EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016AR5110

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen

PB C 207 van 30.6.2017, p. 95–99 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 207/95


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen

(2017/C 207/16)

Rapporteur:

Apostolos TZITZIKOSTAS (EL/EVP), voorzitter van de regioraad van Centraal-Macedonië

Referentiedocument:

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad — Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen,

JOIN(2016) 29 final

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,

Algemene opmerkingen

1.

is ingenomen met de gezamenlijke mededeling „Naar een Europese strategie voor culturele betrekkingen” (1) en de daarin vervatte doelstellingen, die het beschouwt als een waardevolle basis om te bouwen aan een alomvattende en geïntegreerde strategische aanpak voor internationale culturele betrekkingen, om de samenwerking met de partnerlanden te bevorderen en de rol van de Europese Unie als een sterke mondiale speler uit te breiden.

2.

Het zou een aanzienlijk verschil maken als het voorstel de definitieve strategie zou bevatten en niet alleen de stappen op weg daarnaartoe, aangezien deze kwestie van cruciaal belang is. Daarom wordt er bij de lidstaten op aangedrongen vaart te zetten achter de goedkeuring van de strategie.

3.

Cultuur moet centraal staan in de internationale betrekkingen van de Europese Unie, ook omdat in het huidige gemondialiseerde klimaat de internationale diplomatie verrijkt is met nieuwe bevoegdheden en alternatieve vormen en benaderingen naar voren zijn gekomen, waaronder culturele diplomatie, die in de gezamenlijke mededeling beknopt vermeld wordt.

4.

Het is een goede zaak dat wordt beklemtoond dat landen de plicht hebben om het recht op vrije meningsuiting, inclusief kunstzinnige en culturele uitdrukkingsvormen, te respecteren, te beschermen en te bevorderen. Het cultuurbeleid dient ervoor te zorgen dat cultuur als vrije, ongebonden en uitdagende kracht in de samenleving kan fungeren. Dat moet het uitgangspunt zijn bij het bevorderen van wederzijds respect en interculturele dialoog.

5.

De Commissie wordt derhalve verzocht prioriteit te verlenen aan de verdere ontwikkeling van culturele diplomatie met het oog op de opname ervan in het buitenlands beleid van de EU.

6.

Verheugend is het feit dat in de gehele gezamenlijke mededeling cultuur en cultureel erfgoed erkend worden als instrument voor regionale en lokale ontwikkeling. Een alomvattend kader en een consistente aanpak ter stimulering van culturele activiteiten creëren enerzijds een sterke Europese meerwaarde en kunnen anderzijds bijdragen tot het ontwerp en de ontwikkeling van programma’s op het niveau van regio’s en steden van de lidstaten met partners uit derde landen, tot wederzijds voordeel van alle betrokkenen.

7.

Culturele diversiteit is onlosmakelijk verbonden met de waarden van de Europese Unie. Voorts heeft de EU onomwonden toegezegd zich sterk in te zetten voor een internationale orde die berust op vrede, de rechtsstaat, de vrijheid van meningsuiting, wederzijds begrip en eerbiediging van de grondrechten. Daarnaast moet de EU, als belangrijke partner van de Verenigde Naties (VN), nauw blijven samenwerken met de Unesco (2) voor de bescherming van het mondiale culturele erfgoed. Tevens, als partij bij het Unesco-Verdrag van 2005 (3), moet de EU haar toezeggingen nakomen voor de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen in het kader van de internationale culturele betrekkingen.

8.

Verheugend is de erkenning van de rol van cultuur in het geografische kader van de EU voor samenwerking, namelijk in: a) het uitbreidingsbeleid, b) het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), c) de ontwikkelingssamenwerking en d) de Partnerschapsovereenkomst van Cotonou, die in juni 2000 ondertekend is (4).

9.

