Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015IR6648

    Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Toerisme als drijvende kracht achter regionale samenwerking in de EU

    PB C 185 van 9.6.2017, p. 15–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.6.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 185/15


    Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Toerisme als drijvende kracht achter regionale samenwerking in de EU

    (2017/C 185/03)

    Rapporteur:

    Hans-Peter WAGNER (AT/EVP), burgemeester gemeente Breitenwang

    BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,

    Multilevel governance

    1.

    staat achter het beleid van de EU om de leidende positie van Europa als meest bezochte gebied van de wereld (in 2015 telde de EU ca. 609 miljoen internationale bezoekers, d.w.z. dat ze de bestemming was van 51,4 % van alle internationale toeristische reizigers) (1) te handhaven en de bijdrage van de toeristische sector tot groei en werkgelegenheid te maximaliseren.

    2.

    Het Comité benadrukt dat toerisme overeenkomstig artikel 195 VWEU onder de bevoegdheid van de lidstaten valt en dat de EU bevoegd is om het optreden van de lidstaten, en daarmee ook van lokale en regionale overheden, in de toerismesector te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen. Daarnaast spelen de lokale en regionale overheden op dit gebied een centrale rol, temeer daar vele regio’s exclusieve bevoegdheden op het vlak van toerisme hebben. Gezien het belang van het toerisme voor de interne markt moeten de lidstaten en de regionale en lokale bestuurslagen, rekening houdend met het subsidiariteitsbeginsel en het beginsel van multilevel governance, met elkaar samenwerken en zijn er gemeenschappelijke Europese beginselen, criteria en maatregelen met een Europese meerwaarde nodig.

    3.

    Het CvdR verzoekt de Europese Commissie de toerismestrategie van 2010 bij te werken, het vertrouwen in de toerismesector in het algemeen te vergroten, de EU-benadering van de seizoensgebondenheid kracht bij te zetten en te komen met een meerjarig werkprogramma met duidelijke doelstellingen, indicatoren en maatregelen op het gebied van toerisme.

    4.

    Het CvdR verzoekt de lidstaten om uitgaande van de Europese toerismestrategie nationaal toerismebeleid uit te werken in overleg met de lokale en regionale overheden.

    5.

    Alle macroregionale strategieën  (2) moeten met een hoofdstuk over toerisme worden aangevuld. De Commissie wordt verzocht om samen met het CvdR een agenda op te stellen met mogelijke toeristische doelstellingen voor macroregio’s.

    6.

    Toerisme is vandaag de dag een van de snelst groeiende sectoren in Europa, een sector die aanzet tot mondiale groei en ontwikkeling, miljoenen banen schept, de uitvoer en investeringen stimuleert en het leven van mensen verandert; een sector die ertoe bijdraagt dat culturele diversiteit en waarden worden gedeeld en actief kan bijdragen tot de geleidelijke consolidering van een Europese identiteit onder de jonge generatie.

    7.

    Het CvdR roept de regio’s en de steden op om voortaan toerismestrategieën te ontwikkelen die met de Europese en macroregionale strategieën stroken, en pleit voor het opzetten van publiek-publieke samenwerking en publiek-private partnerschappen voor de ontwikkeling, bevordering en uitvoering van nieuwe toeristische infrastructuren. Hierbij moeten de behoeften van de vergrijzende Europese bevolking in aanmerking worden genomen en moet het voor ouderen mogelijk worden gemaakt om zonder belemmeringen door de EU te reizen. Deze strategieën moeten gepaard gaan met plannen om zowel publieke als particuliere toeristische installaties en middelen van toeristische bestemmingen te verbeteren en aldus hun concurrentiepositie op een hoger plan te brengen. Ook moet een impuls worden gegeven aan verbeteringen van gevestigde bestemmingen waar de attracties in de loop van de tijd onder de grote aantallen toeristen te lijden hebben gehad.

    8.

    Het CvdR verzoekt de lidstaten en de Europese Commissie grensoverschrijdende samenwerking op toerismegebied tussen lokale en regionale overheden mogelijk te maken en actief te ondersteunen.

    9.

    Er zijn sectoroverschrijdende lokale en regionale platforms  (3) nodig voor netwerkvorming tussen en de strategische ontwikkeling en promotie van bestemmingen (4), teneinde de dialoog en de uitwisseling van goede praktijken en knowhow over het gebruik van het financiële instrumentarium van de EU voort te zetten.

    10.

