This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52017XR1049
Resolution of the European Committee of the Regions on the implications for local and regional government of the United Kingdom’s intention to withdraw from the European Union
Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de gevolgen voor lokale en regionale overheden van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de Europese Unie
Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de gevolgen voor lokale en regionale overheden van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de Europese Unie
PB C 272 van 17.8.2017, p. 11–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
17.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 272/11 |
Resolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de gevolgen voor lokale en regionale overheden van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de Europese Unie
(2017/C 272/03)
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S (CvdR),
— |
gezien de uitslag van het referendum dat op 23 juni 2016 in het Verenigd Koninkrijk werd gehouden, |
1. |
herinnert eraan dat de Europese Unie (EU) er als meest succesvolle politieke project in de geschiedenis in geslaagd is haar burgers vrede, democratie en welvaart te bieden, dat zij voor haar lidstaten het beste instrument blijft om nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden en dat wij versterking van haar eenheid en behartiging van haar belangen voorop moeten stellen; |
2. |
herinnert eraan dat de terugtredingsovereenkomst met het VK volledig verenigbaar moet zijn met de EU-Verdragen en met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en roept de overige lidstaten en de EU-instellingen op om te overwegen de terugtrekking van het VK uit de EU aan te grijpen als een kans om een eerlijkere, betere en inclusievere EU op te bouwen op basis van bevordering van multilevel governance tussen het Europese, het nationale, het regionale en het lokale niveau; |
3. |
wijst erop dat de EU met de regering, de decentrale overheden en lokale bestuursorganen van het VK zal moeten samenwerken teneinde tot wederzijds voordeel strekkende samenwerkingsvormen in kaart te brengen, rekening houdend met bestaande succesverhalen; |
4. |
benadrukt dat lokale en regionale overheden een positieve bijdrage kunnen leveren aan de totstandbrenging van een productieve en duurzame toekomstige samenwerking tussen het VK en de EU; |
5. |
is als de EU-assemblee van lokale en regionale afgevaardigden voornemens om een begeleidende rol in het onderhandelingsproces te spelen en om bij al zijn politieke activiteiten aandacht aan de verwachte consequenties van de Britse terugtrekking te schenken. In dit verband zal het zijn dialoog met de lokale en regionale overheden die het meest bij dit proces betrokken zijn, intensiveren teneinde de onderhandelaar van de EU een volledig beeld van de ontwikkelingen op lokaal en regionaal niveau te verschaffen; |
6. |
dringt erop aan dat zo spoedig mogelijk tot een overeenkomst over de beginselen van een ordelijke terugtrekking wordt gekomen, aangezien een dergelijke overeenkomst burgers, lokale en regionale overheden en bedrijven de zekerheid zou bieden die zij verdienen en daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor de toekomstige relatie tussen de EU en het VK zou zijn. Het wijst er evenwel op dat artikel 50 VEU een lidstaat er niet van weerhoudt de kennisgeving van zijn voornemen om de EU te verlaten in te trekken, mits zijn bedoelingen oprecht zijn en er geen sprake is van een procedurele constructie om een nieuwe tweejarige periode te starten, noch van een onderhandelingstactiek om concessies af te dwingen; |
7. |
merkt op dat de formele kennisgeving waarmee de Artikel 50-procedure en de tweejarige periode van start zullen gaan, op 29 maart 2017 gedaan zal worden. Het onderstreept in dit verband dat het resultaat van de complexe onderhandelingen over zowel de terugtrekking uit de EU als de regelingen voor de toekomstige betrekkingen tussen het VK en de EU vóór de inwerkingtreding ervan aan passende vormen van democratische goedkeuring moet worden onderworpen; |
8. |
