EUR-Lex Baza aktów prawnych Unii Europejskiej

Powrót na stronę główną portalu EUR-Lex

Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex

Dokument 52016IR4555

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Partnerschapskader met derde landen inzake migratie

PB C 207 van 30.6.2017, str. 32—38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 207/32


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Partnerschapskader met derde landen inzake migratie

(2017/C 207/07)

Rapporteur:

Peter Bossman (SI/PSE), burgemeester van Piran

Referentiedocument:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad en de Europese Investeringsbank over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda

COM(2016) 385 final

BELEIDSAANBEVELINGEN

Algemene context

Volgens de UNHCR zijn er wereldwijd meer dan 60 miljoen vluchtelingen en ontheemden, van wie de helft afkomstig is uit twee regio’s van de wereld: het Midden-Oosten en Afrika.

De Internationale Organisatie voor Migratie schat dat er in 2015 meer dan 1,2 miljoen migranten over zee in Europa zijn aangekomen en bijna 35 000 over land. Dit in vergelijking met de 280 000 die in heel 2014 over land en over zee aankwamen. Deze cijfers omvatten niet diegenen die Europa onopgemerkt zijn binnengekomen.

Hoewel de overeenkomst tussen de EU en Turkije het aantal migranten dat per boot vanuit Turkije kwam aanzienlijk heeft verminderd, is de stroom vanaf de noordkust van Afrika weer toegenomen. Niger in West-Afrika is het belangrijkste kruispunt voor migranten uit West- en Centraal-Afrika: per mei 2016 is de schatting dat meer dan 16 000 mensen per week door Niger reizen op hun weg naar het noorden. Sommige schattingen gaan uit van duizenden migranten in Libië die zoeken naar een manier om de EU binnen te komen.

Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) pleit sterk voor het vaststellen van een holistische benadering van migratie, zodat er een meer gedecentraliseerd en doelmatig beheer van migratiebewegingen mogelijk is. Het deelt volledig het standpunt van de VN-Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling dat internationale migratie een multidimensionale realiteit is die van groot belang is voor de ontwikkeling van de landen van herkomst, doorreis en bestemming en die om samenhangende en alomvattende antwoorden vraagt.

Verder wil het CvdR zich toeleggen op de tenuitvoerlegging van de verplichtingen die voortvloeien uit de vier pijlers van het migratiebeleid zoals geformuleerd in de EU-agenda voor migratie 2015: de oorzaken van irreguliere migratie wegnemen; de buitengrenzen van de EU beter beheren, waaronder ook het streven valt om de gevaren voor migranten op zee te verminderen; een solide gemeenschappelijk systeem voor asielrecht invoeren en een nieuw beleid inzake legale migratie formuleren.

Het CvdR heeft erop gewezen dat de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie, met inbegrip van economische of sociale oorzaken, door de EU bij de bron moeten worden aangepakt.

Het staat achter lokale en regionale samenwerking teneinde te zorgen voor goede, veilige en reguliere migratie, met volledige inachtneming van mensenrechten en een menswaardige behandeling van migranten, ongeacht of ze de status van migranten, vluchtelingen of ontheemden hebben, zoals benadrukt in de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

1.

is verheugd over de mededeling over een nieuw partnerschapskader, aangezien hiermee wordt benadrukt dat het migratieprobleem een complex probleem is en op verschillende niveaus moet worden aangepakt. Er zij aan herinnerd dat het asiel een fundamenteel recht van de mens is dat wordt gewaarborgd door het internationaal recht en door internationale verplichtingen die voor alle lidstaten bindend zijn. Het CvdR verzoekt de EU en de lidstaten veilige en legale routes te scheppen voor vluchtelingen, zoals humanitaire corridors en visa op humanitaire gronden en verbeterde gezinshereniging. De lidstaten dienen de mogelijkheid te onderzoeken dat mensen ook in hun ambassades en consulaten asielverzoeken kunnen indienen.

2.

De mededeling bevat een innovatieve aanpak die allereerst is gebaseerd op samenwerking met derde landen, rekening houdend met zowel de belangen van de EU als de belangen van de partnerlanden, om zo een beter migratiebeheer te waarborgen.

3.