De culturele diplomatie van de EU concentreert zich op het promoten van de EU en haar lidstaten, onder meer via educatieve en culturele uitwisselingen. Zij is echter ook gericht op de publieke opinie in en burgers van derde landen, waarbij het er duidelijk om gaat een positief beeld van de EU en haar lidstaten uit te dragen. De belangrijke rol van culturele diplomatie strekt zich uit tot de dialoog tussen landen, bevordering van vrede en culturele verscheidenheid, en economische uitwisseling.

10.

Het feit dat opkomende en Oosterse landen de afgelopen jaren culturele diplomatie zijn gaan bedrijven, wijst erop dat zij van grote betekenis is. Het is belangrijk dat de EU haar culturele diplomatie uitbouwt zodat zij in staat is op alle niveaus, waaronder het culturele, de wereldwijde concurrentie met de nieuwe opkomende machten aan te gaan.

11.

Er zij op gewezen dat „toezien op de naleving van de beginselen van complementariteit en subsidiariteit” één van de leidende beginselen is voor het optreden van de EU op het gebied van internationale culturele betrekkingen (5). Op cultureel gebied is de Unie bevoegd om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen (6). De recente conclusies van de Raad over cultuur in de externe betrekkingen van de EU benadrukten de noodzaak tot betere coördinatie van de inspanningen ten behoeve van een strategische Europese benadering (7).

12.

De samenwerking op lokaal, regionaal en nationaal niveau moet sterker uitgebreid worden ter wille van de uit te werken en te ontwikkelen strategieën ter ondersteuning van hun internationale culturele betrekkingen en activiteiten. Het doel moet zijn om via harmonisatie van strategieën te komen tot een duidelijker, pluralistische, Europese culturele identiteit, die zowel op internationaal niveau als binnen de EU wordt erkend door de burgers in alle lidstaten.

13.

Het is van belang dat het maatschappelijk middenveld, niet-gouvernementele organisaties, genootschappen, bonden, bedrijven, kunstenaars, verenigingen en organisaties nog actiever en gecoördineerder deelnemen aan de ontwikkeling van acties in het kader van de strategie van de EU voor internationale culturele betrekkingen.

Prioriteiten

14.

De EU-strategie voor internationaal beleid zal weinig impact hebben als harmonisatie van acties niet rechtstreeks slaagt, als er geen concrete voordelen zijn of als deze voordelen zich pas in de verre toekomst aandienen.

15.

Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) benadrukt de intrinsieke waarde van de artistieke en culturele productie en verklaart dat cultuur niet alleen als middel voor een bepaald doel moet worden opgevat. Daarom moet de uitwisseling van cultureel scheppenden centraal staan. De bevordering van mobiliteit van kunstenaars en culturele inhoud is in verband met het cultuurbeleid een belangrijke taak op EU-niveau, omdat deze voor een Europese meerwaarde zorgt.

16.

Het CvdR meent dat de voorgestelde strategie van de EU in nauw overleg met de lidstaten verder gespecificeerd moet worden en het volgende moet omvatten: a) concrete methoden voor de toepassing van het beleid op basis van een gemeenschappelijk kader voor de coördinatie met alle betrokken partijen, en b) concrete doelstellingen en een duidelijke termijn voor de verwezenlijking van de specifieke beleidsonderdelen ervan. Tevens is het wenselijk dat de doeltreffendheid en doelmatigheid van de toegepaste strategieën kan worden gemeten.

17.

Herinnerd zij aan eerdere CvdR-standpunten over de culturele en creatieve sectoren ten aanzien van groei en werkgelegenheid (8), waarin gepleit wordt voor, enerzijds, betere integratie van cultuur en creativiteit in de Europa 2020-strategie en anderzijds voor erkenning van het belang van de raakvlakken met andere beleidsgebieden (bijv. industrie, toerisme, milieu, onderwijs en financiering).

18.

Volgens het Comité moet het voor de lidstaten en de partnerlanden van de EU een prioriteit zijn om culturele acties daadwerkelijk inclusief en voor iedereen toegankelijk te maken, ongeacht iemands leeftijd, geslacht, handicap, nationaliteit, ras, etnische herkomst, religie of sociaaleconomische achtergrond. Stimulering van meer betrokkenheid bij en participatie van jongeren aan de uitwerking en uitvoering van inclusieve culturele acties is cruciaal voor sociale integratie.