is van mening dat de toekomstige relatie tussen de EU en het VK gebaseerd moet zijn op evenwicht tussen rechten en verplichtingen, een gelijk speelveld en doeltreffende handhavingsmechanismen, en niet de weg mag banen voor ontmanteling van de eengemaakte markt en de vier vrijheden; |
9. |
benadrukt dat een overeenkomst tussen een niet-EU-lidstaat en de EU nooit beter mag zijn dan het EU-lidmaatschap; |
10. |
roept de partijen die over het terugtrekkingsakkoord gaan onderhandelen op om voorrang te geven aan concrete maatregelen ter bescherming van de verworven rechten van EU-burgers die in het VK wonen en van burgers van het VK die in andere EU-lidstaten wonen en werken, op basis van wederkerigheid en niet-discriminatie; |
11. |
onderstreept dat er ten aanzien van de toekomstige relatie tussen het VK en de EU een aanvaardbare oplossing gevonden dient te worden om te voorkomen dat de sociale, economische, culturele en politieke banden door grensregelingen worden aangetast; |
12. |
benadrukt dat alle decentrale overheden en lokale bestuursorganen van het VK ook na 2020 aan de programma's voor territoriale samenwerking moeten kunnen deelnemen. Het wijst erop dat de Europese Groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) in dit opzicht een nuttig instrument kan zijn; |
13. |
is van mening dat de samenwerking tussen lokale en regionale overheden in gebieden die aan de Ierse Zee, het Kanaal en de Noordzee zijn gelegen bijzondere aandacht verdient; |
14. |
wenst een praktische oplossing die de unieke context van de landsgrens tussen Ierland en Noord-Ierland erkent. Het beklemtoont dat de EU al meer dan 25 jaar een belangrijke rol speelt op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking, niet in de laatste plaats tussen lokale overheden in Ierland en Noord-Ierland, in het bijzonder via de programma's Interreg en Peace. Het roept de Noord-Ierse Assemblee alsook lokale overheden aan weerszijden van de grens op zich te blijven inzetten voor vrede en welvaart; |
15. |
wenst dat de regio Andalusië en met name de werknemers uit het district Campo de Gibraltar, gezien de zeer sterke onderlinge sociale en economische afhankelijkheid in dit gebied, geen nadelige gevolgen van de terugtreding van het VK uit de EU ondervinden; |
16. |
verwacht dat alle juridische verbintenissen die het VK als lidstaat is aangegaan, deel zullen uitmaken van de financiële afwikkeling die op basis van de officiële rekeningen van de EU zal worden berekend en in het terugtrekkingsakkoord zal worden opgenomen; Het dringt er tegen deze achtergrond op aan dat de budgettaire gevolgen van de terugtrekking van het VK voor de regio's en lokale overheden van de overige lidstaten op elk EU-beleidsterrein beoordeeld worden; |
17. |
wijst erop dat de uittreding van het VK in het volgende MFK een impact zal hebben op de EU-begroting en stelt daarom voor dat deze budgettaire verandering wordt aangegrepen als een kans om over te gaan tot een diepgaande hervorming van de EU-begroting, rekening houdend met de behoeften van de lokale en regionale overheden; |
18. |
benadrukt dat de consequenties van het verlaten van de EU door het VK voor het cohesiebeleid zullen afhangen van de datum waarop de terugtreding van het VK van kracht zal worden en van de vorm waarin de toekomstige relatie met het VK gegoten zal worden, met name wat potentiële verschuivingen in categorieën regio's betreft. Vermeden moet worden dat de daling van het gemiddelde bbp per inwoner in de EU sommige regio's zou kunnen schaden louter doordat hun bbp per inwoner op papier stijgt ten opzichte van het EU-gemiddelde; |
19. |
beklemtoont dat de EU-27 het opstellen van de Great Repeal Bill nauwlettend moet volgen, aangezien de losvlechting van EU-wetgeving in het VK zowel een kwestie van multilevel governance als van het behoud van eerlijke regels inzake standaarden en mededinging is; |
20. |
wijst erop dat het Europese maritieme en visserijbeleid zal behoren tot de EU-beleidsterreinen die de grootste gevolgen zullen ondervinden van de terugtreding van het VK, en dat speciale aandacht moet uitgaan naar mogelijke regelingen om de consequenties voor alle betrokken regio's en lokale overheden te verzachten. Het wenst dat bij alle maatregelen rekening wordt gehouden met de historische visrechten van naburige havens, regio's en landen, en de lokale visserij, die de kern van kustgemeenschappen vormt, zekerheid wordt verschaft; |
