswisseling;

M.

overwegende dat Belarus als enige land in Europa de doodstraf uitvoert;

1.

is nog steeds ernstig bezorgd over de situatie van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Belarus, alsook over de tekortkomingen die onafhankelijke internationale waarnemers bij eerdere verkiezingen hebben gesignaleerd en over de actieve vervolging van de oppositieleiders na de verkiezingen;

2.

is verheugd over de recente vrijlating van de overgebleven politieke gevangen; verzoekt de Belarussische regering de vrijgelaten politieke gevangenen te rehabiliteren en hun politieke en burgerrechten volledig terug te geven; benadrukt dat dit een mogelijke eerste stap kan zijn in het verbeteren van de relaties tussen de Europese Unie en Belarus; wijst er echter op dat soortgelijke stappen in het verleden slechts loze gebaren waren en niet geleid hebben tot verbetering van de situatie in de Belarussische maatschappij of van de betrekkingen met de EU;

3.

verzoekt Belarus bij de komende presidentsverkiezingen internationaal erkende normen na te leven, de oppositie onbelemmerde toegang te geven tot alle door de regering gecontroleerde communicatiemiddelen en haar in staat te stellen op voet van gelijkheid aan de verkiezingen deel te nemen, met name door onafhankelijke kiescommissies in te stellen en daarin adequate vertegenwoordiging op alle niveaus en transparante telling van de stemmen mogelijk te maken;

4.

verwacht van de autoriteiten dat zij een einde maken aan het intimideren van onafhankelijke media om politieke redenen; dringt aan op beëindiging van de administratieve vervolging en het willekeurig gebruiken van artikel 22, lid 9, tweede deel, van het wetboek bestuursrecht tegen freelance journalisten omdat zij zonder accreditatie voor buitenlandse media werken, hetgeen het recht van vrije meningsuiting en de verspreiding van informatie beperkt;

5.

uit zijn bezorgdheid over de recente aanhouding en lopende strafvervolging van jeugdactivisten Maksim Pjakarskij, Vadim Zjaromskij en Vjatsjeslav Kasinerov op verdenking van „kwaadaardig vandalisme”, beschouwt dit als disproportioneel en veroordeelt met klem het geweld dat zij hebben ondergaan;

6.

brengt in herinnering dat sinds 2010 in Belarus tien mensen terechtgesteld zijn, met drie executies alleen al in 2014, terwijl op 18 maart 2015 opnieuw een doodvonnis werd uitgesproken; dringt er in dit verband bij Belarus op aan zich, als enige land in Europa dat nog steeds de doodstraf toepast, achter een wereldwijd moratorium op de toepassing van de doodstraf te scharen als een eerste stap naar definitieve afschaffing ervan;

7.

verzoekt de regering van Belarus de aanbevelingen na te leven van het VN-comité voor economische, sociale en culturele rechten met betrekking tot de afschaffing van elementen van gedwongen arbeid in het land;

8.

vestigt de aandacht op de situatie van nationale minderheden in het land en hun culturele organisaties, waarvan de leiders soms vervangen zijn door personen die de voorkeur van de overheid genieten, hetgeen in strijd is met een van de elementaire menselijke vrijheden, te weten de vrijheid van vereniging;

9.

herhaalt zijn verzoek aan de Belarussische autoriteiten om onder alle omstandigheden te zorgen voor de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, overeenkomstig de Universele Verklaring van de rechten van de mens en de internationale en regionale mensenrechteninstrumenten die Belarus heeft geratificeerd;

10.

neemt kennis van de op 3 september 2015 in Brussel gehouden zesde ronde van consultaties tussen de EU en Belarus over moderniseringskwesties, waar de delegaties de vooruitzichten bespraken voor samenwerking op belangrijke gebieden, op basis van de in 2014 en 2015 tot stand gekomen overeenkomsten; dringt er bij de EDEO en de Raad op aan ervoor te zorgen dat de deelname van de autoriteiten aan de moderniseringsdialoog, naast en op gelijke voet met de democratische oppositie en het maatschappelijk middenveld, plaatsvindt met volledige inachtneming van de democratische beginselen, met het oog op de ontwikkeling van een duurzame concurrerende economie en de bevordering van democratische hervormingen, alsook een pluralistische samenleving en de rechtsstaat;

11.

steunt de Commissie in haar beleid van kritische betrokkenheid ten opzichte van Belarus en spreekt zijn bereidheid uit om daaraan ook via de Delegatie van het Parlement voor de betrekkingen met Belarus bij te dragen; herinnert er echter aan dat de EU waakzaam moet blijven wat betreft de toewijzing van haar middelen en erop moet toezien dat die niet bijdragen tot verslechtering van de situatie van de oppositie en het maatschappelijk middenveld;

12.

verzoekt de Commissie andermaal om de inspanningen van het Belarussische maatschappelijk middenveld, de onafhankelijke media en de niet-gouvernementele organisaties om de democratische wensen van het Belarussische volk kracht bij te zetten, met financiële en politieke middelen te ondersteunen;

13.

is ingenomen met de vooruitgang in de sectorale samenwerking met Belarus, onder meer op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding, de digitale markt, de energiesector, voedselveiligheid en cultuur;

14.

wijst op de start, in januari 2014, van de onderhandelingen over een soepelere visumregeling om de interpersoonlijke contacten te verbeteren en het maatschappelijk middenveld te bevorderen; benadrukt de noodzaak om in dit opzicht meer vooruitgang te boeken;

15.

onderkent de toename van het gebruik van de Belarussische taal in het openbare leven; neemt kennis van de plannen van het ministerie van Onderwijs om het gebruik van de Belarussische taal in het onderwijs evenals de publicatie van wetgevingshandelingen door het grondwettelijk hof in zowel het Russisch als het Belarussisch te bevorderen;

16.

verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie op zoek te gaan naar nieuwe manieren om organisaties van het maatschappelijk middenveld in Belarus te steunen; benadrukt, in dit verband, de noodzaak om alle onafhankelijke nieuwsbronnen voor de Belarussische maatschappij te steunen, met inbegrip van media die vanuit het buitenland in de Belarussische taal uitzenden;

17.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), de Europese Dienst voor extern optreden, de Raad, de Commissie en de lidstaten.


Góra