Het CvdR ondersteunt en erkent de noodzaak voor de EU om met één stem te spreken en om alle relevante belanghebbenden en instellingen te betrekken. Lokale en regionale overheden kunnen en moeten een rol spelen in de gezamenlijke inspanningen met de EU en op nationaal niveau, evenals met derde landen om uitgebreide migratiepartnerschappen (pacten) uit te voeren; dat geldt met name voor de regio’s en steden met een grote diasporagemeenschap uit de doellanden van het partnerschapskader.

4.

Het CvdR vindt ook dat er meer moet worden gedaan, aangezien de EU nog steeds wordt geconfronteerd met een humanitaire crisis. Derde landen en EU-partners huisvesten miljoenen vluchtelingen, waaronder vele niet-begeleide minderjarigen, die gedwongen zijn hun huis te verlaten, evenals vele economische migranten die naar Europa willen komen. In dit verband dient er bij de internationale samenwerking tussen de EU en derde landen een nieuwe dimensie in aanmerking te worden genomen en dienen er bijkomende instrumenten te worden ingevoerd die zijn toegesneden op de uitdagingen van de recente en toekomstige migratiestromen.

5.

Het CvdR verzoekt de Europese Commissie om alle actoren — lidstaten, EU-instellingen en derde landen — aan te moedigen om als partners samen te werken, teneinde de migratiestromen te reguleren en om te voorkomen dat asielzoekers en economische migranten zonder papieren hun lot in handen leggen van mensensmokkelaars of -handelaars om de hachelijke oversteek over zee te wagen. Tegelijkertijd is het CvdR zich ervan bewust dat er dringend actie nodig is om de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie en gedwongen verplaatsing in de landen van herkomst aan te pakken en weg te nemen. Internationale, nationale, regionale en lokale samenwerking is cruciaal voor het formuleren van een gemeenschappelijk migratiebeleid, in lijn met de Europese migratieagenda.

6.

Migratie en ontwikkelingsbeleid zijn nauw met elkaar verbonden. Dit verband vormde een essentieel onderdeel van de besprekingen rondom de VN-ontwikkelingsagenda na 2015 die in september 2015 is vastgesteld in New York. Doeltreffend en humaan migratiebeheer moet als cruciaal worden beschouwd voor de succesvolle uitvoering van de agenda. Het CvdR is zich volledig bewust van de voordelen en mogelijkheden van goede, veilige en reguliere migratie voor migranten en landen van herkomst, doorreis en bestemming. Daarnaast is het belangrijk dat de diasporagemeenschappen worden betrokken bij de ontwikkeling van hun landen van herkomst. Het is ook op de hoogte van de nefaste impact van irreguliere migratie voor migranten en van de verplichting van de landen van herkomst om hun ingezetenen weer op te nemen en te laten terugkeren, in lijn met de EU-richtlijn inzake terugkeer en internationale instrumenten.

7.

Het CvdR spreekt opnieuw zijn steun uit voor de in 2015 gepresenteerde Europese migratieagenda, waarin de verschillende acties zijn opgenomen die tegelijkertijd moeten worden ondernomen om zowel de externe als de interne aspecten van de huidige migratiecrisis aan te pakken. De externe agenda richt zich op partnerschappen met derde landen bij het vaststellen van geloofwaardige en haalbare doelen om het aantal mensen dat gedwongen moet vluchten te verminderen, rekening houdend met de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie.

8.

Naast de reeds door de EU genomen stappen, zoals de Valletta-top, de verklaring van de EU en Turkije, dialogen op hoog niveau over migratie, het herziene Europees nabuurschapsbeleid en de bijeenkomst van leiders van de Westelijke Balkan, moeten ook de strategische langetermijnaanpak van de EU ten opzichte van derde landen en de interne samenhang en coördinatie met de lidstaten worden versterkt. Een beter gecoördineerde, systematische en gestructureerde aanpak om de synergieën en mogelijkheden van het interne en externe beleid van de Unie te maximaliseren, is noodzakelijk. Voorts moeten de regionale en lokale overheden gegarandeerd rechtstreeks toegang krijgen tot de middelen van het Europees nabuurschapsbeleid en andere middelen die belangrijk zijn voor het Middellandse Zeegebied.