21. |
is bezorgd dat een vermindering van de beschikbare middelen voor het GLB een nadelig effect heeft op boeren en landelijke gebieden in de hele EU, dat zich mogelijk uitstrekt tot de bescherming van de biodiversiteit. Het wijst erop dat de terugtreding van het VK significante gevolgen voor de landbouw en voedselproductie en daarmee voor lokale gemeenschappen, met name op het Ierse eiland, zou kunnen hebben, en wenst dat deze kwesties tijdens de onderhandelingen de juiste aandacht krijgen; |
22. |
verzoekt de partijen bij het terugtredingsakkoord tijdelijke regelingen te overwegen opdat ontwrichting van reeds langlopende O&O-projecten en bijgevolg van lokale economieën zoveel mogelijk wordt voorkomen; |
23. |
merkt op dat verduidelijkt moet worden of lopende Britse energieprojecten, met name die projecten die door lokale en regionale overheden zijn opgezet of op hen zijn gericht en die betrekking hebben op vermindering van de CO2-uitstoot en de levering van duurzame energie, in aanmerking blijven komen voor financiering door de CEF, het EFSI en de EIB, en welk soort overgangsregelingen noodzakelijk zouden zijn als gevolg van het feit dat het VK de EU verlaat; |
24. |
roept de partijen bij het terugtredingsakkoord op om het potentiële effect van de Britse uittreding op de EU-programma's voor jongeren, onderwijs en O&O in acht te nemen en verzoekt hen passende oplossingen te overwegen via de zgn. „partnerlanden”-aanpak, die niet-EU-landen toegang biedt op basis van bilaterale overeenkomsten met de EU. Het roept de partijen in dit verband op om de deelname van de Britse lokale en decentrale overheden aan de toekomstige EU-programma's (o.a. op het gebied van onderzoek, concurrentievermogen en innovatie, cultuur, een leven lang leren, jeugd, e-overheid en hervorming van de publieke sector) op soortgelijke wijze te faciliteren als dat momenteel voor landen als Noorwegen en IJsland gebeurt. Het herinnert eraan dat de uitwisseling van studenten (met en zonder Erasmus) een van de grote succesverhalen van de Europese integratie is en dat zowel Britse als andere universiteiten in de EU hiervan in opzienbarende mate hebben weten te profiteren. Bij een toekomstig akkoord zou dan ook altijd getracht moeten worden de actieve rol die Britse universiteiten in dit opzicht vervullen en die ook lokale en regionale economieën enorme voordelen oplevert, in stand te houden; |
25. |
wijst erop dat het in het belang van de lokale en regionale overheden van de EU is om een blijvende en gestructureerde samenwerking met de subnationale overheden van het Verenigd Koninkrijk na de Britse terugtreding na te streven. Het merkt in dit opzicht op dat het CvdR in de beste positie verkeert om institutionele mechanismen ter bevordering van regelmatig overleg en interactie met lokale bestuursorganen en decentrale parlementen en assemblees in het VK uit te denken en te implementeren. Het wijst tevens op de noodzaak om partnerschappen met het Congres van de Raad van Europa en relevante netwerken van lokale en regionale overheden, waarbinnen de Britse lokale overheden vertegenwoordigd zouden blijven, verder te ontwikkelen; |
26. |
herinnert er ondanks het feit dat het CvdR geen formele rol in de onderhandelingen vervult aan dat het duidelijk is dat een aantal van zijn leden — afhankelijk van hun nationale rechtskader — in ieder geval ten aanzien van de regelingen inzake de toekomstige relatie tussen het VK en de EU, met inbegrip van handel, formele standpunten zullen kunnen innemen; |
27. |
draagt zijn voorzitter op om deze resolutie toe te sturen aan de hoofdonderhandelaar van de Commissie, de Brexit-coördinatoren van het Europees Parlement en de Europese Raad, de regering van het Verenigd Koninkrijk, de assemblees en regeringen van de decentrale overheden en lokale bestuursorganen in het VK en het Maltese Raadsvoorzitterschap van de EU. |
Brussel, 24 maart 2017.
De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's
Markku MARKKULA