This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CA0620
Case C-620/15: Judgment of the Court (First Chamber) of 27 April 2017 (request for a preliminary ruling from the Cour de cassation — France) — A-Rosa Flussschiff GmbH v Union de recouvrement des cotisations de sécurité sociale et d’allocations familiales (Urssaf) d’Alsace, successor in law to the Urssaf du Bas-Rhin, and Sozialversicherungsanstalt des Kantons Graubünden (Reference for a preliminary ruling — Migrant workers — Social security — Legislation applicable — Regulation (EEC) No 1408/71 — Article 14(2)(a) — Regulation (EEC) No 574/72 — Article 12a(1a) — Agreement between the European Community and the Swiss Confederation — Travelling personnel — Workers posted to another Member State — Swiss branch — E 101 certificate — Probative value)
Zaak C-620/15: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 27 april 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — A-Rosa Flussschiff GmbH/Union de recouvrement des cotisations de sécurité sociale et d’allocations familiales d’Alsace (Urssaf), rechtsopvolgster van Urssaf du Bas-Rhin, Sozialversicherungsanstalt des Kantons Graubünden [Prejudiciële verwijzing — Migrerende werknemers — Sociale zekerheid — Toepasselijke wetgeving — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikel 14, lid 2, onder a) — Verordening (EEG) nr. 574/72 — Artikel 12 bis, punt 1 bis — Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat — Varend personeel — Werknemers die in een andere lidstaat zijn gedetacheerd — Zwitsers filiaal — E 101-verklaring — Bewijskracht]
Zaak C-620/15: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 27 april 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — A-Rosa Flussschiff GmbH/Union de recouvrement des cotisations de sécurité sociale et d’allocations familiales d’Alsace (Urssaf), rechtsopvolgster van Urssaf du Bas-Rhin, Sozialversicherungsanstalt des Kantons Graubünden [Prejudiciële verwijzing — Migrerende werknemers — Sociale zekerheid — Toepasselijke wetgeving — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikel 14, lid 2, onder a) — Verordening (EEG) nr. 574/72 — Artikel 12 bis, punt 1 bis — Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat — Varend personeel — Werknemers die in een andere lidstaat zijn gedetacheerd — Zwitsers filiaal — E 101-verklaring — Bewijskracht]
PB C 202 van 26.6.2017, p. 4–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.6.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 202/4 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 27 april 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — A-Rosa Flussschiff GmbH/Union de recouvrement des cotisations de sécurité sociale et d’allocations familiales d’Alsace (Urssaf), rechtsopvolgster van Urssaf du Bas-Rhin, Sozialversicherungsanstalt des Kantons Graubünden
(Zaak C-620/15) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Migrerende werknemers - Sociale zekerheid - Toepasselijke wetgeving - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikel 14, lid 2, onder a) - Verordening (EEG) nr. 574/72 - Artikel 12 bis, punt 1 bis - Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat - Varend personeel - Werknemers die in een andere lidstaat zijn gedetacheerd - Zwitsers filiaal - E 101-verklaring - Bewijskracht])
(2017/C 202/06)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour de cassation
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: A-Rosa Flussschiff GmbH
Verwerende partijen: Union de recouvrement des cotisations de sécurité sociale et d’allocations familiales d’Alsace (Urssaf), rechtsopvolgster van Urssaf du Bas-Rhin, Sozialversicherungsanstalt des Kantons Graubünden
Dictum
Artikel 12 bis, punt 1 bis, van verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005, moet aldus worden uitgelegd dat een E 101-verklaring die door het orgaan aangewezen door de bevoegde overheid van een lidstaat is afgegeven op grond van artikel 14, lid 2, onder a), van verordening nr. 1408/71, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening nr. 118/97, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005, zowel de socialezekerheidsorganen van de lidstaat waar het werk wordt verricht als de rechterlijke instanties van die lidstaat bindt, zelfs indien zij vaststellen dat de voorwaarden waaronder de betrokken werknemer zijn activiteit uitoefent, kennelijk niet binnen de materiële werkingssfeer van die bepaling van verordening nr. 1408/71 vallen.