19.

De culturele sector (films, kunst, literatuur enz.) behoort tot de sectoren met de grootste invloed op culturele diplomatie en bereikt dankzij zijn verspreidingsvorm een zeer breed publiek. Culturele diplomatie moet de verbreiding van de culturele sector in het buitenland krachtig ondersteunen teneinde het beeld van Europa in de wereld te versterken.

20.

Een bijzonder onderdeel van de strategie voor internationale culturele betrekkingen is de coördinatie van de acties van de EU en van haar partnerlanden op het gebied van vluchtelingen en migratie. De recente crisis en de toegenomen vluchtelingenstromen naar de Europese Unie leiden tot nieuwe problemen die op passende wijze moeten worden aangepakt. De uitwerking van culturele acties kan een cruciale rol spelen voor: a) het wegnemen van bezorgdheid, onrust en wantrouwen, b) een beter begrip van culturele specificiteiten en achtergronden, c) de versterking van het sociale integratieproces van vluchtelingen, d) de consolidatie en versterking van het gevestigde model in de Europese Unie van de vrije, democratische en tolerante samenleving, e) intensiever wederzijds respect tussen de gemeenschappen van vluchtelingen en hun gastgemeenschappen, en f) het besef binnen de Europese samenleving dat onze voorouders die om economische, politieke of godsdienstige redenen of vanwege oorlogen moesten emigreren, in het verleden elders zijn opgevangen.

21.

Het CvdR vestigt met name de aandacht op de recente toename van extremistische standpunten en xenofoob populisme dat ook tot uiting kan komen in verschillende vormen van euroscepticisme. Daarom is er dringend behoefte aan versterking van de culturele activiteiten die gericht zijn op een betere kennis van de kunstzinnige en culturele uitdrukkingsvormen en van het cultureel erfgoed dat in Europa aanwezig is. Belangrijke instrumenten zijn de mobiliteitsprogramma’s zoals Erasmus+, programma’s voor samenwerking tussen universiteiten, alsook Horizon 2020, het grootste veelzijdige onderzoeks- en innovatieprogramma ter wereld, die communicatiekanalen en de mogelijkheid bieden tot uitwisseling van ideeën, ongeacht de culturele, etnische of religieuze achtergrond.

De economische impact vergroten

22.

Verheugend is de nadruk die wordt gelegd op de versterking van de culturele en creatieve sector, die een belangrijk forum is dat hoogwaardige werkgelegenheid biedt en slimme, duurzame en inclusieve groei bevordert.

23.

Gewezen zij op eerdere CvdR-standpunten over de culturele en creatieve sector in verband met groei en banen (9), volgens welke, ter wille van maximale economische voordelen, de productie en consumptie van culturele goederen moeten worden vergemakkelijkt en de creativiteit moet worden aangemoedigd. Het is belangrijk dat reeds vanaf jonge leeftijd creatieve vaardigheden worden aangeleerd, zowel in het onderwijs als in de vrije tijd, zodat jongeren ten volle kunnen profiteren van de nieuwe toegangskanalen tot cultuur.

24.

Het CvdR herinnert eraan dat sommige regio’s, zoals eilanden en ultraperifere gebieden, vanwege hun geografische situatie niet in staat zijn om hun culturele en creatieve sectoren onder dezelfde voorwaarden als de andere Europese regio’s te ontwikkelen. Grensregio’s, zoals ultraperifere gebieden, vervullen een belangrijke rol binnen de EU: zij bieden de EU een unieke meerwaarde dankzij de historische, culturele en taalbanden die in de loop der eeuwen met de overige continenten zijn opgebouwd. Het is dan ook noodzakelijk om culturele communicatie en uitwisseling tussen deze regio’s en de rest van de EU te stimuleren met maatregelen die het verkeer van kunstenaars en hun werken tussen deze regio’s en de rest van de EU alsook haar buurlanden vergemakkelijken. Aldus zullen deze regio’s in staat worden gesteld onder gelijke voorwaarden te profiteren van de concurrentievoordelen die de culturele en creatieve sectoren kunnen bieden, vooral op het vlak van economische groei en werkgelegenheid, zoals het CvdR reeds in zijn advies 2391/2012 heeft aangegeven.