9.

De mogelijkheden voor irreguliere migratie en voor illegale binnenkomst in de EU dienen te worden verminderd, en daarnaast dient de EU zich in te zetten voor samenhangende, geloofwaardige en doeltreffende beleidsmaatregelen voor terugkeer en hervestiging in de landen van herkomst, met medewerking van gemeenschappen van immigranten in de EU-landen en met respect voor mensenrechten en voor het beginsel van non-refoulement. Hierbij dient tevens rekening te worden gehouden met de daadwerkelijke capaciteit van de landen van herkomst of doorreis om de rechten van teruggekeerde of overgenomen personen te waarborgen.

10.

Onverminderd internationale verplichtingen om bescherming te verlenen aan asielzoekers en aan allen die recht hebben op andere vormen van internationale bescherming, ongeacht of ze de EU regulier zijn binnengekomen, roept het CvdR op tot de instelling van hotspots voor derde landen ten behoeve van mensen die om internationale bescherming verzoeken. Deze hotspots zouden in derde landen moeten worden opgezet, door de EU en internationale instanties (UNHCR) beheerd moeten worden en als taak moeten hebben de rechtmatigheid van asielaanvragen te onderzoeken. Aan mensen van wie het recht op asiel of internationale bescherming wordt erkend zouden reguliere vervoermiddelen naar de Europese landen van hun keuze ter beschikking moeten worden gesteld, om door smokkelaars georganiseerde overtochten op niet-zeewaardige boten te voorkomen.

11.

De EU dient ook mogelijkheden in te voeren voor mensen om legaal naar de EU te komen, op zoek naar internationale bescherming of op zoek naar werk, een opleiding, onderzoek of investeringskansen.

12.

Het CvdR spoort de EU en de Europese Commissie aan om aan te dringen op betere samenwerking tussen de verschillende instanties en agentschappen die handelaren en smokkelaars bestrijden (Frontex, NAVO, Eunavformed, het Europees Centrum tegen migrantensmokkel van Europol) en om inlichtingen tussen deze agentschappen en agentschappen van de lidstaten beter te delen.

13.

De EU zou extra steun moeten verlenen aan organisaties zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), die migranten die aankomen in doorreislanden en erachter komen dat zij bedrogen zijn of die gewoon niet verder willen naar de EU, helpen om terug te keren.

Het partnerschapskader — Nieuwe, uitgebreide samenwerking met derde landen op het gebied van migratie

14.

Het CvdR is verheugd over de uiteindelijke doelstelling van het partnerschapskader om te zorgen voor een samenhangend en gefocust commitment, waarbij de Unie en haar lidstaten op gecoördineerde wijze handelen, en instrumenten, hulpmiddelen en invloed samenvoegen om uitgebreide partnerschappen (pacten) overeen te komen met derde landen om migratie beter te beheren, waarbij de humanitaire en mensenrechtenverplichtingen met alle partners volledig worden nagekomen.

15.

De kortetermijndoelstelling om levens te redden op de Middellandse Zee wordt volledig ondersteund, en bij wijze van langetermijndoelstelling zou er samen met partnerlanden voor moeten worden gezorgd dat door criminele groepen georganiseerde gevaarlijke reizen over zee niet meer voorkomen. Ook is het CvdR het eens met de doelstelling om de terugkeer naar en de overname door de landen van herkomst te stimuleren en om migranten en vluchtelingen zo dicht mogelijk bij hun thuisland op te vangen. Voorrang moet worden gegeven aan kwetsbare verzoekers en met name aan niet-begeleide minderjarigen, van wie de fundamentele belangen altijd voorop moeten staan, in overeenstemming met de uitspraken van het Hof van Justitie. In dit verband zou de Europese Commissie wat de situatie van niet-begeleide minderjarigen betreft, een kwestie die gewoonlijk tot de bevoegdheden van de regio’s behoort, verder naar een oplossing moeten toewerken. Het CvdR kijkt dan ook uit naar de nieuwe overkoepelende strategie die de Commissie als opvolger van het actieplan inzake niet-begeleide minderjarigen (2011-2014) zal uitbrengen en waarmee de situatie van verdwenen of niet-begeleide kinderen in aanmerking genomen zal worden.