    Er mag niet worden vergeten dat het toerisme een van de centrale beleidsgebieden voor grensoverschrijdende samenwerking in Europa is. Structuren voor grensoverschrijdende samenwerking inclusief EGTS en Euroregio’s worden verzocht de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking door middel van grensoverschrijdende toerismeconcepten (bijvoorbeeld verkeers- of marketingconcepten) te vergemakkelijken zodat de meerwaarde, de werkgelegenheid en het regionale aanbod voor de consumenten toenemen. Hierbij moeten zij een beroep doen op alle beschikbare Europese fondsen (bijvoorbeeld het EFSI, het ESIF, Interreg, Horizon 2020) en moeten over veel ervaring beschikkende organisaties, groeperingen of netwerken die zich met de sector bezighouden worden betrokken.

    Toerisme en infrastructuur

    11.

    Het CvdR spreekt zich ervoor uit openbare en particuliere middelen te gebruiken om reis- en toerisme-infrastructuur (5) in perifere gebieden, bergregio’s, op eilanden en in kustgebieden, die vaak ook wordt gebruikt voor dienstverlening van algemeen belang, duurzaam te verbeteren, om de toegankelijkheid, de voorzieningen en het concurrentievermogen van toeristische gebieden te waarborgen. Het Comité dringt er tevens op aan:

    het systeem voor de verzameling en verwerking van gegevens over toeristenstromen (routes en richting daarvan) door Eurostat (of andere organisaties zoals de European Travel Commission of de Wereldorganisatie voor Toerisme van de VN) te verbeteren;

    dat Eurostat een betere territoriale onderverdeling van de informatie (boven NUTS 2(1)) opstelt en deze aanpast aan nieuwe behoeften en eisen (bijvoorbeeld door rekening te houden met de verschillen in toegankelijkheid en de CO2-uitstoot). Op die manier krijgen de bestemmingen de beschikking over solide en vergelijkbare gegevens om het gebruik van de middelen te waarderen en te verbeteren uit het oogpunt van duurzaamheid.

    gelet op de sterke effecten van toerisme op het verkeer en het milieu alsook de overbelasting van de infrastructuur in toeristische regio’s, het beheer van capaciteiten en reisbestemmingen op alle bestuursniveaus te stimuleren;

    financiële prikkels te bieden voor de spreiding en Europawijde coördinatie van de toeristenstromen (6), waarbij duidelijk wordt ingezet op een spreiding van het toeristenseizoen; en

    een witboek van de Commissie te herzien met het oog op een concurrerend Europees mobiliteitssysteem, dat er in het bijzonder op is gericht transitoverkeersstromen door kwetsbare regio’s (zoals stedelijke agglomeraties en natuurgebieden) te beperken, een ononderbroken vervoersketen van deur tot deur te waarborgen en te voorzien in informatie over openbaar vervoer en beschikbare verbindingen (7) alsook in maatregelen ter bevordering van het openbaar vervoer, vooral het spoorvervoer (8).

    12.

    In Europese, nationale en regionale toerismestrategieën moet aandacht worden ingeruimd voor terrorismebestrijding, veiligheid, vooral in de openbare ruimte, rampenbescherming, en met name aan crisiscommunicatie en -beheer in nationale, regionale en lokale rampenplannen en -procedures.

    Investeringen op het gebied van toerisme

    13.

    Het CvdR dringt er bij de Commissie op aan om ter gelegenheid van de tussentijdse evaluatie, de aanpak van het toerisme in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen radicaal te herzien. Momenteel wordt het toerisme in sommige landen feitelijk uitgesloten van de ESIF, hoewel er veel onderontwikkelde regio’s zijn in deze landen, waar het toerisme vrijwel het enige instrument is dat mogelijkheden voor ontwikkeling biedt (zoals de nationale parken, beschermde natuurgebieden enz.).

    14.

    Er moet worden benadrukt dat investeringen vereist zijn om het concurrentievermogen van het Europese toerisme te waarborgen. Met name het mkb moet beter gebruikmaken van de mogelijkheden die door de strategie voor de digitale interne markt en de bijbehorende steunpakketten (EFSI, ESI, EFMZV, Interreg, Urbact, LIFE, Horizon, COSME, CREATIVE EUROPE, Erasmus+ en EASI) worden geboden (9). In dit verband zijn voor het mkb begeleidende initiatieven en opleiding gewenst voor een doeltreffender gebruik van de middelen.

    15.

    Het CvdR schaart zich achter de oproep om in de jaarlijkse EU-begroting een begrotingslijn voor de stimulering van het Europees toerisme op te nemen ter financiering van innovatieve, competitieve, duurzame, regio-overschrijdende en grensoverschrijdende projecten, en spreekt zich uit om in het kader van het regionaal beleid van de EU voor de periode na 2020 meer aandacht te besteden aan investeringen met een impact op het toerisme. De EU-steun moet ten goede komen aan het mkb en zorgen voor minder bureaucratische rompslomp die de tenuitvoerlegging van de steun met zich meebrengt.

    16.

