Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016XC1220(02)

    Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    C/2016/8435

    PB C 476 van 20.12.2016, p. 6–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.12.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 476/6


    Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    (2016/C 476/05)

    Na de bekendmaking van een bericht van het naderend vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

    1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

    Het verzoek werd op 30 september 2016 ingediend door Ercros SA en Inquide SA („de indieners van het verzoek”), die meer dan 25 % van de totale productie van trichloorisocyanuurzuur in de Unie voor hun rekening nemen.

    2.   Onderzocht product

    Dit nieuwe onderzoek heeft betrekking op trichloorisocyanuurzuur en bereidingen daarvan, ook bekend onder de algemene internationale benaming (INN) „symcloseen” („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2933 69 80 en ex 3808 94 20 (Taric-codes 2933698070 en 3808942020).

    3.   Bestaande maatregelen

    Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1389/2011 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 569/2014 van de Commissie (4).

    4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

    Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van dumping en voortzetting van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

    4.1.1.   Bewering dat dumping waarschijnlijk wordt voortgezet

    De indieners van het verzoek hebben de normale waarde voor de producenten-exporteurs uit het betrokken land aan wie tijdens het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid geen behandeling als marktgerichte onderneming was toegekend, overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening vastgesteld op basis van de prijs in een derde land met een markteconomie, namelijk Japan. De indieners van het verzoek hebben ook bewijsmateriaal over dumping ingediend, gebaseerd op een door berekening vastgestelde normale waarde (productiekosten, verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (VAA-kosten) en winst), met de Verenigde Staten van Amerika als referentieland. Voor die ondernemingen waaraan tijdens het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid een behandeling als marktgerichte onderneming was toegekend, werd de normale waarde op basis van een berekende normale waarde vastgesteld (productiekosten, verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (VAA-kosten) en winst) in de Volksrepubliek China. De bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, als bedoeld in de vorige zinnen, met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie.

    De aldus berekende dumpingmarges blijken voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.

    4.1.2.   Bewering dat schade waarschijnlijk zal voortduren

    De indieners van het verzoek hebben ook voorlopig bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie nog steeds aanzienlijk is, zowel in absolute termen als in termen van marktaandeel.

    Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de indieners van het verzoek hebben verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op de verkochte hoeveelheden, de in rekening gebrachte prijzen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de algemene prestaties en de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.

    Volgens de indieners van het verzoek is voortzetting van schade waarschijnlijk. In dit verband hebben zij ook bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat, als de maatregelen zouden komen te vervallen, de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie gezien het potentieel van de productiefaciliteiten van de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China waarschijnlijk in omvang zal toenemen.

    De indieners van het verzoek voeren daarnaast aan dat de bedrijfstak van de Unie, als de maatregelen zouden komen te vervallen, bij een verdere aanzienlijke toename van de invoer tegen dumpingprijzen uit het betrokken land waarschijnlijk nog meer schade zal lijden.

    5.   Procedure

    Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te rechtvaardigen, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

    Bij het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van dumping van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie al dan niet waarschijnlijk zijn bij het vervallen van de maatregelen.

    5.1.    Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

    Het onderzoek naar de voortzetting of herhaling van dumping zal betrekking hebben op de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2016 („het tijdvak van het nieuwe onderzoek”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade zal betrekking hebben op de periode van 1 januari 2013 tot het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).

    5.2.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping

    Producenten-exporteurs (5) van het onderzochte product uit het betrokken land, met inbegrip van degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

    5.2.1.   Onderzoek van producenten-exporteurs

    Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China

    Steekproeven

    Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.

    Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en mogelijk ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

    Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

    Indien een steekproef noodzakelijk is, zullen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de productie, verkoop of uitvoer dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China.

    Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

    Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

    5.2.2.   Aanvullende procedure met betrekking tot producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie

    Selectie van een derde land met een markteconomie

    Voor de ondernemingen waaraan tijdens het oorspronkelijke onderzoek geen behandeling als marktgerichte onderneming was toegekend, zal de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening worden vastgesteld op basis van de prijs of de berekende waarde in een derde land met een markteconomie.

    In het vorige onderzoek is Japan als derde land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. De Commissie is voornemens Japan opnieuw hiervoor te gebruiken. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, kunnen andere producenten uit landen met een markteconomie onder meer gevestigd zijn in de Verenigde Staten van Amerika. Om uiteindelijk het derde land met een markteconomie te selecteren, zal de Commissie onderzoeken of het onderzochte product wordt geproduceerd en verkocht in die derde landen met een markteconomie waarvoor aanwijzingen bestaan dat het onderzochte product er wordt geproduceerd. Belanghebbenden wordt hierbij verzocht hun opmerkingen over de keuze van het referentieland binnen tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in te dienen.

    5.2.3.   Onderzoek van niet-verbonden importeurs  (6)  (7)

    Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Volksrepubliek China in de Unie invoeren, met inbegrip van degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.

    Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het nieuwe onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.

    Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

    Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

    Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

    5.3.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade

    Teneinde vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

    5.3.1.   Onderzoek van producenten in de Unie

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten in de Unie nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de haar bekende producenten in de Unie, met inbegrip van degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, en met name aan: Ercros SA, Inquide SA, 3V Sigma S.p.A. en Electroquímica de Hernani S.A.

    De hierboven genoemde producenten in de Unie moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie indienen.

    Alle niet hierboven genoemde producenten in de Unie wordt verzocht onmiddellijk, maar in elk geval binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, bij voorkeur per e-mail contact op te nemen met de Commissie en een vragenlijst aan te vragen.

    5.4.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

    Indien wordt bevestigd dat voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of handhaving van de antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie en hun representatieve verenigingen, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

    Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

    5.5.    Andere schriftelijke opmerkingen

    Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

    5.6.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

    Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    5.7.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

    Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

    Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited”  (8).

    Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

    Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, zoals bepaald in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het Directoraat-Generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat H

    Kamer CHAR 04/039

    1049 Brussel

    BELGIË

    E-mail

    :

    TRADE-R656-TCCA-DUMPING@ec.europa.eu

    TRADE-R656-TCCA-INJURY@ec.europa.eu

    6.   Niet-medewerking

    Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

    Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

    7.   Raadadviseur-auditeur

    Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

    Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping en schade, het oorzakelijk verband daartussen en het belang van de Unie.

    Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

    8.   Tijdschema voor het onderzoek

    Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

    9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

    Aangezien dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

    Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

    Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

    10.   Verwerking van persoonsgegevens

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


    (1)  PB C 117 van 2.4.2016, blz. 9.

    (2)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1389/2011 van de Raad van 19 december 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 346 van 30.12.2011, blz. 6).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 569/2014 van de Commissie van 23 mei 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1389/2011 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur op grond van artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 80).

    (5)  Onder producent-exporteur wordt verstaan: een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks of via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

    (6)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen de ander, rechtstreeks of zijdelings, controleert; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, rechtstreeks of zijdelings, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters. Overeenkomstig artikel 5, punt 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wordt verstaan onder „persoon”: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

    (7)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.

    (8)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

    (9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


    BIJLAGE I

    Image

    Tekst van het beeld

    Image

    Tekst van het beeld

    BIJLAGE II

    Image

    Tekst van het beeld

    Image

    Tekst van het beeld

    Top