16.

Het wijst nogmaals op het commitment van de EU om de economische, sociale en demografische uitdagingen en tekorten aan arbeidskrachten in de EU voor de lange termijn aan te pakken middels een gericht nieuw beleid inzake legale migratie, in lijn met de EU-migratieagenda en andere belangrijke beleidsinstrumenten voor migratie. Daartoe kan ook steun worden verleend aan de legitieme aspiraties van langdurig ingezetenen om deel te nemen en bij te dragen aan het openbare en politieke leven. Migratie uit derde landen kan voor duurzame groei van de EU-economie zorgen en Europa heeft gekwalificeerde arbeidskrachten nodig om zijn mondiale concurrentievermogen veilig te stellen. Tegelijkertijd zijn de partnerlanden bang voor een braindrain. Circulaire migratie zou derhalve een oplossing kunnen zijn om het risico van braindrain in de partnerlanden te voorkomen.

17.

De Raad wordt eraan herinnerd dat het CvdR dialoog en samenwerking kan faciliteren met lokale en regionale overheden in de landen van herkomst en doorreis van migranten, bijvoorbeeld via bestaande organen en platformen (Arlem, Corleap, gemengde raadgevende comités en werkgroepen). Deze samenwerking is een noodzakelijke voorwaarde voor de implementatie van de maatregelen voorafgaand aan het vertrek die migranten voorbereiden die legaal naar de EU komen, of vluchtelingen voorbereiden voordat zij worden hervestigd vanuit partnerlanden die hen momenteel opvangen (zoals Turkije, Libanon en Jordanië).

18.

Het CvdR pleit voor vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie tussen lokale en regionale overheden van de EU en de landen van herkomst van economische migranten, waardoor de oorzaken van irreguliere migratie sterk zouden verminderen. Dergelijke informatie-uitwisseling zou de volgende elementen moeten omvatten: voorlichting inzake overnameovereenkomsten, voorlichting aan mensen die naar de EU willen over de werkelijke kansen op een baan in de EU, de gevaren van irreguliere migratieroutes, de daadwerkelijke situatie inzake regels en verordeningen m.b.t. internationale bescherming (die vaak wordt verdraaid om migranten ertoe te verleiden hun lot in handen te leggen van mensensmokkelaars), arbeidsmogelijkheden, mogelijke voordelen van de sociale zekerheid enz.

19.

Positieve prikkels moeten onderdeel vormen van het ontwikkelingsbeleid van de EU, waarbij landen die hun internationale verplichting nakomen om hun eigen onderdanen over te nemen en landen die samenwerken bij het beheer van migratie uit derde landen worden beloond, evenals landen die actie ondernemen om personen die op de vlucht zijn voor conflicten en vervolging op toereikende wijze op te vangen.

20.

Er is, om de nieuwe aanpak te laten slagen, behoefte aan een combinatie van positieve en negatieve prikkels met betrekking tot de partnerlanden. Tegelijkertijd is er de noodzaak om voor een zorgvuldig evenwicht te zorgen tussen migratiebeheer en globale EU-ontwikkelingshulp. Hulp zou niet volledig afhankelijk moeten worden gemaakt van het nakomen van verplichtingen in het kader van overnameovereenkomsten met derde landen, aangezien dit de verwezenlijking van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling in de weg zou kunnen staan, evenals van de afspraken in het EU-Lissabonverdrag om extreme armoede en ongelijkheid uit te bannen. De mogelijkheid van partnerlanden om samen te werken met de EU t.a.v. migratiebeheer dient duidelijk te worden onderscheiden van hun bereidheid daartoe: het zijn twee heel verschillende zaken. In dit verband vindt het CvdR dat officiële ontwikkelingshulp alleen zou mogen worden ingezet voor projecten op het gebied van veiligheid en grensbeheer wanneer die duidelijke voordelen voor de begunstigden opleveren. Partnerlanden die niet in staat zijn om migratieafspraken uit te voeren zouden nog altijd moeten kunnen profiteren van financiële en andere instrumenten om de EU-migratiepacten operationeel te maken.

21.