    Het Comité dringt er bij de lidstaten en hun regionale overheden op aan om toerismeprioriteiten op te nemen in hun operationele programma’s voor de periode na 2020, zodat overheden en particuliere ondernemingen toegang krijgen tot financiële middelen om hun projecten te bekostigen. Gezien de zich snel voltrekkende demografische veranderingen pleit het CvdR voor de bevordering van initiatieven om toeristische en vervoersvoorzieningen aan te passen aan de behoeften van een vergrijzende bevolking.

    17.

    Het CvdR roept de lidstaten op om:

    vaart te maken met de digitalisering van de toeristische sector en vooral met de uitrol van snelle breedband-internetverbindingen in de ultraperifere, afgelegen en dunbevolkte gebieden alsook in berggebieden;

    om het potentieel van de Digitale Agenda voor Europa aan te boren en gebruik te maken van de daarmee gecreëerde mogelijkheden om hun e-gezondheidsdiensten in het belang van zowel burgers als reizigers te versterken;

    maatregelen te nemen om gedurende het hele jaar voor een aanzienlijke bezoekersstroom te zorgen;

    de gemiddelde verblijfsduur op de toeristische bestemmingen op te voeren;

    de positie en inzetbaarheid van de personen die werkzaam zijn in de sector te verbeteren;

    van duurzaamheid een basiscriterium te maken bij het beheer van toeristische bestemmingen en producten, en

    fora van deskundigen in het leven te roepen om met name in het mkb goede praktijkvoorbeelden te promoten.

    18.

    Het valt te betreuren dat mkb-bedrijven door gebrek aan informatie te weinig gebruikmaken van het EFSI. Het CvdR steunt de oprichting van regionale investeringsplatforms (naar het voorbeeld van regionale ontwikkeling (zoals „theALPS” (10))) in het kader van het EFSI zodat het mkb toegang kan krijgen tot informatie en knowhow. Overeenkomstig zijn op de 7e top van regio’s en steden in Bratislava goedgekeurde verklaring (11) met als titel „Investeren en verbinden”, stelt het CvdR de Commissie en de EIB daarom voor om gezamenlijk een Europees investeringsplatform voor het mkb op het gebied van toerisme op te richten en in het kader van het EFSI gemeenschappelijke lokale fora over investeringen in toerisme te organiseren. Praktisch gezien komt het erop neer dat er tot 2018 vijf pilotprojecten in modelregio’s moeten worden uitgevoerd (plattelands-/perifere of ultraperifere gebieden, berg- en grensgebieden, eilanden/maritieme gebieden en steden), mogelijk ook met betrokkenheid van netwerken zoals NECSTouR, de Werkgemeenschap van Europese grensgebieden (AEBR), Europese groeperingen voor territoriale samenwerking of Euregio’s.

    19.

    Het CvdR verzoekt de regio’s en de EGTS om samen met het bestuur van het EFSI en de EIB banken in de respectievelijke regio’s aan te moedigen om investeringsprogramma’s op te zetten zodat het mkb gemakkelijker grensoverschrijdend kan investeren en gemakkelijker toegang kan krijgen tot financiële middelen van de EU en de particuliere sector (PPP-modellen).

    20.

    Daarnaast moet de Commissie grensoverschrijdende micro- en kleine projecten op toerismegebied en „people-to-people”-projecten steunen, die vooral in grensregio’s een wezenlijke bijdrage leveren aan de vorming van een Europees bewustzijn.

    21.

    Het Comité herhaalt zijn oproep om de de-minimisdrempels bij staatssteun voor DAEB’s, die vaak ook ten goede komen aan toerismegerelateerde infrastructuurvoorzieningen, te verhogen tot één miljoen EUR per geval en per drie belastingjaren. In regio’s waar de economische en sociale stabiliteit in wezen van het toerisme afhangt, dienen deze drempels ook te gelden voor overheidsinvesteringen in toerismegerelateerde structuren, voor zover de lokale bevolking hiervan regelmatig gebruik maakt. Het herinnert er tevens aan dat de huidige algemene groepsvrijstellingsverordening 651/2014, die van toepassing is tot 31.12.2020, reeds betrekking heeft op steun voor cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed en steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur.

    22.

    Toerisme vormt een centraal onderdeel van de strategie van veel minder ontwikkelde regio’s, die over een groot en nog altijd niet volledig benut economisch en ecologisch potentieel beschikken.

    Betere regelgeving

    23.