25.

Het CvdR vestigt de aandacht op de gevolgen van de beleidsopties, in het bijzonder met betrekking tot de opstelling van de begroting en de toewijzing van de middelen voor onder andere cultureel erfgoed en cultureel beleid, ook op de lange termijn.

26.

Het is van fundamenteel belang dat er speciaal voor getalenteerde jongeren een instrument wordt ontwikkeld om hun mobiliteit te bevorderen en hun mogelijkheden qua opleiding in en uitwisseling met andere landen, niet alleen binnen maar ook buiten de EU, te verbeteren. Daarbij zou gedacht kunnen worden aan een soort Erasmus voor jonge scheppende kunstenaars, waarbij extra aandacht uitgaat naar jongeren uit de meest afgelegen gebieden — zoals ultraperifere gebieden. Vanwege de specifieke kenmerken van de gebieden waar zij wonen hebben zij immers vaak moeilijker toegang tot mobiliteitsprogramma’s dan jongeren op het vasteland.

27.

Opgemerkt zij dat in tijden van economische en financiële problemen in veel lidstaten investeringen op het gebied van cultuur onder druk staan en fors beperkt zijn.

28.

Uitgaven voor cultuur zijn geen luxe maar investeringen. Strategische steun is geboden voor de mogelijke ontplooiing van een sector die meer dan drie miljoen mensen werk biedt en waarin in Europa één miljoen ondernemingen actief zijn.

De rol van lokale en regionale overheden

29.

In de meeste lidstaten zijn de lokale en regionale overheden verantwoordelijk voor de in de gezamenlijke mededeling vermelde sectoren, met name cultuur en cultureel erfgoed, onderzoek, onderwijs, toerisme, ontwikkelingssamenwerking en werkgelegenheid.

30.

Het is wenselijk dat regionale en nationale internationaliseringsplannen van een culturele dimensie worden voorzien en dat wordt ingezet op internationalisering van de culturele sector zelf.

31.

Het is belangrijk de traditionele aanblik van het landschap en agglomeraties te behouden, evenals de prominente rol die dit thema speelt voor het behoud van cultureel erfgoed. Om de agglomeraties aantrekkelijk te maken dienen er programma’s te worden ondersteund die de bouwkundige tradities eerbiedigen, zowel uit het oogpunt van planning als van materiaalgebruik, waarbij rekening gehouden wordt met de huidige eisen in verband met ruimte.

32.

De toekomstige strategie kan een fundamentele bijdrage leveren aan duurzaam toerisme in de buurlanden van de EU en de erkenning bevorderen van de aanzienlijke voordelen die het cultureel erfgoed op lokaal en regionaal niveau kan opleveren.

33.

Conform het subsidiariteitsbeginsel wordt de Commissie verzocht het Comité van de Regio’s te betrekken bij de planningsfase en de regionale en lokale overheden bij de ontwikkeling en uitvoering van de actielijnen en maatregelen die in de gezamenlijke mededeling zijn vermeld.

34.

Vereenvoudiging en versnelling van procedures voor de financiering van culturele activiteiten zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat de lokale en regionale overheden betere toegang hebben tot het bestaande samenwerkingskader en tot de financieringsinstrumenten van de thematische programma’s van de EU ter bevordering van internationale culturele betrekkingen.

35.

Het CvdR verwelkomt het voorstel tot oprichting van Europese culturele centra op basis van de samenwerking tussen de EU en het desbetreffende partnerland, meent dat hiertoe nadere budgettaire analyse geboden is en dringt erop aan dat de regionale en lokale actoren deelnemen, samen met culturele instellingen en andere entiteiten. Deze centra kunnen in de praktijk diverse vormen hebben en bijv. als al dan niet digitale bibliotheken fungeren. In dit verband zal de voortdurende opleiding van de betrokken actoren leiden tot een geslaagd initiatief, maar alleen als er sprake is van een echte samenwerking in plaats van concurrentie tussen EU-actoren die in partnerlanden gevestigd zijn.