Het CvdR dringt er derhalve bij de EU op aan om te trachten op maat gesneden partnerschapsregelingen met derde partijen te ontwikkelen die daadwerkelijk de behoeften, zorgen en mogelijkheden van de derde partijen weerspiegelen, rekening houdend met het feit dat verschillende partners worden geconfronteerd met verschillende uitdagingen en verschillende omstandigheden.

22.

Het CvdR spoort de lidstaten van de EU die traditioneel nauwe banden hebben met bepaalde landen (historisch, cultureel, economisch enz.) aan om deze connecties te gebruiken om de samenwerking tussen en met deze landen te bevorderen, zodat de overname en re-integratie van personen die terugkeren mogelijk wordt gemaakt.

23.

De Europese Commissie wordt daarnaast aangespoord om de nieuwe partnerschapsprioriteiten met Jordanië en Libanon zo snel mogelijk af te ronden na de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid in 2015. Libanon en Jordanië vangen, samen met Turkije, de meeste van de 5 miljoen Syrische vluchtelingen op. In Jordanië is momenteel één op de negen personen een vluchteling voor de Syrische burgeroorlog: bijna 700 000 van de 6,7 miljoen inwoners. In Libanon gaat het om 1,1 miljoen van de 4,6 miljoen inwoners en in Turkije om meer dan 2,5 miljoen van de 79,5 miljoen inwoners.

24.

De overeenkomst tussen de EU en Turkije van 18 maart 2016 inzake vluchtelingen baart dan ook zorgen, in het bijzonder vanwege enkele ernstige mensenrechtenkwesties in verband met de detentie van asielzoekers op „hotspots” op de Griekse Egeïsche eilanden, maar ook gezien de terugkeer van asielzoekers naar Turkije als „eerste land van asiel” of „veilig derde land”, en vanwege het feit dat Turkije vluchtelingen mogelijk terugstuurt naar Syrië zelf. Het CvdR maakt zich ook zorgen over de langzame opbouw van de capaciteit van het Griekse asielstelsel om het asielproces in de hotspots te beheren en de vertragingen in de steunverlening aan Griekenland, het tot nu toe zeer lage niveau van herverdeling van vluchtelingen uit Turkije, en de vertragingen in de verstrekking van financiële bijstand van de EU aan de inspanningen van Turkije om Syrische vluchtelingen te ondersteunen.

25.

Het is geen goede zaak dat in de mededeling de zestien prioritaire landen voor de nieuwe overeenkomsten zonder werkelijke garanties als zodanig worden benoemd, aangezien zij niet allemaal kunnen worden beschouwd als „veilige derde landen” en/of landen die beschikken over een aanvaardbare mensenrechtengeschiedenis. Zelfs als de regel van „veilig derde land” niet van toepassing is in deze overeenkomsten, geeft het voorbeeld van Turkije in dit opzicht een verkeerd signaal af. Er moeten mechanismen komen waarmee de EU kan toezien op de opvang in deze landen.

26.

Het CvdR kijkt uit naar de vaststelling van de strategische mededeling inzake Tunesië. De voortzetting van de vreedzame en democratische overgang van het land na de revolutie naar economische stabiliteit en stabiliteit op het gebied van de veiligheid zou een zeer positief signaal afgeven aan het gebied en moet derhalve worden ondersteund door de EU.

27.

De situatie in Libië vraagt om bijzondere aandacht en strategische stappen. Het CvdR is in dit verband dan ook verheugd over de in de mededeling voorziene betrokkenheid. Het CvdR benadrukt het belang van samenwerking met de Libische lokale en regionale overheden en verzoekt de Europese Commissie om haar volledige steun te verlenen aan inspanningen van het CvdR en Arlem om de samenwerkingsinitiatieven tussen lokale en regionale overheden in de EU en hun Libische tegenhangers te bevorderen, waarmee is begonnen tijdens de laatste plenaire vergadering van Arlem in Nicosia (het Nicosia-initiatief).

28.

