Atlasiet eksperimentālās funkcijas, kuras vēlaties izmēģināt!

Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.

Dokuments 52014DP0077

    Besluit van het Europees Parlement van 5 februari 2014 over het voorstel van de Europese Centrale Bank voor de benoeming van de ondervoorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank (N7-0003/2014 — C7-0017/2014 — 2014/0900(NLE))

    PB C 93 van 24.3.2017., 258./258. lpp. (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.3.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 93/258


    P7_TA(2014)0077

    Benoeming van een ondervoorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank

    Besluit van het Europees Parlement van 5 februari 2014 over het voorstel van de Europese Centrale Bank voor de benoeming van de ondervoorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank (N7-0003/2014 — C7-0017/2014 — 2014/0900(NLE))

    (Goedkeuring)

    (2017/C 093/47)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Europese Centrale Bank van 22 januari 2014 tot benoeming van de ondervoorzitter van de raad van toezicht van de Europese Centrale Bank (N7-0003/2014),

    gezien artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013, waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1),

    gezien het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank over de praktische regelingen in verband met de uitoefening van democratische verantwoordingsplicht en toezicht op de uitoefening van de taken die in het kader van het Gemeenschappelijk toezichtmechanisme aan de Europese Centrale Bank zijn opgedragen (2),

    gezien zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0086/2014),

    A.

    overwegende dat in artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 is bepaald dat de Europese Centrale Bank (ECB) haar voorstel tot benoeming van de ondervoorzitter van haar raad van toezicht aan het Europees Parlement moet voorleggen en dat de ondervoorzitter moet worden gekozen uit de leden van de raad van bestuur van de ECB;

    B.

    overwegende dat in artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 is bepaald dat bij benoemingen voor de raad van toezicht overeenkomstig die verordening de beginselen van genderevenwicht, ervaring en kwalificaties moeten worden nageleefd;

    C.

    overwegende dat de Europese Raad op 21 januari 2014 Sabine Lautenschläger heeft benoemd als lid van de raad van bestuur van de ECB in overeenstemming met artikel 283, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

    D.

    overwegende dat de ECB, bij brief van 22 januari 2014, bij het Parlement een voorstel heeft ingediend tot benoeming van Sabine Lautenschläger als ondervoorzitter van de raad van toezicht van de ECB voor een ambtstermijn van vijf jaar;

    E.

    overwegende dat de Commissie economische en monetaire zaken van het Parlement vervolgens de kwalificaties van de voorgedragen kandidate heeft onderzocht, met name tegen de achtergrond van de eisen in artikel 26, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1024/2013; overwegende dat de commissie in het kader van de uitvoering van deze beoordeling een curriculum vitae van de voorgedragen kandidate heeft ontvangen, alsook haar antwoorden op een schriftelijke vragenlijst;

    F.

    overwegende dat de commissie de voorgedragen kandidate op 3 februari 2014 heeft gehoord, waarbij zij een openingsverklaring heeft afgelegd en vervolgens vragen van de commissieleden heeft beantwoord;

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de ECB tot benoeming van Sabine Lautenschläger als ondervoorzitter van de raad van toezicht van de ECB;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Europese Centrale Bank, de Raad, alsmede aan de regeringen van de lidstaten.


    (1)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.

    (2)  PB L 320 van 30.11.2013, blz. 1.


    Augša