EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0127

Zaak C-127/15: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 december 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — Verein für Konsumenteninformation/INKO, Inkasso GmbH [Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2008/48/EG — Bescherming van de consument — Consumentenkrediet — Artikel 2, lid 2, onder j) — Afbetalingsregelingen — Kosteloos uitstel van betaling — Artikel 3, onder f) — Kredietbemiddelaars — Incassobureaus die handelen namens de kredietgevers]

PB C 38 van 6.2.2017, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/2


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 december 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — Verein für Konsumenteninformation/INKO, Inkasso GmbH

(Zaak C-127/15) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2008/48/EG - Bescherming van de consument - Consumentenkrediet - Artikel 2, lid 2, onder j) - Afbetalingsregelingen - Kosteloos uitstel van betaling - Artikel 3, onder f) - Kredietbemiddelaars - Incassobureaus die handelen namens de kredietgevers])

(2017/C 038/02)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberster Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Verein für Konsumenteninformation

Verwerende partij: INKO, Inkasso GmbH

Dictum

1)

Artikel 2, lid 2, onder j), van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad moet aldus worden uitgelegd dat een regeling voor de afbetaling van een krediet, die na het intreden van het verzuim van de consument tussen deze en de kredietgever wordt getroffen door bemiddeling van een incassobureau, niet „kosteloos” is in de zin van die bepaling, wanneer de consument zich er bij die regeling toe verbindt het volledige bedrag van dat krediet terug te betalen alsook interesten of kosten te betalen die niet zijn vermeld in de oorspronkelijke overeenkomst op grond waarvan dat krediet is verleend.

2)

Artikel 3, onder f), en artikel 7 van richtlijn 2008/48 moeten aldus worden uitgelegd dat een incassobureau dat namens een kredietgever een regeling voor de afbetaling van een niet-terugbetaald krediet treft, maar slechts bij wijze van nevenactiviteit als kredietbemiddelaar optreedt, hetgeen aan de verwijzende rechter staat om na te gaan, moet worden aangemerkt als een „kredietbemiddelaar” in de zin van het genoemde artikel 3, onder f), en niet onderworpen is aan de in de artikelen 5 en 6 van die richtlijn neergelegde verplichting om de consument precontractuele informatie te verstrekken.


(1)  PB C 205 van 22.6.2015.


Top