Het CvdR staat achter de nadruk op samenwerking met landen van doorreis, die doorgaans een aanzienlijke financiële last dragen, met name op lokaal en regionaal niveau, voor de opvang van asielzoekers en irreguliere migranten. In de in september 2016 goedgekeurde New York-verklaring van de VN over vluchtelingen en migranten is erkend dat grote bewegingen van vluchtelingen en migranten in onevenredige mate de naburige en doorreislanden raken en hun opvangcapaciteit te boven dreigen te gaan. Lokale en regionale overheden van doorreislanden zouden daarom moeten kunnen profiteren van door de EU begeleide capaciteitsopbouw, financiële ondersteuning en informatie-uitwisseling. Daarbij zou de EU ook steun moeten geven voor mechanismen ter bevordering van rechtstreekse peer-to-peer samenwerking tussen lokale en regionale overheden uit de EU en de partnerlanden, teneinde de capaciteiten voor planning en beheer op lokaal en regionaal niveau te vergroten.

29.

De gezamenlijke inspanningen om de terugkeer en overname van niet-succesvolle asielzoekers en irreguliere migranten te laten slagen, zijn essentiële onderdelen van elk pact. Het CvdR erkent dat lokale en regionale overheden uit de landen van herkomst een centrale rol spelen in het migratiebeleid vanwege hun vele belangrijke taken, zoals het verlenen van toegang tot de arbeidsmarkt, huisvesting, onderwijs en zorg. Al deze zaken hebben directe invloed op hun capaciteit om mensen die terugkeren te re-integreren en zo sociale samenhang en dus een duurzame samenleving dichterbij brengen. Dagelijks worden de problemen rondom opvang, integratie en re-integratie van migranten gevoeld, met name op lokaal en regionaal niveau. In de pacten dient er dus naar te worden gestreefd om de doeltreffendheid en duurzaamheid van het terugkeerproces te vergroten en toereikende financiering te bieden voor vrijwillige terugkeer, evenals om landen van herkomst te helpen om overgenomen ingezetenen te re-integreren.

30.

Multilevel governance is het meest geschikte middel om de noodzakelijke combinatie van maatregelen en initiatieven te bereiken en zo de meest optimale resultaten te behalen bij de opvang, integratie en re-integratie van migranten.

31.

Beste praktijken moeten worden gedeeld tussen lokale en regionale overheden in de EU en in derde landen met betrekking tot alle aspecten van migratie, met inbegrip van — maar niet beperkt tot — het integratie- en herintegratiebeleid, waarbij irreguliere migratie wordt aangepakt, het belang van vroegtijdige alarmsignalen en/of vroegtijdige preventie van crisissituaties wordt erkend en mensensmokkel en migrantenhandel worden bestreden (in lijn met het EU-actieplan tegen migrantensmokkel 2015-2020, het VN-Protocol inzake de smokkel van migranten over land, zee en door de lucht, de EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012-2016, en het Palermoprotocol). Het CvdR bevindt zich in een goede positie om contact op te nemen met steden en regio’s in de partnerlanden om de uitwisseling van innovatieve ideeën en praktijken te faciliteren en te bevorderen en om een doeltreffendere betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij het opstellen en implementeren van migratie- en integratiebeleid te bereiken, overeenkomstig de multilevel governanceaanpak en het subsidiariteitsbeginsel.

32.

De deskundigheid en middelen van de lidstaten zijn van essentieel belang bij het uitvoeren van de pacten en doeltreffende samenwerking is afhankelijk van netwerken van Europese deskundigen ter plaatse, onder wie deskundigen met kennis van de lokale en regionale dimensie van migratie. Het CvdR is derhalve ingenomen met de inzet van Europese migratieverbindingsofficieren in prioritaire landen van herkomst en doorreis, om bij te dragen aan de EU-samenwerking tegen migrantensmokkel, en het spoort de lidstaten aan om snel passende deskundigen voor deze taak te benoemen.

Financiële steun

33.

Het gebruik van de bestaande financiële instrumenten en bestaande trustfondsen om de kortetermijndoelstellingen van het pact te bereiken wordt door het CvdR gesteund, maar de lidstaten van de EU worden in dit kader opgeroepen om zoals overeengekomen zo snel mogelijk hun bijdragen te leveren aan deze fondsen.

34.