    Het CvdR wijst op de problemen met het regelgevingskader en verzoekt de lidstaten de EU-wetgeving niet onnodig verder aan te scherpen door nationale regelingen („gold-plating”). Waar het gaat om toerismespecifieke initiatieven beveelt het CvdR aan dat de Commissie in het kader van REFIT:

    de voorschriften voor de aanbieders van breedbanddiensten vereenvoudigt en streeft naar de toepassing van een marktgerichte en technologisch neutrale aanpak;

    de buitensporige informatie- en rapportageverplichtingen van de richtlijn inzake consumentenrechten beperkt;

    de richtlijn pakketreizen evalueert en eventueel herziet; daarbij moet een overdaad aan bureaucratische rompslomp vermeden worden, evenals rechtsonzekerheid;

    de informatieverplichtingen van de verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (Verordening (EU) nr. 1169/2011) voor de horeca versoepelt;

    de bestaande regeling inzake het meenemen van vloeistoffen in het luchtverkeer (12) vereenvoudigt.

    24.

    Wanneer bij stadsvernieuwingsstrategieën wordt bekeken welke investeringen in stadsherstel of infrastructuur nodig zullen zijn, moet zorgvuldig worden nagegaan in hoeverre de stad met dergelijke investeringen aantrekkelijk blijft of aantrekkelijker wordt voor toeristische activiteiten. Ook moet worden bezien of de toegankelijkheid voor burgers en bezoekers met beperkte mobiliteit verbetert.

    Thematisch toerisme

    25.

    Het Comité stelt voor om thematische toeristische projecten  (13) in de zin van slimme specialisatie (slimme regio’s en steden) te bevorderen zodat de negatieve gevolgen van het massatoerisme tegen kunnen worden gegaan. Het stelt ook voor om de titel „Europese hoofdstad van slim toerisme” in het leven te roepen die jaarlijks door vertegenwoordigers van de toeristische sector, de Commissie, het Europees Parlement en het CvdR aan maximaal drie Europese steden en/of regio’s moet worden toegekend. Daarbij dient de bevordering van duurzame en concurrerende toeristische bestemmingen extra aandacht te krijgen, als meerwaarde voor de Europese topbestemmingen (EDEN). Er moet worden gekeken naar gebieden buiten stadscentra en gevestigde stedelijke trekpleisters extra aandacht te krijgen, zodat stadscentra aan de rand van grootstedelijke gebieden en kleine en middelgrote steden er ook van profiteren.

    26.

    Stedelijk toerisme creëert een ruimtelijke dynamiek voor de verandering van het stedelijk landschap door verjonging van de openbare ruimte, infrastructuur en connectiviteit, ontwikkeling van lokale voorzieningen en recreatiemogelijkheden. Dit komt niet alleen de toeristen maar ook de plaatselijke gemeenschap en burgers ten goede.

    27.

    Het Comité verlangt de ondersteuning van cultureel, natuur-, historisch en religieus toerisme, dat bijdraagt aan werkgelegenheid, intercultureel begrip en aan lokale, regionale en plattelandsontwikkeling. Tevens moeten toeristische attracties, zoals de steden en plaatsen die op de Werelderfgoed van Unesco staan, met elkaar worden verbonden om thematische reisroutes op Europees, nationaal en lokaal niveau uit te kunnen stippelen. Wat dit betreft zou er in de Europese Unie een netwerk moeten worden opgericht van steden die op de Werelderfgoedlijst staan en zouden maatregelen moeten worden genomen om deze in stand te houden en bekender te maken.

    28.

    Het CvdR wijst er nog eens op dat gezondheids- en wellnesstoerisme een van de snelst groeiende toerismebranches is, die oudere Europeanen en bezoekers uit derde landen aantrekt. Het raadt sterk aan om het toerisme en de agenda van de zilveren economie nauwer aan elkaar te koppelen.

    29.

    Het CvdR benadrukt dat plattelandstoerisme lokale gemeenschappen behoudt door banen te scheppen, ontwikkeling te stimuleren, het milieu te beschermen, de plattelandscultuur, kunsten en ambachten te steunen en verlangt:

    dat plattelandsgebieden op basis van regionale ontwikkelingsstrategieën geïntegreerde en ook grensoverschrijdende concepten uitwerken ter uitbreiding van het plattelandstoerisme; zulke strategieën moeten zich richten op naadloos aansluitende vervoersverbindingen voor vlotte mobiliteit naar en op het platteland;

    de ondersteuning van samenwerkingsverbanden van het mkb door op brede schaal bedrijfsonafhankelijke innovatiecoaches in het leven te roepen voor het aantrekken van toeristen uit de steden.

    het opzetten van fora en platforms met behulp waarvan kleine en middelgrote ondernemingen aanvullende producten kunnen uitwerken die van grotere waarde zijn voor de toerist;

    dat landelijke gebieden in hun ontwikkelingsstrategieën meer aandacht besteden aan cultureel erfgoed, want dit draagt ertoe bij om banen te scheppen en te behouden, agrarische bedrijven te steunen, cultuurlandschappen te beschermen en kunsten en ambachten op het platteland te ondersteunen;

    in deze context dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2020 concrete steun bevat voor het toerismegerelateerde mkb op het platteland om boerderijtoerisme te stimuleren.