36.

Het Comité bepleit de opname van regionale en lokale actoren in het EU-platform voor culturele diplomatie, dat in februari 2016 is opgericht en de nadruk legt op strategische partners.

37.

Herinnerd wordt aan eerdere CvdR-standpunten over de Culturele Hoofdsteden van Europa, die het beschouwt als waardevol instrument dat de rijkdom, diversiteit en gemeenschappelijke aspecten van de Europese culturen toont (10). Samen met het initiatief voor een Europees erfgoedlabel zouden zij meer benut kunnen worden als proeftuin voor samenwerking met en de participatie van de burgers.

38.

Het CvdR herhaalt nadrukkelijk zijn eerdere standpunt omtrent openstelling van het initiatief voor Culturele Hoofdsteden, zodat niet alleen steden uit kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten deelnemen, maar ook steden uit ENB- en EVA-landen (11). Het initiatief voor Culturele Hoofdsteden is een potentiële bijdrage aan het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en aan de betrekkingen met andere Europese landen, aangezien het niet alleen de culturele samenwerking binnen de EU versterkt, maar ook helpt bij het ontwikkelen van nauwere banden tussen de EU en haar oostelijke en zuidelijke buurlanden, met als doel de bevordering van welvaart, stabiliteit en veiligheid aan de buitengrenzen van de EU.

39.

Lokale en regionale overheden beschikken over uitgebreide bevoegdheden voor de bevordering van de interculturele dialoog aangezien veel interculturele initiatieven op lokaal en/of regionaal niveau gecoördineerd worden. Door hun nabijheid tot de burgers bevinden de lokale en regionale overheden zich in een strategische positie om tegemoet te kunnen komen aan de specifieke behoeften en eisen van de diverse culturele groepen in de lidstaten en om hen doeltreffend in te zetten voor de bevordering van de interculturele dialoog (12).

40.

Het Comité ziet reikhalzend uit naar het wetgevingsvoorstel van de Commissie inzake de bestrijding van de illegale handel in erfgoed; dit moet niet alleen betrekking hebben op de illegale invoer van cultuurgoederen in de EU, maar ook op de illegale uitvoer van cultuurgoederen uit de EU, met het oog op de bestrijding van de handel in en de bescherming van nationale rijkdommen met artistieke, historische of archeologische waarde. Het Comité onderstreept evenwel dat dit voorstel de legitieme handel in cultuurgoederen niet onevenredig mag beteugelen en dat het de administratieve lasten voor bonafide handelaren tot een absoluut minimum beperkt. Het is essentieel dat er voorts strenge maatregelen worden voorgesteld ten aanzien van illegale opgravingen.

41.

Het CvdR steunt het voorstel van de Commissie om 2018 uit te roepen tot Europees jaar van het cultureel erfgoed, aangezien dit de gelegenheid biedt om onder meer de interculturele dialoog en de rol van cultuur voor vreedzame betrekkingen tussen gemeenschappen te bevorderen.

Brussel, 8 februari 2017.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Markku MARKKULA


(1)  JOIN(2016) 29 final.

(2)  De VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie.

(3)  http://portal.unesco.org/en/ev.php-URL_ID=31038&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html

(4)  http://ec.europa.eu/europeaid/node/1584

(5)  JOIN(2016) 29 final.

(6)  Artikel 6 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

(7)  Conclusies van de Raad over cultuur in de externe betrekkingen van de EU, met de nadruk op cultuur in ontwikkelingssamenwerking, 24 november 2015.

(8)  CdR 181/2010 fin.

(9)  CDR181-2010_FIN_AC.

(10)  CDR191-2011_FIN_AC.

(11)  CDR2077-2012_00_00_TRA_AC.

(12)  CDR11-2006_FIN_RES.


Top