Het belang van het gebruikmaken van synergieën tussen bestaande fondsen, zoals de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije (3 miljard EUR), het EU-noodtrustfonds voor Afrika (1,8 miljard EUR), het regionaal trustfonds van de EU in respons op de Syrische crisis (1 miljard EUR), evenals andere financiële instrumenten die mogelijk tot 8 miljard EUR kunnen verstrekken in de periode 2016-2020 om de pacten uit te voeren, moet worden benadrukt. Tevens kunnen mogelijke synergieën met de structuurfondsen worden onderzocht.

35.

Het CvdR is verheugd over het voorstel van de Europese Commissie voor een ambitieus plan voor externe investeringen waarmee de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie worden aangepakt en partnerlanden gesteund bij het beheer van de consequenties van irreguliere migratie in Afrika en in de landen van het EU-nabuurschap, terwijl wordt bijgedragen aan het behalen van de ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Het roept de Commissie op om dit hulpmiddel zo snel mogelijk te ontwikkelen, in nauw overleg met de lidstaten van de EU en internationale partners.

36.

Het CvdR is ingenomen met het voorgestelde plan voor externe investeringen voor Afrika en de landen van het EU-nabuurschap, dat erop gericht is om investeringen te stimuleren (middels een verbeterd ondernemingsklimaat, een onestopshop voor financieringsaanvragen voor investeringen, en particuliere financiering) en om werkgelegenheid in de partnerlanden te scheppen.

37.

Het CvdR is verheugd over de intensivering van de technische bijstand en steun van de EU voor economische en structurele hervormingen om het ondernemingsklimaat te verbeteren. Het pleit er met name voor om lokale overheden en bedrijven te betrekken bij de voorgestelde technische bijstand, die hen helpt om een groter aantal financierbare projecten te ontwikkelen, wat het algemene ondernemingsklimaat verbetert, en deze onder de aandacht te brengen van internationale investeerders.

38.

Het CvdR is overtuigd van de korte- en langetermijnimpact van het voorgestelde investeringsplan op de verbetering van de duurzame ontwikkeling van de EU-partnerlanden die belangrijke landen van herkomst van migranten of doorreislanden van asielzoekers en irreguliere migranten zijn. Met het voorgestelde plan zullen rechtstreeks de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie worden aangepakt en zullen de prikkels voor irreguliere migratie verminderen.

39.

Het is belangrijk dat de EU, de lidstaten, derde landen, internationale financiële instellingen, Europese bilaterale ontwikkelingsinstellingen en de particuliere sector allemaal bijdragen aan het investeringsplan. Het CvdR is verheugd over het initiatief van de Europese Commissie om een ambitieus plan voor externe investeringen te presenteren, waarmee wordt beoogd om 62 miljard EUR te mobiliseren om bij te dragen aan het behalen van de ontwikkelingsdoelstellingen van de VN en zo de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken.

40.

Het CvdR dringt er in dit verband op aan dat het initiatief van de Europese Commissie ten uitvoer wordt gelegd middels de ondertekening van een specifieke overeenkomst met de lidstaten en andere internationale partners, die hen verplicht om het totaalbedrag dat de EU ter beschikking stelt te evenaren, als stimulans voor nieuwe overheids- en particuliere investeringen.

41.

Het CvdR is ingenomen met het in september gepresenteerde plan, dat is gebaseerd op drie pijlers: stimuleren van particuliere investeringen, intensivering van de technische bijstand en verbetering van het algemene ondernemingsklimaat. Het betreurt dat de lokale en regionale overheden helemaal niet in de desbetreffende mededeling worden genoemd. Van belang is dat er ook steun en middelen naar die overheden gaan. Het is duidelijk dat de tweede pijler ook de betrokkenheid vereist van de lokale en regionale overheden en dat het CvdR als partner dient te worden betrokken bij de uitvoering ervan. De atlas van decentrale samenwerking van het CvdR kan een nuttig hulpmiddel zijn bij de identificatie van projecten die behoefte hebben aan financiering, en van mogelijke samenwerkingspartners. De lokale en regionale overheden zouden in de beheersstructuur van het plan voor externe investeringen moeten zijn vertegenwoordigd.

42.