    30.

    Culinair toerisme speelt een belangrijke rol bij het scheppen van meer en duurzame werkgelegenheid. Met de ontwikkeling van dit toeristische segment wordt beoogd om traditionele lokale kwaliteitsproducten te promoten. Aangezien toeristen meer dan een derde van hun geld uitgeven aan eten en drinken, vormt gastronomie een gewaarborgde en essentiële bron van inkomsten.

    31.

    Het CvdR herhaalt zijn steun voor de Culturele Hoofdsteden van Europa en de Europees Erfgoedlabel-initiatieven, alsook voor de Europese erfgoeddagen en de EU-prijs voor cultureel erfgoed.

    Klimaatverandering en duurzame ontwikkeling

    32.

    Er mag niet worden vergeten dat het toerisme in tal van regio’s een garantie biedt voor economische groei, inkomsten en werkgelegenheid. Het CvdR roept de regio’s op om in hun toerismeconcepten  (14) aandacht te besteden aan duurzame ontwikkeling  (15), met innovatieve instrumenten om de duurzaamheid van het toerisme te volgen en te verbeteren voor wat betreft het ecologische, sociale en economische aspect (ETIS), teneinde een holistische benadering te bieden waarbij wordt nagegaan waar de druk op het milieu als gevolg van toeristische activiteiten zal toenemen en maatregelen worden getroffen om dat tegen te gaan. De uitwerking van deze concepten moet in het kader van het EU-cohesiebeleid gericht worden ondersteund.

    33.

    Er dient een Europese wettelijke regeling te komen voor de groeiende deeleconomie, die naast positieve effecten ook risico’s herbergt, zoals het ontbreken van sociale bescherming van de werknemers, het ontbreken van bepalingen voor de huisvesting van klanten/toeristen, verschuiving van risico’s van de werkgever naar de werknemer en negatieve begrotingsgevolgen, en ontbrekend toezicht op de kwaliteit van de bestemming.

    34.

    Het Comité staat achter de ontwikkeling van duurzaam cultuurtoerisme in steden, dat cruciaal kan zijn voor het genereren van inkomsten voor innovatieve praktijken voor de bescherming en het beheer van erfgoed. Toerisme in steden stimuleert ook de innovatie. Gebruik van informatie- en communicatietechnologieën en het concept „slimme steden” leveren niet alleen een waardevolle ervaring voor de bezoeker op, maar zorgen ook voor een verbetering van de levenskwaliteit voor de lokale bevolking.

    35.

    Het CvdR vraagt toeristische regio’s met het oog op klimaatverandering om hun economische basis te diversifiëren; zo zijn bijvoorbeeld de omstandigheden in berg- en kustgebieden optimaal voor de opwekking van hernieuwbare energie (water- en windkracht, zonne-energie, geothermie, biomassa). Ook zouden zij samen met de sector kunnen investeren in klimaatvriendelijke projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van instrumenten zoals de energieoplossingen voor hotels (HES) (16) en de Nearly Zero Energy Hotels” (neZEH) (17).

    36.

    De Commissie zou steun moeten verlenen voor campagnes om de sector te informeren over duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen (vermindering van waterverbruik, voedselverspilling en gebruik van schoonmaakmiddelen en sanitaire producten).

    Arbeidsmarkt, onderwijs en onderzoek

    37.

    De Commissie en de lidstaten moeten verdere maatregelen treffen voor de grensoverschrijdende, formele erkenning van kwalificaties op het gebied van toerisme en voor een veelzijdige opleiding ter vermindering van de seizoensafhankelijkheid. De erkenning van kwalificaties moet op hoge normen (18) zijn gebaseerd.

    38.

    Zwartwerk en onjuist aangegeven werk, dat vooral in de toeristische sector wijdverbreid is, moet worden aangepakt (19).

    39.

    Het Comité verzoekt de Commissie om in het kader van EURES samen met de nationale arbeidsbemiddelingsbureaus programma’s in het leven te roepen die zich toespitsen op het toerisme. Via deze weg wil men in regio’s met veel toerisme op Europees niveau zorgen voor arbeidsbemiddeling voor gekwalificeerde werknemers.

    40.

    De lokale en regionale overheden en de arbeidsbureaus moeten gaan samenwerken met de toeristische sector op het gebied van kwalificatie om volgens het principe van levenslang leren nascholing aan te bieden ter bevordering van de kwaliteit (duurzaamheid, verzorging, veiligheid enz.) en de marketing (digitalisering) in de toeristische sector;

    41.

    Het CvdR is ingenomen met de vaststelling van de nieuwe doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) (20) door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties tijdens haar 70e zitting en wijst erop dat in de 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling toerisme uitdrukkelijk wordt vermeld in de doelstellingen 8, 12 en 14 voor zijn capaciteit om economische groei, inclusiviteit en fatsoenlijk werk voor iedereen te bevorderen, duurzame consumptie en productie te stimuleren en de instandhouding en duurzame exploitatie van de aquatische rijkdommen aan te moedigen. De belangrijkste acties hiervan zijn pleitbezorging en bewustmaking, het scheppen en delen van kennis, beleidsvorming, capaciteitsopbouw en onderwijs.

    42.

    Het CvdR stelt in het kader van een Europese onderwijsactie voor:

    PPP-initiatieven te ondersteunen om vaart te zetten achter de professionalisering van de sector door de koppeling van opleiding en praktijk (21);

    netwerken te vormen tussen instellingen voor beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten en het effect van Erasmus+ voor de toeristische sector onder de loep te nemen;

    een Europese academie voor toerisme en een Jean Monnet-leerstoel voor Europees toerismeonderzoek in het leven te roepen.

    43.

    De lidstaten, regio’s en steden moeten migranten en asielzoekers sneller in de arbeidsmarkt integreren, de taalvaardigheid en vakbekwaamheid van migranten benutten en door middel van cursussen uitbreiden.

    Toerisme en Europees burgerschap

    44.

    Er moet worden benadrukt dat de Europese burgers die als toeristen in de EU reizen het gevoel moeten hebben dat ze door het EU-recht worden beschermd en dat ze zich vrij kunnen bewegen op de interne markt en binnen het Schengengebied. Toerisme is daarom van groot belang voor de vorming van een besef van Europees burgerschap en de bevordering van wederzijds begrip. Om die reden moet het voor Europese burgers aantrekkelijk worden gemaakt om hun vakantie vaker in Europa door te brengen. Het CvdR verzoekt de Commissie en de lidstaten om, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel en onder toepassing van multilevel governance, de volgende ideeën in overweging te nemen:

    gratis Interrail-tickets voor jonge Europeanen als zij 18 jaar worden, om Europa te verkennen en beter te leren kennen, zoals voorgesteld door het Europees Parlement (22);

    een kosteloze „European Citizen Travel Card” in te voeren waarbij lidstaten, regio’s en steden zich op vrijwillige basis kunnen aansluiten om EU-burgers die binnen de EU reizen korting te kunnen geven in het openbaar vervoer (inclusief de optie om fietsen mee te nemen, bij fietsverhuur), musea enz. De kaart moet via de websites van het CvdR en de Commissie, in alle Europe Direct-informatiecentra en bij deelnemende toeristische organisaties verkrijgbaar zijn en geldig zijn in combinatie met een identiteitskaart of paspoort van een lidstaat van de EU;

    een elektronisch Europees reisinsigne (een met sociale media compatibele GPS „DiscoverYrope App”) in het leven te roepen;

    een „European Traveller’s Pass” in te voeren met nuttige informatie voor toeristen uit de EU (over consumentenrechten, gezondheidszorg, adressen van consulaten buiten de EU, alarmnummers, informatie over de „European Citizen Travel Card”).

    45.

    Toerisme is heel belangrijk voor een goede verstandhouding tussen volkeren en draagt bij aan een beter begrip van andere culturen.

    46.

    Het Comité stelt voor een door de Commissie, het EP en het CvdR uit te schrijven mediaprijs („Oscar voor toerisme”) uit te reiken waarmee bijdragen in print- en audiovisuele media worden onderscheiden die informatie verschaffen over het Europese culturele en natuurlijke erfgoed en over regionale en lokale toeristische attracties in Europa en die bevorderlijk zijn voor de vorming van een Europees burgerbewustzijn.

    Externe dimensie van het toerisme

    47.

    Het CvdR onderstreept de rol van de interne markt en het Schengengebied voor het grensoverschrijdende toerisme en de binnenlandse toeristische markten. Het Comité dringt er met klem bij de lidstaten op aan om het functioneren van de Schengenruimte zonder grenzen te waarborgen.

    48.

    Het door het Europees Parlement in april 2014 aangenomen „visumpakket” (23) moet worden toegejuicht. Visumversoepelingsregelingen zijn namelijk van cruciaal belang als het erom gaat toeristen tot een reis naar Europa te bewegen (24). Hierbij moet een zorgvuldige afweging worden gemaakt tussen veiligheidskwesties en het economische belang van het toerisme. Het Comité verwelkomt in dit verband de invoering van een EU-systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) (25), dat de veiligheid verbetert van het reizen naar het Schengengebied uit hoofde van visumvrijstellingsovereenkomsten.