De Europese Commissie wordt daarom aangespoord om het CvdR te betrekken bij het opstellen van het plan als de stem van de lokale en regionale overheden in de EU, waarvan er vele uitgebreide ervaring hebben op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.

43.

Het CvdR dringt er bij de Europese Commissie op aan manieren te verkennen om verschillende diasporagroepen in de lidstaten van de EU te betrekken als partners bij de financiering van investeringen in hun landen van herkomst. In 2013 stuurden migranten uit ontwikkelingslanden meer dan 400 miljard EUR naar huis. Deze overmakingen door migranten zijn vaak stabieler dan andere particuliere kapitaalstromen en namen met slechts 5 % af tijdens de recente wereldwijde financiële crisis en herstelden snel tot het niveau van voor de crisis. Een goed voorbeeld van het potentieel van overmakingen door migranten is het feit dat in 2013 overmakingen door de diaspora naar Senegal 10 % van het bbp van het land bedroeg.

Rol van lokale en regionale overheden bij het verstrekken van informatie

44.

Het CvdR herhaalt dat lokale en regionale overheden zowel in de EU als in derde landen een rol kunnen en moeten spelen in de gezamenlijke inspanningen met de EU en op nationaal niveau, evenals met derde landen, om migratiepartnerschappen uit te voeren. Lokale en regionale overheden spelen in het bijzonder een sleutelrol bij het vergroten van het bewustzijn en het verstrekken van de noodzakelijke informatie aan burgers in landen van herkomst, doorreis en bestemming.

45.

Potentiële migranten moeten zich bewust zijn van de risico’s en gevaren waarmee ze worden geconfronteerd wanneer zij proberen de EU irregulier binnen te komen. Ze moeten tevens worden geïnformeerd over de omstandigheden en structuren in de landen van bestemming, waaronder informatie over de arbeidsmarkt, toegang tot relevante opleidingen en taalcursussen, en de voorwaarden voor gezinshereniging. Potentiële migranten moeten worden gewezen op de culturele verschillen tussen hun land van herkomst en het land van bestemming, waarbij ze worden geïnformeerd over onaanvaardbaar gedrag en onaanvaardbare praktijken.

46.

Mensen en ondernemingen in de landen van bestemming moeten worden geïnformeerd over de voordelen van migratie en op passende wijze worden opgeleid om te helpen bij de integratie van migranten. Deze informatie kan het best worden verstrekt op lokaal en regionaal niveau, waar de overheden het dichtst bij de burgers staan. Goed beleid voor legale migratie en integratie op lange termijn op lokaal en regionaal niveau zijn middelen om racisme en xenofobie tegen te gaan.

47.

Het CvdR wijst erop dat, hoewel in de inleiding van het voorgestelde partnerschapskader melding wordt gemaakt van de noodzaak om de lokale capaciteitsopbouw te versterken via het ontwikkelings- en nabuurschapsbeleid, dit aspect niet verder is uitgewerkt in de vorm van concrete maatregelen om aan deze noodzaak tegemoet te komen. Het CvdR kan en moet een partner zijn bij inspanningen voor lokale en regionale capaciteitsopbouw in de partnerlanden.

48.

Het CvdR onderstreept de noodzaak om te investeren in lokale capaciteit en in acties van lokale en regionale overheden van partnerlanden. Lokale overheden zouden partners moeten worden in alle pijlers van het plan voor externe investeringen, en het CvdR staat achter de suggestie van Platforma om de samenwerking tussen stad-partnerland-stad te bevorderen als sleutelinstrument voor de tenuitvoerlegging van de nieuwe aanpak en voor capaciteitsopbouw en het uitwisselen van technische expertise in lokaal migratiebeheer. In dit verband zou het plan voor externe investeringen samenwerking tussen steden en tussen regio’s moeten financieren.

49.

Samenwerking tussen EU, lidstaten, lokale en regionale overheden in de EU en in de landen van herkomst en doorreis van migranten kan bijdragen aan een doelmatiger beheer van migratie, hetgeen alle partijen ten goede komt. Met het oog hierop moeten de EU en de lidstaten de lokale en regionale overheden financiële en politieke steun bieden.

Brussel, 8 februari 2017.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Markku MARKKULA


Góra