    49.

    Het CvdR stelt voor om kwesties in verband met toerisme, en vooral maatregelen ter verbetering van de veiligheid van Europese toeristen in niet-EU-landen te behandelen in een verslag van de Euro-mediterrane vergadering van lokale en regionale overheden (ARLEM).

    50.

    Het CvdR steunt onlangs opgerichte platforms voor de samenwerking tussen de EU en internationale partners zoals China, bijvoorbeeld via het Europees-Chinese comité voor de ontwikkeling van cultuur en toerisme van het initiatief Een gordel, een weg (OBOR) (26).

    Promotie van toerisme

    51.

    Het CvdR staat geheel achter het besluit om 2018 uit te roepen tot „Europees Jaar van het cultureel erfgoed” omdat toerisme alle relevante initiatieven een belangrijke impuls zal geven en pleit voor een Europees jaar van het toerisme.

    52.

    De gezamenlijke promotie van Europa als reisbestemming in derde landen moet tussen de koepelorganisatie van nationale instellingen voor de bevordering van het toerisme én de „European Travel Commission” worden gecoördineerd.

    53.

    Het toeristische aanbod zou moeten worden vergroot en op concrete landen, doelgroepen, branches enz. moeten worden afgestemd, waarbij informatie op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier over de hele wereld moet worden verspreid, zo mogelijk met benutting van de modernste communicatiemiddelen. Beter toegankelijke kennis over het Europese toeristische aanbod kan het toerisme in Europa en vanuit landen verder weg stimuleren.

    54.

    De Commissie zou zich meer bezig moeten houden met de raakvlakken tussen toerisme en migratie/vluchtelingenstromen, de culturele, economische en sociale gevolgen ervan te onderzoeken en met het CvdR de kansen voor de betrokken regio’s (arbeidsmarkt enz.) in kaart te brengen.

    55.

    Het CvdR beveelt de Commissie aan:

    zich in te zetten voor het Europese merk (EU-logo), de positionering van merken op interregionaal en grensoverschrijdend niveau en Europese marketingplatforms (EU-marketingprogramma’s, voor bijvoorbeeld de Alpenregio of de Middellandse Zee), om Europa als reisbestemming op de internationale markt te promoten en daarbij de specifieke rol van regio’s en de verscheidenheid van hun natuurlijk en cultureel erfgoed te belichten (27);

    Europese burgers nog meer aan te sporen om hun vakantie in Europa door te brengen. De Commissie zou een model moeten overwegen voor een „European Citizen Travel Card”, die de reizigers algemene informatie verschaft voor een aangenamere en veiliger reis en hen op de voordelen van reizen binnen Europa wijst;

    op de website (28) www.visiteurope.com voor een „EU Tourism Road Show” en een atlas van culturele routes in Europa te zorgen;

    te overwegen om een Europees standaardclassificatie- en kwaliteitsborgingsysteem ter aanvulling van de nationale en regionale hotelclassificaties (zoals hotelsterren) en de nationale kwaliteitsnormen in het leven te roepen.

    Interinstitutionele samenwerking

    56.

    Het CvdR verzoekt de Commissie te worden betrokken bij het jaarlijkse toerismeforum en de Europese dag van het toerisme.

    57.

    Er moeten jaarlijkse besprekingen over het thema toerisme plaatsvinden tussen de bevoegde commissies van het Europees Parlement en het CvdR. Een gezamenlijke hoorzitting met belanghebbenden uit de sector zou hiervan deel kunnen uitmaken.

    58.

    Het Comité verzoekt het Raadsvoorzitterschap van de EU onderwerpen in verband met het Europese toerisme op de agenda te plaatsen en vertegenwoordigers van het CvdR te betrekken bij het overleg hierover.

    59.

    Het CvdR onderschrijft het Tourism for Growth and Jobs Manifesto (29), een initiatief van Europese overheids- en particuliere actoren uit de sector en stelt voor dit te ondertekenen en de krachten te bundelen om Europa als aantrekkelijke bestemming te behouden en om te garanderen dat de toerismesector blijft bijdragen aan de economische, sociale en territoriale cohesie in Europa.

    60.

    Het CvdR moedigt de Wereldtoerismeorganisatie van de VN (United Nations World Tourism Organisation — UNWTO) aan zijn initiatief ter ontwikkeling van het Europese toerisme te steunen.

    61.

    De overheid en de particuliere sector zouden verantwoord toerismebeleid en -praktijken moeten bevorderen conform de beginselen van de gedragscode voor toerisme van de VN-Wereldorganisatie voor toerisme, een alomvattend kader voor de ontwikkeling van duurzaam, verantwoord en algemeen toegankelijk toerisme, waarbij rekening wordt gehouden met alle economische, sociale, culturele en milieu-aspecten.

    62.

    Het Comité legt bijzondere nadruk op de sociale verantwoordelijkheid van het toerisme, en roept Europese en niet-Europese burgers op om als welingelichte en verantwoorde toerist op reis te gaan en plaatselijke gewoonten en culturen te eerbiedigen.

    Brussel, 7 december 2016.

    De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

    Markku MARKKULA


    (1)  Cijfers van de Wereldorganisatie voor Toerisme van de Verenigde Naties (UNWTO) zoals vermeld in het regionale jaarboek van Eurostat uit 2016.

    (2)  COM/2009/248/3, „Strategie van de Europese Unie voor het Oostzeegebied (EUSBSR)”; COM(2014) 357, „Strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (EUSAIR)”; COM(2010) 715, „Strategie van de Europese Unie voor de Donau-regio (EUSDR)”; COM/2015/366/02, „Strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied (EUSALP)”.

    (3)  Een voorbeeld van zo’n platform is het Network of European Regions for Competitive and Sustainable Tourism (NECSTouR).

    (4)  Bijv. toerisme en landbouw, toerisme en welzijn, toerisme en kuuroorden, toerisme en sport, toerisme en lokale ambachten en creatieve culturele industrieën, industrie en musea.

    (5)  ook in ultraperifere en afgelegen gebieden, berggebieden, eilanden en kustgebieden, grensoverschrijdende regio’s, regio’s die met demografische uitdagingen worden geconfronteerd, culturele en natuurgebieden, zowel nieuwe als bekende bestemmingen;

    (6)  „Groene routes”, beheer via tolheffingen op bepaalde tijden van de dag of in de week, goedkopere overtochten/tarieven voor toeristen die met het openbaar vervoer (met name de spoorwegen) reizen.

    (7)  inclusief toegankelijk intermodaal vervoersopties en ticketdiensten

    (8)  bijv. autotreindiensten, meenemen van fietsen in grensoverschrijdende treinen

    (9)  „Guide on EU Funding for the tourism sector 2014-2020”: http://ec.europa.eu/DocsRoom/documents/18164/attachments/1/translations/en/renditions/pdf.

    (10)  http://www.thealps.travel/en.

    (11)  COR-2016-02559-00-00-DECL-REF.

    (12)  Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie van 4 maart 2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (PB L 55 van 5.3.2010, blz. 1).

    (13)  Wijntoerisme, horeca, ecotoerisme, taaltoerisme, actief toerisme, fietstoerisme, plattelandsleven, tradities, religie, kunst, educatie, onderzoek, diverse trendsporten, economisch en congrestoerisme, MICE (Meetings, Incentives, Conventions and Events) enz.

    (14)  in navolging van het voorbeeld van NECSTour Regions

    (15)  Bijvoorbeeld gediversifieerde diensten op het gebied van wellness, cultuur en sport, niet-seizoensgebonden producten die het hele jaar door kunnen worden aangeboden alsook modellen ter bepaling van het klimaateffect van verschillende vormen van vakantiebesteding en -activiteiten.

    (16)  http://hotelenergysolutions.net/

    (17)  http://www.nezeh.eu/home/index.html

    (18)  COM/2016 „Mapping and performance check of the supply side of tourism education and training”; COM/2014/86 „Een Europese strategie voor meer groei en werkgelegenheid in kust- en maritiem toerisme”.

    (19)  ETUC Resolution on Undeclared work, maart 2014 (https://www.etuc.org/documents/etuc-resolution-undeclared-work#.WA9SumeXCUk)

    (20)  https://sustainabledevelopment.un.org/.

    (21)  Parliament Magazine, nr. 437, 27 juni 2016, blz. 28-29; voorbeeld: „Youth on the SPOT — Special Partnership of Tourism”.

    (22)  Het idee van gratis InterRail-tickets, voor onbeperkt treinreizen in en tussen alle deelnemende landen gedurende een bepaalde periode, werd besproken tijdens de plenaire vergadering van het EP in Straatsburg van 3-6 oktober 2016.

    (23)  COM(2012) 649 final, „Uitvoering en ontwikkeling van het gemeenschappelijk visumbeleid voor snellere groei in de EU”.

    (24)  ETC/2015 „Improving the Visa Regimes of European Nations to Grow Tourism: A view from the European Travel Commission”.

    (25)  COM(2016) 731 final, Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/794 en (EU) 2016/1624.

    (26)  Parliament Magazine, nr. 437, 27 juni, 2016, blz. 28-29.

    (27)  European Tourism Manifesto (2016), „Tourism for growth and jobs” (http://www.tourismmanifesto.eu/).

    (28)  COM(2014) 477 final, „Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa”.

    (29)  http://www.tourismmanifesto.eu/the-manifesto.


    Top